Regeling vervallen per 09-07-2014

Besluit financiële tegemoetkomingen maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 08-07-2014

Intitulé

Besluit financiële tegemoetkomingen maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2014

Burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

gelet op de artikelen 5 en 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning de hierbij behorende regels en gelet op het bepaalde in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013;

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 4 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (AMvB);

besluiten:

vast te stellen het Besluit financiële tegemoetkomingen maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2014.

Hoofdstuk 1 Eigen bijdragen, hoogte eigen bijdragen

Artikel 1.1. Eigen bijdragen

  • 1. Op basis van artikel 5.5 lid 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 is de maximale eigen bijdrage verschuldigd voor de volgende voorzieningen:

    • a.

      hulp bij het huishouden;

    • b.

      roerende woonvoorzieningen;

    • c.

      bouwkundige woonvoorzieningen;

    • d.

      vervoersvoorzieningen, niet zijnde collectief vervoer.

  • 2. Geen eigen bijdrage is verschuldigd bij de volgende voorzieningen:

    • a.

      de Regiotaxi;

    • b.

      de kosten van een woonvoorziening in gemeenschappelijke ruimten;

    • c.

      de tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten;

    • d.

      de tegemoetkoming in kosten van tijdelijke huisvesting;

    • e.

      de tegemoetkoming in de kosten van huurderving;

    • f.

      de tegemoetkoming in de kosten van een sportvoorziening;

    • g.

      de rolstoelvoorziening;

    • h.

      voor voorzieningen voor kinderen tot 18 jaar.

  • 3. De eigen bijdrage kan nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening of de kosten van de hulp bij het huishouden.

Artikel 1.2 Hoogte van de eigen bijdragen

Op basis van artikel 5.5 lid 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 wordt de hoogte van inkomensgrenzen als volgt vastgesteld:

  • 1.

    Het bedrag dat eenpersoons huishouden, niet pensioengerechtigd dienen te betalen, bedraagt € 19,00 per vier weken. Van het meer inkomen boven € 23.295, - dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

  • 2.

    Het bedrag dat eenpersoons huishouden, pensioengerechtigd aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 19,00 per vier weken. Van het meer inkomen boven € 16.456, - dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

  • 3.

    Het bedrag dat meerpersoons huishouden, niet pensioengerechtigd, aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 27,20 per vier weken. Van het meer inkomen boven € 29.174, - dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

  • 4.

    Het bedrag dat meerpersoons huishouden, pensioengerechtigd aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 27,20 per vier weken. Van het meer inkomen boven € 22.957, -dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

Hoofdstuk 2 Hulp bij het huishouden

Artikel 2.1 Onderscheid tussen het ongewogen en het gewogen gemiddelde uurtarief

  • 1. Voor de vaststelling van het uurtarief hulp bij het huishouden wordt onderscheid gemaakt tussen hulp bij het huishouden in natura en als persoonsgebonden budget.

  • 2. Bij vaststelling van de hoogte van het uurtarief voor hulp bij het huishouden in natura worden de tarieven hulp bij het huishouden categorie I en categorie II bij elkaar geteld en vindt er een weging plaats op basis van de verhouding daadwerkelijk geleverde hulp categorie I en categorie II.

  • 3. Voor uurtarief hulp bij het huishouden in natura, categorie III wordt uitgegaan van het ongewogen uurtarief.

  • 4. Bij de vaststelling van de hoogte van de uurtarieven voor hulp bij het huishouden als persoonsgebonden budget wordt per categorie uitgegaan van de ongewogen uurtarieven.

  • 5. De ongewogen tarieven voor hulp bij het huishouden:

    Categorie

    Prijs 2013

    index 2,63%

    Prijs 2014

    categorie I

    € 22,51

    € 0,59

    € 23,10

    categorie II

    € 25,58

    € 0,67

    € 26,25

    categorie III

    € 28,15

    € 0,74

    € 28,89

    Alfa service

    € 16,80

    € 16,80

Artikel 2.2 Tarieven hulp bij het huishouden in natura

  • 1. De tarieven voor hulp bij het huishouden worden bepaald door middel van de door de gemeente Westland bedongen uurtarieven.

  • 2. Voor hulp bij het huishouden in natura, categorie I en II wordt uitgegaan van een gewogen gemiddelde uurtarief.

  • 3. Het in lid 2 genoemd uurtarief bedraagt € 23,45 op basis van het prijsniveau 2013 plus 2,63% in de verhouding van 89/11 per uur.

  • 4. Voor hulp bij het huishouden in natura, categorie III bedraagt het uurtarief € 28,89.

Artikel 2.3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp bij het huishouden als volgt plaats:

  • 1.

    Voor hulp bij het huishouden, categorie I wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld dat overeenkomt met 75 procent van het ongewogen uurtarief hulp bij het huishouden I in natura;

  • 2.

    Voor hulp bij het huishouden, categorie II wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld dat overeenkomt met 75 procent van het uurtarief hulp bij het huishouden II in natura;

  • 3.

    Voor hulp bij het huishouden, categorie III wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld dat overeenkomt met 75 procent van het uurtarief hulp bij het huishouden III in natura;

  • 4.

    Voor het resterende bedrag (25 procent) zoals in de voorgaande leden is genoemd, wordt door de gemeente Westland de administratieve ondersteuning door de Sociale Verzekeringsbank bekostigd;

Artikel 2.4 Vaststelling tarief alfahulp

Voor de alfahulp wordt een uurtarief van € 16,80 uitgekeerd, exclusief € 4,30 per uur voor bemiddelingskosten, die de zorgaanbieder heeft voor levering van de alfahulp.

Hoofdstuk 3 Woonvoorzieningen

Artikel 3.1 Primaat van verhuizen

Het primaat van verhuizen zoals bedoeld in artikel 8.4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 wordt niet opgelegd wanneer de kosten van de woningaanpassing minder bedragen van € 8.210,-

Artikel 3.2 Financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget

De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door burgemeester en wethouders geaccepteerde offerte.

Artikel 3.3 Financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van de woning

Voor het bezoekbaar maken van de woning als bedoeld in artikel 8.7, lid 4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming in de kosten van maximaal € 5.132,- toekennen.

Artikel 3.4 Financiële forfaitaire tegemoetkoming voor woningsanering

Als financiële forfaitaire tegemoetkoming in de kosten voor woningsanering (vloerbedekking) wordt uitgegaan van de Nibud-norm (handboek Schulinck).

Artikel 3.5 Afschrijvingsschema terugbetaling bij verkoop

Het in artikel 8.9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt: afschrijving in 15 jaar:

  • -

    In het eerste jaar is 100 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het tweede jaar is 95 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het derde jaar is 90 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het vierde jaar is 85 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het vijfde jaar is 80 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het zesde jaar is 75 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het zevende jaar is 70 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het achtste jaar is 65 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het negende jaar is 60 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het tiende jaar is 55 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het elfde jaar is 45 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het twaalfde jaar is 35 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het dertiende jaar is 25 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het veertiende jaar is 15 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

  • -

    In het vijftiende jaar is 5 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd.

Artikel 3.6 De tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten

  • 1.

    De tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten als genoemd in artikel 8.3 onder a. van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 bedraagt € 3.079,-

Artikel 3.7 De financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting en huurderving

  • 1. De financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 8.3 onder h van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 ter hoogte van de werkelijk gemaakte kosten voor tijdelijke huisvesting van zelfstandige woonruimte bedraagt maximaal € 682.14,- per maand en voor de maximale duur van 6 maanden.

  • 2. De financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 8.3 onder h van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 ter hoogte van de werkelijk gemaakte kosten voor tijdelijke huisvesting van niet-zelfstandige woonruimte bedraagt maximaal € 341,07 per maand en voor de maximale duur van 6 maanden.

  • 3. De financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 8.3 onder h van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 ter hoogte van de werkelijk gemaakte kosten voor huurderving bedraagt maximaal € 696.51 per maand en voor de maximale duur van 6 maanden.

  • 4. In het geval van beëindiging van de huur van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 7.397,- is aangepast, kan burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming als bedoeld in lid 3 van dit artikel aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden worden verleend. Hierbij geldt dat de eerste 2 maanden niet voor huurderving in aanmerking komen en de volgende 4 maanden wel.

Hoofdstuk 4 Vervoersvoorzieningen

Artikel 4.1 Scootmobiel

Met ingang van 1 juli 2013 betalen gebruikers van scootmobiel voorzieningen, die in 2012 al een voorziening van de gemeente Westland in gebruik hebben een eigen bijdrage.

  • 1.

    De waarde van de onder lid 1 van dit artikel genoemde voorziening bedraagt € 1.608, - gedurende de gebruiksduur van de voorziening.

  • 2.

    De eigen bijdrage van de onder lid 1 van dit artikel genoemde voorziening bedraagt € 17,67 per 4 weken.

  • 3.

    Voorzieningen, die in 2012 zijn aangevraagd en waarvan de toekenning in 2013 geschiedt, zijn ook een eigen bijdrage verschuldigd zoals genoemd in lid 2.

Artikel 4.2 Scootmobiel (nieuw verstrekkingen en depotverstrekkingen in 2014)

  • 1. Degene die in 2014 een scootmobiel uit het kernassortiment in bruikleen krijgt, ongeacht of sprake is van een nieuw- of een depotverstrekking, is de hoogte van de eigen bijdrage gedurende de gebruiksduur van de voorziening gebaseerd op de categorie voorziening:

    • a.

      scootmobiel compact € 1.755,82

    • b.

      scootmobiel standaard geveerd € 3.029,79

    • c.

      scootmobiel extra geveerd € 3.783,37

  • 2. De eigen bijdrage per vier weken bedraagt voor een:

    • a.

      scootmobiel compact € 19,29

    • b.

      scootmobiel standaard geveerd € 33,29

    • c.

      scootmobiel extra geveerd € 41,57

  • 3. Indien een gebruiker een nieuwe scootmobiel in bruikleen verstrekt krijgt, dan is de eigen bijdrage gebaseerd op de nieuwwaarde van de voorziening gedeeld door 91 perioden van 4 weken (7 jaar).

  • 4. De eigen bijdrage voor een pendelscooter is gebaseerd op de nieuwwaarde van de voorziening.

  • 5. De eigen bijdrage voor een te verstrekken voorziening buiten het kernassortiment is gebaseerd op de nieuwwaarde.

  • 6. Voor een voorzieningen uit depot en buiten het kernassortiment geldt een bedrag zoals genoemd in lid 1 en 2 van dit artikel.

Artikel 4.3 Overige vervoersvoorzieningen

Voor gesloten buitenwagens en overige vervoersvoorzieningen wordt voor de hoogte van de eigen bijdrage uitgegaan van de nieuwwaarde van de voorziening, waarbij voor de gebruiksperiode uitgegaan wordt van de technische levensduur van de voorziening met een maximum van 99 perioden van 4 weken.

Artikel 4.4 Overgangsrecht – vervallen

Artikel 4.5 Tarieven Regiotaxi

  • 1. Indien op grond van deze verordening een indicatie voor het gebruik van de Regiotaxi bestaat, betaalt de geïndiceerde aan de vervoerder een openbaar vervoertarief per zone (inclusief opstapzone);

  • 2. Het openbaar vervoertarief bedraagt € 0,65 per zone voor de zone 1 tot en met 5.

Artikel 4.6 Regiotaxi

Degene, die in 2014 voor het eerst in aanmerking komt voor het gebruik van de Regiotaxi, ontvangt vanaf maand van aanvraag 50 zones per resterende maand(en).

Artikel 4.7 Regiotaxi in combinatie met een scootmobiel voorziening

Degene die zowel gebruik maakt van een scootmobiel voorziening als van de Regiotaxi komt in aanmerking voor maximaal het gehalveerde aantal zones per maand (25 zones per maand).

Artikel 4.8 Financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten

  • 1. Indien een persoon met beperkingen geen gebruik kan maken van de Regiotaxi is een financiële tegemoetkoming mogelijk. Het is slechts een tegemoetkoming in de kosten van gebruik van een auto.

  • 2. De financiële tegemoetkoming wordt als forfaitair bedrag uitgekeerd.

  • 3. Voor de hoogte van de financiële forfaitaire tegemoetkoming van een auto wordt de Nibud norm voor de kleine en compacte klasse (handboek Schulinck) per kilometer, vermenigvuldigd met 1700 kilometer gehanteerd.

  • 4. De in lid 3 van dit artikel genoemde financiële forfaitaire tegemoetkoming bedraagt € 593, - op jaarbasis.

  • 5. In het geval dat met het vervoer met een (eigen) auto het ondervonden mobiliteitsprobleem niet wordt opgelost en de Regiotaxi niet voldoende compenserend kan worden geacht, kan een tegemoetkoming voor het gebruik van een (rolstoel)taxi of eigen (rolstoel)auto of (rolstoel)personenbus worden toegekend.

  • 6. De in lid 5 van dit artikel genoemde financiële forfaitaire tegemoetkoming bedraagt € 1.214,- op jaarbasis.

Artikel 4.9 Financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten in combinatie met een scootmobiel voorziening

In het geval er sprake is van een combinatie in voorzieningen voor korte en/of middellange afstand = 50% zones en/of 50% financiële tegemoetkoming of indien nodig in een andere verhouding afhankelijk van het vervoerspatroon.

Artikel 4.10 Financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten in combinatie met de Regiotaxi

Een combinatie van voorzieningen kan slechts in het geval dit medisch onderbouwd is en slechts de goedkoopst compenserende oplossing voor de persoon met beperkingen is.

Artikel 4.11 Frequentie

De in dit artikel genoemde bedragen worden per halfjaar uitgekeerd.

Artikel 4.12 Periodevergoeding

In het geval een eerste aanvraag wordt gedaan, wordt uitgegaan van een periodevergoeding gebaseerd op het resterende aantal kalenderdagen van het jaar van aanvraag.

Hoofdstuk 5 Sportvoorzieningen

Artikel 5.1 De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten voor de aanschaf van een sportvoorziening

  • 1. Op grond van artikel 11.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013 kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van een sportvoorziening toekennen voor een bedrag van 1767,-

  • 2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt als forfaitair bedrag uitgekeerd.

  • 3. Naast genoemd bedrag wordt eenmalig een forfaitair bedrag van € 588,- voor onderhoud toegekend, dat gebaseerd is op de gebruiksduur van 3 jaar.

  • 4. Voor de duur van de sportvoorziening wordt verwezen naar artikel 11.4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2013.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders
In hun vergadering van 17 december 2013
De secretaris, de burgemeester
M.van Beek J. van der Tak