Deelverordening Sport 2000

Artikel 3 Aanvullende voorwaarden voor subsidiëring

• 1. Instellingen die activiteiten uitvoeren op het gebied van sport dienen over tenminste 20 Heemsteedse leden te beschikken. Deze voorwaarde geldt niet voor veldsportinstellingen.

• 2. Veldsportinstellingen dienen minimaal 75 leden te hebben.

• 3. Minimaal 35% van het totale ledental van een instelling dient woonachtig te zijn in Heemstede, tenzij een instelling meer dan 200 Heemsteedse leden heeft.

• 4. Bij de bepaling van de in lid 1, lid 2 en lid 3 geformuleerde voorwaarden wordt uitgegaan van het aantal leden op 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

• 5. In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders aan een instelling waarmee voor de betreffende activiteit reeds een subsidierelatie bestaat die tijdelijk niet aan de draagvlaknorm kan voldoen voor de periode van een jaar ontheffing verlenen van de in lid 1, lid 2 en lid 3 gestelde voorwaarden.

• 6. Een instelling dient - gezien over een jaar - minimaal 1 activiteitenmoment per maand aan te bieden.

Artikel 4 grondslag en wijze van berekening van de subsidie

• 1. de jaarlijkse subsidie bestaat uit

  • a.

    een bedrag per Heemsteeds jeugdlid;

  • b.

    voor zover de subsidie op grond van sub a minder bedraagt dan het maximale bedrag van een waarderingssubsidie wordt een waarderingssubsidie verstrekt.

• 2. a. naast de jaarlijkse subsidie genoemd in lid 1 omvat de subsidie aan een binnensport- of zwemsportinstelling bovendien een bijdrage gebaseerd op respectievelijk 20% en 30% van de kosten van de huur van het Sportcentrum Groenendaal dan wel van in de gemeente gelegen en primair bij het onderwijs in gebruik zijnde gymnastieklokalen.

  • b.

    naast de jaarlijkse subsidie genoemd in lid 1 omvat de subsidie aan een gehandicaptensportinstelling bovendien een bijdrage gebaseerd op 75%van de kosten van de huur van het Sportcentrum Groenendaal dan wel van in de gemeente gelegen en primair bij het onderwijs in gebruik zijnde gymnastiekzalen.

  • c.

    indien een binnensport- of zwemsportinstelling activiteiten organiseert waaraan gelijktijdig gehandicapten en niet-gehandicapten kunnen deelnemen, dan wordt die instelling voor wat betreft de bijdrage genoemd in dit artikel aangemerkt als gehandicaptensportinstelling indien het aantal deelnemers aan de activiteit voor minimaal 50% uit gehandicapten bestaat.

• 3. Door burgemeester en wethouders aangewezen stichtingen die een binnensport- accommodatie in eigendom hebben, kunnen voor maximaal 50% gesubsidieerd worden in de onderhoudslasten van de betreffende accommodatie.

  Het subsidiebedrag wordt gebaseerd op een vooraf door burgemeester en wethouders goedgekeurde onderhoudsbegroting die betrekking heeft op een periode van 5 jaar. Het jaarlijks in dit kader te verstrekken subsidiebedrag bestaat uit een gemiddelde bijdrage berekend over genoemde periode van vijf jaar.

• 4. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders een andere subsidiegrondslag vaststellen.

Artikel 5 Slotbepaling

• 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Deelverordening Sport 2000”.

• 2. Zij treedt in werking op 1 mei 2000.

• 3. De "Deelverordening Sport en Recreatie", vastgesteld op 26 november 1992, nr. 87m wordt ingetrokken op de in het tweede lid van dit artikel genoemde datum.