Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR303599
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR303599/1
Regeling vervallen per 01-01-2014
De Verordening Rekenkamercommissie
Geldend van 26-01-2006 t/m 31-12-2013
Intitulé
De Verordening RekenkamercommissieDe Verordening Rekenkamercommissie
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
directeur: directeur van de rekenkamercommissie;
- b.
rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Mill en St. Hubert
Artikel 2 Rekenkamercommissie
-
1. Er is een rekenkamercommissie.
-
2. de rekenkamercommissie bestaat uit één lid.
Artikel 3 Presidium
-
1. Het presidium heeft de volgende taken:
- a.
het aanbevelen van de kandidaten voor het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap in de rekenkamercommissie;
- b.
het adviseren van de raad over de rapporten als genoemd in artikel 11;
- c.
het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamercommissie.
- a.
Artikel 4 Benoeming leden
-
1. De raad benoemt het enige lid van de rekenkamer als directeur van de rekenkamercommissie voor een periode van 2 jaar.
-
2. Het presidium doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring bevattende:
- a.
de mededeling dat hij een benoeming als directeur zal aanvaarden, en
- b.
een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.
- a.
-
3. Na de periode van 2 jaar stelt de raad opnieuw de rekenkamercommissie in op basis van deze verordening.
Artikel 5 Benoeming plaatsvervangend directeur
-
1. De raad benoemt een plaatsvervangend directeur. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.
-
2. Een plaatsvervangend directeur kan door het Presidium worden opgeroepen voor tijdelijk te vervangen, als dat de directeur door de raad op non-activiteit is gesteld dan wel bij voorziene afwezigheid anderszins.
-
3. De bepalingen van deze verordening zijn op de plaatsvervangend directeur van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Ontslag en non-activiteit
-
1. De commissie bericht de raad als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.
-
2. In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid, van de wet adviseert het Presidium de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van de directeur.
-
3. De commissie adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid.
Artikel 7 Budget
-
1. De directeur is bevoegd binnen een bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van zijn taken.
-
2. De rekenkamercommissie verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid.
-
3. De directeur doet jaarlijks vóór 1 juni een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.
Artikel 8 Vergoeding voor de werkzaamheden van de directeur van de rekenkamercommissie
De vergoeding aan de directeur van de rekenkamercommissie voor de werkzaamheden en de kosten van onderzoek vande rekenkamercommissie worden uitgekeerd op basis van declaraties tot maximaal het door de raad beschikbaar gesteld budget als bedoeld in art. 7.
Artikel 9 Verzoek
De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
Artikel 10 Rapportage en terugkoppeling
-
1. De rekenkamercommissie stelt de onderzochte partij schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Indien de bevindingen daartoe aanleiding geven kan de rekenkamercommissie ter zake conceptaanbevelingen aan de betrokken partij opnemen.
-
2. De rekenkamercommissie stelt de betrokken partij in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen.
-
3. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamercommissie haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.
Artikel 11
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie gemeente Mill en St. Hubert.
Artikel 12
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl