Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR313431
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR313431/1
Regeling vervallen per 01-01-2015
Verordening op de heffing en invordering van Leges 2014
Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014
De raad van de gemeente Ermelo;
gelezen het voorstel van het college van 15 oktober 2013, nr. 13034790;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a. en b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stbl. 2011, 440);
b e s l u i t :
vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2014
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
’kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 - Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 - Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 - Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachten afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald, met dien verstande dat wel leges worden geheven, in gevallen waarin op grond van artikel 6.2.1a van het Besluit ruimtelijke ordening geen toepassing wordt gegeven aan afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening;
- b.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
- d.
het in behandeling nemen van aanvragen omtrent inkomen en vermogen.
Artikel 5 – Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening
behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als
bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en herstelwet.
3.Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid
3. als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 - Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.
Artikel 7 - Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald
ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending
- a.
-
1. per post, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;
-
2. langs elektronische weg, per direct.
-
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 - Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stbl. 221).
Artikel 9 - Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig de met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 – Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een tariefsverlaging betreffen;
- c.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van Titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdelen 1.1.4.1 en 1.1.4.2 (rechten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.4.2.1.1 (verstrekkingen uit de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens);
- 5.
onderdeel 1.9.2.1 (verklaring omtrent personen en dergelijke);
- 6.
hoofdstuk 16 (speelautomatenvergunningen).
- 1.
Artikel 11 - Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
- 1.
De "Legesverordening 2013" van 13 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
- 3.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 4.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
- 5.
Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening 2014”.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van 28 november 2013
griffier, voorzitter,
Deze verordening zal worden/is gepubliceerd in:
Ermelo’s Weekblad van woensdag 19 december 2012
Besluit raad: * |
||||
Artikelnr 2014 |
Omschrijving |
Tarief 2014 |
||
Titel 1, Algemene dienstverlening |
||||
Hoofdstuk 1, Burgerlijke stand |
||||
Huwelijk en partnerschap |
||||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, welke in één van de trouwzalen plaatsvindt, op andere tijd of wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke voor kosteloze voltrekking, registratie of omzetting is bepaald: |
|||
1.1.1.1 |
op maandag tot en met vrijdag op de daarvoor vastgestelde tijden voor de trouwzaal in het gemeentehuis |
€ |
350,00 |
|
1.1.1.2 |
op andere tijdstippen dan bedoeld in subonderdeel 1.1.1.1 |
€ |
425,00 |
|
1.1.1.3 |
op maandag tot en met vrijdag op de daarvoor vastgestelde tijden voor de overige aangewezen locaties |
€ |
335,00 |
|
1.1.1.4 |
op zaterdag op de daarvoor vastgestelde tijden voor de locaties bedoeld in subonderdeel 1.1.1.3 |
€ |
415,00 |
|
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor: |
|||
1.1.2.1 |
Vervallen |
|||
1.1.2.2 |
het aanvragen van een éénmalig aan te wijzen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand |
€ |
150,00 |
|
1.1.2.3 |
het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje |
€ |
18,00 |
|
1.1.2.4 |
het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje in lederen uitvoering |
€ |
35,00 |
|
1.1.2.5 |
Vervallen |
|||
1.1.2.6 |
het beschikbaar stellen van getuigen door de gemeente bij een huwelijk per getuige |
€ |
45,00 |
|
Wet rechten burgerlijke stand |
||||
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van een nasporing in de registers van de burgerlijke stand, ongeacht het resultaat van de nasporing, voor elk daaraan besteed kwartier |
€ |
22,50 |
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||
1.1.4.1 |
het verkrijgen van een afschrift dan wel een uittreksel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand voor de onder a, b en d genoemde stukken |
€ |
12,50 |
|
1.1.4.2 |
het verkrijgen van een afschrift dan wel een uittreksel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand voor de onder c genoemde stukken |
€ |
22,30 |
|
1.1.5 |
de afgifte van een attestatie da vita in internationale vorm |
€ |
12,50 |
|
Bemiddeling |
||||
1.1.6 |
Vervallen |
|||
Hoofdstuk 2, Reisdocumenten |
||||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||
1.2.1.1 |
het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor |
|||
vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
50,35 |
||
1.2.1.2 |
het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijdenbevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort) |
€ |
50,35 |
|
1.2.1.3 |
Vervallen |
|||
1.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet: |
|||
1.2.2.1 |
aan een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
31,85 |
|
1.2.2.2 |
in andere gevallen dan bedoeld in subonderdeel 1.2.2.1 |
€ |
41,90 |
|
1.2.3 |
Indien het verstrekken van een onder subonderdeel 1.2.1.1, 1.2.1.2, 1.2.2.1 en 1.2.2.2 genoemde dienstverlening of handeling het gevolg is van vermissing van de originelen worden de onder de subonderdelen 1.2.1.1, 1.2.1.2, 1.2.2.1 en 1.2.2.2 genoemde leges verhoogd met |
€ |
10,00 |
|
1.2.4 |
De tarieven als genoemd in de subonderdelen 1.2.1.1, 1.2.1.2, 1.2.2.1 en 1.2.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ |
46,60 |
|
Hoofdstuk 3, Rijbewijzen |
||||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||
1.3.1.1 |
het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
38,00 |
|
1.3.1.2 |
het verstrekken van een formulier aan de aanvrager van een rijbewijs ter verklaring van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen |
€ |
25,00 |
|
1.3.2 |
Het tarief genoemd in subonderdeel 1.3.1.1 wordt bij spoedlevering |
|||
vermeerderd met een bedrag van |
€ |
35,00 |
||
1.3.3 |
Vervallen |
|||
Hoofdstuk 4, Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en naturalisatie |
||||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van subonderdeel 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. |
|||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van gegevens: |
|||
1.4.2.1 |
betrekking hebbend op een persoonslijst per verstrekking |
€ |
8,00 |
|
1.4.2.2 |
voor overige verstrekkingen |
€ |
8,00 |
|
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1.4.3.1 |
Vervallen |
|||
1.4.4 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het verstrekken van gegegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens |
€ |
2,27 |
|
Geautomatiseerde registers |
||||
1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een selectie van inlichtingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens: |
|||
1.4.6.1 |
door middel van een bestaande selectie |
€ |
25,00 |
|
1.4.6.2 |
door middel van een nieuw te maken selectie |
€ |
90,00 |
|
Bewijzen van opneming |
||||
1.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het afgeven van een bewijs van opneming in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
€ |
8,00 |
|
Bewijzen van Nederlanderschap |
||||
1.4.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap |
€ |
8,00 |
|
Nederlanderschap, naturalisatie |
||||
1.4.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|||
het verkrijgen van het Nederlanderschap op grond van artikel 7 van de |
||||
Rijkswet op het Nederlanderschap: |
||||
1.4.9.1 |
Enkelvoudig verzoek hoog tarief |
€ |
810,00 |
|
1.4.9.2 |
Enkelvoudig verzoek laag tarief |
€ |
603,00 |
|
1.4.9.3 |
Gezamenlijk verzoek hoog tarief |
€ |
1.035,00 |
|
1.4.9.4 |
Gezamenlijk verzoek laag tarief |
€ |
828,00 |
|
1.4.9.5 |
het meenaturaliseren van minderjarige kinderen, per kind |
€ |
119,00 |
|
1.4.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|||
het verkrijgen van een optie op het Nederlanderschap (artikel 6 van de |
||||
Rijkswet op het Nederlanderschap): |
||||
1.4.10.1 |
Enkelvoudig verzoek |
€ |
173,00 |
|
1.4.10.2 |
Gemeenschappelijk verzoek |
€ |
294,00 |
|
1.4.10.3 |
het medeopteren van minderjarige kinderen, per kind |
€ |
21,00 |
|
Hoofdstuk 5, Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
||||
_ |
||||
Hoofdstuk 6, Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens |
||||
1.6.0 |
Wet bescherming persoonsgegevens |
|||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: |
|||
1.6.1.1 |
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: |
|||
1.6.1.1.1 |
ten hoogste 100 pagina's, per pagina |
€ |
0,23 |
|
met een maximum per bericht van |
€ |
5,00 |
||
1.6.1.1.2 |
meer dan 100 pagina's of het bericht bestaat uit een afschrift van een, |
|||
vanwege de aard van de vastlegging, moeilijk toegankelijke registratie |
€ |
22,50 |
||
1.6.1.1.3 |
bij verstrekking anders dan op papier |
€ |
5,00 |
|
1.6.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een verzet |
|||
als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
€ |
4,50 |
||
Hoofdstuk 7, Bestuurszaken |
||||
BBC documenten |
||||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken, voorzover voorradig, van een |
|||
exemplaar van: |
||||
1.7.1.1 |
de (Meerjaren)begroting: |
|||
1.7.1.1.1 |
Programmabegroting |
€ |
15,50 |
|
1.7.1.1.2 |
Bijlagen begroting |
€ |
7,50 |
|
1.7.1.1.3 |
Productenraming |
€ |
15,50 |
|
1.7.1.2 |
de Jaarrekening: |
|||
1.7.1.2.1 |
Programmarekening |
€ |
15,50 |
|
1.7.1.2.2 |
Bijlagen jaarrekening |
€ |
7,50 |
|
1.7.1.2.3 |
Productenrealisatie |
€ |
15,50 |
|
1.7.1.3 |
de tussentijdse rapportages: |
|||
1.7.1.3.1 |
de Kadernota |
€ |
10,00 |
|
1.7.1.3.2 |
de Najaarsnota |
€ |
10,00 |
|
Raadstukken, abonnement |
||||
1.7.2 |
Vervallen |
|||
Hoofdstuk 8, Vastgoedinformatie |
||||
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) |
||||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van artikel 9 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken tot het verstrekken van een: |
|||
1.8.1.1 |
gewaarmerkt uittreksel uit het gemeentelijk Wkpb-beperkingenregister |
€ |
10,45 |
|
1.8.1.2 |
gewaarmerkt uittreksel uit de gemeentelijk Wkpb-registratie |
€ |
10,45 |
|
1.8.1.3 |
schriftelijke verklaring van geen gemeentelijke publiekrechtelijke beperking |
|||
in het kader van de Wkpb |
€ |
10,45 |
||
1.8.2 |
Vervallen |
|||
Hoofdstuk 9, Overige publiekszaken |
||||
Verklaringen in het bijzonder belang van de aanvrager |
||||
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van een verklaring van gegoedheid, van oorsprong en alle andere niet in deze verordening met name genoemde verklaringen, welke in het bijzonder belang der betrokken personen worden opgemaakt, per stuk |
€ |
20,00 |
|
Verklaringen omtrent personen en dergelijke |
||||
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||
1.9.2.1 |
de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag van personen, per stuk |
€ |
30,05 |
|
1.9.2.2 |
de afgifte van een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita) |
€ |
8,00 |
|
1.9.2.2.1 |
Indien bij de aanvraag van een bewijs van in leven zijn als bedoeld in subonderdeel 1.9.2.2 een brief wordt overgelegd van een pensioenfonds waarin verzocht wordt om eerder vermeld bewijs, wordt het bedrag aan leges vermeld bij subonderdeel 1.9.2.2 niet geheven. |
|||
Legalisaties |
||||
1.9.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||
1.9.3.1 |
het legaliseren van een handtekening c.q. het waarmerken van een kopie |
€ |
8,00 |
|
1.9.3.2 |
Vervallen |
|||
Hoofdstuk 10, Gemeentearchief |
||||
Archiefonderzoek Streekarchivariaat |
||||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het doen van onderzoek in de archieven en collecties die worden beheerd door het Streekarchivariaat, door een van de medewerkers, ongeacht het resultaat van die nasporingen, per kwartier |
€ |
15,00 |
|
Fotokopieën, readerprints en afdrukken van digitale bestanden |
||||
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|||
1.10.2.1 |
een fotokopie, readerprint of afdruk van een digitaal bestand |
|||
per pagina op: |
||||
1.10.2.1.1 |
A-4 formaat (80 gr;zwart/wit) |
€ |
0,50 |
|
1.10.2.1.2 |
A-3 formaat (80 gr;zwart/wit) |
€ |
1,00 |
|
1.10.2.1.3 |
A-4 formaat (80 gr;kleur) |
€ |
1,00 |
|
1.10.2.1.4 |
A-3 formaat (80 gr;kleur) |
€ |
1,50 |
|
1.10.2.1.5 |
Afdrukken met hoge resolutie, op andere dragers dan de in de artikelen 1.10.2.1.1 tot en met 1.10.2.1.4 vermelde formaten of kwaliteit worden uitsluitend geleverd middels www.streekarchivariaat.nl |
|||
Scans en digitale foto's |
||||
1.10.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vervaardigen van: |
|||
1.10.3.1 |
een scan of opname: |
|||
1.10.3.1.1 |
per opname |
€ |
1,00 |
|
1.10.3.1.2 |
per disc, CD of DVD met een max van 4,7 Gb, incluief de benodigde tijd |
€ |
15,00 |
|
Uitlening en verzending |
||||
1.10.4 |
Het tarief bedraagt voor het verzendklaarmaken van stukken voor uitlening, per kwartier |
€ |
15,00 |
|
1.10.4.1 |
Het tarief vermeld in artikel 1.10.4 wordt verhoogd met de verzendkosten per eenheid volgens de tarieven van Post.nl |
|||
Hoofdstuk 11, Huisvestingswet |
||||
Huisvestingsvergunningen |
||||
1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een huisvestingsvergunning, als bedoeld in art. 7, eerste lid van de Huisvestingswet |
€ |
50,00 |
|
Hoofdstuk 12, Leegstandswet |
||||
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1.12.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet |
€ |
50,00 |
|
1.12.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet |
€ |
50,00 |
|
Hoofdstuk 13, Gemeentegarantie |
||||
_ |
||||
Hoofdstuk 14, Markstandplaatsen |
||||
_ |
||||
Hoofdstuk 15, Winkeltijdenwet |
||||
Ontheffing sluitingsuur |
||||
1.15.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het verlenen van een ontheffing van het verbod tot na het algemeen sluitingsuur geopend houden van cafés en dergelijke inrichtingen, zoals bedoeld in artikel 2.3.1.5 van de APV |
€ |
50,00 |
|
Hoofdstuk 16, Kansspelen |
||||
Speelautomatenvergunningen |
||||
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen: |
|||
1.16..1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat |
€ |
56,50 |
|
1.16..1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee speelautomaten, |
|||
per automaat |
€ |
22,50 |
||
1.16.1.3 |
Indien de vergunning bedoeld in de subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2, voor meer dan één jaar wordt verleend, wordt het bedrag vermeld bij voornoemde subonderdelen, vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de vergunning wordt verleend, met dien verstande dat een maximum geldt van |
€ |
226,50 |
|
voor subonderdeel 1.16.1.1, en een maximum van |
€ |
90,50 |
||
voor subonderdeel 1.16.1.2 |
||||
1.16.2 |
Het in subonderdeel 1.16.1.2 genoemde bedrag wordt verhoogd met een bedrag voor administratiekosten ad |
€ |
34,00 |
|
1.16.2.1 |
Indien de vergunning bedoeld in de subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2, voor meer dan één jaar wordt verleend, wordt het bedrag vermeld onder subonderdeel 1.16.2, vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de vergunning wordt verleend, met dien verstande dat een maximum geldt van |
€ |
136,00 |
|
Speelautomatenhal exploiteren |
||||
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Speelautomatenhallen van de gemeente Ermelo |
€ |
1.815,12 |
|
conform artikel 6, lid 2, van het Speelautomatenbesluit 2000 |
||||
1.16.4 |
Per jaar dat de vergunning geldt , wordt het bedrag genoemd in artikel 1.16.4 |
|||
verhoogd met |
€ |
453,78 |
||
conform artikel 6, lid 2, 3 en 4 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
||||
Hoofdstuk 17, Vervallen |
||||
Hoofdstuk 18, Ondergrondse infrastructuren |
||||
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|||
1.18.1.1 |
een melding voor spoedeisende werkzaamheden |
€ |
125,00 |
|
1.18.1.2 |
een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor het leggen, in stand houden en het opruimen van kabels en leidingen binnen het grondgebied van de gemeente |
€ |
455 |
|
1.18.2 |
Het in het voorgaande lid genoemde bedrag wordt: |
|||
1.18.2.1 |
indien met betrekking tot een aanvraag overleg benodigd is met netbeheerders en/of andere beheerders van openbare gronden, zoals Rijkswaterstaat, provincie, Waterschap e.d., verhoogd met: |
€ |
355,00 |
|
1.18.2.2 |
indien met betrekking tot een aanvraag voor een instemmingsbesluit onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college is opgesteld |
|||
1.18.2.2.1 |
Indien een begroting als bedoeld in het vorige lid is uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag is ingetrokken. |
|||
Hoofdstuk 19, Verkeer en vervoer |
||||
Bijzondere transporten |
||||
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1.19.1.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ |
31,00 |
|
1.19.1.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) anders dan bedoeld in onderdeel 1.19.1.1 |
€ |
27,00 |
|
1.19.1.3 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen (Stcrt. Suppl. 2009, 81) |
€ |
31,00 |
|
Gehandicaptenparkeerkaart |
||||
1.19.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|||
1.19.2.1 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49, 1e lid van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, )inclusief medische keuring |
€ |
196,00 |
|
1.19.2.2 |
idem, indien geen medische keuring noodzakelijk is |
€ |
101,75 |
|
1.19.2.3 |
idem, indien op grond van de medische keuring geen Gehandicaptenparkeerkaart kan worden verstrekt |
€ |
161,05 |
|
1.19.2.4 |
idem, indien zonder medische keuring geen Gehandicaptenparkeerkaart kan worden verstrekt |
€ |
66,75 |
|
1.19.3 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een duplicaat van een Gehandicaptenparkeerkaart, vanwege vermissing, diefstal of onleesbaar raken |
€ |
48,35 |
|
Hoofdstuk 20, Diversen |
||||
Verstrekken bodeminformatie aan derden |
||||
1.20.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om (digitale) bodeminformatie, bedraagt het bedrag van een, voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag, door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgemaakte begroting. |
|||
1.20.1.1 |
Indien de kosten het bedrag van |
€ |
150,00 |
|
te boven gaat, wordt de begroting aan de aanvrager ter kennis gebracht en in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||
1.20.1.2 |
Indien de kosten het bedrag van |
€ |
150,00 |
|
niet te boven gaat, wordt de aanvraag zonder voorafgaande kennisgeving in behandeling genomen |
||||
Geschreven en gedrukte stukken, afschriften, uittreksels, minuten, |
||||
fotokopieën en dergelijke |
||||
1.21.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van een fotokopie dan wel lichtdruk van geheel of gedeeltelijk geschreven, getypte, gedrukte of gereproduceerde stukken, daaronder begrepen ongekleurde kaarten en tekeningen; minuten, afschriften van of uittreksels uit stukken, geheel of gedeeltelijk geschreven, getypt, gedrukt of gereproduceerd; al dan niet behorende tot die, bedoeld in artikel 141 van de Gemeentewet en voor zover zij in de volgende onderdelen van deze tabel of in een andere Belastingverordening van deze gemeente, dan wel in een ander wettelijk voorschrift niet afzonderlijk zijn genoemd, per informatiedrager, welke niet groter is dan: |
|||
1.21.2.1 |
A4-formaat in zwart/wit |
€ |
0,20 |
|
1.21.2.2 |
A4-formaat in kleur |
€ |
0,25 |
|
1.21.2.3 |
A3-formaat in zwar/wit |
€ |
0,35 |
|
1.21.2.4 |
A3-formaat in kleur |
€ |
0,40 |
|
1.21.2.5 |
A1-formaat in zwart/wit |
€ |
10,00 |
|
1.21.2.6 |
A1-formaat in kleur |
€ |
10,00 |
|
1.21.2.7 |
A0-formaat in zwart/wit |
€ |
10,00 |
|
1.21.2.8 |
A0-formaat in kleur |
€ |
10,00 |
|
1.21.2.9 |
Voor de toepassing van het bepaalde in onderdeel 1.21.3 wordt, met betrekking tot een informatiedrager groter dan 623,7 cm² (A4-formaat), elke 623,7 cm² of gedeelte daarvan gelijkgesteld met een informatiedrager |
|||
Overige vergunningen/ontheffingen of beschikkingen Titel 1 |
||||
1.22.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een |
|||
verzoek tot afgifte van een beschikking op aanvraag, van een |
||||
vergunning of een ontheffing, dan wel van elk ander stuk in het |
||||
persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voorzover deze stukken |
||||
niet afzonderlijk in deze tabel of in een andere belastingverordening van |
||||
deze gemeente, dan wel in een ander wettelijk voorschrift zijn genoemd, |
||||
per beschikking |
€ |
50,00 |
||
Titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
||||
Hoofdstuk 1, Begripsomschrijvingen |
||||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|||
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||||
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft |
||||
2.1.1.2.1 |
Indien dit bedrag niet of, na beoordeling van het plan, te laag is ingevuld kunnen de kosten van het bouwwerk worden vastgesteld conform de richtprijzen uit "Reed Business Taxatieboekje (Her-)bouwkosten 2013" |
|||
2.1.1.3 |
Vervallen |
|||
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
|||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|||
Hoofdstuk 2, Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
||||
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
2.2.0 |
om klein vooroverleg, niet ingediend via de OLO, in verband met het verkrijgen van informatie of voor een activiteit het aanvragen van een Wabo-vergunning noodzakelijk is en toetsing aan het bestemmingsplan van die activiteit. |
€ |
45,00 |
|
2.2.1 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project (niet zijnde een projectafwijkingsbesluit) in het kader van de Wabo vergunbaar is: |
€ |
150,00 |
|
2.2.1.1 |
Onder onderdeel 2.2.1 wordt begrepen de beoordeling welke Wabo deelzaken van toepassing zijn. Toetsing van het plan aan het geldende bestemmingsplan en één behandeling in welstand. |
|||
2.2.2 |
om beoordeling van een conceptaanvraag op compleetheid, ontvankelijkheid om een omgevingsvergunning: |
40% |
||
2.2.2.1 |
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld met een minimum van |
€ |
150,00 |
|
2.2.3 |
om vooroverleg (stap 1) in verband met het verkrijgen van inzicht of een voorgenomen project een ruimtelijk gewenste ontwikkeling is. (Als hieruit komt dat het een gewenste ruimtelijke ontwikkeling is, kan het vooroverleg voor een procedure in het kader van de Wabo voor een projectafwijkingsbesluit, artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) worden gestart, of kan een vooroverleg voor een procedure voor een bestemmingsplanwijziging als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden doorlopen). |
€ |
360,00 |
|
2.2.4 |
om vooroverleg (stap 2) in verband met het verkrijgen van een uitputtend overzicht aan indieningsvereisten voor het aanleveren van een goede ruimtelijke onderbouwing. Deze goede ruimtelijke onderbouwing is nodig voor het voeren van een ruimtelijke procedure voor een ruimtelijk gewenst project in het kader van de Wabo of Wro. Dit betreft een projectafwijkingsbesluit, artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking), of een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. |
€ |
2.175,00 |
|
Hoofdstuk 3, Omgevingsvergunning |
||||
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||
2.3.1 |
Activiteit: bouwen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning met de activiteit bouwen, indien de bouwkosten: |
||||
2.3.1.1 |
minder bedragen dan € 50.000,00 2,1% van die bouwkosten met een minimum van |
€ |
240,00 |
|
als vooroverleg conform artikel 2.21. heeft plaatsgevonden worden de legeskosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in artikel 2.2.1. is aangegeven. |
||||
2.3.1.1.1 |
€ 50.000,00 of meer bedragen, maar minder dan € 250.000,00: |
€ |
1.050,00 |
|
vermeerderd met 1,2 % van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000,00 te boven gaan; |
||||
2.3.1.1.2 |
€ 250.000,00 of meer bedragen: |
€ |
3.450,00 |
|
vermeerderd met 1,0 % van het bedrag waarmee die bouwkosten € 250.000,00 te boven gaan; |
||||
Welstandstoets |
||||
2.3.1.2 |
Van de aanvrager worden de kosten van adviezen, uitgebracht in verband met de toepassing van voorschriften omtrent de welstand als bedoeld in artikel 48 van de Woningwet, geheven tot het bedrag dat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, uitgaande van het Gelders Genootschap tot bevordering en instandhouding van de schoonheid van stad en land, aan de gemeente conform haar tariefregeling in rekening brengt. Dit bedrag is inclusief de opslag in verband met de inzet van het burgerlid. |
|||
Deze kosten worden als volgt berekend: |
||||
2.3.1.2.1 |
in geval van geraamde bouwkosten tot en met € 500.000,00 |
2,1 ‰ |
||
met een minimum van |
€ |
85,00 |
||
2.3.1.2.2 |
plus over het gedeelte van de bouwsom van € 500.000,01 tot en met € 1.000.000,00 |
1,4 ‰ |
||
2.3.1.2.3 |
plus over het gedeelte van de bouwsom van € 1.000.000,01 tot en met € 1.000.000,00 |
1,0 ‰ |
||
2.3.1.2.4 |
plus over het gedeelte van de bouwsom van € 2.500.000,01 tot en met € 5.000.000,00 |
0,55 ‰ |
||
2.3.1.2.5 |
plus over het gedeelte van de bouwsom van € 5.000.000,01en meer |
0,26 ‰ |
||
2.3.1.2.5 |
Vervallen |
|||
2.3.1.2.6 |
Vervallen |
|||
2.3.1.2.7 |
Integrale advisering |
|||
2.3.1.2.7.1 |
Welstand + 1 extra discipline 1,8 x regulier tarief |
|||
2.3.1.2.7.2 |
Welstand + meerdere extra disciplines 2,2 x regulier tarief |
|||
2.3.1.2.7.3 |
Reclameobjecten per adviesaanvraag |
€ |
80,00 |
|
2.3.1.2.7.4 |
Illegale bouwwerken 1,5 x regulier tarief |
|||
2.3.1.2.7.5 |
formele behandeling en verslaglegging adviezen vooroverleg |
€ |
100,00 |
|
2.3.1.2.8 |
Overige adviezen per uur |
€ |
107,00 |
|
2.3.1.3 |
Overige rapporten en verplicht advies commissies |
|||
2.3.1.3.1 |
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3 wordt, indien de aanvraag van de omgevingsvergunning slechts kan worden afgehandeld wanneer: |
|||
2.3.1.3.2 |
een onafhankelijk agrarisch advies (advies van de agrarische commissie) wordt beoordeeld, verhoogd met |
€ |
210,00 |
|
2.3.1.3.3 |
het bestemmingsplan een advies van de “Advies en Toetsingscommissie Groei en Krimp” voorschrijft, verhoogd met |
€ |
140,00 |
|
2.3.1.3.4 |
een ander verplicht onderzoek wordt beoordeeld, verhoogd met |
€ |
140,00 |
|
2.3.1.3.5 |
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3 wordt, indien een rapport als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.3 in opdracht van de gemeente Ermelo wordt vervaardigd, verhoogd met de werkelijke kosten die deze werkzaamheden met zich meebrengen. Deze kosten blijken uit een door of vanwege het college opgestelde begroting. |
|||
2.3.1.3.6 |
Voor de toepassing van dit onderdeel worden de werkzaamheden als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.3.5 gestart vijf werkdagen nadat de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht. |
|||
2.3.1.3.7 |
Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het in de begroting, bedoeld in subonderdeel 2.3.1.3.5, geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. |
|||
Achteraf ingediende aanvraag |
||||
2.3.1.4 |
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 tot en met 2.3.14 wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, verhoogd met |
10% |
||
2.3.1.4.1 |
met een minimum van |
€ |
175,00 |
|
2.3.1.4.2 |
en een maximum van |
€ |
500,00 |
|
Beoordeling aanvullende gegevens |
||||
2.3.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 tot en met 2.3.14 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
€ |
130,00 |
|
Activiteit: aanleggen |
||||
2.3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a, of artikel 3.38, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunning): |
€ |
265,00 |
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
||||
2.3.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: |
|||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
150,00 |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ |
150,00 |
|
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) : |
€ |
7.675,00 |
|
2.3.3.3.1 |
Als vooroverleg heeft plaatsgevonden conform onderdeel 2.2.3 en 2.2.4. en de leges voor dit vooroverleg zijn voldaan, worden deze kosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.3 en 2.2.4. is aangegeven. |
|||
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ |
150,00 |
|
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
150,00 |
|
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
150,00 |
|
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
150,00 |
|
2.3.3.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
150,00 |
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een activiteit bouwen |
|||
2.3.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
265,00 |
|
2.3.4.1.1 |
Als vooroverleg conform onderdeel 2.2.1. heeft plaatsgevonden worden de legeskosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.1. is aangegeven. |
|||
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ |
265,00 |
|
2.3.4.2.1 |
Als vooroverleg conform onderdeel 2.2.1. heeft plaatsgevonden worden de legeskosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.1. is aangegeven. |
|||
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ |
7.675,00 |
|
Als vooroverleg heeft plaatsgevonden conform onderdeel 2.2.3 en 2.2.4. en de leges voor dit vooroverleg zijn voldaan worden deze kosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.3 en 2.2.4. is aangegeven. |
||||
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) |
€ |
220,00 |
|
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
220,00 |
|
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
150,00 |
|
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
150,00 |
|
2.3.4.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
150,00 |
|
2.3.5 |
Activiteit: Brandveilig gebruik |
|||
2.3.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo: |
|||
2.3.5.1.1 |
het bedrag van de kosten, blijkend uit een, voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning,die betrekking heeft op de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, aan de aanvrager meegedeelde, door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting. |
|||
2.3.5.1.2 |
Indien een begroting, bedoeld in subonderdeel 2.3.5.1.1, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag is ingetrokken. |
|||
2.3.5.1.3 |
In afwijking van subonderdeel 2.3.5.1.1, wordt de door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting niet ter kennis gebracht van de aanvrager, indien de kosten niet meer bedragen dan de minimaal in rekening te brengen kosten, vermeld bij de subonderdelen 2.3.5.1.3.1 t/m 2.3.5.1.3.3 |
|||
2.3.5.1.3.1 |
bouwwerken met een bruto-vloeroppervlakte van minder dan 1000m² |
€ |
480,00 |
|
2.3.5.1.3.2 |
bouwwerken met een bruto-vloeroppervlakte van 1000m²-5000m² |
€ |
950,00 |
|
2.3.5.1.3.3 |
bouwwerken met een bruto-vloeroppervlakte van 5000m² of meer |
€ |
1.300,00 |
|
2.3.5.1.4 |
Als vooroverleg conform onderdeel 2.2.1 heeft plaatsgevonden worden de legeskosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.1 is aangegeven. |
|||
2.3.5.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, gelden de tarieven die vermeld zijn in de subonderdelen 2.3.5.1.1 tot en met 2.3.5.1.4 |
|||
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Ermelo aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|||
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument. |
€ |
265,00 |
|
2.3.6.1.1.1 |
Als vooroverleg conform onderdeel 2.2.1. heeft plaatsgevonden worden de legeskosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.1. is aangegeven. |
|||
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de erfgoedverordening Ermelo 2010 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ |
265,00 |
|
2.3.7 |
Activiteit: slopen bouwwerk (Vervallen) |
|||
2.3.7.2 |
Asbesthoudende materialen (Vervallen) |
|||
Activiteit: aanleggen of veranderen weg |
||||
2.3.8 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
220,00 |
|
2.3.8.1 |
Als vooroverleg conform onderdeel 2.2.1. heeft plaatsgevonden en/of dit onderdeel wordt in samenhang met het aspect bouw ingediend, worden de legeskosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.1. is aangegeven. |
|||
2.3.9 |
Activiteit: een uitweg maken, hebben of veranderen |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:6 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
220,00 |
||
Als vooroverleg conform onderdeel 2.21. heeft plaatsgevonden en/of dit onderdeel wordt in samenhang met het aspect bouw ingediend, worden de legeskosten verminderd met het bedrag van vooroverleg zoals in onderdeel 2.2.1. is aangegeven. |
||||
2.3.10 |
Activiteit: vellen houtopstand (het kappen van een boom) |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:8 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
20,00 |
||
2.3.11 |
Vervallen |
|||
2.3.12 |
Projecten of handelingen in het kader van de Natuur-beschermingswet 1998 |
|||
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: |
€ |
85,00 |
|
2.3.12.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: |
€ |
85,00 |
|
2.3.13 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: |
€ |
85,00 |
||
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||||
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
85,00 |
|
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
85,00 |
|
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: |
€ |
85,00 |
|
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
2.3.14.2.3 |
In afwijking van subonderdeel 2.3.14.2.2 wordt de aanvraag zonder opmaken en toezenden van een begroting in behandeling genomen als de kosten daarvan niet meer bedragen dan: |
€ |
85,00 |
|
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, vermeerderd met: |
25% |
||
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, vermeerderd met: |
25% |
||
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport |
|||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
||||
2.3.16.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ |
150,00 |
|
2.3.16.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ |
150,00 |
|
2.3.17 |
Advies |
|||
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2.3.17.2 |
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
2.3.17.3 |
In afwijking van subonderdeel 2.3.17.1 en 2.3.17.2 wordt de aanvraag zonder opmaken en toezenden van een begroting in behandeling genomen als de kosten daarvan niet meer bedragen dan: |
€ |
85,00 |
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|||
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|||
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ |
260,00 |
|
2.3.18.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2.3.18.2 |
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
2.3.18.3 |
In afwijking van subonderdeel 2.3.18.2 en 2.3.18.2 wordt de aanvraag zonder opmaken en toezenden van een begroting in behandeling genomen als de kosten daarvan niet meer bedragen dan: |
€ |
85,00 |
|
2.3.19 |
Activiteit: overschrijven vergunning |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van de verleende omgevingsvergunning |
€ |
50,00 |
||
het wijzigen van de tenaamstelling van de verleende omgevingsvergunning |
||||
Hoofdstuk 4, Vermindering |
||||
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, art. 2.2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, verminderd met: |
€ |
150,00 |
|
2.4.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: |
|||
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
5% |
||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
||||
2.4.2.2 |
bij 10 of meer activiteiten: |
7% |
||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
||||
Hoofdstuk 5, Teruggaaf |
||||
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning. |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- gebruiks- of andere activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 tot en met 2.3.9 2.3.12 tot en met 2.3.14 intrekt, terwijl deze in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||||
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 3 weken na het in behandeling nemen ervan, het totaalbedrag van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, minus |
€ |
150,00 |
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 3 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen ervan, |
65% |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag van |
€ |
150,00 |
||
verschuldigd blijft |
||||
2.5.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en binnen 24 weken na het in behandeling nemen ervan |
40% |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, minus |
€ |
150,00 |
||
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning |
|||
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, gebruik- of andere activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 tot en met 2.3.10 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag van |
€ |
150,00 |
||
verschuldigd blijft |
||||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, gebruiks of andere activiteiten. |
|||
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, gebruiks of andere activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 tot en met 2.3.14 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag van |
€ |
150,00 |
||
verschuldigd blijft |
||||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.5.3.1 wordt niet verstaan een vernietiging van de beschikking bij rechterlijke uitspraak van een verleende vergunning. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag van |
€ |
150,00 |
||
verschuldigd blijft |
||||
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|||
2.5.4.1 |
Een bedrag minder dan € 81,- wordt niet teruggegeven, tenzij art. 2.5.1, 2.5.2 of 2.5.3 al zijn toegepast. |
|||
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel, extrerne adviezen, advies of verklaring van geen bedenkingen. |
|||
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. Ook wordt geen teruggaaf verleend van leges welstand, subonderdeel 2.3.1.2, advies commisies, subonderdeel 2.3.1.3. en beoordeling bodemrapport, subonderdeel 2.3.16. |
||||
2.5.6 |
Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag voor omgevingsvergunning. |
|||
2.5.6.1 |
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning niet voldoet aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag, of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, wordt deze aanvraag buiten behandeling gelaten en wordt 25% van de leges, vermeld in hoofdstuk 3 op aanslag gebracht, met een minimum van |
€ |
150,00 |
|
Hoofdstuk 6, Intrekking omgevingsvergunning |
||||
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
€ |
0,00 |
|
Hoofdstuk 7, Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
||||
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een verleende omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
|||
het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in onderdeel 2.3.1 tot en met 2.3.10 verminderd met de reeds geheven leges voor de oorspronkelijke vergunning, met dien verstande dat zij niet minder zullen bedragen dan |
€ |
150,00 |
||
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuw project |
||||
Hoofdstuk 8, Bestemmingsplanwijzigingen zonder activiteiten |
||||
2.8.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een definitieve en ontvankelijke aanvraag (niet zijnde een aanvraag om een omgevingsvergunning) tot toepassing van de artikelen 3.1 (=> bestemmingsplan) 3.6, lid 1 sub a (=> wijzigingsplan) wordt - voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting aan de aanvrager meegedeeld en bestaat uit de begrote kosten van: -de interne kosten van de gemeente: aantal uren * tarief; -de eventueel noodzakelijke advieskosten van een externe deskundige; -de kosten voor het eventueel plaatsen van bekendmakingen; -de eventuele kosten voor een herziening van een bestemmingsplan of een beheersverordening |
|||
Hoofdstuk 9, Sloopmelding |
||||
2.9 |
Het tarief bedraagt voor het in indienen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 1.26 van het Bouwbesluit: |
€ |
15,00 |
|
Hoofdstuk 10, In deze titel niet benoemde beschikking |
||||
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ |
170,00 |
|
Titel 3, Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
||||
Hoofdstuk 1, Horeca |
||||
Drank- en horecavergunningen |
||||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van: |
|||
3.1.1.1 |
een beschikking op een aanvraag als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ |
250,00 |
|
3.1.1.2 |
een verzoek tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ |
50,00 |
|
3.1.1.3 |
een verzoek tot wijzigen van de naam van de leidinggevende op een bestaande vergunning |
€ |
120,00 |
|
Hoofdstuk 2, Organiseren evenementen of markten en overige APV verguningen, ontheffingen en akkoordverklaringen |
||||
Vergunningen/ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke |
||||
Verordening (APV) |
||||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|||
het verkrijgen van: |
||||
3.2.1.1 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 2:3 van de APV (ontheffing straatartiest), per ontheffing |
€ |
50,00 |
|
3.2.1.2 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2:4 van de APV (voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg), per aanvraag |
€ |
85,00 |
|
3.2.1.3 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 van de APV voor braderieën en markten, niet zijnde een klein evenement, per aanvraag |
€ |
85,00 |
|
3.2.1.4 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 van de APV voor een evenement tot 500 bezoekers per aanvraag |
€ |
175,00 |
|
3.2.1.5 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 van de APV voor een evenement met tussen de 500 en 5.000 bezoekers, per aanvraag |
€ |
225,00 |
|
3.2.1.6 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 van de APV voor een evenement met meer dan 5.000 bezoekers, per aanvraag |
€ |
2.000,00 |
|
3.2.1.6.1 |
Als een aanvraag bedoeld in 3.2.1.4 tot en met 3.2.1.6 binnen drie weken na indiening wordt ingetrokken en hierop nog niet is beschikt, wordt het genoemde legesbedrag verminderd tot |
€ |
42,50 |
|
3.2.1.7 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 van de APV voor een evenement van organisaties die vallen onder het keurmerk van het CBF, per aanvraag |
€ |
1,00 |
|
3.2.1.7.1 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 van de APV voor een evenement georganiseerd door vrijwilligers en niet-commerciële organisaties per aanvraag |
€ |
20,00 |
|
3.2.1.7.2 |
een intrekking of wijziging van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 1:6 van de APV, per aanvraag |
€ |
50,00 |
|
3.2.1.7.3 |
een intrekking of wijziging van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 1:6 van de APV georganiseerd door vrijwilligers en niet-commerciële organisaties conform besluit college BenW 2012-03656/12047390, per aanvraag |
€ |
1,00 |
|
3.2.1.8 |
Een ontheffing als bedoeld in artikel 2:13 van de APV voor sluitingstijden van openbare inrichtingen |
€ |
110,00 |
|
3.2.1.9 |
een vergunning als bedoeld in artikel 4:3 van de APV (overige geluidshinder), per aanvraag |
€ |
95,00 |
|
3.2.1.10 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:1 van de APV (parkeren van voertuigen van autobedrijven op de openbare weg), per ontheffing |
€ |
85,00 |
|
3.2.1.11 |
een vergunning als bedoeld in artikel 5:11 van de APV (standplaatsvergunning voor een vaste standplaats), per aanvraag |
€ |
85,00 |
|
3.2.1.11.1 |
Als de aanvraag bedoeld in 3.2.1.11 niet wordt gehonoreerd, wordt |
€ |
42,50 |
|
in mindering gebracht op dit legesbedrag |
||||
3.2.1.12 |
een vergunning als bedoeld in artikel 5.11.1. van de APV (standplaatsvergunning voor een incidentele standplaats), per aanvraag |
€ |
45,00 |
|
3.2.1.13 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 5.21 van de APV (kampvuur), per aanvraag |
€ |
45,00 |
|
Hoofdstuk 3, Prostitutiebedrijven |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||||
het verkrijgen van: |
||||
3.3.1 |
een vergunning als bedoeld in artikel 3.4.1 van de APV (exploiteren van een seksinrichting), per aanvraag |
€ |
950,00 |
|
Hoofdstuk 4, Splitsingsvergunning woonruimte |
||||
_ |
||||
Hoofdstuk 5, Leefmilieuvergunning |
||||
_ |
||||
Hoofdstuk 6, Brandbeveiligingsverordening |
||||
_ |
||||
Hoofdstuk 7, In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
||||
3.7.1 |
Overige vergunningen, ontheffingen of beschikkingen Titel 3 |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een |
||||
andere, in deze titel niet benoemde vergunning , ontheffing of andere |
||||
beschikking |
€ |
45,00 |
||
Hoofdstuk 8, Wet bevordering integriteitsbeoordelingen Openbaar bestuur |
||||
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur |
||||
3.8.1 |
Indien voor het nemen van een besluit op een aanvraag om een vergunning of een subsidie, dan wel een aanbestedingsprocedure, de verstrekte gegevens en bescheiden op de "algemene aanvraag" en de "uitgebreide aanvraag" onvoldoende zijn en op grond daarvan de aanvraag aan bureau Bibob wordt voorgelegd voor advies, worden de leges verbonden aan de aanvraag verhoogd met de kosten van dit advies, vastgesteld op |
€ |
500,00 |
|
3.8.1.1 |
per advies voor aanvragen in het kader van vergunningen en subsidies, met een maximum van |
€ |
5.000,00 |
|
per advies , in het kader van aanbestedingen |
||||
Hoofdstuk 9, Kinderopvang |
||||
3.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot registratie in LRKP van: |
|||
3.9.1.1 |
peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijf |
€ |
1.300,00 |
|
3.9.1.2 |
gastouder |
€ |
580,00 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl