Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening Wet Inburgering 2013 Horst aan de Maas

Geldend van 20-09-2013 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening Wet Inburgering 2013 Horst aan de Maas

Bijlage van gemeenteblad 2013, no.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013, gemeenteblad 2013, no. ;

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24e, 24 f en 35 van de Wet Inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet Inburgering;

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatievoorziening door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

overwegende dat als gevolg van de wijziging van de Wet Inburgering de taken van gemeenten op het terrein van inburgering op termijn beëindigd zullen worden;

overwegende dat gedurende een overgangsperiode gemeenten nog een aantal taken op het terrein van inburgering zullen uitoefenen;

overwegende dat daarom de onder de Wet Inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 opgestelde verordening Wet Inburgering 2011 gemeente Horst aan de Maas, dient te worden ingetrokken;

b e s l u i t :

Vast te stellen de: Verordening Wet Inburgering 2013 Horst aan de Maas

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet Inburgering (WI), de daarop berustende regelingen en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 3 Doelgroep

Het college biedt een inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige, te weten:

  • a.

    de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 en

  • b.

    de geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet, die geen oudkomer is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c van de wet,

voor zover deze uiterlijk 31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden.

Artikel 4 Samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau, de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Een voorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      NT2-onderwijs (taalonderwijs)

    • b.

      maatschappelijke oriëntatie

    • c.

      arbeidsmarktoriëntatie

    • d.

      kennis en oriëntatie met betrekking tot opvoeding, gezondheid en onderwijs;

    • e.

      taalstage

    • f.

      activiteiten of voorzieningen die in het kader van maatwerk bijdragen tot verbetering van het inburgeringsproces in het algemeen en in de lokale samenleving in het bijzonder.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een voorziening

Artikel 5 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1. Het college stuurt het aanbod naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld, die aan de voorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 6 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de voorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid van de wet, wordt in ten hoogste 10 termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de voorziening de betalingswijze en de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 7 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of Staatsexamen Nederlands I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid van de wet.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 400,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de beschikking.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn, het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 9 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 750,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn, het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Op voorzieningen die zijn toegekend onder de werking van de Verordening Wet Inburgering zoals deze gold vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van die verordening van toepassing.

  • 2.

    Als het college vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, worden daarop de bepalingen van de op dat moment geldende verordening toegepast.

  • 3.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om een voorziening op grond van de Verordening Wet Inburgering zoals deze gold vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, wordt beslist met toepassing van de bepalingen van de op dat moment geldende verordening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Wet Inburgering 2011 gemeente Horst aan de Maas.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Wet Inburgering 2013 Horst aan de Maas’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 september 2013.
De raad voornoemd,
De voorzitter,
{HAND1}
ir. C.H.C. van Rooij
De griffier,
{HAND}

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel geeft aan dat de omschrijvingen van de begrippen die worden gebruikt in respectievelijk de Wet Inburgering, het Besluit Inburgering, de Regeling Inburgering en de Algemene wet bestuursrecht, ook van toepassing zijn op deze verordening.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

De gemeente heeft als taak de inburgeringsplichtigen in haar gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit de Wet Inburgering. De wet laat gemeenten vrij om zelf te bepalen op welke wijze de informatievoorziening aan de inburgeringsplichtigen wordt georganiseerd.

Artikel 3 Doelgroep

In dit artikel is vastgelegd aan wie het college vanaf 1 januari 2013 is verplicht een inburgeringsvoorziening aan te bieden.

Artikel 4 Samenstelling van de inburgeringsvoorziening

In het eerste lid wordt aangegeven op welke wijze het college een passende inburgeringsvoorziening moet vaststellen. Bij het bepalen van deze voorziening spelen de in dit lid genoemde factoren een rol.

Ingeval de inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigd is, kunnen de in het tweede lid genoemde programma’s onderdeel uitmaken van de inburgeringsvoorziening.

Artikel 5 De procedure van het doen van een aanbod

Dit artikel bevat enkele procedurele bepalingen die er voor moeten zorgen dat het doen van een aanbod op zorgvuldige wijze gebeurt.

Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage

In de verordening moeten regels worden gesteld die betrekking hebben op de inning van de eigen bijdrage van de inburgeringsplichtige en de mogelijkheid van betaling in termijnen (artikel 23, derde lid WI). De hoogte van de eigen bijdrage is vastgelegd in de wet en bedraagt € 270,-. Dit bedrag kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd (artikel 23, tweede lid WI).

Artikel 7 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot het vaststellen van de inburgeringsvoorziening is een beschikking. Dit betekent dat de inburgeringsplichtige de mogelijkheid heeft tegen dit besluit in bezwaar en beroep te gaan. In dit artikel wordt geregeld welke onderwerpen in ieder geval in de beschikking moeten worden neergelegd.

Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boete voor de verschillende overtredingen

Artikel 35 van de WI draagt de gemeenteraad op bij verordening de hoogte van de bestuurlijke vast te stellen, die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd. In artikel 34 WI zijn voor de verschillende overtredingen de maximumbedragen van de bestuurlijke boete vastgelegd.

De boetebedragen die in de verordening worden opgenomen zijn maximumbedragen en géén gefixeerde bedragen. Het college zal bij elke overtreding de bestuurlijke boete moeten afstemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Bovendien moet het college daarbij ook zonodig rekening houden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. (artikel 38, tweede lid van de wet).

Artikel 9 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om bij herhaling van de overtreding een hogere boete op te leggen dan op grond van artikel 8 mogelijk is. De verhoogde boetebedragen ingeval van herhaling van de overtreding mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die in artikel 34 van de wet worden genoemd. Om te kunnen spreken van een herhaling van een overtreding, moeten de overtredingen zich wel binnen een bepaalde tijdspanne voordoen, bijvoorbeeld 12 maanden. Gemeenten kunnen een kortere of langere termijn voorstellen.

Artikel 10 Overgangsbepalingen

In dit artikel is vastgelegd dat voor inburgeringsplichtigen die op grond van de Verordening Wet Inburgering 2011 gemeente Horst aan de Maas een voorziening hebben toegekend gekregen, de bepalingen van die verordening van toepassing blijven.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12 Citeerartikel

Dit artikel spreekt voor zich.