Wachtlijstverordening sociale werkvoorziening

1. Alle begrippen, die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet sociale werkvoorziening en de Algemene Wet Bestuursrecht.

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a)

  het college: het college van burgemeester en wethouders van de

  gemeente Weert;

• b)

  de Wet: de Wet sociale werkvoorziening;

• c)

  voortraject: een met re-integratiegelden van het UWV of gemeente

  gefinancierd traject waarin belanghebbenden, die behoren

  tot de doelgroep, worden voorbereid op het verrichten van

  arbeid in het kader van de Wsw;

• d)

  de Risse: het werkvoorzieningschap Weert en Omstreken, de Risse;

• e)

  wachtlijst: een lijst van belanghebbenden met een Wsw-indicatie van

  de deelnemende gemeenten die wachten op een

  arbeidsovereenkomst in het kader van de Wsw met de

  Risse;

• f)

  CWI: Centrale organisatie Werk en Inkomen;

• g)

  UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

1. Voor het in aanmerking komen voor een dienstbetrekking in het kader van de Wsw geldt de volgorde van plaatsing op de wachtlijst. Hierbij is de datum van de indicatiestelling bepalend.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden de volgende groepen ingezetenen die op de wachtlijst zijn geplaatst voor een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, lid 1 Wsw met voorrang geplaatst met inachtneming van de volgende prioritering:

• a)

  Belanghebbenden die een positief advies begeleid werken hebben gekregen van het UWV of gedetacheerd kunnen worden.

• b)

  Belanghebbenden die een wachtlijstvoortraject volgen of gevolgd hebben.

• c)

  Belanghebbenden die op de wachtlijst staan waarvan het algemeen bestuur van de Risse van oordeel is dat zij met voorrang geplaatst dienen te worden, wanneer toepassing van het bepaalde onder lid 1 en 2 sub a en b, leidt tot strijdigheid met de redelijkheid en billijkheid.