Regeling vervallen per 01-04-2016

Verordening structurele subsidies amateuristische kunstbeoefening 2009

Geldend van 22-10-2009 t/m 31-03-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Verordening structurele subsidies amateuristische kunstbeoefening 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    amateuristische kunstbeoefening: de activiteiten van een harmonie, fanfare, brassband, showkorps, drumfanfare, drumband of majorettenkorps, orkest, koor en een toneelvereniging.

  • b.

    drumband: een tamboerkorps, tamboer- en pijperkorps c.q. fluitkorps;

  • c.

    majoretten- en minirettenkorps: een niet-musicerende eenheid die het optreden van een drumband mede verzorgt of zelfstandig optreedt;

  • d.

    leden: natuurlijke personen die contributie betalen en actief deelnemen aan de activiteiten van een instelling.

  • e.

    Heemsteedse leden: leden woonachtig in Heemstede.

  • f.

    activiteitenmoment: een keer dat een activiteit van de instelling plaatsvindt, ongeacht de duur van de activiteit.

  • g.

    SMN: Stichting Samenwerkende Muziekorganisaties Nederland.

Artikel 2 Algemene bepaling

Op aanvragen voor een subsidie in het kader van deze verordening is het gestelde in de Algemene Subsidieverordening Heemstede onverkort van toepassing.

Artikel 3 Te subsidiëren instellingen

Voor subsidie komen in aanmerking instellingen die:

  • a.

    zich bezighouden met activiteiten op het gebied van de amateuristische kunstbeoefening en

  • b.

    aangesloten zijn bij één van de samenwerkende landelijke federaties van harmonieën, fanfares, brassbands, showkorpsen en drumfanfares, drumbands en majorettenkorpsen als bedoeld in de subsidieaanbeveling van de SMN; deze bepaling is niet van toepassing op orkesten, koren en toneelinstellingen.

Artikel 4 Aanvullende voorwaarden en verplichtingen voor subsidiëring

  • 1. Een instelling dient te beschikken over minimaal 20 Heemsteedse leden.

  • 2. Minimaal 35% van het totale ledental van een instelling dient in Heemstede woonachtig te zijn. Deze voorwaarde wordt niet gesteld aan instellingen die over meer dan 200 Heemsteedse leden beschikken.

  • 3. Bij de bepaling van de in lid 1 en lid 2 van dit artikel geformuleerde voorwaarden wordt uitgegaan van het aantal leden op 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 4. In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders een instelling waarmee al een subsidierelatie bestaat voor de periode van één jaar ontheffing verlenen van de in lid 1 en lid 2 van dit artikel gestelde voorwaarden.

  • 5. Een instelling is verplicht tweemaal per jaar een openbaar toegankelijke uitvoering in Heemstede te verzorgen, zonder dat hier een vergoeding tegenover staat; deze bepaling geldt niet voor toneelinstellingen.

  • 6. Een instelling dient - gezien over een jaar - minimaal 1 activiteitenmoment per maand aan te bieden.

Artikel 5 Grondslag en wijze van berekening van de subsidie

  • 1. De jaarlijkse subsidie bestaat uit:

    • a.

      een bijdrage van 50% van het gemaximeerde honorarium van een dirigent/instructeur;

    • b.

      een bijdrage van 50% in de gemaximeerde huurkosten.

    Hierbij wordt jaarlijks niet meer dan een trendmatige verhoging toegestaan. Deze verhoging bedraagt maximaal het in de gemeentebegroting gebruikte indexcijfer.

  • 2. In aanvulling op het in het eerste lid sub a van dit artikel komen instellingen met tenminste 100 leden én 3 orkesten in aanmerking komen voor een bijdrage van 50% van de gemaximeerde honorariumkosten van twee dirigenten.

  • 3. Instellingen die niet voldoen aan het in het tweede lid van dit artikel gestelde vereiste, kunnen - aanvullend op het gestelde in lid sub a van dit artikel - in aanmerking komen voor subsidiering in 50% van de gemaximeerde kosten van een (extra) dirigent ten behoeve van een jeugdorkest. Dit onder voorwaarde dat een dergelijk jeugdorkest uit tenminste 15 jongeren (leeftijd tot 18 jaar) bestaat.

  • 4. Bij de vaststelling van de hoogte van de in lid 1 van dit artikel genoemde gemaximeerde kosten wordt uitgegaan van de kosten die bij de subsidieverlening 2009 als grondslag dienden. In het geval sprake is van een eerste aanvraag is de vaststelling van de hoogte van de in lid 1 van dit artikel genoemde kosten ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 5. Indien een instelling niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 4 lid 1 en lid 3, maar wel volgens burgemeester en wethouders kwalitatief een zodanig niveau heeft en een zodanige landelijke bekendheid geniet dat subsidiëring in de rede ligt, bestaat de jaarlijkse subsidie uit een bijdrage van maximaal € 762 per openbare uitvoering voor maximaal 3 uitvoeringen.

    Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het in de gemeentebegroting gebruikte indexcijfer.

  • 6. In bijzondere gevallen, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan een andere subsidiegrondslag worden toegepast.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening structurele subsidies amateuristische kunstbeoefening 2009”.

  • 2. Zij treedt in werking op 1 oktober 2009.

  • 3. Op een aanvraag die is ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening wordt op basis van de op het moment van ontvangst van de aanvraag geldende regels beslist.

  • 4. De “Deelverordening Amateuristische Kunstbeoefening 2006”, vastgesteld op 24 november 2005, nr. 70, wordt ingetrokken op de in het tweede lid van dit artikel vermelde datum.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 24 september 2009.