Overwegende dat het wenselijk is, ter bescherming van de belangen die worden beoogd met artikel 2:10, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening, nadere regels te stellen met betrekking tot het hebben van een terras, is besloten de navolgende regels vast te stellen:

Geldend van 25-10-2013 t/m heden

Intitulé

Overwegende dat het wenselijk is, ter bescherming van de belangen die worden beoogd met artikel 2:10, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening, nadere regels te stellen met betrekking tot het hebben van een terras, is besloten de navolgende regels vast te stellen:

Nadere regels Terrassen - artikel 2.10 APV

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1. openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies wordt verstrekt voor vijf of meer personen of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid.

  • 2. terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt of genuttigd.

  • 3. terrasmeubilair: hieronder wordt verstaan stoelen, banken, tafels, parasols, terrasschermen, andere objecten, waaronder reclameborden, plantenbakken en alle overige objecten die op het terras geplaatst zijn ten dienste van het terras en/of het overige deel van de openbare inrichting.

Artikel 2. Afmetingen

  • 1. Een terras mag uitsluitend worden geplaatst direct aansluitend tegen de voor en/of zijgevel van het pand ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd.

  • 2. Het terrasmeubilair dient altijd binnen de aangegeven markeringen te blijven.

  • 3. De breedte van een terras mag niet meer bedragen dan de breedte van de voor- of zijgevel van het pand.

  • 4. Het gedeelte van de openbare ruimte waar straatmeubilair is geplaatst, kan geen onderdeel zijn van een terras en dient onbeperkt toegankelijk te zijn voor gebruik.

  • 5. Indien in de gevelpui van het pand een afzonderlijke toegangsdeur aanwezig is ten behoeve van de bereikbaarheid van ruimten in het pand, die losstaan van bedoelde exploitatie, wordt de breedte van het terras begrensd door de zijkanten van de betreffende toegangsdeur.

  • 6. (Nood)uitgangen dienen te allen tijde te worden vrij gehouden van obstakels.

  • 7. De terrassen dienen zodanig te worden ingericht, zodat voor voetgangers een doelmatige en veilige doorgang op het trottoir vrij blijft.

Artikel 3. Uitzonderingen afmetingen

  • Haltestraat

  • a. De toegestane diepte is in het straatwerk opgenomen door middel van een markering.

  • b. Het trottoir bestaande uit een loper van 2,40 meter dient vrij te blijven van terrassen.

  • c. Is de afstand tussen de markering en de gevel echter minder dan 1,20 meter, dan is het toegestaan een terras (gedeeltelijk) buiten de markering te plaatsen, zodat een terras met een maximale diepte van 1,20 meter mogelijk blijft met dien verstande, dat het vrije trottoir te allen tijde tenminste 1.20 meter blijft.

    Haltestraat 26 en 28

    De horecabedrijven op de percelen Haltestraat 26 en Haltestraat 28 mogen de terrassen vergroten tot buiten de aangegeven markering van de loper, met dien verstande, dat de vrije ruimte tussen de trottoirband en het terras een diepte heeft van tenminste 2.40 meter.

    Kerkstraat

  • a. Voor de gevel mag het terras worden geplaatst tot aan de in de bestrating opgenomen loper.

  • b. Op plekken waar de loper zich op minder dan 2.00 m van de gevel bevindt, mag de loper overschreden worden, met dien verstande, dat:

    1. de diepte van het terras niet meer mag bedragen dan 2.00 m;

    2. de vrije ruimte ten minste 4.00 m. blijft.

Artikel 4. Inrichting

  • 1. De inrichting van een terras mag uitsluitend bestaan uit terrasmeubilair.

  • 2. De bouwhoogten van de terrasschermen mogen niet hoger zijn dan de (aansluitende) eerste bouwlaag met een maximum van 4 meter;

  • 3. De terrasschermen dienen vanaf 1.00 meter hoogte transparant te zijn;

  • 4. Permanente terrasschotten kunnen met uitzondering van het bepaalde onder het vijfde lid uitsluitend worden geplaatst binnen de aangegeven markering.

  • 5. Niet permanente terrasschotten, die binnen de markering aan de voorzijde een lengte hebben van meer dan 50% van de breedte van het terras, dienen te worden verwijderd, zodra het terras niet meer in gebruik is.

  • 6. Het is niet toegestaan op terrassen losse vlonders neer te leggen.

  • 7. Er mogen, behoudens een ontheffing op grond van de drank- en horecawet, geen tappunten op een terras worden geplaatst;

  • 8. Met uitzondering van de permanente terrasschotten dienen de inrichtingselementen te worden verwijderd respectievelijk te worden opgeslagen na de sluitingstijd.

  • 9. De schoonmaak van het terras geschiedt door en voor rekening van de exploitant.

  • 10. Indien het terras buiten wordt opgeslagen dient het terrasmeubilair (tafels en stoelen) te worden opgestapeld en te samen met de losse terrasschotten in een hoek van het terras te worden geplaatst. Het geplaatste in de hoek dient zodanig te worden beveiligd dat het niet zonder toestemming van de exploitant/leidinggevende is weg te halen.

Artikel 5. Verwijderen van terrassen in verband met werkzaamheden

  • 1. In verband met onderhoud aan de weg, calamiteiten en dergelijke dienen de permanente terrasschermen een zodanige constructie te hebben waardoor deze binnen 24 uur verwijderbaar zijn.

  • 2. De terrasschotten en inrichtingselementen dienen, behoudens calamiteiten, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur op verzoek van de gemeente te worden verwijderd.

Artikel 6. Overlast en verkeersveiligheid

  • 1. De exploitant/leidinggevende dient erop toe te zien dat op het terras geen hinder, overlast of verstoring van de openbare orde wordt veroorzaakt.

  • 2. Bij de plaatsing en het gebruik van het terrasmeubilair mag geen hinder of overlast ontstaan door:

    a. Belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg.

    b. Belemmering van de toegang tot woningen en andere (in gebruik zijnde) gebouwen.

    c. gedeelten van gebouwen en het trottoirgedeelte.

    d. Belemmering van onderhoudsdiensten voor de openbare ruimte.

Artikel 7. Detailhandelszaken

  • Deze nadere regels zijn tevens van toepassing op detailhandelszaken.

Artikel 8. Toezicht

  • Aanwijzingen door of vanwege gemeentelijke opsporingsambtenaar, de politie, dan wel de brandweer gegeven in het belang van de openbare orde en veiligheid, dienen door de exploitant onmiddellijk te worden opgevolgd.

Inwerkingtreding

  • Deze nadere regels treden in werking op 25 oktober 2013.