Regeling vervallen per 27-04-2023

Verordening Speelautomaten

Geldend van 01-01-2003 t/m 26-04-2023

Intitulé

Verordening Speelautomaten

De raad van de gemeente Beesel,

gelezen het voorstel van het college en wethouders dd. 24 juni 2002

gelet op titel Va van de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit 2000 en de artikelen 149 en 154 van de Gemeentewet,

besluit

vast te stellen de navolgende verordening

Verordening Speelautomaten

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begrippen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De Wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit 2000: KB van 23 mei 2000;

  • c.

    Speelautomaat: een toestel als bedoeld in artikel 30, sub a van de wet, ingericht voor de beoefening van een spel dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    Behendigheidsautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, sub b van de wet, waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;

  • e.

    Kansspelautomaat: een toestel als bedoeld in artikel 30, sub c van de wet, zijnde een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    Speelautomatenhal: een inrichting bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 eerste lid onder c van de wet;

  • g.

    Hoogdrempelige inrichting: een inrichting waar een bedrijf of werkzaamheid wordt uitgeoefend als bedoeld in artikel 3 eerste lid onder a of c van de Drank en Horecawet,

    • 1.

      waarvoor ingevolge die wet vergunning is verleenden deze nog van kracht is, en;

    • 2.

      waar het café- of restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend, en;

    • 3.

      waarvan activiteiten in belangrijke mate zijn gericht op personen van 18 jaar en ouder;

  • h.

    Laagdrempelige inrichting: een inrichting die geen hoogdrempelige inrichting is, en waarvoor ingevolge artikel 3 eerste lid onder a of c van de Drank en Horecawet vergunning is verleend en deze nog van kracht is, of waarvan de ondernemer inschrijfplichtig en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca;

  • i.

    Ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • j.

    Beheerder: Degene die met het dagelijkse toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • k.

    Openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen en paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Hoofdstuk II Opstelplaatsenbeleid

Artikel 2 Speelautomaten in laagdrempelige inrichtingen

De burgemeester kan voor een laagdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van ten hoogste twee behendigheidsautomaten. Kansspelautomaten zijn in deze gelegenheden in het geheel niet toegestaan.

Artikel 3 Speelautomaten in hoogdrempelige inrichtingen

De burgemeester kan voor een hoogdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van twee speelautomaten, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.

Hoofdstuk III Speelautomaten in een hal

Artikel 4

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

  • 3. Aan de vergunning voor een speelautomatenhal verbindt de burgemeester in elk geval het voorschrift dat er maximaal 30 kansspelautomaten en 30 behendigheidsautomaten mogen worden geplaatst.

Artikel 5 Gegevens aanvraag

Een aanvraag voor een vergunning van een speelautomatenhal dient vergezeld te gaan van:

  • a.

    Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting;

  • b.

    Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • c.

    Een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    Een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt en van de beheerder.

Artikel 6 Termijn beslissing

De burgemeester beslist binnen 12 weken na de datum waarop hij de aanvraag met de bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 7

  • 1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3. Onverkort het gestelde in artikel 4 kunnen aan de vergunning voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze bevatten in ieder geval:

    • a.

      De sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      Het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      Het aantal en type speelautomaten dan mag worden opgesteld en het maximale aantal bezoekers dat tegelijkertijd aan een speelautomaat kan spelen;

    • d.

      De legitimatieverplichting voor bezoekers van de inrichting;

    • e.

      De wijze waarop de door de burgemeester daarvoor aangewezen voorschriften voor het publiek kenbaar moeten worden gemaakt.

Artikel 8 Weigering aanvraag

  • 1. De vergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      Het maximaal aantal af te geven vergunningen voor een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 4 lid 2 is verleend;

    • b.

      De beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • c.

      De ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19 van het Burgerlijk Wetboek;

    • d.

      Door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • e.

      De exploitatie of vestiging van een speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid onder b waarbij de leeftijdsgrens kan worden bepaald op de leeftijd van 21 jaar.

Artikel 9

  • 1. Indien overeenkomstig artikel 7, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer binnen acht weken een nieuwe vergunning aan te vragen onder overlegging van de in artikel 5 onder d genoemde bescheiden.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10 Intrekken vergunning

  • 1. De vergunning wordt ingetrokken:

    • a.

      Indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 8 eerste lid onder e;

    • b.

      Indien de exploitatie van den speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • 2. De burgemeester kan een vergunning intrekken:

    • a.

      Indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      Indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • c.

      Indien de ondernemer of de beheerder(s) komen te verkeren in een situatie als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder c;

    • d.

      Indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat er een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 8 eerste lid onder d;

    • e.

      Indien een onderzoek ingevolge de Wet BIBOB, waaraan de persoon van de aanvrager ingevolge deze verordening kan worden onderworpen, daartoe aanleiding geeft.

Artikel 11

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden, dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen 12 weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Hoofdstuk IV Straf- en slotbepalingen

Artikel 12 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in deze verordening of van voorschriften verbonden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning – voor zover niet strafbaar gesteld in artikel 31 van de wet – wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 13 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003.

  • 2. Op die datum vervalt de Verordening inzake speelautomatenhallen vastgesteld 6 juli 1987 en laatstelijk gewijzigd 21 april 1992.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening speelautomaten.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Beesel in de openbare vergadering op 18 november 2002.