Regeling vervallen per 15-10-2014

Uitvoeringsregeling subsidie kennis en innovatie in Noord-Holland Noord 2014

Geldend van 17-01-2014 t/m 14-10-2014

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie kennis en innovatie in Noord-Holland Noord 2014

Gedeputeerde Sstaten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie kennis en innovatie in Noord-Holland Noord 2014

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    creatieve industrie: de kunstensector, de media- en entertainmentsector en de creatieve zakelijke dienstverlening;

  • b

    MKB-bedrijf: een bedrijf met minder dan 250 werknemers en met een jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 43 miljoen euro;

  • c.

    onderwijsinstelling: instelling voor middelbaar beroepsonderwijs, hoger- of wetenschappelijk onderwijs.

Artikel 2

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 3

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 4

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van activiteiten die inhouden kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing;

  • 2. Aanvullende subsidie kan worden verstrekt voor het benutten van de creatieve industrie bij het uitvoeren van activiteiten die inhouden kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing.

  • 3. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de activiteit wordt uitgevoerd in Noord-Holland Noord, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende kaart in de bijlage.

Artikel 5

  • 1. Subsidie wordt verstrekt aan een MKB bedrijf dat actief is in een van de volgende bedrijfstakken:

    • a.

      vrijetijdseconomie;

    • b.

      maritiem, marien en offshore;

    • c.

      medisch;

    • d.

      agribusiness;

    • e.

      duurzame energie.

  • 2. Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt indien tenminste wordt samengewerkt met een onderwijsinstelling of onderzoeksinstituut.

  • 3. Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt uitsluitend verstrekt indien tenminste wordt samengewerkt met een onderneming uit de creatieve industrie uit Noord-Holland Zuid, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende kaart.

Artikel 6

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 3 maart 2014 tot en met 16 april 2014 is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na 16 april 2014.

Artikel 7

Gedeputeerde staten stellen voor de activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, afzonderlijke subsidieplafonds vast.

Artikel 8

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2

    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.

      een samenwerkingsovereenkomst waarin het doel van de samenwerking als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid, en de taken van de deelnemende partijen zijn vastgelegd en waarbij de aanvrager de vertegenwoordigende partij is.

  • 3.

    Per samenwerkingsverband wordt één aanvraag om subsidie voor een project in behandeling genomen.

Artikel 9

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten niet financieel haalbaar is;

  • b.

    een van de deelnemende partijen minder dan 10% van de totale projectkosten bijdraagt;

  • c.

    de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten technisch niet haalbaar is;

  • d.

    de activiteit een eenmalig karakter heeft;

  • e.

    de totale kosten van de activiteit minder dan € 50.000,- bedragen;

  • f.

    de activiteit uitsluitend of in overwegende mate betrekking heeft op het opzetten of onderhouden van netwerken.

  • g.

    de activiteit uitsluitend of in overwegende mate betrekking heeft op het opzetten van een marketingcampagne.

Artikel 10

  • 1. De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteit vernieuwend is voor de regio Noord-Holland Noord.

    • b.

      het aantal onderwijsinstellingen of onderzoeksinstellingen en bedrijven of overheidsinstellingen die deelnemen in het samenwerkingsverband;

    • c.

      het aantal bedrijven uit de creatieve industrie dat deelneemt in het samenwerkingsverband;

    • d.

      de mate waarin de activiteit toepasbaar is voor meerdere partijen binnen een of meerdere bedrijfstakken;

    • e.

      het aantal bedrijfstakken waarbinnen de activiteit wordt uitgevoerd.

  • 3. Per criterium kan nul tot en met drie punten worden behaald.

  • 4. De criteria genoemd in het tweede lid, onderdelen a, b en c, hebben een wegingsfactor van 1. Het criterium genoemd in het tweede lid, onderdeel d en onderdeel e, hebben een wegingsfactor van 2.

  • 5. Indien bij de uitvoering van de activiteit gebruik wordt gemaakt van stagiairs wordt een half punt behaald.

  • 6. Indien in totaal minder dan 6 punten worden behaald, wordt de subsidie geweigerd.

  • 7. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 8. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 11

  • 1. De subsidie bedraagt 35 procent van de naar het oordeel van gedeputeerde staten noodzakelijke kosten tot maximaal € 75.000,-

  • 2. De aanvullende subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, tweede lid, bedraagt € 7.000,-

  • 3. Indien een subsidie op grond van dit artikel naar het oordeel van gedeputeerde staten leidt tot het verstrekken van staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt slechts subsidie verstrekt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, Pb EU 28-12-2006, L 379/5.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;

  • b.

    binnen 6 maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking een aanvang te maken met de uitvoering van de activiteit.

Artikel 13

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 15 oktober 2014

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie kennis en innovatie in Noord-Holland Noord 2014.

Ondertekening

Haarlem, 7 januari 2014.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Toelichting

Algemeen

Met deze regeling wordt innovatie, kennisdeling en -toepassing en regionaal economische samenwerking in het noorden van de provincie gestimuleerd. Daarbij wordt het gebruik van de creatieve denkkracht uit het zuiden van de provincie gestimuleerd door middel van de mogelijkheid tot het aanvragen van een aanvullende subsidie van € 7.000,- hiervoor.

Projecten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen bestaan uit:

  • ·

    Uitbreiding van de triple helix-samenwerking binnen de 5 bedrijfstakken;

  • ·

    Ondersteuning van de samenwerking tussen 2 of meerdere van de 5 bedrijfstakken;

  • ·

    Meer toepassing van de creatieve denkkracht van de creatieve industrie in Noord-Holland Zuid.

  • ·

    Meer aansluiting op de kennis en netwerken in de Noord-Holland Zuid, op economisch terrein;

  • ·

    Stimuleren tot kennisdeling, ‘open innovatie’ en bijdragen aan open netwerken;

  • ·

    Zoveel mogelijk toepassen van innovaties en kennis;

  • ·

    Resultaten met een blijvend karakter (kennisstructuur, opleiding, commitment)

Toelichting op enkele artikelen en begrippen

Artikel 4 en artikel 5

Op basis van deze regeling kan subsidie worden aangevraagd voor activiteiten die inhouden kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing.

Subsidie kan worden aangevraagd door MKB bedrijven die voor de uitvoering van de activiteit samenwerken met tenminste één onderwijsinstelling of onderzoeksinstituut.

Naast de samenwerking met een onderwijsinstelling of onderzoeksinstituut kan ook subsidie worden aangevraagd als het MKB bedrijf samenwerkt met een onderneming uit de creatieve industrie uit het zuiden van de Provincie Noord-Holland. Om deze vorm van samenwerking extra te stimuleren kan bovenop de subsidie een aanvullende subsidie worden aangevraagd hiervoor

Dit om de kansen te benutten die er liggen bij het verbinden van creatieve bedrijvigheid en denkkracht in het zuiden van de provincie met economische activiteiten in het noorden. Deze ‘crossover’ kan veel meerwaarde opleveren. Het is ook een verbinding van het economisch beleid met het beleid voor cultuur (Cultuurnota) van de provincie.

Artikel 9

In een aantal gevallen wordt de gevraagde subsidie geweigerd. Subsidie wordt onder andere geweigerd indien de activiteit een eenmalig karakter heeft. Eenmalige activiteiten zijn bijvoorbeeld het organiseren van een congres, lezing of netwerkbijeenkomst.

Artikel 10

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden geplaatst op een prioriteitenlijst. Op basis van de rangschikking op de lijst worden de gevraagde subsidies gehonoreerd tot dat het subsidieplafond wordt bereikt.

De rangschikking wordt bepaald door het aantal punten dat wordt behaald. Per criterium kan nul tot en met drie punten worden gehaald.

Het criterium onder a heeft betrekking op de mate waarop een activiteit innovatief is voor de regio. Dit kan bijvoorbeeld worden afgeleid aan nieuwe bedrijvigheid en aan de introductie van nieuwe werkwijzen, producten of diensten.

De criteria onder b en c hebben betrekking op het aantal deelnemende partijen dat naast de verplichte samenwerking ( artikel 5) deelneemt in het samenwerkingsverband.

Zijn er geen andere partijen, dan worden nul punten behaald.

Bij één of twee andere partijen wordt één punt behaald.

Bij drie, vier of vijf andere partijen worden twee punten behaald.

Bij meer dan vijf andere partijen worden drie punten behaald.

Met het criterium onder d wordt bedoeld dat activiteiten die toepasbaar en van nut zijn voor meerdere partijen, hoger scoren. Is de activiteit slechts voor één partij toepasbaar en van nut, dan worden nul punten behaald.

Het criterium onder e heeft betrekking op het aantal bedrijfstakken waarbinnen de activiteit wordt uitgevoerd.

Wordt de activiteit alleen in de eigen bedrijfstak uitgevoerd dan worden nul punten behaald.

Wordt de activiteit naast de eigen bedrijfstak ook in één andere bedrijfstak uitgevoerd, dan wordt 1 punt behaald. Bij uitvoering in twee andere bedrijfstakken worden 2 punten behaald, bij uitvoering in drie of meer bedrijfstakken worden 3 punten behaald.