Regeling vervallen per 25-03-2022

Leggerboek regionale keringen: compartimenteringskeringen

Geldend van 07-06-2012 t/m 24-03-2022

Intitulé

Leggerboek regionale keringen: compartimenteringskeringen

1 Inleiding

Wettelijke basis van de legger

In artikel 5.1 van de Waterwet is bepaald dat het waterschap zorg draagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. De Waterwet vermeldt de basisgegevens die van de legger deel uitmaken. De ligging van de waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones en de profielen van vrije ruimte worden aangegeven op overzichtskaarten.

In de Waterwet is verder bepaald dat bij provinciale verordening voor leggers nadere voorschriften kunnen worden gegeven. Dat is gebeurd in de Verordening Water Noord-Brabant. Tevens bepaalt de Waterwet in artikel 5.1 dat bij provinciale verordening vrijstelling verleend kan worden ten aanzien van het in de legger vermelden van vorm, afmeting, constructie en de ligging van waterstaatswerken. Voor regionale keringen geldt dat vanwege het anders indelen en normeren van de regionale keringen (zie hierna), er voor de regionale keringen bij wijze van overgangsregeling een tijdelijke vrijstelling van de leggerplicht geldt tot uiterlijk 22 december 2011.

De legger op grond van de Waterwet moet worden onderscheiden van de onderhoudslegger als bedoeld in artikel 78 van de Waterschapswet. In deze ‘Waterschapswetlegger’ worden de onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen aangewezen. Waterschap Brabantse Delta combineert beide leggers in één document.

Relatie tussen de legger en de keur

De Keur waterschap Brabantse Delta (keur) stelt regels over waterstaatswerken, beschermingszones, profielen van vrije ruimte en grondwaterlichamen. Volgens de begripsbepalingen van zowel artikel 1.1 Waterwet als artikel 1.1 keur gaat het om oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden, waterkeringen, ondersteunende kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken en om beschermingzones, profielen van vrije ruimte die als zodanig in de legger zijn aangegeven. De legger is zodoende van belang voor de reikwijdte van de verbods- en beheerbepalingen van de Keur.

Afbakening van deze legger

Waterkeringen zijn al volgt onderverdeeld in categorieën:

  • Primaire keringen (zie Waterwet):

    • -

      Primaire kering categorie a;

    • -

      Primaire kering categorie c.

  • Regionale keringen (zie provinciale verordening):

    • -

      Regionale keringen langs regionale rivieren;

    • -

      Compartimenteringskeringen;

    • -

      Boezemkaden.

  • Overige keringen (zie legger waterschap):

    • -

      Voorliggende keringen;

    • -

      Overloopkaden;

    • -

      Zomerkaden;

    • -

      Kaden.

Deze legger heeft alleen betrekking op regionale keringen van het type compartimenteringskering die gelegen zijn in beheergebied van het waterschap. Bij de keringen zijn inbegrepen de bijbehorende ondersteunende kunstwerken. Waterkeringen van een andere categorie (bijv. primaire keringen, andere soorten regionale keringen of overige waterkeringen) vallen onder een andere legger. Daarnaast geldt dat voor bergingsgebieden en oppervlaktewaterlichamen eveneens aparte leggers van kracht zijn.

Om de relatie met andere leggers te duiden, kunnen keringen, oppervlaktewaterlichamen of bergingsgebieden ter informatie wel op de leggerkaarten zijn aangegeven. Daarbij is wel vermeld dat deze vermelding enkel ter informatie is. Regels met betrekking tot vorm, afmetingen en onderhoudsplichten ten aanzien van deze objecten zijn dan ook niet opgenomen in deze legger.

2 Toepassingsbereik

Deze legger is alleen van toepassing op de regionale keringen van het type ‘compartimenteringskeringen’ in het beheergebied van waterschap Brabantse Delta. Deze zijn op het onderstaande overzichtskaart globaal aangegeven. De exacte ligging, begrenzingen, bijbehorende kunstwerken en dergelijke zijn weergegeven op de bij deze legger behorende leggerkaarten en de bijhorende leggertabellen. De overige regionale keringen zijn in een andere deellegger opgenomen.

afbeelding binnen de regeling

Deze legger heeft betrekking op reeds bestaande waterkeringen waarvoor eerder leggers zijn vastgesteld. Met de invoering van de Waterwet zijn veranderingen in status en normering van deze keringen doorgevoerd. Daarnaast zijn er door verleende vergunningen aanpassingen opgetreden ten opzichte van de in het verleden vastgestelde leggers. Herziening van de legger was dan ook noodzakelijk. Met het vaststellen van deze legger komt te vervallen de ‘Legger van de waterkeringen onder het beheer van het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap De Brabantse Bandijk, deel III Slaperdijken’, opgesteld te Steenbergen op 10 mei 1961, vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant op 7 juni 1961.

Bij het opnemen van voorschriften in deze legger is, met inachtneming van de Waterwet en de Verordening water Noord-Brabant, zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de regels en voorschriften zoals deze waren voor inwerkingtreding van de Waterwet.

3 Toelichting bij de leggeronderdelen

De legger bestaat naast dit leggerboek nog uit de volgende onderdelen:

  • Een leggertabel: deze tabel bevat gegevens over vorm, afmetingen en constructie van de compartimenteringskeringen en eventuele bijbehorende ondersteunende kunstwerken, beschermingszones en profielen van vrije ruimte, alsmede onderhoudsplichten. De leggertabel is opgenomen in Bijlage II.

  • Leggerkaarten: deze kaarten geven de exacte ligging van de kering, inclusief eventuele ondersteunende kunstwerken, en de beschermingszones weer, op een luchtfoto en gedetailleerde hoogtekaarten.

  • Voorschriften: de legger bevat regels met betrekking tot onderhoudsverplichtingen en afmetingen van de beschermingszones waaronder profielen van vrije ruimte.

In dit hoofdstuk wordt kort toegelicht welke informatie de legger bevat en hoe die informatie geraadpleegd kan worden.

3.1 Algemene uitgangspunten

Voor compartimenteringskeringen geldt dat deze keringen een andere functie hebben gekregen met de invoering van de Verordening water Noord-Brabant en de Waterwet. Werden deze keringen voorheen beheerd als een volwaardige tweede verdedigingslinie achter de primaire waterkeringen, nu is het doel via compartimenten de gevolgen van een overstroming of doorbraak van een primaire waterkering te beperken. Deze keringen hoeven alleen in uitzonderlijke gevallen tijdelijk water te keren of te vertragen. Er is in de Verordening water Noord-Brabant dan ook geen norm vastgesteld in de vorm van een overschrijdingskans (zoals gebruikelijk is bij primaire en regionale keringen) waarbij een maatgevende waterstand hoort, maar de ‘norm’ is dat het huidige aanwezig profiel gehandhaafd moet blijven. Dit betekent dat de opzet van de legger voor de compartimenteringskeringen anders en eenvoudiger is dan voor de andere soorten regionale rivieren. Dit is een van de redenen om de legger voor compartimenteringskeringen in de legger te scheiden van de overige regionale keringen.

Wat betreft de benamingen en de benadering van het profiel verschilt de keur als gevolg van de Waterwet ten opzichte van de keur voorheen. In de voormalige keur werd voor wat betreft de waterkeringszone een onderscheid gemaakt tussen de kernzone en de beschermingszone van keringen, maar wel beide met dezelfde regels en hetzelfde vergunningenregime. Voor extra bescherming gold bovendien nog een buitenbeschermingszone. In de huidige keur maken de kernzone en de voormalige beschermingszone integraal deel uit van het profiel van de waterkering. Daarmee is eenduidig het gehele profiel omschreven dat nodig is voor een veilige en stabiele waterkering. De voormalige buitenbeschermingszone is in de nieuwe systematiek de beschermingszone geworden. Voor de maten en afmetingen die aangehouden worden, geldt dat deze in beginsel overeenkomen met de maten en afmetingen die voorheen aangehouden werden. Hoewel de benamingen anders zijn geworden, zijn de achterliggende principes dus niet wezenlijk veranderd.

3.2 Profiel waterkering

Om het huidige profiel vast te leggen is gebruik gemaakt van de meeste recente digitale gegevens uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN-2). Op basis daarvan zijn representatieve profielen gegenereerd die voor een gegeven strekking van een dijkvak een weergave is van het profiel dat aanwezig is en dus in stand moet blijven. Op deze wijze is een nauwkeurige bepaling van de ligging en afmetingen van de compartimenteringskering verkregen, zonder dat zeer lokale detailvariaties of meetonnauwkeurigheden tot uitdrukking komen in de leggerprofielen.

Zoals ook bij andere waterkeringen, omvat het profiel van een compartimenteringskering niet alleen het fysieke waarneembare ‘dijklichaam’ van teen tot teen, maar ook die gronden direct naast het ‘dijklichaam’ die nodig zijn om deze veilig en stabiel te houden gelet op faalmechanismen als piping. In het geval van een compartimenteringskering zijn deze faalmechanisme minder van belang dan bij andere regionale keringen. Er kan dan ook volstaan worden met het toevoegen van 2,50 meter aan de waterkeringszone, zowel binnen- als buitendijks. In de onderstaande figuur is dit principe grafisch weergegeven. Deze benadering en afmetingen zijn overigens ongewijzigd ten opzichte van het oude beschermingsregime op grond van de ‘Keur waterkeringen en oppervlaktewateren waterschap Brabantse Delta’, die van kracht was voor de inwerkingtreding van de Waterwet en de Verordening water Noord-Brabant.

Principeprofiel compartimenteringskering

met een berm:

afbeelding binnen de regeling

In de dagelijkse praktijk van de waterkeringzorg wordt met de termen ‘dwarsprofiel’ en ‘lengteprofiel’ vaak een tekening bedoeld met daarop een doorsnede van de waterkering, omdat dit de van oudsher de gebruikelijke werkwijze is. Hoewel het waterschap verplicht is om profielen op te nemen in de legger, wil dit niet zeggen dat die profielen daadwerkelijk uitgetekende dwars- en lengteprofielen moeten zijn. Immers: het gaat om het vastleggende van de kenmerkende gegevens die de vorm, afmeting en constructie van een waterkering op de duidelijke manier vastleggen. Dat hoeft niet persé in een getekende vorm en dat is ook niet als zodanig bepaald. In deze legger zijn daarom geen expliciete uitgetekende profielen opgenomen, want alle relevante gegevens die uit een dergelijke tekening te herleiden zijn, zijn in tabelvorm opgenomen in de legger. Op deze wijze is voldaan aan de vereisten uit de Waterwet en de Verordening water Noord-Brabant.

3.3 Beschermingszones

De beschermingszone zoals bedoeld in de keur heeft tot doel het beschermen van de waterkering tegen ingrepen die de stabiliteit van de waterkering kunnen aantasten, zoals explosiegevaarlijke inrichtingen of ontgraven. Door de afslag van grond in de nabijheid van een waterkering, kan immers de ondergrond van de waterkering toch nog onstabiel worden. In de bovenstaande figuur in paragraaf 3.2 is dit grafisch weergegeven. Voor de omvang van de beschermingszones worden in beginsel de maten en afmetingen aangehouden die voorheen aangehouden worden. Voor de compartimeteringskeringen geldt dat deze in omvang is verkleind ten opzichte van de voorheen geldende afmetingen, vanwege de verandering van functie van compartimenteringskeringen. Voor compartimenteringskeringen wordt als standaardafmeting van de beschermingszone 2,50 meter (tweezijdig) aangehouden.

3.4 Ondersteunende kunstwerken

De ondersteunende kunstwerken die in deze legger zijn opgenomen zijn van belang voor het waterstaatkundig functioneren van de waterkering. Het zijn objecten in, op of bij de waterkering die het waterkerende vermogen van de waterkering in stand houden. Voorbeelden zijn coupures, afsluitingen op duikers, of leidingen door de waterkering. De ondersteunende kunstwerken zijn op de waterstaatskundige tekening aangegeven. De bijbehorende gegevens zijn terug te vinden in de leggertabel in Bijlage II.

3.5 Profiel van vrije ruimte

Het profiel van vrije ruimte is een reservering voor toekomstige verbetering van waterkeringen, want normaal gesproken dienen waterkeringen namelijk periodiek verhoogd en verbreed te worden om stijgingen van waterstanden en/of het inklinken van de kering en de ondergrond op te vangen. Het profiel van vrije ruimte dient ertoe ruimte naast en boven de kering vrij te houden van permanente obstakels die een toekomstige verbetering van de waterkering onmogelijk maken of anderszins belemmeren. Aangezien compartimenteringskeringen geen norm hebben en niet verhoogd hoeven te worden is het niet nodig deze keringen op termijn te gaan verhogen en daarvoor een ruimtereservering in stand te houden. Voor compartimenteringskeringen geldt daarom dat er geen profiel van vrije ruimte wordt aangehouden.

4 Voorschriften

Artikel 1 Hoofdelijke aansprakelijkheid

  • 1.

    Wanneer percelen met een beperkt recht zijn bezwaard, dan wel krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, rusten de in deze legger aan de eigenaar opgelegde verplichtingen van de keur ook op de beperkt gerechtigden en in geval er sprake is van een persoonlijk recht ook op de gebruikers.

  • 2.

    Voor de nakoming van de in de keur aan de eigenaar opgelegde verplichtingen is ieder van de genoemde gerechtigden alsmede de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.

Artikel 2 Onderhoudsplicht waterkeringen

  • 1.

    Het gewoon onderhoud zoals bedoeld in de keur berust bij de eigenaren van de waterkeringen, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

  • 2.

    Het buitengewoon onderhoud zoals bedoeld in de keur berust bij het waterschap, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

Artikel 3 Ondersteunende kunstwerken

  • 1.

    De verplichting tot het schoonhouden van het doorstromingsprofiel van een ondersteunend kunstwerk zoals bedoeld in de keur rust op de onderhoudsplichtige van oppervlaktewater waartoe het ondersteunend kunstwerk behoord, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

  • 2.

    De verplichting tot het in standhouden van afsluitmiddelen op ondersteunende kunstwerken rust op de onderhoudsplichtige zoals bepaald in de Keur tenzij in de leggertabel van deze legger ander is bepaald.

Artikel 4 Beschermingszones

De beschermingszone langs een compartimenteringskering bedraagt aan beide zijden 2,50 meter vanuit de waterkeringszone, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

Bijlage I: Begrippenlijst

In deze legger worden de onderstaande begrippen gehanteerd (voor zover deze niet reeds in de Waterwet, provinciale verordening of de keur zijn gedefinieerd).

buitendijks: aan de kant van het te keren water. Het tegenovergestelde is ‘binnendijks’: aan de kant van het land dat door de kering beschermd wordt.

Coupure: een afsluitbare doorgang in een waterkering.

Inlaatwerk: kunstwerk dat dient om gecontroleerd water in een gebied in te laten.

Kade: een als zodanig in een legger aangewezen overige waterkering of waterkerende hoogte.

Keur: verordening met ge- en verbodsbepalingen van een waterschap

kruinbreedte: breedte van de waterkering op het hoogste punt in het dwarsprofiel van het dijklichaam.

kruinhoogte: hoogte van de waterkering.

legger bergingsgebieden: legger specifiek voor bergingsgebieden.

legger waterkeringen: legger specifiek voor waterkeringen.

legger oppervlaktewaterlichamen: legger specifiek voor oppervlaktewaterlichamen.

Teenlijn: lijn van de onderrand van het dijklichaam. De binnenteenlijn ligt aan de binnendijkse zijde, de buitenteenlijn aan de buitendijkse zijde.

Waterkeringszone: oppervlak welke wordt ingenomen door de waterkering.

het waterschap: het waterschap Brabantse Delta.

Bijlage II: Leggertabellen

[Red: De leggertabellen zijn in te zien op het hoofdkantoor van waterschap Brabantse Delta en zijn tevens raadpleegbaar op www.brabantsedelta.nl via leggerkaarten.]