Verordening behandeling bezwaarschriften ARA

1. Er is een commissie voor bezwaarschriften over algemene rechtspositionele aangelegenheden.

2. Deze commissie is belast met het geven van een advies in de gevallen dat door medewerkers op het gebied van de rechtspositie van personeel – daaronder mede begrepen functiewaardering – bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht.

1. De commissie is paritair samengesteld en bestaat uit drie leden, die als volgt worden benoemd:

• a.

  één lid en een of meer plaatsvervangende leden worden benoemd door het college met dien verstande dat het college een lid benoemt voor bezwaarschriften over besluiten als bedoeld in artikel 1a en een lid benoemt voor bezwaarschriften tegen een besluit als bedoeld in artikel 1b.

• b.

  een tweede lid en een of meer plaatsvervangende leden worden benoemd door de commissie voor Georganiseerd Overleg, voor zover het een bezwaarschrift betreft over een besluit als bedoeld in artikel 1a, dan wel door de onderwijsvakorganisaties, voor zover het een bezwaarschrift betreft tegen een besluit als bedoeld in artikel 1b;

• c.

  de twee onder a en b genoemde leden benoemen gezamenlijk een derde lid en een of meer plaatsvervangende leden, die tevens als voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter van de commissie zullen fungeren;

• d.

  wanneer omtrent de aanwijzing van het onder c genoemde lid of plaatsvervangende lid/leden geen overeenstemming wordt bereikt, benoemt het college dit lid of plaatsvervangend lid/leden, gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg, dan wel de onderwijsvakorganisaties.

2. De commissie kan kamers instellen die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften; er zijn in ieder geval twee afzonderlijke kamers voor de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in artikel 1a respectievelijk artikel 1b.

• a.

  de commissie stelt voor elke kamer vast welke categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld;

• b.

  elke kamer bestaat uit drie leden, te weten een voorzitter en twee leden, door de commissie uit haar midden aangewezen, alsmede voor elk lid een plaatsvervanger, daarbij tevens rekening houdend met de paritaire samenstelling als bedoeld in het eerste lid;

• c.

  met betrekking tot de werkwijze, bevoegdheden en faciliteiten van ingestelde kamers is het hierna voor de commissie bepaalde zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

3. De leden en plaatsvervangende leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

4. De commissie wordt ondersteund door een secretaris. De secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

1. De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar.

2. De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen het ontslag in bij het college. In een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

3. Degene, die ter invulling van een tussentijdse ontstane vacature tot lid of plaatsvervangend lid van de commissie wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, wiens plaats hij vervult, zou zijn afgetreden.

1. De beraadslaging over het advies vindt achter gesloten deuren plaats door de voltallige commissie.

2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.

3. De commissie kan een reglement voor haar werkwijze vaststellen.