Regeling vervallen per 24-01-2014

Aanwijzingsbesluit belastingambtenaren

Geldend van 01-01-2003 t/m 11-08-2011

Intitulé

AANWIJZINGSBESLUIT BELASTINGAMBTENAREN

  • 1. de algemeen directeur van de Dienst Informatie en Administratie is aangewezen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet voor zover het betreft de uitvoering van de wettelijke bepalingen inzake de heffing en invordering van:

    • a.

      onroerende-zaakbelastingen;

    • b.

      roerende-zaakbelastingen;

    • c.

      parkeerbelastingen;

    • d.

      hondenbelasting;

    • e.

      precariobelasting;

    • f.

      logiesbelasting;

    • g.

      afvalstoffenheffing;

    • h.

      reinigingsrechten;

    • i.

      begrafenisrechten;

    • j.

      rioolrechten;

    • k.

      leges;

    Mandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan.

  • II. de algemeen directeur van de Dienst Informatie en Administratie is aangewezen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet voor zover het betreft de vertegenwoordiging van de gemeente in beroepsprocedures met betrekking tot het havengeld en marktgeld.

    Mandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan.

  • III. de algemeen directeur van de Dienst Informatie en Administratie is aangewezen als de met de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken belaste gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

    Mandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan.

  • IV. de algemeen directeur van de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken is aangewezen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet voor zover het betreft de uitvoering van de wettelijke bepalingen inzake de heffing en invordering van:

    • a.

      parkeerbelastingen;

    • b.

      precariobelasting;

    • c.

      havengeld;

    • d.

      begrafenisrechten

    • e.

      leges;

    met dien verstande dat onder de aanwijzing niet valt de vertegenwoordiging van de gemeente in beroepsprocedures.

    Mandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan.

  • V. de directeur middelen van de Milieudienst is aangewezen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet voor zover het betreft de uitvoering van de wettelijke bepalingen inzake de heffing en invordering van leges en marktgeld met dien verstande dat onder de aanwijzing niet valt de vertegenwoordiging van de gemeente in beroepsprocedures.

    Mandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan.

  • VI. de algemeen directeur van de Hulpverleningsdienst is aangewezen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet voor zover het betreft de uitvoering van de wettelijke bepalingen inzake de heffing en invordering van leges met dien verstande dat onder de aanwijzing niet valt de vertegenwoordiging van de gemeente in beroepsprocedures.

    Mandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan.

  • VII. de chef van het district Groningen/Haren van de Regiopolitie is aangewezen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet voor zover het betreft de uitvoering van de wettelijke bepalingen inzake de heffing en invordering van:

    • a.

      parkeerbelastingen;

    • b.

      leges;

    met dien verstande dat onder de aanwijzing niet valt de vertegenwoordiging van de gemeente in beroepsprocedures.

    Mandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan

  • VIII. .de algemeen directeur van de Dienst Informatie en Administratie is gemandateerd om namens het college van burgemeester en wethouders:

    • a.

      artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen toe te passen;

    • b.

      artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen toe te passen;

    • c.

      cassatie bij de Hoge Raad in te stellen in belastingprocedures betreffende de gemeentelijke belastingen;

    • d.

      de gemeentelijke belastingen geheel of gedeeltelijk oninbaar te verklaren als bedoeld in artikel 255, vijfde lid, van de Gemeentewet.

    Ondermandaat van bovengenoemde bevoegdheden is toegestaan.

  • IX. de directeur van Park-line BV te Den Haag is aangesteld als onbezoldigd gemeenteambtenaar.

  • X. de chef van het district Groningen/Haren van de Regiopolitie Groningen is aangesteld als onbezoldigd gemeenteambtenaar.

  • XI.

    • 1.

      Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

    • 2.

      Dit besluit kan worden aangehaald als' Aanwijzingsbesluit belastingambtenaren'.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethopuders in hun vergadering van 10 december 2002.

De burgemeester,

J. Wallage.

De srecretaris,

A. Wink.