Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening rekenkamercommissie

Geldend van 11-02-2010 t/m 25-05-2011 met terugwerkende kracht vanaf 30-05-2008

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit 5 leden.

  • 3. De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de efficiency, de effectiviteit en de rechtmatigheid van het beheer van de gemeentelijke middelen en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 3 Benoeming leden en voorzitter

  • 1. De raad benoemt drie leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden alsmede twee externe leden.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. De externe leden worden voor een periode van drie jaar benoemd. Deze leden kunnen door de raad één keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van 3 jaar.

  • 3. Uit de externe leden van de rekenkamercommissie benoemt de raad de voorzitter. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het andere externe lid op als voorzitter.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming of herbenoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de leden van de rekenkamercommissie, die niet aftredend zijn.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen;

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die ingevolge artikel 81o, lid 3 van de Gemeentewet onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden ontvangen een door de raad vastgestelde vaste vergoeding per maand voor hun werkzaamheden ten behoeve van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De griffier benoemt, na overleg met de rekenkamercommissie, een ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie. Tevens wordt een plaatsvervangend secretaris benoemd.

  • 2. De ambtelijk secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3. De ambtelijk secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5. De kosten van de ambtelijk secretaris komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 8 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet of niet volledig aan het verzoek van de raad voldoet, geeft zij daarvoor de redenen aan.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. Voor het houden van een vergadering is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 6. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. Haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7. De rekenkamercommissie kan openbare vergaderingen beleggen.

  • 8. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taak.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de vaststelling ervan.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 29 mei 2008.

Toelichting op enkele artikelen van de Verordening rekenkamercommissie

Artikel 2

Dit artikel bepaalt dat er een gemeentelijke rekenkamercommissie is. De juridische grondslag van het besluit tot instelling van de rekenkamercommissie is artikel 81o van de Gemeentewet. De juridische basis van de rekenkamercommissie verschilt daarmee niet van die van de andere commissies. Van belang is dat de rekenkamercommissie zich bij haar onderzoek niet alleen richt op de doelmatigheid van het gevoerde beheer maar dat zij ook toetst in welke mate het vastgestelde beleid het beoogde (maatschappelijke) effect heeft.

De publieke taken van de gemeente worden in bepaalde gevallen ook uitgevoerd door rechtspersonen die krachtens burgerlijk recht zijn ingesteld. Het ligt voor de hand dat het werkterrein van de rekenkamercommissie zich ook tot deze organisaties uitstrekt. In de financieel-juridische relatie met deze rechtspersonen zal dit tevens moeten worden geregeld.

Artikel 3 Benoeming leden

De gemeentelijke rekenkamercommissie bestaat uit leden die door de gemeenteraad worden aangewezen (3) en leden (inclusief de voorzitter) die van buiten de kring van de gemeenteraad worden aangewezen (2).

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris die zuiver uitvoerende taken heeft. Deze wordt door de griffier benoemd. Omwille van de zelfstandigheid in het functioneren van de rekenkamercommissie is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

Van groot belang voor het functioneren van de rekenkamercommissie is de selectie van de onderzoeksonderwerpen. De rekenkamercommissie bepaalt de te onderzoeken onderwerpen. De raad kan de rekenkamercommissie verzoeken een bepaald onderzoek in te stellen. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

Teneinde te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De openbaarheid van de rapporten van de rekenkamercommissie is regel; de gronden voor het als geheim aanmerken van rapporten of gedeelten daarvan zijn ontleend aan het bekende stelsel van artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur, waarnaar bijvoorbeeld ook in artikel 25, eerste lid van de Gemeentewet wordt verwezen. De wijze waarop door de rekenkamercommissie als geheim gekwalificeerde stukken worden behandeld is eveneens geregeld in artikel 25 van de Gemeentewet.

Artikel 11 Budget

Door middel van dit artikel wordt een zelfstandige verantwoordelijkheid van de rekenkamercommissie ten opzichte van de gemeenteraad gecreëerd voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Gelet op haar taak is het niet gewenst dat de commissie voor wat betreft haar werkbudget betreft afhankelijk is van een andere budgethouder.