Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2014

Geldend van 27-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2014

raadsbesluit

Bijlage van gemeenteblad 2013, no. 132.5.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013, gemeenteblad 2013, no. 132.5;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening op de heffing en de invor dering van reclamebelasting 2014 ”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    openbare aankondiging: letters, cijfers, symbolen, logo’s, of kleuren, of een combinatie daarvan, of een reclamevoorwerp, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;

  • c.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • d.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • e.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • f.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • g.

    jaar: een kalenderjaar;

  • h.

    maand: een kalendermaand.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening reclamebelasting 2014 is toepasselijk binnen het gebied van Horst in de straten: Gasthuisstraat tot kruispunt Kranenstraat / Dr. v.d. Meerendockstraat, Loevestraat, Groenewoudstraat, Schoolstraat richting centrum vanaf splitsing Molenstraat, Herstraat, Steenstraat, Hoofdstraat, St. Lambertusplein, Jacob Merlostraat, Kerkstraat, Kloosterhof, Kloosterstraat, Veemarkt, Vijverlaan vanaf splitsing Jacob Merlostraat tot splitsing Molenstraat, Wilhelminaplein, Venrayseweg vanaf rotonde Meterikseweg richting centrum, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de openbare aankondigingen zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn aangebracht in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven per vestiging of per bouwwerk, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op de voet van artikel 6, tweede lid, bepaalde oppervlakten van openbare aankondigingen, die bij één vestiging, bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere vestigingen of bouwwerken of delen daarvan direct naast elkaar gelegen zijn en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige voor één vestiging of bouwwerk, worden de oppervlakten van openbare aankondigingen die bij deze vestigingen of bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

  • 3.

    Het tarief bedraagt voor het hebben van één of meerdere openbare aankondiging(en), aangebracht op, in of aan een vestiging of bouwwerk:

a.

indien de oppervlakte van de openbare aankondigingen niet meer is dan 0,2 m²:

Nihil

b.

indien de oppervlakte van de openbare aankondigingen meer dan

0,2 m² bedraagt, maar minder dan 0,5 m²

€ 645

c.

indien de oppervlakte van de openbare aankondigingen 0,5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 10 m²

€ 709

d.

indien de oppervlakte van de openbare aankondigingen 10 m² of meer bedraagt, maar minder dan 20 m²

€ 781

e.

indien de oppervlakte van de openbare aankondigingen 20 m² of meer bedraagt,

€ 858

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1.

    Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in artikel 5 genoemde oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    De oppervlakte van een openbare aankondiging wordt bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het opschrift omsluit.

  • 3.

    Indien de openbare aankondiging slechts voor een deel zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op het van de openbare weg zichtbare gedeelte van de openbare aankondiging.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat belastingtijdvak, na beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien vermindering van de oppervlakte van de openbare aankondigingen in de loop van het belastingtijdvak leidt tot indeling in een andere tariefklasse, wordt de naar jaartarieven geheven aanslag herleid naar maandtarieven. De aanslag wordt op verzoek van belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • b.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • c.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • d.

    op parasols welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;

  • e.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • f.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • g.

    op bouwterreinen, voorzover de openbare aankondigingen rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • h.

    aangebracht op scholen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • i.

    die zijn bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak;

  • j.

    waarvan de (gezamenlijke) oppervlakte per vestiging of bouwwerk minder dan 0,2 vierkante meter bedraagt.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1.

    De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerregel

  • 1.

    De “verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2013” vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2012 door de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag van de bekendmaking;

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de reclamebelasting in die periode plaatsvindt;

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014;

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Reclamebelasting 2014’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 17 december 2013.

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,

ir. C.H.C. van Rooij mr. R.J.M. Poels

GEBIEDSAFBAKENING Verordening Reclamebelasting 2014