Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR310914
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR310914/1
Regeling vervallen per 01-03-2014
Verordening geldelijke voorzieningen raads-en commissieleden en onkostenvergoedingen wethouders
Geldend van 01-01-1990 t/m 28-02-2014
Intitulé
Verordening geldelijke voorzieningen raads-en commissieleden en onkostenvergoedingen wethoudersDe raad van de gemeente Kerkrade;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 11 december 1991, nr. 514 Dienst Personeel en Organisatie;
gelet op de artikelen 64f, 64g, 64i, 100 en 168 van de gemeentewet;
gelet op de artikelen 1 tot en met 6 en het artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 23 november 1976, Staatsblad 621;
gelet op de wijziging daarvan in de artikelen 1 tot en met 4 van het Koninklijk Besluit van 27 december 1984, Staatsblad 672;
alsmede gelet op de circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken van 18 oktober 1991, nr. BW91/U1124;
na overleg met de commissie financien, economische zaken en werkgelegenheid;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende verodening:
"Verordening geldelijke voorzieningen raads-en commissieleden en onkostenvergoedingen wethouders"
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
a. de leden van de raad: de leden van de raad die geen lid zijn van het college van Burgemeester en wethouders;
b. de wethouders: de leden van het college van Burgemeester en Wethouderse, niet zijnde de burgemeester;
c. commissie: een door de raad, het college van Burgemeester en Wethouders of de Burgemeester ingestelde commissie, waarop door de raad deze verordening van toepassing is verklaard;
d. algemene maatregel van bestuur: de besluiten tot uitvoering van de artikelen 64 f en 64 g en 100 van de gemeentewet.
Artikel 2
-
1. De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar als vergoeding voor hun werkzaamheden en als tegemoetkoming in de kosten, dit laatste geldt ook voor de wethouders, bedragen gelijk aan 90% respectievelijk 100% van de maximumbedragen zoals die in de hierop betrekking hebbende maatregelen van bestuur door de minister van Binnenlandse zaken voor het desbetreffende kalenderjaar worden vastgesteld voor de gemeenten in de klasse waartoe de gemeente Kerkrade krachtens de door de Minister vastgestelde beschikking behoort, tenzij de gemeenteraad in enig jaar bij apart besluit anders beslist.
Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 23 november 1976, geldt de klasse, waarin de gemeente nader is ingedeeld;
-
2. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij het lidmaatschap van de raad in het betrokken jaar heeft bekleed.
De wethouder ontvangt de tegemoetkoming in de kosten naar dezelfde evenredigheid als hierboven voor een raadslid is bepaald.
Artikel 3
-
1. De leden van een commissie, die geen raadslid zijn, ontvangen als vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie het bedrag, zoals dat ingevolge de hierop betrekking hebbende algemene maatregel van bestuur door de minister van Binnenlandse Zaken voor het betreffende kalenderjaar wordt vastgesteld voor de gemeenten in de klasse, waartoe de gemeente Kerkrade krachtens de door de Minister vastgestelde beschikking behoort. Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 23 november 1976 geldt de klasse waarin de gemeente nader is ingedeeld;
-
2. Van de bedragen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt afgeweken in de gevallen, dat door de raad een besluit als bedoeld in artikel 64 h van de gemeentewet is genomen en dit besluit door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd.
Artikel 4
De leden van de raad en de leden van een commissie, als bedoeld in artikel 3 van deze verordening, ontvangen in zoverre hiervoor uit anderen hoofde geen vergoeding wordt verkregen, een vergoeding voor de reis-en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of een commissie, welke wordt vastgesteld overeenkomstig de regels van de vergoeding welke een rijksambtenaar ingevolge het Reisbesluit 1971 en de daarop gebaseerde beschikkingen, bij de desbetreffende beschikking ingedeeld in de hoogste categorie, voor dienstreizen ontvangt.
De wethouders ontvangen in zovere hiervoor uit anderen hoofde geen vergoeding wordt verkregen, op basis van het Reisbesluit 1971 en de daarop gebaseerde beschikkingen en uitvoeringsbepalingen, een vergoeding voor de in verband met hun functie gemaakte reis- en verblijfkosten.
Artikel 5
De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden voor wat
1. de vergoedingen bedoeld in artikel 2 betreft, na afloop van elke maand voor 1/12 gedeelte van het totaalbedrag aan jaarlijkse vergoeding en tegemoetkoming in kosten en voor wat
2. de vergoedingen, bedoeld in artikel 3 en 4 betreft, na afloop van elk kalenderkwartaal aan de rechthebbenden uitbetaald.
Artikel 6
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening geldelijke voorzieningen raads-en commissieleden en onkostenvergoedingen wethouders".
Artikel 7
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1990, per welke datum de "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden" vervalt.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl