Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR310964
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR310964/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen-Provincie Drenthe
Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2023
Intitulé
Mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen-Provincie DrentheInhoud
Artikel 1, Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. mandaat: de bevoegdheid om namens Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning, besluiten te nemen als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
b. ondermandaat: de opdracht om de in mandaat aan de Omgevingsdienst Groningen verleende bevoegdheden uit te oefenen;
c. volmacht: bevoegdheid om namens Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
d. machtiging: bevoegdheid om namens Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning feitelijke handelingen te verrichten.
e. Directeur Omgevingsdienst: de directeur tevens secretaris van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 27 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen.
Artikel 2, Bevoegdhedenlijst
1. Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning verlenen, voor zover zij bevoegd zijn, mandaat, volmacht en machtiging als bedoeld in afdeling 10.1.1. Awb voor de uitoefening van de bevoegdheden die verband houden met het aan de Omgevingsdienst Groningen opgedragen taken zoals opgenomen in Bijlage I.
2. De in dit mandaatbesluit opgenomen mandaten worden verleend aan de Omgevingsdienst Groningen, waarbij de mandaatgever toestaat dat ondermandaat wordt verleend.
Artikel 3, Ondermandaat
1. Conform artikel 27, tweede lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen voert de directeur van de Omgevingsdienst Groningen de aan deze in mandaat verleende bevoegdheden uit.
2. De directeur van de Omgevingsdienst Groningen is bevoegd de onder hem ressorterende medewerkers ondermandaat te verlenen of aan medewerkers van de RUD Drenthe.
3. Op ondermandaat zijn de bepalingen van dit mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen onverkort van toepassing.
Artikel 4, Voorschriften
1. Bij de uitoefening van de mandaten wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke regelingen, besluiten, verordeningen, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels van het Rijk en de bevoegde organen in acht genomen.
2. Bij afwezigheid van de Directeur van de Omgevingsdienst Groningen is zijn plaatsvervanger bevoegd.
Artikel 5, Algemene uitzondering
Aan Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:
a. de raad;
b. de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;
c. (bestuurs)organen van waterschap, provincie of Rijk.
Artikel 6, Terugkoppeling
1. Indien een krachtens mandaat te nemen besluit voorzienbaar belangrijke politieke, beleidsmatige of financiële gevolgen heeft of zou kunnen hebben, wordt de verantwoordelijke mandaatgever vooraf geïnformeerd over de onderhavige zaak.
2. Over een krachtens mandaat te nemen besluit wordt de ter zake verantwoordelijke mandaatgever in ieder geval geïnformeerd indien:
a. het desbetreffende besluit afwijkt van, strijdt met, dan wel een aanvulling vormt op het tot dan toe gevoerde beleid, een richtlijn of wettelijk voorschrift;
b. andere dan standaardvoorwaarden worden gesteld;
c. het betreffende besluit afwijkt van een ingewonnen advies.
3. Indien sprake is van het tweede lid informeert de directeur van de Omgevingsdienst Groningen de ter zake verantwoordelijke mandaatgever over het te nemen besluit en - indien de mandaatgever zulks nodig oordeelt - wordt het te nemen besluit genomen door de mandaatgever zelf.
Artikel 7, Verslaglegging
De directeur van de Omgevingsdienst Groningen draagt zorg voor een periodieke verslaglegging van de krachtens (onder)mandaat genomen besluiten via de reguliere planning- en controlcyclus, een en ander na en in overleg met de mandaatgevers, welke verslaglegging ter kennisneming aan het ter zake bevoegd bestuursorgaan wordt gebracht.
Artikel 8, Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden met (onder)mandaat gelijk gesteld de verlening van:
a. volmacht om in naam van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning privaatrechtelijke handelingen te verrichten;
b. machtiging om in naam van Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 9, Ondertekening
1. De bevoegdheid om in (onder)mandaat beslissingen te nemen impliceert mede de bevoegdheid tot ondertekening namens de mandaatgever.
2. De stukken in mandaat genomen worden door de Omgevingsdienst Groningen als volgt ondertekend:
Gedeputeerde Staten van <Drenthe>,
namens het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe,
<naam>
Directeur Omgevingsdienst Groningen
of
de commissaris van de Koning van Drenthe,
namens hem,
<naam>
Directeur Omgevingsdienst Groningen
3. In geval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de eerst gemandateerde, wordt geplaatst.
Artikel 10, Bekendmaking en inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Artikel 11, Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen - Provincie Drenthe.
BIJLAGE I, MANDAATLIJST
Omschrijving bevoegdheid |
Van |
Aan |
Bijzonderheden |
Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan het college inclusief het aanwijzen van toezichthouders op grond van artikel 5,10 lid 3, voor toezichthoudende bevoegdheden ten aanzien van de Wabo inclusief de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
Het aanwijzen van toezichthouders m.b.t. de in deze Bijlage M.II genoemde bevoegdheden |
Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan het college |
|||
Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur. |
|||
Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet Bodembescherming en bij of krachtens uitvoeringsregelingen (bijv. het Besluit bodemkwaliteit)voor zover opgedragen aan het college |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
|
Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet geluidhinder en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan het college |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
|
Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, op basis van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet of Provinciewet |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
In relatie tot de in deze Bijlage M.II genoemde bevoegdheden. |
Vertegenwoordiging in rechte bij bezwaar- en beroepszaken en het voeren van verweer namens het bevoegd gezag |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
|
Besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen waaronder het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
In relatie tot de in deze Bijlage M.II genoemde bevoegdheden |
Het ondertekenen van overeenkomsten ter uitvoering van besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen |
Commis-saris van de Koning |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
In relatie tot de in deze Bijlage M.II genoemde bevoegdheden |
MANDAATLIJST BRZO-TAKENPAKKET
Omschrijving BRZO-bevoegdheid |
Van |
Aan |
Bijzonderheden |
Het aanwijzen van risicovolle inrichtingen |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
|
Het nemen van besluiten inzake veiligheidsrapporten |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
|
Het doorgeleiden van een kennisgeving. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 6, tweede lid BRZO ‘99 |
Het in kennis stellen van de betrokken bedrijven van de aanwijzing van domino-effecten. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 7, tweede lid BRZO ‘99 |
Het verzenden van een ontvangstbevestiging van een veiligheidsrapport. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 15, tweede lid BRZO ‘99 |
Het doorgeleiden van het veiligheidsrapport en eventuele aanvullingen van het veiligheidsrapport. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 15, derde lid BRZO ‘99 |
Het verzoeken van de drijver van de inrichting tot het verstrekken van aanvullende inlichtingen. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 16, vierde lid BRZO ‘99 |
Het doorgeleiden van het verzoek om verstrekking van aanvullende inlichtingen. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 16, vierde lid BRZO ‘99 |
Het doen van een verzoek tot het verstrekken van meerdere exemplaren van het veiligheidsrapport. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 17, BRZO ‘99 |
Het verzoeken om aanvulling van de risicoanalyse. |
College |
Directeur Omgevingsdienst Groningen |
artikel 6, tweede lid BRZO ‘99 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl