Beheersverordening dierenbegraafplaats Zandvoort 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

De raad der gemeente Zandvoort; gelezen het voorstel van het college d.d. 1 oktober 2013; registratienummer 2013/02/001172 overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke dierenbegraafplaats; de Gemeentewet artikel 147 en 149 en de Algemene wet bestuursrecht; besluit vast te stellen de volgende:

Beheersverordening dierenbegraafplaats Zandvoort 2014

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen:

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dierenbegraafplaats: afgesloten deel op de algemene begraafplaats van de gemeente Zandvoort aan de Tollensstraat 67;

  • b.

    college: burgemeester en wethouders van Zandvoort;

  • c.

    dierengraf: een graf, waarvoor aan een rechthebbende recht is verleend tot:

    • ·

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke resten van huisdieren.

    • ·

      het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met hierin de stoffelijke resten van een huisdier met of zonder urn;

  • d.

    algemeen dierengraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van huisdieren;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één asbus;

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van een huisdier;

  • g.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een dierengraf;

  • h.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de dierenbegraafplaats of degene die hem vervangt;

  • i.

    rechthebbende: rechthebbende op een dierengraf.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen dierengraf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder "dierengraf" verstaan: particulier huurgraf voor huisdieren.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder "algemeen graf" verstaan: algemeen graf voor kleinere huisdieren.

HOOFDSTUK 2: OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3. Openstelling begraafplaats

  • 1. De dierenbegraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden anders dan voor het bijwonen van een rouwbezoek, begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats te verwijderen of laten verwijderen.

Artikel 5. Onthullingen en plechtigheden

Onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten zes dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

  • 1. De overblijfselen van dieren en omhulsel in de graven kunnen na verloop van vijf jaren na de begraving door de gemeente worden geruimd indien:

    • ·

      de huur niet verlengd wordt,

    • ·

      de rechthebbende tussentijds afstand van het graf doet.

  • 2. Deze overblijfselen worden in een afgesloten gedeelte op de dierenbegraafplaats begraven, tenzij de rechthebbende op een grafruimte die overblijfselen op zijn kosten opnieuw in dezelfde dan wel in een andere dierengraf, zulks ter beoordeling van college wil doen begraven.

  • 3. Het opgraven van stoffelijke dierenresten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden vanuit de gemeente zijn belast.

HOOFDSTUK 3: VOORSCHRIFTEN VOOR BEZORGING STOFFELIJKE RESTEN VAN DIEREN

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die een dier wil doen begraven of as wil doen bijzetten geeft daarvan uiterlijk op de werkdag waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, mondeling of schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    Het openen van een dierengraf ter begraving of voor het bezorgen van as, het daarna sluiten van een graf, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats.

    De rechthebbenden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. Begraven of asbezorging van personen als bedoeld in de Wet op Lijkbezorging gaat te allen tijde voor op die van het begraven van huisdieren.

  • 2. De tijd van begraven en het bezorgen van as voor dieren is, gelet op het gestelde in lid 1:

    • ·

      op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur;

    • ·

      op zaterdag van 09.00 tot 14.00 uur.

  • 3. Op hetzelfde tijdstip mag slechts één dierenbegrafenis of bijzetting plaatsvinden.

HOOFDSTUK 4: INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 9. Indeling graven en asbezorging

Op de algemene dierenbegraafplaats kunnen worden uitgegeven:

  • 1.

    particulieren huurgraven voor huisdieren:

    graven, uitgegeven voor de tijd van ten hoogste 5 jaar, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 huisdieren dan wel het plaatsen van 2 asbussen met of zonder urn.

  • 2.

    algemene graven voor huisdieren:

    grafruimte waarin gelegenheid wordt gegeven om 1 huisdier te begraven voor de tijd van 1 jaar.

Artikel 10. Volgorde van uitgifte

De huurgraven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging

uitgegeven.

Artikel 11. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en de huurgraven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en de oppervlakte.

Artikel 12. Termijnen huurgraven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de dierenbegraafplaats zulks toelaat, dat:

    • o

      de huurgraven voor huisdieren worden uitgegeven voor de tijd van ten hoogste vijf jaar;

    • o

      de termijn begint te lopen op de datum waarop het huurgraf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek van de rechthebbende verlengd, telkens met een termijn van vijf jaar, mits het verzoek schriftelijk één jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als dierenbegraafplaats zal zijn onttrokken.

Artikel 13. Overschrijving van verleende rechten

Het recht op een huurgraf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven.

Artikel 14. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het recht op het huurgraf ten behoeve van de dierenbegraafplaats en het graf komt hiermee in gemeente beheer. Van de ontvangst van een dergelijke verklaring doet het college een schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

HOOFDSTUK 5: GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 15. Voorwaarden grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is geen schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. Nadere regels omtrent de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen zijn omschreven in de "uitvoeringsvoorschriften grafbedekkingen dierenbegraafplaats Zandvoort 2014";

  • 3. Toestemming tot het plaatsen van een grafbedekking wordt gegeven door de beheerder begraafplaats en/of zijn vervanger in naam van het college;

  • 4. Indien de plaatsing van de grafbedekking niet overeenkomstig de "uitvoeringsvoorschriften grafbedekking dierenbegraafplaats 2014" geschiedt, kan het college de plaatsing van de grafbedekking weigeren.

Artikel 16. Grafbeplanting

Grafbeplanting en losse memorabilia op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Artikel 17. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 18. Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht het graf en de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat het graf en de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. Het college is niet aansprakelijk voor de gevolgen van beschadiging, ontvreemding of het wegraken, door welke oorzaak dan ook, van voorwerpen of beplantingen, welke op of bij de graven zijn aangebracht.

Artikel 19. Wegnemen van gedenktekens e.d. van graven

De rechthebbende op een huurgraf of degene aan wie vergunning dan wel toestemming is verleend tot het plaatsen van een gedenkteken, is verplicht te gedogen, dat de daarop bevindende opstal(len) vanwege de werkzaamheden door het personeel van de gemeente, op haar kosten geheel of gedeeltelijk wordt (worden) weggenomen of verplaatst, voor zolang dit in verband met begraven van huisdieren in de nabijheid of om andere redenen noodzakelijk is.

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

Het college heft een onderhoudsbijdrage van algemene aard en voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken de dekplaat of urnen voor de urnennissen en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.

HOOFDSTUK 6: RUIMING VAN GRAVEN en URNEN

Artikel 21. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as.

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bord ter kennis van de rechthebbenden gebracht.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van stoffelijke overschotten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde afgesloten gedeelten van de dierenbegraafplaats.

  • 3. Rechthebbenden op een huurgraf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraven elders op de dierenbegraafplaats.

HOOFDSTUK 7: INRICHTING REGISTER

Artikel 22. Voorschriften

Door de beheerder van de dierenbegraafplaats wordt een register bijgehouden waarin is vastgelegd waar de dierlijke stoffelijkeresten begraven zijn.

HOOFDSTUK 8: SLOTBEPALINGEN

Artikel 23. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De “Verordening Beheersverordening dierenbegraafplaats van Zandvoort 2007” vastgesteld bij raadsbesluit van 3 oktober 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014;

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Beheersverordening dierenbegraafplaats Zandvoort 2014”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 oktober 2013,

de Griffier, de Voorzitter,

Algemene toelichting op de beheersverordening dierenbegraafplaats Zandvoort 2014

De verordenende bevoegdheid

Begraafplaats op grondgebied van de eigen gemeente

In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordening die hij in het belang van de gemeente nodig acht. De grondslag voor de verordenende bevoegdheid voor dierenbegraafplaatsen berust op artikel 149 van de Gemeentewet. Daarnaast moet worden genoemd de Destructiewet.

Dierenbegraafplaats op grondgebied van een andere gemeente

Er is geen dierenbegraafplaats op grondgebied van een andere gemeente.

Gemeentelijk dierenbegraafplaats beleid

Inleiding

De beheersverordening dierenbegraafplaats bevat verschillende regels die de gemeenten hanteren voor de instandhouding en de dienstverlening op de gemeentelijke dierenbegraafplaats. In dit hoofdstuk schenken wij aandacht aan enkele van deze regels.

Gemeentelijke verantwoordelijkheid en regelgeving

De burgers hebben vaak een emotionele betrokkenheid met begraafplaatsen en alles wat zich daarop afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening hen voor financiële lasten. Dit maakt het nodig om de rechten en verplichtingen duidelijk vast te leggen. Er is naar gestreefd om overbodige regelgeving te voorkomen en procedures kort te houden. De beheerder van de dierenbegraafplaats is aangewezen voor contacten met de burgers voor bijvoorbeeld het in ontvangst nemen van diverse aanvragen.

De verantwoordelijkheid van de gemeente voor de dierenbegraafplaats kan worden vergeleken met de verantwoordelijkheid die zij heeft bij de zorg voor andere collectieve voorzieningen zoals wandelgebieden en fietspaden. De verschillende aspecten van de dierenbegraafplaats vragen in bestuurlijk opzicht om een speciale aanpak.

Op de dierenbegraafplaats wordt alleen toestemming verleend tot het begraven van huisdieren. Alle dieren die onder de Destructiewet vallen komen hiervoor niet in aanmerking.

Voor de dienstverlening op dierenbegraafplaatsen noemt de verordening een uitgebreid voorzieningenpakket. Het uitvoeringsbesluit noemt algemene- en particulieren dierengraven, bestemmingen voor as van huisdierendieren.

De beheersverordening geeft het college de bevoegdheid om de graven in te delen in categorieën.

Het is voor belanghebbende begrijpelijkerwijs gewenst als de overboeking van een grafruimte of de goedkeuring van een grafbedekking snel kan verlopen. Daarom worden de aanvragen om grafuitgiften vervolgens ingediend bij de beheerder van de dierenbegraafplaats. Door mandaat van de beslissingsbevoegdheid aan de beheerder worden de verzoeken door hem behandeld en afgewikkeld onder verantwoordelijkheid van het college.

Algemene graven

De positie van hen die kiezen voor het begraven van het huisdier in een algemeen dierengraf zijn vastgelegd in de nadere regels het uitvoeringsbesluit graven asbezorging.

Ordemaatregelen

Op de begraafplaatsen moet orde, rust en netheid bestaan. Daarom bevat de verordening gedragsvoorschriften voor hen die van de begraafplaatsen gebruikmaken. Dit kunnen bezoekers, uitvaartondernemers, hoveniers of steenhouwers zijn. Personen die zich niet gedragen volgens de aanwijzingen van de beheerder, kunnen door hem van de begraafplaats worden verwijderd. De politie kan als gevolg van de strafbedreiging tegen ordeverstoringen optreden en zo nodig proces verbaal opmaken.

Uitdrukkelijk is vastgesteld dat bij opgraving van stoffelijke resten van dieren of bij ruiming van een of meer dierengraven alleen de gemeentelijke medewerkers aanwezig mogen zijn die met de werkzaamheden zijn belast.

Overboeking van een eigen dierengraf

Het recht op een particulier dierengraf wordt verleend door een beschikking van het college. Hierin wordt aan de aanvrager het uitsluitend recht gegeven om de stoffelijke dierenresten in een bepaald graf te doen begraven. Het recht om de stoffelijke dierenresten in een bepaald graf te begraven, in de praktijk aangeduid als 'eigen graf', steunt hiermee op een persoonlijke beschikking. De eigenaar kan zijn recht dus niet verkopen.

Het recht kan op verzoek van de rechthebbende wel worden overgeschreven op een ander. De kring van de nieuwe rechthebbende wordt in beginsel beperkt tot de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad.

Voorschriften grafbedekkingen

Het aanzien van begraafplaatsen kan chaotisch worden als elke regelgeving ontbreekt. Het andere uiterste, een strak keurslijf van bepalingen die elke persoonlijke of kunstzinnige uiting aan banden legt of onmogelijk maakt, moet worden voorkomen. De verordening en de uitvoerings voorschriften grafbedekkingen geeft de burgers de nodige vrijheid; het beperkt zich tot het aangeven van de materiaalkeuze, te weten duurzame materialen, en de maximale afmetingen voor grafbedekkingen. Binnen die afmetingen zijn de betrokkenen in beginsel vrij in de vormgeving van de grafbedekking. De uitvoeringsvoorschriften zijn uitgebreid, daar er geen vergunning meer wordt afgegeven voor het hebben en het plaatsen van de grafbedekking. Om te voorkomen dat de rechthebbende een grafbedekking plaatst die niet voldoet aan de gestelde eisen zijn uitgebreide voorschriften opgesteld. In deze voorschriften is de voorwaarde opgenomen dat de grafbedekking voor plaatsing toestemming behoeft van de beheerder begraafplaats, zodat het plaatsen van grafbedekkingen die niet voldoen voorkomen wordt en een wildgroei van bedekkingen wordt voorkomen.

Als er door de rechthebbende geen grafbedekking wordt aangebracht zal dit graf bedekt zijn met een grasperk. Bij de administratie van de dierenbegraafplaats zal voorts moeten blijken welk dier daar begraven is.

Verplicht onderhoud

De verordening stelt verplicht dat enkele handelingen van het onderhoud, zoals het jaarlijks schoonmaken en stellen van het gedenkteken, van gemeentewege worden verzorgd.

Een verplicht onderhoud van gemeentewege komt het aanzien van de dierenbegraafplaats ten goede. Het tweede aspect is van financiële aard. Voor het verplicht onderhoud kan een bedrag in rekening worden gebracht bij de rechthebbende op het dierengraf. De gemeente kan hiermee deze kosten van onderhoud verhalen.

De regeling geldt voor alle eigen dierengraven, alsmede voor de graven waarvan de termijn wordt verlengd.

Naast het minimum aan onderhoud van gemeentewege zijn de rechthebbenden op eigen dierengraven, gezien de aard en de omvang en de langere tijdsduur dat deze graven bestaan, verplicht hun grafbedekkingen behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. Indien er sprake is van verwaarlozing van de grafbedekking kan de beheerder van de dierenbegraafplaats de nabestaande aanspreken en sommeren tot het overgaan van herstelwerkzaamheden aan de grafbedekking.