Beleid intrekken omgevingsvergunning wegens tijdsverloop

Geldend van 19-12-2013 t/m heden

Intitulé

Beleid intrekken omgevingsvergunning wegens tijdsverloop

Burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

Overwegende dat, onder andere vanuit het oogpunt van rechtszekerheid van omwonenden en andere belanghebbenden, rechtsgelijkheid en consequente beleidsontwikkeling een bouwrecht dat niet als zodanig wordt gebruikt niet ongebruikt te laten voortbestaan, het wenselijk is over te gaan tot vaststelling van een beleidsregel in het kader van de intrekkingsbevoegdheid van een omgevingsvergunning indien niet binnen de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde termijn is begonnen met de bouwwerkzaamheden;

Gelet op het bepaalde in 2.33, lid 2 onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo);

b e s l u i t:

Vast te stellen “Beleid intrekken omgevingsvergunning

Beleidslijn intrekken omgevingsvergunning wegens tijdsverloop

Artikel 1 Algemene termen

In dit beleid wordt verstaan onder:

  • a.

    omgevingsvergunning: vergunning voor de activiteit “Bouwen” als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, van de Wabo. Een bouwvergunning op basis van artikel 40 van de Woningwet wordt gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning op basis van artikel 2.1 eerste lid onder a van de Wabo.

  • b.

    intrekken: het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning.

Artikel 2 Zienswijze

Voordat tot intrekking overgegaan wordt zal, conform het bepaalde in artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, de belangenhebbende (vergunninghouder) in de gelegenheid worden gesteld binnen een redelijke termijn een zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 3 Intrekkingregeling bij onherroepelijkheid van meer dan 26 weken

Conform het bepaalde in artikel 2.33, lid 2 onder a, van de Wabo is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om een verleende omgevingsvergunning in te trekken indien niet binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de verkregen omgevingsvergunning een aanvang is gemaakt met de bouwwerkzaamheden of de werkzaamheden gedurende een langere tijd dan 26 weken stil heeft gelegen.

Artikel 4 Intrekkingsregeling bij onherroepelijkheid van 26 weken of meer.

  • 1. Van de bevoegdheid zoals bedoeld in artikel 3 eerste lid van deze beleidsregel zal geen gebruik worden gemaakt voordat tenminste 26 weken zijn verstreken na het onherroepelijk worden van een verleende omgevingsvergunning.

  • 2. Aan elke vergunninghouder waarvan geconstateerd wordt dat deze niet binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van een verleende omgevingsvergunning een aanvang met de bouwwerkzaamheden heeft gemaakt, zal een voornemen tot intrekking van de verleende omgevingsvergunning worden bekendgemaakt.

  • 3. In het geval dat er een zienswijze is ingediend wordt bezien of de ingediende zienswijze aanleiding geeft tot het gunnen van een nadere termijn waarbinnen met de bouwwerkzaamheden een aanvang moet zijn gemaakt.

  • 4. De nadere termijn zoals bedoeld in het vorige lid wordt naar redelijkheid en in het licht van het concrete geval bepaald, doch zal nimmer langer zijn dan 78 extra weken.

Artikel 5 Gunnen nadere termijn voor starten werkzaamheden.

In gevallen zoals bedoeld in artikel 4 van dit beleid zal de vergunninghouder een nadere termijn welke niet langer is dan 104 weken na het onherroepelijk worden van de verleende omgevingsvergunning worden gegund indien:

  • 1.

    de vergunninghouder middels concrete documenten (geaccepteerde offerte van een bouwondernemer, facturen van bestelde bouwmaterialen en/ of hiermee gelijk te stellen documenten) zijn intentie tot bouwen kan aantonen;

  • 2.

    de vergunninghouder persoonlijke omstandigheden opvoert zoals sterfgeval in de familie, ziekte, onverwachte financiële omstandigheden die tot uitstel van de bouwwerkzaamheden hebben geleid en deze omstandigheid zich niet meer dan 26 weken voor de in artikel 2 bedoelde zienswijze heeft voorgedaan dan wel dat deze omstandigheid op het voornoemde moment voortduurt.

Artikel 6 Intrekken na nadere termijn

Indien er binnen de in artikel 4 vierde lid en in artikel 5 aanhef van deze beleidsregel gestelde nadere termijn geen aanvang is gemaakt met de bouwwerkzaamheden wordt de omgevingsvergunning ingetrokken.

Artikel 7 Uitsluiting overige intrekkingsgronden

Dit beleid laat de besluitvorming omtrent de overige in artikel 2.10 van de Wabo opgenomen weigeringronden onverlet.

Artikel 8 Hardheidsclausule.

Er wordt overeenkomstig dit beleid gehandeld tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit beleid kan worden aangehaald als: “Beleid intrekken omgevingsvergunning wegens tijdsverloop”.

  • 2.

    Dit beleid treedt in werking op de eerste dag nadat de bekendmaking op de gemeentepagina in weekblad plaatsgevonden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen op 10 december 2013.
De secretaris, De burgemeester,

Inhoudsopgave

Beleidslijn intrekken omgevingsvergunning wegens tijdsverloop

Artikel 1 Algemene termen

Artikel 2 Zienswijze

Artikel 3 Intrekkingregeling bij onherroepelijkheid van meer dan 26 weken

Artikel 4 Intrekkingsregeling bij onherroepelijkheid van 26 weken of meer.

Artikel 5 Gunnen nadere termijn voor starten werkzaamheden.

Artikel 6 Intrekken na nadere termijn

Artikel 7 Uitsluiting overige intrekkingsgronden

Artikel 8 Hardheidsclausule.

Artikel 9 Slotbepalingen