Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

No. 14.01.06B

De raad van de gemeente het Bildt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 januari 2014;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014

(Verordening woonforensenbelasting 2014).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke rechtspersonen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen zoals die voor het belastingopbject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2.

    In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 3.

    De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt 0,2986% van de waarde naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belastingen wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn telkens twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening forensenbelasting 2014' van 19 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening woonforensenbelasting 2014'.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 januari 2014.

De raad voornoemd

, voorzitter

, griffier