Beleidsregels straatnaamgeving in de gemeente Nuenen c.a.

De status van de beleidsregels als beleidskader

Straatnaamgeving behoort evenals het nummeren van objecten tot de huishouding van de gemeente. De beleidsregels straatnaamgeving zijn door het college vastgesteld om zijn bevoegdheid om straten namen te geven een duidelijk kader te geven. Met het vaststellen van dit kader heeft het college uitgesproken hoe het van zijn bevoegdheid wil gebruiken. Voor de commissie Straatnaamgeving is dit beleidskader van groot belang. Adviezen dienen immers binnen dit kader gegeven te worden. Bij de beoordeling van de adviezen kan het college volstaan met een toets of het voorstel inderdaad past binnen het beleidskader en of het voorstel van de commissie zorgvuldig tot stand is gekomen.

Straatnamen moeten de gehele openbare ruimte beslaan

In verband met de vindbaarheid, het verlenen van hulp door politie, brandweer en ambulance is het van belang dat alle openbare ruimten zoveel mogelijk benoemd worden. Er dienen dus naast het geven van namen aan straten, lanen en pleinen ook namen gegeven te worden aan: parken, groenstroken, paden, zandwegen, steegjes, bruggen, viaducten, rontondes, etc. Het gaat hierbij niet alleen om het geven van namen maar het moet ook duidelijk zijn welk deel een bepaalde naam heeft gekregen. Elk voorstel voor een nieuw te benoemen straat moet voorzien worden van een straatnaamtekening waarop de begrenzing is aangegeven.

Originele straatnamen

De straatnamen vormen een erfgoed en cultuurbezit. Uitgangspunt is het adviseren van een originele straatnaam die algemeen gewaardeerd zal worden. Bij de keuze van een straatnaam dient er rekening mee te worden gehouden dat een straatnaam eeuwen mee kan gaan. Een duidelijke verklaring van de straatnaam geeft meer begrip voor de keuze van de naam en gaat hierdoor meer leven.

Toelichtende onderschriften op straatnaamborden

Waar dat zinvol is, dient op het straatnaambord als ondertekst een korte verklaring van de naam gegeven te worden.

Benoeming naar toponiemen

Bij de straatnaamgeving geldt als uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt aangesloten op bestaande toponiemen en hydroniemen: namen van percelen, akkers, bosgronden etc en waterlopen die van oudsher bekend zijn. Leidraad hierbij vormt o.a. de kadasterkaart van 1832, de legger van wegen en waterlopen van 1882 en de uitgave Noordbrabantse Plaatsnamen monografie 2 Nuenen, Gerwen en Nederwetten (uitgegeven door de Stichting Brabants Heem in 1987).

Benoeming naar personen

Indien straten naar personen worden vernoemd, zal die persoon in principe zijn sporen hebben verdiend in de gemeente Nuenen c.a. in zijn algemeenheid of in een van de afzonderlijke kernen in het bijzonder. Dit betekent dat hij zich verdienstelijk moet hebben gemaakt voor de samenleving op bestuurlijk of maatschappelijk gebied of anderszins.

Uitgangspunt daarbij is dat de te vernoemen persoon tenminste 10 jaar geleden moet zijn overleden. Gestreefd moet worden naar een evenredige verdeling van de straatnamen van mannen en vrouwen.

De procedure

Indien en zodra het college van mening is dat behoefte bestaat aan nieuwe straatnamen, krijgt de commissie straatnaamgeving in een zo vroeg mogelijk stadium de (voorlopige) verkavelingtekeningen en/of de plankaarten toegezonden.

Indien straatnamen voor nieuw aan te leggen straten in kernen of wijken met een eigen dorps- of wijkraad aan de orde zijn, nodigt de commissie leden van de desbetreffende dorps- en wijkraad uit haar vergadering bij te wonen en inbreng te leveren. Bij het vaststellen van dit beleidskader zijn dat Gerwen, Nederwetten en Eeneind. In het advies van de commissie straatnaamgeving wordt specifiek aandacht besteed aan de inbreng van de dorps- of wijkraad. In het geval met de inbreng van de dorps- of wijkraad

geheel of gedeeltelijk geen rekening is gehouden in het uiteindelijke advies van de commissie straatnaamgeving, wordt dit gemotiverrd opgenomen in dat advies. Indien een dorps-of wijkraad de inbreng schriftelijk heeft ingebracht bij de commissie straatnaamgeving, wordt dit advies als bijlage aan het advies van de commissie gehecht en wordt in het advies gemotiveerd aangegeven in welke mate en op welke wijze met de inbreng rekening is gehouden.

De communicatie tussen commissie en dorps- en wijkraad verloopt via de secretaris van de commissie.

Zo mogelijk in dezelfde vergadering, maar uiterlijk in de volgende vergadering stelt de commissie een advies aan burgemeester en wethouders op.

Rekening houdend met het advies van de commissie nemen burgemeester en wethouders een besluit tot vaststelling van de betreffende straatnaam.

Indien burgemeester en wethouders bij het besluit tot vaststelling van de betreffende straatnaam het advies van de commissie niet overnemen, stellen zij de commissie daarvan in kennis met aangeven van de motieven die aan dit besluit ten grondslag liggen. Indien burgemeester en wethouders nader advies van de commissie straatnaamgeving wenselijk achten met het oog op het besluit tot vaststelling van de straatnaam, zullen zij de commissie daartoe verzoeken.

Burgemeester en wethouders publiceren het besluit met daarbij een (korte) toelichtende verklaring.