Beleidslijn Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB)

Geldend van 19-09-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidslijn Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,

de Burgemeester van de gemeente Peel en Maas,

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet BIBOB);

 

 

B E S L U I T E N

 

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

 

BELEIDSLIJN WET BEVORDERING INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR (BIBOB)

Artikel 1 Doel van de wet

  • 1. De gemeente Peel en Maas beoogt met toepassing van de wet BIBOB:

    a. het tegengaan van de aantasting van de leefbaarheid en veiligheid in Peel en Maas,

    b. het tegengaan van de aantasting van de rechtsorde en de bestuurlijke slagkracht,

    c. het tegengaan van de verloedering door de aanwezigheid van criminaliteit,

    d. het faciliteren van de bestuurlijke aanpak (zware) criminaliteit,

    e. het verminderen van de subjectieve gevoelens van onveiligheid.

  • 2. Deze beleidsregels hebben tot doel duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop het bestuursorgaan de wet BIBOB toepast.

Artikel 2 Toepassing Wet BIBOB

De Wet BIBOB kan in ieder geval worden toegepast ten aanzien van de volgende sectoren:

  • 1.

    horecavergunning (Drank-& Horecawet)

  • 2.

    exploitatievergunning voor droge horeca, waaronder shoarmazaken, cafetaria’s etc.

  • 3.

    exploitatievergunning voor seksinrichtingen (APV)

  • 4.

    exploitatievergunning voor escortvergunning (APV)

  • 5.

    exploitatievergunning voor smart-en growshops (APV)

  • 6.

    speelautomatenhallen (Wet op de kansspelen)

  • 7.

    omgevingsvergunning voor het oprichten of het veranderen of het veranderen van de werking van een inrichting (Wabo)

  • 8.

    omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (Wabo)

  • 9.

     aanbestedingen, voor zover het betreft bouw, ICT en milieu

  • 10.

    subsidies (Subsidieverordeningen).

  • 11.

    een natuurlijk persoon, een groep van natuurlijke personen of een rechtspersoon die bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, evenementen organiseert (APV).

Het bestuursorgaan kan op basis van artikel 3 van de Wet BIBOB een beschikking weigeren of intrekken, voorzover hij bij of krachtens de wet daartoe de bevoegdheid heeft gekregen, wanneer:

  • 1.

    er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor:

    a. het benutten van voordelen uit strafbare feiten;

    b. het plegen van strafbare feiten

  • 2.

    een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld valsheid in geschriften, bedreiging of omkoping).

 

De gemeente Peel en Maas onderzoekt bij de procedure van vergunning verlening (of als daartoe aanleiding is, bij controle van de vergunning welke kan leiden tot intrekking daarvan) of artikel 3 van de wet BIBOB van toepassing is.

 

Met name met het oog op de bestuurlijke aanpak van de (zware) criminaliteit wordt het BIBOB-instrumentarium in principe zo breed mogelijk ingezet op alle in de wet genoemde beleidssectoren. Opgemerkt wordt dat de aanwijzing van bovengenoemde sectoren geenszins betekent dat de gemeente zich verplicht de toepassing van het BIBOB-instrumentarium hiertoe te beperken. De gemeente kan altijd besluiten tot de inzet van de Wet BIBOB op andere sectoren dan de bovenstaande, als daartoe aanleiding bestaat en mits de wet dit toelaat.

Artikel 3 Onderzoek door de gemeente

De gemeente Peel en Maas zal bij het indienen van een vergunningaanvraag een onderzoek instellen om te beoordelen of artikel 3 van de wet BIBOB van toepassing is. Dit onderzoek behelst:

  • 1.

    Bij vergunningaanvraag Drank- en horecawet en speelautomatenhallen de controle en analyse van de door de aanvrager/houder ingevulde Gemeentelijke vragenlijst BIBOB en;

  • 2.

    Bij alle overige vergunningaanvragen als bedoeld in artikel 2.2 tot en met 2.5 de controle en analyse van de door de aanvrager/houder ingevulde BIBOB-vragenformulier, als bedoeld in artikel 30 wet BIBOB.

  • 3.

    Als er na invulling van de vragenlijsten, genoemd in lid 1 en 2, vragen blijven bestaan over:

  • a.

    De bedrijfsstructuur, of de activiteiten in en/of in de directe omgeving van de onderneming;

  • b.

    de financiering van het bedrijf;

  • c.

    de omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd of de inventaris van de inrichting;

  • d.

    (andere) omstandigheden die de gemeente doen vermoeden dat er sprake is van een ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten, of het gebruiken van voordelen uit strafbare feiten;

  • e.

    (andere) omstandigheden die de gemeente doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven vergunning een strafbaar feit is gepleegd, dan zal de aanvrager/houder van de vergunning:

  • 4.

    het BIBOB-vragenformulier (als bedoeld in artikel 30 wet BIBOB) moeten invullen (voor zover dit niet gedaan is als bedoeld in lid 2);

  • 5.

    documenten op grond van het BIBOB-vragenformulier moeten aanleveren;

  • 6.

    eventuele extra, op verzoek van de ambtenaar, documenten of informatie moeten aanleveren.

De gemeente zal de informatie verkregen uit het BIBOB-vragenformulier toetsen aan de informatiebronnen waar zij in het kader van de BIBOB-onderzoek toegang toe heeft. Daarnaast kunnen de vergunningaanvragen als bedoeld in artikel 2 en het aanhangsel wijziging leidinggevenden bij de Drank- en horecavergunning ingevoerd in het registratiesysteem (RIEC-IS) van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (hierna: RIEC). Op basis van het “Convenant ten behoeve van Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen” kunnen meerdere informatiebronnen bevraagd worden waardoor informatie gekoppeld en gedeeld kan worden met de convenantpartners.

De gemeente zal uiteraard ook de bestaande weigeringsgronden die te maken hebben met de integriteit van de aanvrager onderzoeken en toepassen. Als de gemeente op basis van het eigen onderzoek in het kader van de wet BIBOB genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van “ernstig gevaar” als bedoeld in de wet BIBOB, zal de gemeente de vergunning weigeren/intrekken. Wanneer het gemeentelijke vragenformulier en/of het BIBOB-vragenformulier (op grond van artikel 30 wet BIBOB niet volledig worden ingevuld door de aanvrager, zal dit op grond vanaartikel 4 wet BIBOB worden aangemerkt als ”ernstig gevaar”.

Als na dit gemeentelijke onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur, de financiering, en de omstandigheden in de persoon van de aanvrager dan behoudt de gemeente zich het recht voor advies te vragen bij het landelijk bureau BIBOB (artikel 9 wet BIBOB). Het landelijk bureau zal in dat geval een nader onderzoek instellen. De aanvrager/houder van de vergunning zal hierover worden geïnformeerd door de gemeente.

Het aanvragen van een advies bij het bureau BIBOB is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen kan derhalve geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Wel is het de aanvrager van een vergunning natuurlijk toegestaan de aanvraag terug te trekken. De kosten van het BIBOB-advies bedragen €500,- en worden in rekening gebracht bij de persoon op wie het advies betrekking heeft.

Wanneer het gemeentelijke vragenformulier (inclusief de vragen van artikel 30 van de Wet BIBOB) niet volledig wordt ingevuld, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld. In geval van een bestaande vergunning wordt het niet invullen van deze formulieren op grond van artikel 4 van de Wet BIBOB aangemerkt als ernstig gevaar. Hierdoor kan het bestuursorgaan de vergunning intrekken.

Artikel 5 Bestaande vergunningen

Bij bestaande vergunningen op alle in de wet genoemde aandachtsgebieden zal tot een BIBOB-intake en -screening worden overgegaan als naar het oordeel van het bestuursorgaan feiten of omstandigheden duiden op het bestaan van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 Wet BIBOB.

Artikel 6 Risicogebieden

De burgemeester kan risicogebieden in de gemeente aanwijzen waarbinnen de Wet BIBOB integraal, dus op alle wettelijk toegestane sectoren, onverkort wordt toegepast. Het gaat hierbij om gebieden die extra aandacht behoeven voor wat betreft leefbaarheid en veiligheid. Daarnaast gaat het zowel om aanvragers van nieuwe  vergunningen en overheidsopdrachten, als houders van bestaande vergunningen.

Voor aanvragers van een vergunning of subsidie en opdrachtnemers betrekking hebbende op of verband houdend met een risicogebied betekent dit dat zij altijd gescreend worden, mits de Wet BIBOB deze screening toelaat.

Artikel 7 Tipfunctie officier van justitie

Op grond van artikel 26 van de Wet BIBOB kan het Openbaar Ministerie het bestuursorgaan wijzen op de wenselijkheid het bureau BIBOB om een advies te vragen. Dit geldt zowel bij aanvragen om nieuwe vergunningen als bij bestaande vergunningen. Als de officier van justitie gebruik maakt van deze zogenoemde tipfunctie, zal het bestuursorgaan in beginsel een BIBOB-intake en -screening toepassen en vervolgens een advies vragen aan bureau BIBOB. Over de invulling van de tipfunctie zal regelmatig overleg plaatsvinden in het lokale driehoeksoverleg.

Artikel 8 Welke personen worden in het onderzoek betrokken

In de Wet BIBOB is bepaald wie aan een dergelijk onderzoek van gemeente en bureau BIBOB kan worden onderworpen. De voornaamste personen zijn in ieder geval:

  • 1.

    De aanvrager van een vergunning;

  • 2.

    de houder van een vergunning;

  • 3.

    degene die voor de financiering van het bedrijf zorgdragen;

  • 4.

    beheerders / leidinggevenden;

  • 5.

    diegenen die zeggenschap hebben over bovengenoemde personen.

 

De genoemde personen moeten er rekening mee te houden dat in het kader van een vergunningaanvraag diepgaand onderzoek kan worden gedaan naar onder andere betrokkenheid bij witwaspraktijken en andere criminele activiteiten.

Artikel 9 Wat gebeurt er met het BIBOB-advies

Het advies van het bureau zal worden gebruikt ter onderbouwing van de uiteindelijke beslissing omtrent de verlening, weigering dan wel intrekking van de vergunning. Dit betekent dat het advies kenbaar zal worden gemaakt aan de aanvrager/houder van de vergunning.

Als een zekere mate van gevaar door het landelijk bureau wordt aangegeven, maar dit niet als ernstig wordt gekwalificeerd, of als dit uit het onderzoek van de gemeente zelf komt, kunnen extra voorwaarden aan de vergunning worden gesteld.

Het bestuursorgaan zal, als het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een BIBOB-advies, de betrokkene in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen. De betrokkene wordt daarbij op de hoogte gesteld van het BIBOB-advies.

Tegen de uiteindelijke beslissing van het bestuursorgaan waarin een BIBOB-advies is verwerkt kan bezwaar en beroep worden aangetekend.

Artikel 10 Hoe lang moet een aanvrager op zijn vergunning wachten

De normale termijn voor vergunning verlening is bij Wet geregeld. Als advies wordt gevraagd aan het landelijk bureau BIBOB wordt deze termijn met acht weken verlengd. Dit kan nogmaals met vier weken verlengd worden als het onderzoek van het landelijk bureau niet in de eerste acht weken na de indiening van het verzoek om advies, kan worden afgerond.

De gemeente Peel en Maas streeft ernaar de beslissingstermijn zo kort mogelijk te houden.

Artikel 11 Citeertitel, publicatie en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als beleidslijn wet bevordering integriteitsbeoor­delingen door het openbaar bestuur (BIBOB).

  • 2. De beleidsregel treedt in werking op de dag volgend op die van publicatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester d.d. 10 september 2013,
De burgemeester,
Mevrouw W.J.G. Delissen-van Tongerlo
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 september 2013,
De burgemeester, De secretaris
Mevrouw W.J.G. Delissen-van Tongerlo, De heer H. Mensink

Toelichting

In deze beleidslijn wordt aangegeven hoe de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders omgaan met de bevoegdheden op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB). Tevens wordt ingegaan op de consequenties voor de aanvragers van een vergunning en andere betrokkenen.