Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR300421
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR300421/1
Regeling vervallen per 30-10-2018
Delegatie en mandaatbesluit waterschap Hollandse Delta 2013
Geldend van 01-01-2013 t/m 28-02-2014
Intitulé
Delegatie mandaatbesluit waterschap Hollandse Delta 2013VERENIGDE VERGADERING ;
COLLEGE VAN DIJK GRAAF EN HEEMRADEN;
DIJKGRAAF ;
SECRETARIS-DIRECTEUR ;
LID DIRECTIERAAD ;
AFDELINGSHOOFD ;
ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. 16 oktober 2012;
gezien het advies van de commissie Middelen, Bestuurlijke Zaken en Handhaving 7 november 2012;
overwegende dat:
- op grond van artikel 1.4 van het Delegatie en Mandaatbesluit dit besluit
jaarlijks wordt geactualiseerd;
- het wenselijk is ter bevordering van de slagvaardigheid, de dienstverlening, een vlotte en klantvriendelijke afdoening van stukken en de efficiëntie van de organisatie, de bevoegdheden zoals opgenomen in bijgevoegd register te delegeren aan het college van dijkgraaf en heemraden c.q. te mandateren aan ambtenaren;
gelet op:
artikel 77 Waterschapswet;
hoofdstuk 10 Algemene wet bestuursrecht;
BESLUIT :
1. het Delegatie en Mandaatbesluit 2013, het daarbij behorende Delegatie en Mandaatregister 2013 en de toelichting vast te stellen voor zover het betreft zijn bevoegdheden;
2. in te stemmen met de in het Delegatie en Mandaatbesluit 2013 en bijbehorend register opgenomen (onder)mandaten, volmachten en machtigingen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. Bestuursorgaan
de Verenigde Vergadering, het college van dijkgraaf en heemraden of de dijkgraaf van waterschap Hollandse Delta; Delegatie en Mandaatbesluit 2013
b. Attributie
de rechtstreekse toekenning van een bevoegdheid;
c. Delegatie
het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;
d. Mandaat
de bevoegdheid om in naam en onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan besluiten te nemen;
e. Ondermandaat
de bevoegdheid om in naam en onder verantwoordelijkheid van een mandaatnemer een besluit te nemen;
f. Ondertekeningsmandaat
de bevoegdheid tot het namens het bestuursorgaan7(onder)mandaatgever ondertekenen van besluiten die door laatstgenoemde zijn genomen;
g. Volmacht
de bevoegdheid om in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
h. Machtiging
de bevoegdheid om in naam van en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan handelingen te verrichten die nog een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
i. (Onder)Mandaatnemer
de functionaris aan wie krachtens dit besluit (onder)mandaat wordt verleend;
j . Mandaatgever
een bestuursorgaan/functionaris door wie (onder)mandaat wordt verleend;
k. Ge(vol)machtigde
de functionaris aan wie krachtens dit besluit volmacht/machtiging wordt verleend;
I. Volmachtgever
het bestuursorgaan door wie volmacht wordt verleend;
m. Beleidsregel
een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;
n. Budgetverantwoordelijke
Degene die op grond van de interne regelingen in het kader van budgethouderschap bevoegd is tot het inzetten van het aan hem toebedeelde budget/krediet.
Artikel 1.2 Delegatie en Mandaatregister
1. De op grond van dit besluit verleende bevoegdheden worden opgenomen in een Delegatie en Mandaatregister (hierna: het register), dat onderdeel uitmaakt van dit besluit.
2. Het register kan, met in achtneming van de bepalingen van dit besluit, al dan niet op verzoek, worden aangepast door de bestuursorganen en de mandaatgevers, ieder voor wat betreft zijn bevoegdheden.
3. De uitoefening van de bevoegdheden, zoals in het bij dit besluit behorend register is opgenomen, wordt opgedragen aan het daarbij genoemde bestuursorgaan of de daarbij genoemde functionaris.
Artikel 1.3 Plaatsvervanging
1. Bij afwezigheid van de functionaris wordt de bevoegdheid overgenomen door de functionaris die als vervanger optreedt:
a. bij afwezigheid van de secretaris-directeur treedt zijn door het college aanwezen vervanger als secretaris op, voor zover het de (wettelijke) taken als secretaris betreft;
b. bij afwezigheid van de secretaris-directeur treedt zijn plaatsvervangend lid van de directieraad op, voor zover het de taken als directeur betreft;
c. bij afwezigheid van een lid van de directieraad treedt zijn plaatsvervangend lid van de directieraad op;
d. bij afwezigheid van een afdelingshoofd treedt zijn hiërarchisch verantwoordelijk lid van de directieraad op;
e. bij afwezigheid van de teamleider treedt zijn afdelingshoofd op;
f. bij afwezigheid van medewerkers treedt zijn teamleider of afdelingshoofd op;
g. bij afwezigheid van de invorderingsambtenaar, voor zover deze in dienst is bij het waterschap, treedt zijn hiërarchisch verantwoordelijk lid van de directieraad op;
h. bij afwezigheid van de heffingsambtenaar, voor zover deze in dienst is van het waterschap, treedt zijn plaatsvervangend lid van de directieraad op.
2. In die gevallen waarin plaatsvervanging zoals bedoeld in lid 1 door omstandigheden niet mogelijk is, is de secretaris-directeur bevoegd tot het aanwijzen van een plaatsvervanger.
Artikel 1.4 Herziening
Ieder eerste kwartaal van elk kalenderjaar wordt dit besluit en het register geactualiseerd.
Artikel 1.5 Nieuwe bevoegdheden
Overdracht of verlening van nieuwe bevoegdheden, in de vorm van delegatie, mandaat en volmacht of machtigingsbesluiten, worden conform artikel 1.2 lid 2 van dit besluit als wijziging in het register opgenomen.
Hoofdstuk 2 Attributie
Artikel 2.1 Aanwijzing ambtenaren ex art. 123 Wsw
De aanwijzing van de waterschapsambtenaren ex artikel 123 Waterschapwet geschiedt middels het register.
Artikel 2.2 Overeenkomstige toepassing
Op mandatering van bevoegdheden van de in artikel 2.1 bedoelde ambtenaren, zijn de bepalingen van hoofdstuk 1, 4 en 6 van dit besluit overeenkomstig van toepassing.
Hoofdstuk 3 Delegatie
Artikel 3.1 Strekking delegatie
1. Gedelegeerde bevoegdheden strekken zich uitsluitend uit tot de bevoegdheden genoemd in het register.
2. Van de bevoegdheden zoals opgenomen in het register is slechts van delegatie sprake bij de bevoegdheden die worden overgedragen door de Verenigde Vergadering aan het college van dijkgraaf en heemraden.
3. Indien aan de Verenigde Vergadering door het college van dijkgraaf en heemraden een voorstel wordt gedaan ten aanzien waarvan de Verenigde Vergadering de bevoegdheid heeft overdragen aan het college wordt bij conforme besluitvorming door de Verenigde Vergadering geacht het delegatiebesluit ten aanzien van dat ene specifieke besluit te zijn ingetrokken conform artikel 10:18 Awb.
Artikel 3.2 Bijzondere bepalingen
Tot uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden kan alleen worden overgegaan indien hiervoor ruimte bestaat in de begroting van het betreffende dienstjaar.
Hoofdstuk 4 Mandaat
Artikel 4.1 Strekking mandaat
1. Het (onder)mandaat strekt zich uitsluitend uit tot de bevoegdheden genoemd in het register.
2. De in het register vermelde mandatering van het college dan wel de dijkgraaf aan de ambtelijke organisatie geschiedt via de secretarisdirecteur. 3. De (onder)mandaatnemer is bevoegd overeenkomstig dit Delegatie- en Mandaatbesluit een beslissing te nemen wanneer deze beslissing strekt tot een wijziging, intrekking, overschrijving of verlenging van een eerder door de (onder)mandaatnemer genomen besluit.
4. De (onder)mandaatverlening, zoals neergelegd in het bij dit besluit behorende register geldt niet voor:
a. Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van de bevoegdheid daarin is voorzien;
b. Het nemen van een besluit waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen, of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet.
Artikel 4.2 Bijzondere bepalingen
1. Tot uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden kan alleen worden overgegaan indien hiervoor ruimte bestaat in de begroting van het betreffende dienstjaar.
2. Het college van dijkgraaf en heemraden, de dijkgraaf respectievelijk de secretaris-directeur kunnen voor zover het hun bevoegdheden betreft, aanwijzingen geven over de uitoefening van het door hen verleende (onder)mandaat.
3. De gemandateerde legt stukken die bestuurlijke gevoeligheden of beleidsaspecten bevatten ter nadere besluitvorming voor aan het bestuursorgaan. Stukken worden geacht beleidsaspecten te bevatten indien: - die zouden leiden tot een afwijking of aanvulling van een eerder vastgelegde beleidslijn;
- afdoening daarvan niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties heeft;
- dit door of namens het bestuursorgaan is kenbaar gemaakt.
Artikel 4.3 Persoonlijke ondertekening
1. Een krachtens (onder)mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Een krachtens (onder)mandaat genomen besluit wordt door de (onder)mandaatnemer als volgt ondertekend:
namens dijkgraaf en heemraden [of ander bestuursorgaan],
[handtekening]
Naam (onder)mandaatnemer
Functie (onder)mandaatnemer
2. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op (overige) correspondentie voortvloeiende uit de gemandateerde bevoegdheid.
3. In geval van een ondertekeningsmandaat, moet uit het besluit blijken dat het door het bestuursorgaan7(onder)mandaatnemer is genomen. Hierbij dient de datum van het besluit vermeld te worden. Ondertekening geschiedt als volgt:
Overeenkomstig het door de Verenigde Vergadering/dijkgraaf en heermaden/de dijkgraaf op [datum] genomen besluit,
[handtekening ]
Naam ondertekeningsgemandateerde
Functie ondertekeningsgemandateerde
Artikel 4.4 Interne procedures
1. De (onder)mandaatnemer aan wie een bevoegdheid is toegekend, die ook één of meer andere afdelingen regardeert, dient eerst overleg te plegen met de betrokken afdelingen, alvorens te besluiten.
2. De (onder)mandaatnemer aan wie een bevoegdheid is toegekend, maar niet over de benodigde financiële middelen beschikt, dient eerst overleg te plegen met de budgetverantwoordelijke, zoals bepaald in de hier voor geldende budgetregeling(en).
3. In het geval als bedoeld in lid 1 en in lid 2, moet overeenstemming bestaan over de wijze van afdoening en de te nemen beslissing. Bij het ontbreken van deze overeenstemming, legt de (onder)mandaatnemer de zaak ter (nadere) besluitvorming voor aan de mandaatgever.
Hoofdstuk 5 Volmacht en machtiging
Artikel 5.1 Strekking volmacht en machtiging
De volmacht/machtiging strekt zich uitsluitend uit t o t de bevoegdheden genoemd in het register.
Artikel 5.2 Bijzondere bepalingen
1. De volmacht/machtiging wordt door de ge(vol)machtigde uitgeoefend binnen het kader van het door de bestuursorganen en/of de volmachtgever/degene die de machtiging afgeeft vastgestelde of vast te stellen algemeen beleid en binnen het kader van de toegekende budgetverantwoordelijkheid en begrotingsrichtlijnen.
2. De volmacht/machtiging wordt verleend met inachtneming van de per bevoegdheid in het register aangegeven instructies/bijzonderheden.
Artikel 5.3 Personnlijke ondertekening
1. Een krachtens volmacht/machtiging genomen besluit vermeldt namens wie de handeling is verricht. Een krachtens volmacht/machtiging verrichte handeling wordt door de ge(vol)machtigde als volgt ondertekend:
namens dijkgraaf en heemraden [of ander bestuursorgaan],
[handtekening]
Naam ge(vol)machtigde
Functie ge(vol)machtigde
3. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op (overige) correspondentie voortvloeiende uit datgene waarvoor volmacht/machtiging is verleend.
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 6.1 Wijziging wetgeving
1. Ingeval van wijziging van wetgeving waarop een verleende bevoegdheid berust, blijft de bevoegdheid verleend en wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving.
2. De wijzigingen in de wetgeving worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk tijdens de jaarlijkse herziening als bedoeld in artikel 1.4 in het register verwerkt.
Artikel 6.2 Overgangsbepaling
Besluiten genomen krachtens delegatie en mandaat voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven van kracht tot het moment waarop zij van rechtswege vervallen, worden ingetrokken of ter zake een nieuw besluit wordt genomen door het bestuursorgaan of functionaris dat volgens dit besluit bevoegd is.
Artikel 6.3 Intrekking voorgaande besluiten
Alle eerder genomen regelingen en besluiten inzake attributie, delegatie, mandaat, volmacht en machtiging,waaronder het "Delegatie en Mandaatbesluit 2012", worden ingetrokken per datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 6.4 Citeertitel
Dit besluit kan worden aangehaald als 'Delegatie en Mandaatbesluit 2013'.
Artikel 6.5 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
Nota-toelichting Delegatie en mandaatbesluit 2013
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl