Verordening Doe-budget gemeente Bussum 2013

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

2. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  kinderen: zowel minderjarige als meerderjarige kinderen die ten laste komen van hun ouders;

• b.

  laag inkomen: een inkomen tot maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

• c.

  vermogen: het vermogen van de aanvrager als bedoeld in artikel artikel 34 van de WWB op de aanvraagdatum;

• d.

  zelfstandige huisvesting: huisvesting waarvoor aantoonbaar huur, onderhuur of kostgeld wordt betaald, aan personen die niet behoren tot verwanten in de eerste graad van de aanvrager.

• e.

  maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter.

1. Het Doe-budget is toegankelijk voor alleenstaanden, alleenstaande ouders, gehuwden/samenwonenden zonder kinderen en gehuwden/samenwonenden met kinderen , in de zin van artikel 3 en 4 WWB die;

• -

  staan geregistreerd als inwoner van Bussum in de gemeentelijke basisadministratie EN

• -

  over zelfstandige huisvesting beschikken, EN

• -

  een inkomen hebben op maximaal 110% van de bijstandsnorm, EN

• -

  een vermogen hebben onder de grens van het vrij te laten vermogen.

2. In uitzondering op de onder 1 gestelde voorwaarde van zelfstandige huisvesting is het Doe-budget ook toegankelijk voor inwoners van verzorgingstehuizen en AWBZ instellingen met uitzondering van verpleegtehuizen.

3. In uitzondering op de onder 1 gestelde voorwaarde dat voldaan moet zijn aan de definities van artikel 3 en 4 WWB, kunnen alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA) gebruik maken van het Doe-budget. Hiervoor is een aangepast budget beschikbaar.

4. Bij zelfstandig ondernemers wordt voor het vaststellen van het inkomen als peildatum het inkomen van het afgelopen kalenderjaar gebruikt.

1. Om voor het Doe-budget in aanmerking te komen moet bij de afdeling sociale zaken een aanvraag worden ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier.

2. Aanvrager is verplicht om inlichtingen te verstrekken, dan wel inzage te verlenen, in alle zaken die van belang zijn om het recht te kunnen vaststellen.

3. Aanvrager is verplicht uit eigen beweging aan de gemeente wijzigingen in persoonlijke en financiële omstandigheden door te geven, waarvan in redelijkheid kan worden vermoed dat deze wijzigingen gevolgen hebben voor het recht op subsidie.

4. De persoonlijke situatie, het inkomen en het vermogen in de maand van aanvraag zijn bepalend voor het recht op en de hoogte van het budget, tenzij voorzienbaar is dat deze in de resterende periode waarvoor het budget geldt een wijziging zullen ondergaan waardoor geen recht meer zal bestaan.

1. Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regeling;

2. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de bedragen per huishoudtype vast, na advies van de cliëntenraad;

3. De uitvoering wordt door burgemeester en wethouders gemandateerd aan het hoofd sociale zaken.