Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR300398
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR300398/1
Regeling vervallen per 16-06-2021
Legger bergingsgebied Breda Locatie 4de bergboezem
Geldend van 14-04-2015 t/m 15-06-2021
Intitulé
Legger bergingsgebied Breda Locatie 4de bergboezem1 Inleiding
Aanleiding en doel van een legger voor bergingsgebieden
Waterberging is één van de maatregelen om wateroverlast tegen te gaan. Door ruimte beschikbaar te stellen voor tijdelijke opvang van water, wordt wateroverlast elders voorkomen. Het ruimte geven aan water kan op verschillende manieren. Eén manier is het vergroten van de bergingscapaciteit (inhoud) van oppervlaktewaterlichamen, bijvoorbeeld door het verbreden van waterlopen in polders of de aanleg van flauwe oevers. Een andere manier is, door het maken van een bufferende voorziening, de afstroom van hemelwater vanaf verhard oppervlak naar een oppervlaktewaterlichaam af te remmen (retentie). Dit zijn beide maatregelen ín het watersysteem.
Tegenover maatregelen in het watersysteem, staan maatregelen buiten het watersysteem om water meer ruimte te geven bij piekafvoeren. Hiervoor worden gebieden aangewezen die buiten het oppervlaktewaterlichaam liggen en incidenteel tijdelijk onder water mogen stromen: het aanwijzen van bergingsgebieden zoals bedoeld in de Waterwet.
Deze legger gaat specifiek om een bergingsgebied zoals bedoeld in de Waterwet, niet om een verruiming van de bergingscapaciteit van een oppervlaktewaterlichaam. Die maatregelen komen terug in de legger voor oppervlaktewaterlichamen.
Totstandkoming van bergingsgebieden
Om tot bergingslocaties te komen, gaat een heel proces van onderzoek, overleg en planvorming aan de aanwijzing vooraf. Uiteindelijk worden bergingsgebieden conform de vereisten van de Waterwet juridisch vastgelegd in de legger van het waterschap en bestemd conform de Wet ruimtelijke ordening. De legger is daarmee het sluitstuk van de waterstaatskundige besluitvorming rond een bergingsgebied.
Doel van de legger
De legger legt de technische eisen vast waaraan een waterstaatswerk (in dit geval een bergingsgebied) moet voldoen om naar behoren te functioneren. Daarnaast legt een legger onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen vast. De legger is daarmee niet alleen van belang voor de vereiste duldplicht voor waterberging conform de Waterwet, maar ook voor het dagelijks beheer van het bergingsgebied, het toepassen en handhaven van de Keur en de vergunningverlening. In aanvulling op de Waterwet biedt de Keur immers bescherming van aangewezen bergingsgebieden tegen ingrepen een goede werking ervan belemmeren.
Afbakening van deze legger ten opzichte van andere leggers
Deze legger heeft alleen betrekking op de waterhuishoudkundige werking van het bergingsgebied 4de Bergboezem te Breda. Eventuele sloten, leggerwaterlopen en de daarbij behorende waterbeheersingkunstwerken zoals duikers of stuwen zijn niet opgenomen in deze legger, maar staan in een aparte legger voor oppervlaktewaterlichamen. Dit zijn immers zaken die tot het oppervlaktewaterlichaam behoren. Een bergingsgebied is weliswaar een waterstaatswerk, maar vormt geen onderdeel van een oppervlaktewaterlichaam. Hetzelfde geldt voor waterkeringen en kaden. Alleen díe kaden die een functie hebben voor de werking van het bergingsgebied zijn in de legger voor het bergingsgebied opgenomen.
Op de leggerkaarten kunnen oppervlaktewaterlichamen en keringen uit andere leggers wel weergegeven zijn. Dat is dan alleen ter informatie om de relatie met de aparte legger voor oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen aan te duiden. Dit onderscheid is op de kaarten aangegeven.
Wettelijke basis van de legger
In artikel 5.1 van de Waterwet is bepaald dat het waterschap zorg draagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. De Waterwet vermeldt de basisgegevens die van de legger deel uitmaken. De ligging van de waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones en de profielen van vrije ruimte worden aangegeven op overzichtskaarten.
In de Waterwet is verder bepaald dat bij provinciale verordening voor leggers nadere voorschriften kunnen worden gegeven. Dat is gebeurd in de Verordening Water Noord-Brabant. Tevens bepaalt de Waterwet in artikel 5.1 dat bij provinciale verordening vrijstelling verleend kan worden ten aanzien van het in de legger vermelden van vorm, afmeting, constructie en de ligging van waterstaatswerken. Op basis van de Verordening Water Noord-Brabant zijn de minst belangrijke delen van de oppervlaktewaterlichamen (bijv. greppels en oppervlaktewaterlichamen langs wegen die dienen voor de afwatering van die weg) vrijgesteld van opname in de legger. De Verordening Water bepaalt verder dat voor de vrij meanderende wateren kan worden volstaan met het enkel aangeven van de ligging, door middel van een zone waarbinnen de waterloop zich feitelijk kan bevinden.
De legger op grond van de Waterwet moet worden onderscheiden van de onderhoudslegger als bedoeld in artikel 78 van de Waterschapswet. In deze Waterschapswetlegger worden de onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen aangewezen. Waterschap Brabantse Delta combineert beide leggers in één document.
Relatie tussen de legger en de Keur
De Keur stelt regels over waterstaatswerken, beschermingszones, profielen van vrije ruimte en grondwaterlichamen. Volgens de begripsbepalingen van zowel artikel 1.1 Waterwet als artikel 1.1 Keur gaat het om oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden, waterkeringen, ondersteunende kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken en om beschermingzones, profielen van vrije ruimte die als zodanig in de legger zijn aangegeven en grondwaterlichamen. De legger is zodoende van belang voor de reikwijdte van de verbods- en beheerbepalingen van de Keur.
2 Toepassingsbereik
Deze legger is alleen van toepassing op de bergingsgebied 4de Bergboezem bij Breda die op het onderstaande overzichtskaart globaal is aangegeven. De exacte ligging, begrenzingen, bijbehorende kunstwerken en dergelijke zijn weergegeven op de bij deze legger behorende leggerkaarten en leggertabellen.
Deze legger heeft betrekking op een nieuw aangelegd bergingsgebied. Bij het vaststellen van deze legger is geen eerdere legger komen te vervallen. De voor dit gebied bestaande legger oppervlaktewaterlichamen blijft ongewijzigd van kracht.
3 Toelichting bij de leggeronderdelen
De legger bestaat naast dit leggerboek uit nog drie onderdelen:
- •
Een kadastrale kaart: deze geeft de exacte ligging van het bergingsgebied weer inclusief de ligging van zoneringen/beschermingszone van de aanwezige keringen. Dit is een los bijgevoegde kaart.
- •
Een waterstaatskundige tekening: deze geeft de waterhuishoudkundige situatie van het bergingsgebied weer, inclusief de bij het bergingsgebied horende kunstwerken. Op deze tekening is tevens een aanduiding opgenomen van de maaiveldhoogten in de vorm van losse hoogtemerken. Dit is een los bijgevoegde tekening.
- •
Luchtfoto (bijlage II): een luchtfoto geeft een beeld van hoe het bergingsgebied er fysiek uitziet, welke gebruiksvormen in het gebied aanwezig zijn en welke bouwwerken er aanwezig zijn.
- •
In dit hoofdstuk wordt slechts kort toegelicht welke informatie de legger bevat en hoe die informatie geraadpleegd kan worden.
3.1 Werking bergingsgebied 4de Bergboezem
Wanneer de eerste drie bergboezems (Weimeren, Rooskensdonk en Terheijden) volgelopen zijn, bestaat de mogelijkheid dat ook de Vierde Bergboezem tijdelijk water zal moeten gaan bergen.
Bij kritieke waterstanden wordt het water via twee stuwen KST02130 en KST02131, die in de Markkade zijn aangebracht, ingelaten. Via deze stuwen en duikers, vult de Molenpolder zich met water totdat de hoogte van de historische kade (0,70m+ NAP) is bereikt. Daarna dient de historische kade als overloopkade en vult het gehele achterliggende poldergebied.
Zodra de piekgolf voorbij is, worden de stuwen gestreken en stroomt het water via de Mark weg tot het niveau van de in de polder gelegen historische kade (hoogte 0,70m NAP): alleen de zogeheten Molenpolder stroomt leeg. Het restant water in de polder wordt vervolgens via gemaal Kraaiennest (KGM00316), in combinatie met de duiker KDU16944 leeggepompt.
Als extra voorziening is een duiker (KDU06450) aanwezig onder de historische kade nabij de Markkering aan de noordwestzijde, zodat het water achter de historische kade ook via deze duiker kan leegstromen via de Molenpolder. Om te voorkomen dat de polder via deze duiker volstroomt is in deze duiker een terugslagklep aangebracht.
Een belangrijk punt van aandacht zijn de kruisingen met watergangen ter plaatse van de Rietdijk en nabij Rooskensdonk. Deze watergangen voeren het water af vanaf de woonwijken naar het gemaal Kraaiennest. Deze afvoer functie dient gehandhaafd te blijven indien deze duikers (KDU28094, KDU28095, KDU30129 en KDU30136) afgesloten zijn ten tijde van hoogwater.
Duiker KDU03236 heeft een afvoerfunctie van water uit het naastgelegen bergingsgebied Rooskensdonk.
3.2 Ondersteunende kunstwerken
De ondersteunende kunstwerken die in deze legger zijn opgenomen zijn van belang voor het waterstaatkundig functioneren van het gebied als waterberging. Deze ondersteunende kunstwerken zijn op de waterstaatskundige tekening opgenomen. Ieder kunstwerk heeft op de waterstaatskundige tekening een uniek nummer gekregen op basis waarvan de bijbehorende gegevens terug te vinden zijn.
Voor de gegevens van deze kunstwerken wordt verwezen naar de legger oppervlaktewateren.
3.3 Kaden
In de legger voor het bergingsgebied zijn de kaden opgenomen die van belang zijn voor het waterstaatkundig functioneren van het gebied als waterberging en waarop de Keur van het waterschap van toepassing is. Op grond van de Waterwet worden in een legger de ligging, afmetingen, vorm en constructie van keringen vastgelegd. Daarbij geldt tevens dat de zoneringen van keringen zoals kaden moeten worden vastgelegd in een legger. Voor de keringen die bij dit bergingsgebied horen om het naar behoren te laten functioneren, gebeurt het vastleggen ervan in deze legger.
De historische kade langs de Molenpolder is in deze legger opgenomen, de technische gegevens van deze kade staan op de kaart “Waterstaatskundige tekening Bergingsgebied 4de Bergboezem te Breda”, met nummer BLE00002-01-048.
Voor de regionale keringen langs de regionale rivieren geldt dat deze niet in deze legger worden opgenomen. Zij kunnen hooguit ter informatie op de leggerkaarten (gedeeltelijk) zijn weergegeven om de relatie met die legger te duiden.
Gelet op het bovenstaande is op de kadastrale kaart (“Kaart kadastrale situatie Bergingsgebied 4de Bergboezem te Breda”, met nummer BLE00002-01-047) niet alleen de ligging van het bergingsgebied zelf aangegeven, maar ook de ligging van de regionale waterkeringen zoals deze in de legger regionale waterkering langs de regionale rivieren zijn opgenomen.
3.4 Maaiveldhoogten
Voor de goede werking van het bergingsgebied en eventuele vergunningverlening is het noodzakelijk de maaiveldhoogten te kennen. Vandaar dat in deze legger de maaiveldhoogten zijn opgenomen. Deze zijn weergegeven in de vorm van losse hoogtemerken op kaart “Waterstaatskundige tekening Bergingsgebied 4de Bergboezem te Breda”, met nummer BLE00002-01-048.
3.5 Reeds aanwezige bouwwerken en niet-waterstaatskundige kunstwerken
In het bergingsgebied komen ondersteunende kunstwerken voor die niet relevant zijn voor de werking als bergingsgebied. Het betreft hier een aantal duikers en stuwen die gelegen zijn in de waterlopen die een afvoerfunctie hebben in het bergingsgebied.
Deze ondersteunende kunstwerken vallen niet onder de werking van deze legger, maar de reguliere leggers voor oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen.
Er komen er geen bouwwerken voor in het bergingsgebied. Omdat het voor de toekomstige vergunning-verlening relevant is dit vast te leggen in de legger, is een actuele luchtfoto opgenomen in de legger.
3.6 Onderhoudsplicht
De onderhoudsplicht van het bergingsgebied en de daarbij behorende ondersteunende kunstwerken die in deze legger zijn opgenomen, berust bij de perceeleigenaren.
Voor de goede orde wordt vermeld dat de reeds bestaande waterlopen, keringen en bijbehorende ondersteunende kunstwerken die niet dienen voor de werking van het bergingsgebied als zodanig, op de kaarten bij deze legger slechts ter illustratie zijn weergegeven. Om welke waterlopen of keringen het gaat, is op de legenda van de kaarten aangegeven. Deze legger bevat om bovenstaande reden geen bepalingen over onderhoudsplichten of technische vereisten ten aanzien van die waterlopen, keringen of ondersteunende kunstwerken. Die onderhoudsplichten en/of technische vereisten staan in de desbetreffende legger van oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen.
4 Voorschriften
Artikel 1 Hoofdelijke aansprakelijkheid
- 1.
Wanneer percelen met een beperkt recht zijn bezwaard, dan wel krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, rusten de in deze legger aan de eigenaar opgelegde verplichtingen van de Keur ook op de beperkt gerechtigden en in geval er sprake is van een persoonlijk recht ook op de gebruikers.
- 2.
Voor de nakoming van de in de Keur aan de eigenaar opgelegde verplichtingen is ieder van de genoemde gerechtigden alsmede de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.
Artikel 2 Ondersteunende kunstwerken
De onderhoudsplicht voor ondersteunende kunstwerken zoals bedoeld in de Keur berust bij het waterschap, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.
Artikel 3 Onderhoudsplicht bergingsgebied
De onderhoudsplicht voor het bergingsgebied zoals bedoeld in de Keur in deze legger berust bij de perceeleigenaren, tenzij in deze legger anders is bepaald.
Artikel 4 Onderhoudsplicht bouwwerken in bergingsgebied
De onderhoudsplicht zoals bedoeld in de Keur voor waterstaatskundige voorzieningen aan bouwwerken in het bergingsgebied berust bij de eigenaar van het bouwwerk.
Artikel 5 Onderhoudsplicht kaden
- 1.
Het gewoon onderhoud zoals bedoeld in de Keur berust bij de eigenaren van de kaden, tenzij in deze legger anders is bepaald.
- 2.
Het buitengewoon onderhoud zoals bedoeld in de Keur berust bij het waterschap, tenzij in deze legger anders is bepaald.
Artikel 6 Ondersteunende kunstwerken kaden
De verplichting tot het schoonhouden van het doorstromingsprofiel van een ondersteunend kunstwerk zoals bedoeld in de Keur rust op de onderhoudsplichtige van het oppervlaktewaterlichaam waartoe het ondersteunend kunstwerk behoord, tenzij in deze legger anders is bepaald.
Artikel 7 Beschermingszone en profiel van vrije ruimte kaden
1.De beschermingszone langs een kade of overloopkade bedraagt aan beide zijden 0 meter vanuit de waterkeringszone, tenzij in deze legger anders is bepaald.
Bijlage I: Begrippenlijst
In deze legger worden de onderstaande begrippen gehanteerd (voor zover deze niet reeds in de Waterwet of de Keur zijn gedefinieerd).
inlaatwerk
kunstwerk dat dient om gecontroleerd water in een gebied in te laten.
uitlaatwerk
kunstwerk dat dient om gecontroleerd water een gebied uit te laten.
kade
een als zodanig in een legger aangewezen overige waterkering of waterkerende hoogte.
Keur
Keur waterschap Brabantse Delta.
legger bergingsgebieden
legger specifiek voor bergingsgebieden.
legger waterkeringen
legger specifiek voor waterkeringen.
legger oppervlaktewaterlichamen
legger specifiek voor oppervlaktewaterlichamen.
het waterschap:
het waterschap Brabantse Delta.
Bijlage II: Luchtfoto
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl