Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR30801
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR30801/1
Regeling vervallen per 01-01-2013
Verordening Wet Kinderopvang Amsterdam-Centrum
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2012
inhoud
§ 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum;
- b.
de wet: de Wet Kinderopvang;
- c.
de dienst: de uitvoerende gemeentelijke dienst: De Sociale Dienst cq. de Dienst Werk & Inkomen (i.o.) namens het Dagelijkse Bestuur van stadsdeel Amsterdam-Centrum;
- d.
de voorziening: het kindercentrum of gastouderbureau, waar de kinderopvang plaatsvindt;
centrale doelgroep: doelgroep vallend onder de Bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college van B&W (alle wettelijke doelgroepen genoemd in art. 22 minus tienermoeders, studenten en oudkomers)
- e.
decentrale doelgroep: doelgroep vallend onder de Bestuurlijke verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel (wettelijke doelgroepen tienermoeders, studenten en oudkomers).
§ 2. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag bij de dienst
-
1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:
- a.
naam, adres en sofi-nummer van de ouder;
- b.
indien van toepassing: naam en sofi-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
- c.
naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;
- d.
het aantal uren kinderopvang per kind en de aanvangsdatum van de opvang;
- e.
indien bekend: de gewenste voorziening, waarmee de dienst een raamovereenkomst heeft;
- f.
gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;
- g.
gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot een centrale dan wel decentrale doelgroep;
- h.
overige gegevens die het Dagelijks Bestuur nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
- a.
-
2. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier van de dienst.
-
3. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.
§ 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming
-
1. Het Dagelijks Bestuur besluit over de aanvraag binnen zes weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.
-
2. Het Dagelijks Bestuur kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 4 Weigeringsgrond
Het Dagelijks Bestuur weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de decentrale doelgroepen als bedoeld in artikel 22 van de wet.
Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het Dagelijks Bestuur in ontvangst is genomen.
Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.
Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
De tegemoetkoming wordt verleend onder de voorwaarden van de dienst voor de periode van maximaal een tegemoetkomingsjaar.
In afwijking van het eerste lid kan het Dagelijks Bestuur de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.
Artikel 7 Omvang van de kinderopvang
Het Dagelijks Bestuur verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.
In afwijking van het eerste lid verleent het Dagelijks Bestuur bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.
Artikel 8 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
- a.
de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;
- b.
de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
- c.
de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
- d.
de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
- e.
de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
- f.
de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
- g.
de verplichtingen van de ouder om mede te werken aan de verlening van de tegemoetkoming;
Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen verstrekt.
Het Dagelijks Bestuur kan nadere regels stellen over de wijze van bevoorschotting.
§ 4. VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming
De voorziening verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan de dienst een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.
Het Dagelijks Bestuur stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.
Artikel 11 Verrekening met de voorschotten
De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen zes weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.
§ 5. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER
Artikel 12 Inlichtingenplicht
De ouder of de partner doet het Dagelijks Bestuur onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot een gewijzigde vaststelling.
De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het Dagelijks Bestuur, binnen een termijn van 6 weken, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.
§ 6. SLOTBEPALINGEN
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005
Artikel 14 Citeertitel
De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet kinderopvang Amsterdam-Centrum
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl