Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel houdende regels omtrent de commissie rekenkamer (Regeling voor de commissie Rekenkamer)

Geldend van 21-05-2019 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 29-03-2019

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel houdende regels omtrent de commissie rekenkamer (Regeling voor de commissie Rekenkamer)

Regeling voor de commissie Rekenkamer

Artikel 1

(Begripsomschrijvingen)

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    waterschap: Waterschap Rijn en IJssel;

  • b.

    commissie: commissie Rekenkamer;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de commissie;

  • d.

    secretaris: secretaris van de commissie;

  • e.

    algemeen bestuur: algemeen bestuur van het waterschap;

  • f.

    college: college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap;

  • g.

    dijkgraaf: dijkgraaf van het waterschap;

Artikel 2

(Taak van de commissie)

  • 1.

    Er is een bijzondere adviescommissie met rekenkamerfunctie die door het algemeen bestuur wordt ingesteld en wordt aangeduid als de commissie Rekenkamer.

  • 2.

    De commissie doet onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door het waterschapsbestuur gevoerde bestuur.

Artikel 3

(Samenstelling, benoeming en ontslag)

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter, een lid van het algemeen bestuur en een variabel aantal leden van het algemeen bestuur. De voorzitter is geen lid van het algemeen bestuur. De voorzitter is deskundig en onafhankelijk.

  • 2.

    De voorzitter wordt benoemd door het algemeen bestuur op voordracht van de fractievoorzitters en de dijkgraaf voor een periode van drie jaar met een mogelijke verlenging van maximaal drie jaar. De voorzitter wordt geschorst en ontslagen door het algemeen bestuur.

  • 3.

    Eén lid van het algemeen bestuur neemt deel aan de commissie voor een periode van twee jaar. Dit lid wordt door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen als lid van die commissie.

  • 4.

    Per onderzoeksopdracht benoemt het algemeen bestuur een aantal leden uit zijn midden, niet zijnde het lid van het algemeen bestuur als bedoeld in het derde lid. De benoeming vindt plaats door aanmelding op basis van kennis van het onderwerp of interesse. De benoeming geldt gedurende de periode van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie wordt in haar werkzaamheden ondersteund door een secretaris. De secretaris wordt aangesteld door het algemeen bestuur op voordracht van de fractievoorzitters en de dijkgraaf. De secretaris is bekend met het werk van het waterschap en heeft affiniteit met een bestuurlijke omgeving. De secretaris is geen lid van de commissie.

Artikel 4

(Vergoeding en nevenfuncties)

  • 1.

    De voorzitter en secretaris van de commissie ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden die zij voor de commissie verrichten. Deze vergoeding wordt door het algemeen bestuur vastgesteld.

  • 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie maakt openbaar welke andere functies hij vervult.

  • 4.

    Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de in het derde lid bedoelde functies.

Artikel 5

(Onderwerpselectie en onderzoeksopzet)

  • 1.

    Het algemeen bestuur kiest via halfjaarlijkse vraagidentificatie in een verkennende vergadering de onderwerpen voor onderzoek en formuleert samen met de commissie de opdrachtformulering.

  • 2.

    De commissie stelt de onderzoeksopzet vast en werkt de opdracht uit in een probleemstelling en gaat op basis hiervan onderzoek (laten) uitvoeren.

Artikel 6

(Werkwijze commissie)

  • 1.

    De commissie zorgt voor uitwerking van de probleemstelling en rapporteert binnen 3 maanden over de bevindingen, in een vergadering van het algemeen bestuur.

  • 2.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het waterschapsbestuur en bij alle ambtenaren van het waterschap mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het waterschapsbestuur en de ambtenaren van het waterschap zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 3.

    De commissie vergadert in beslotenheid. De rapporten van de commissie zijn openbaar tenzij de commissie hierover expliciet anders beslist. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 4.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigheid inschakelen. De commissie kan ook rechtstreeks een verzoek richten aan de unit Control van het waterschap tot het doen van onderzoek. De secretaris-directeur bepaalt of in redelijkheid aan een dergelijk verzoek kan worden voldaan.

  • 5.

    De commissie kan betrokkenen in de gelegenheid stellen om binnen een door haar te stellen redelijke termijn hun reactie aan de commissie te geven op de juistheid en volledigheid van het concept-onderzoeksrapport. Betrokkenen zijn in elk geval degenen, wier taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest.

Artikel 7

(Budget)

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht betreffende:

    • a.

      de vergoedingen aan de voorzitter en secretaris;

    • b.

      de externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    Eenmaal per jaar verantwoordt de voorzitter de besteding van het budget.

Artikel 8

(Evaluatie)

  • 1.

    Evaluatie van de uitgevoerde onderzoeken en de wijze waarop de adviezen ter harte zijn genomen vormen een vast onderdeel van de agenda voor de in artikel 5 genoemde verkennende vergadering.

  • 2.

    Deze regeling wordt geëvalueerd vóór 1 april 2014. In de evaluatie wordt de werking van de commissie betrokken.

Artikel 9

(Inwerkingtreding)

Deze regeling treedt in werking op de dag nadat zij is bekendgemaakt.

Artikel 10

(Citeertitel)

Deze regeling kan worden aangehaald als ’Regeling voor de commissie Rekenkamer’.