Regeling vervalt per 01-07-2026

Subsidieregeling Molens Zuid-Holland 2013

Geldend van 01-01-2025 t/m 30-06-2026

Intitulé

Subsidieregeling Molens Zuid-Holland 2013

Gedeputeerde Staten van van de provincie Zuid-Holland:

gelet op

artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

overwegende dat het wenselijk is het behoud en het draaien van molens te stimuleren;  

Besluiten:

Vast te stellen de “Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013” 

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

b. eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een molen, een incomplete molen of een standerdmolen;

c. groot onderhoud: onderhoud, noodzakelijk voor het herstel van ten hoogste twee onderdelen van de molen;

d. incomplete molen: op grond van de Erfgoedwet als rijksmonument aangewezen incomplete molen;

e. instandhoudingsplan: plan waarin zijn opgenomen een overzicht van de aard en omvang van de voorgenomen werkzaamheden, een omschrijving van de daarmee beoogde resultaten en een begroting;

f. molen: op grond van de Erfgoedwet als rijksmonument aangewezen molen;

g. onderdeel: zelfstandig onderdeel van een molen of standerdmolen, waaronder in ieder geval begrepen kap, staande werk, stelling, gaande werk, staart en gevlucht;

h. onderhoud: noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het instandhouden;

i. Sim: Subsidieregeling instandhouding monumenten (Stcrt. 2012, 20420);

j. standerdmolen: de standerdmolen ’t Vliegend Hert te Brielle en de standerdmolen de Put te Leiden.

§ 2 Draaipremie

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

1. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het doen draaien van een molen of standerdmolen.

2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt als projectsubsidie.

3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot het draaien van een molen of standerdmolen.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een molen of standerdmolen.

Artikel 4 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidies, als bedoeld in artikel 2, worden ingediend van 1 januari tot en met de laatste dag van februari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de activiteiten zijn verricht.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen dient de molen of standerdmolen ten minste 60.000 asomwentelingen per kalenderjaar te hebben gemaakt, geregistreerd door middel van een namens Gedeputeerde Staten aangebracht en verzegeld telapparaat.

Artikel 6 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie wordt bepaald door het aantal per kalenderjaar gerealiseerde asomwentelingen volgens de volgende tabel:

0 t/m 59.999: nihil

60.000 t/m 79.999: € 255,00

80.000 t/m 99.999: € 325,00

100.000 t/m 119.999: € 370,00

120.000 t/m 149.999: € 460,00

150.000 t/m 199.999: € 505,00

200.000 t/m 299.999: € 595,00

300.000 en meer: € 630,00

Artikel 7 Rangschikking

1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 8 Subsidievaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld zonder daaraan voorafgaande verlening.

Artikel 9 Prestatieverantwoording

[vervallen]

§ 3 Onderhoud

Artikel 10 Subsidiabele activiteiten

1. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor onderhoud van een molen, incomplete molen of standerdmolen.

2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt als projectsubsidie.

3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot instandhouding van een molen, incomplete molen of standerdmolen.

Artikel 11 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 10 wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een molen, incomplete molen of standerdmolen.  

Artikel 12 Aanvraagperiode

1. In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv wordt een aanvraag om subsidie ingediend van 1 september tot en met 30 november in het jaar voorafgaand aan de periode van zes kalenderjaren waarvoor subsidie wordt gevraagd.

2. Gedeputeerde Staten kunnen gemotiveerd afwijken van de regels als bedoeld in lid 1.

Artikel 13 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a. de eigenaar ontvangt voor het tijdvak waar de aanvraag betrekking op heeft voor een molen of incomplete molen subsidie op grond van de Sim;

  • b. de eigenaar van een standerdmolen beschikt over een zesjarig instandhoudingsplan;

  • c. de molen, incomplete molen of standerdmolen wordt verzekerd en verzekerd gehouden tegen schade door brand, storm en bliksem;

  • d. de molen of standerdmolen heeft in de voorafgaande drie kalenderjaren meer dan in totaal 180.000 asomwentelingen gemaakt. 

Artikel 14 Subsidiabele kosten

1. Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten die als bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Staatscourant 20420) is opgenomen.  

2. De subsidiabele kosten op grond waarvan het subsidiebedrag wordt bepaald, zijn ten hoogste € 72.500,00 per molen, incomplete molen of standerdmolen.

Artikel 15 Subsidiehoogte

1. De hoogte van de subsidie voor een molen bedraagt ten hoogste 37% van de subsidiale kosten .

2. De hoogte van de subsidie voor een incomplete molenbedraagt ten hoogste 14% van de subsidiabele kosten.

  • 3. De hoogte van de subsidie voor een standerdmolen bedraagt ten hoogste 97% van de subsidiabele kosten.

Artikel 16 Rangschikking

1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 17 Subsidie voor meerdere molens

Een subsidieontvanger die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is aangewezen als professionele organisatie voor monumentenbehoud en die subsidie ontvangt als bedoeld in artikel 10, wordt toegestaan zelf te bepalen hoe de besteding van het totale subsidiebedrag wordt verdeeld over deze molens.

Artikel 18 Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    wijziging van de eigendom van de molen, incomplete molen of standerdmolen wordt aan Gedeputeerde Staten gemeld;

  • b.

    de moleneigenaar spant zich actief in om verslechtering van de vrije windvang, en het zicht op de molen, incomplete molen of standerdmolen te voorkomen conform de uitgangspunten voor een goede molenbiotoop zoals die zijn opgenomen in de Verordening Ruimte. 

Artikel 19 Verantwoording

1. De subsidieontvanger kan bij subsidies tot € 25.000,00 desgevraagd met behulp van een activiteitenverslag en beeldmateriaal aantonen dat de activiteiten zijn uitgevoerd.

2. De subsidieontvanger toont bij subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00, in aanvulling op artikel 4.2, eerste lid, van de Asv, met behulp van beeldmateriaal aan dat de activiteiten zijn uitgevoerd.

3. Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer toont de subsidieontvanger, in aanvulling op artikel 4.3, eerste en tweede lid, van de Asv, met behulp van beeldmateriaal aan dat de activiteiten zijn uitgevoerd.

Artikel 20 Bevoorschotting en betaling

1. Het voorschot bedraagt 100% van het verleende bedrag.

2. De betaling vindt plaats in zes jaarlijkse termijnen.

Paragraaf 4 Groot onderhoud

Artikel 21 Subsidiabele activiteiten

1. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor groot onderhoud van een molen of standerdmolen.

2. De subsidie wordt verstrekt als projectsubsidie.

3. De subsidie leidt tot instandhouding van de molen of standerdmolen.

Artikel 22 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een molen of standerdmolen, gelegen binnen de provincie Zuid-Holland.

Artikel 23 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie worden ingediend van 1 augustus tot 1 oktober.

Artikel 24 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de totale subsidiabele projectkosten minder dan € 25.000,00 bedragen;

  • b.

    de aangevraagde subsidie meer dan twee in de bijlage bij deze subsidieregeling opgenomen typen werkzaamheden betreft;

  • c.

    Aan een eigenaar van meer dan een, maar minder dan vijf molens wordt niet meer dan één subsidie verstrekt. Aan een eigenaar van meer dan vier, maar minder dan 16 molens wordt niet meer dan twee subsidies verstrekt. Aan een eigenaar van meer dan 15 molens wordt niet meer dan drie subsidies verstrekt.

Artikel 25 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

a. de eigenaar van een molen ontvangt een subsidie op grond van de Sim en een onderhoudssubsidie op grond van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013;

b. de eigenaar van een standerdmolen ontvangt een onderhoudssubsidie op grond van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013;

e. de aanvraag betreft werkzaamheden uit de lijst subsidiabele type werkzaamheden groot onderhoud molens en standerdmolens die als bijlage bij deze subsidieregeling is opgenomen;

d. het groot onderhoud wordt uitgevoerd boven of gelijk aan 0,50 m onder het maaiveld.

Artikel 26 Subsidiabele kosten

1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidie in aanmerking de kosten van werkzaamheden opgenomen in de lijst subsidiabele type werkzaamheden groot onderhoud molens en standerdmolens die als bijlage bij deze subsidieregeling is opgenomen.

2. De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

a. De kosten van werkzaamheden die reeds worden gesubsidieerd op grond van de Sim;

b. de kosten van de werkzaamheden waarvoor al subsidie is verstrekt door Gedeputeerde Staten;

c. de kosten van herstel van schade als gevolg van brand, storm of bliksem.

Artikel 27 Subsidiehoogte

1. De hoogte van de subsidie bedraagt 60% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 60.000,00.

2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder zou bedragen dan € 15.000,00, wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 28 Rangschikking

1. Indien de binnen de aanvraagperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de volgorde van behandeling een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende criteria:

a. begrote totale subsidiabele projectkosten;

b. standerdmolen of soort molen;

c. type eigenaar;

d. type werkzaamheden.

  • 2. Gedeputeerde Staten kennen voor de rangschikking, bedoeld in het eerste lid, de volgende punten toe:

    • a.

      criterium a:

      • 1°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 82.500,00 en kleiner of gelijk aan € 100.000,00: 18 punten;

      • 2°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 75.000,00 en kleiner dan € 82.500,00: 15 punten;

      • 3°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 62.500,00 en kleiner dan € 75.000,00: 12 punten;

      • 4°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 50.000,00 en kleiner dan € 62.500,00: 9 punten;

      • 5°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 37.500,00 en kleiner dan € 50.000,00: 6 punten;

      • 6°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 25.000,00 en kleiner dan € 37.500,00: 3 punten;

b. criterium b:

  • 1°. een molen met een stelling gelijk of hoger aan 16 meter vanaf het maaiveld onder de stelling, een standerdmolen of een houtzaagmolen met zaagschuur: 15 punten;

  • 2°.een molen met een stelling lager dan 16 meter vanaf het maaiveld: 0 punten;

c. criterium c:

  • 1° stichtingen: 10 punten;

  • 2° particulieren en overige: 5 punten;

  • 3° overheden: 0 punten.

d. criterium d:

  • 1° werkzaamheden gericht op het water- en winddicht maken en/of houden: 26 punten;

  • 2° werkzaamheden gericht op de kap: 21 punten;

  • 3° werkzaamheden gericht op het gaande werk exterieur: 21 punten;

  • 4°werkzaamheden gericht op de staart: 15 punten;

  • 5° werkzaamheden gericht op stelling: 15 punten;

  • 6° werkzaamheden gericht op romp, ondertoren en/of onderbouw: 9 punten;

  • 7° werkzaamheden gericht op gaande werk interieur: 9 punten.

3. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de te verlenen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag van de molen of standerdmolen met het hoogste aantal punten behaald bij het criteriumin het eerste lid, onderdeel d. Als hier ook een gelijk aantal punten behaald is, geschiedt de rangschikking door loting.

4. Als na toepassing van het derde lid het subsidieplafond niet is bereikt, is het derde lid van overeenkomstige toepassing op de overblijvende aanvragen, zo nodig bij herhaling totdat het overblijvende budget geheel is verdeeld.

Artikel 29 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd dat de werkzaamheden uiterlijk 2 jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening te hebben afgerond.

  • 2. De uitvoeringstermijn als bedoeld in het eerste lid kan op daartoe strekkend gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger éénmalig met 6 maanden worden verlengd.

Artikel 30 Verantwoording

In afwijking van artikel 4.1 van de Asv gaat de aanvraag tot subsidievaststelling naast het activiteitenverslag, ongeacht de hoogte van het verleende subsidiebedrag, vergezeld van een financieel verslag. Tevens toont de subsidie-ontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van actuele, gedateerde kleurenfoto’s.

Artikel 31 Bevoorschotting en betaling

Het voorschot bedraagt 80% van het verleende bedrag.

§ 5 Slotbepalingen

Artikel 32 Evaluatie

[vervallen]

Artikel 33 Intrekking

De Subsidieregeling molens Zuid-Holland wordt ingetrokken.

Artikel 34 Overgangsrecht

De Subsidieregeling molens Zuid-Holland, zoals die luidde op dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van kracht voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 35 Inwerkingtreding en werkingsduur

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2013.

Artikel 36 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 1 juli 2026 met dien verstande dat de regeling van kracht blijft voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 37 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013.

Ondertekening

Den Haag, 18 juni 2013
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
J. FRANSSEN, voorzitter
J.A.M. HILGERSOM, secretaris  
 

Bijlage behorende bij Artikel l, onderdeel K

Bijlage, behorend bij artikel 24, 25 en 26, van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013

Subsidiabele typen werkzaamheden groot onderhoud molens en standerdmolens

1° Werkzaamheden gericht op het gaande werk exterieur (gevlucht) en het draaivaardig houden:

- 1 of 2 roeden vernieuwen of monumentaal herstel

- Per roede minimaal 50% tuigage vernieuwen met reparatie overige delen

2° Werkzaamheden gericht op het gaande werk interieur en draaivaardig houden:

- Bovenwiel (inclusief vang), bovenas, boven-schuifloop/ronsel/bonkelaar en werkzaamheden aan debovenzijde van de koningsspil (1 meter). Ondergelegen onderdelen zijn uitgesloten.

3° Werkzaamheden gericht op water- en winddicht houden (exclusief ramen en deuren):

- Rietdekwerk, epdm/bitumen, metselwerk, beschot en overige dakbedekkingen

4° Werkzaamheden gericht op stelling:

- Minimaal een derde vernieuwen met reparatie overige delen

5° Werkzaamheden gericht op kap en draaivaardig houden:

- Windpeluw, onderstopping bovenas, voorkeuvelens, achterkeuvelens, spruiten, voeghouten, overing, kruiwerk (zoals rollen-, engels- en neuten-kruiwerk)

6° Werkzaamheden gericht op staand werk en draaivaardig houden:

- Kuipdelen, kruivloer, boventafelement met blokkeel, bovenste lagen

metselwerk romp, bovenste 1 meter stijlen inclusief hondsoren

7° Werkzaamheden gericht op de staart en draaivaardig houden:

- Vernieuwen staartbalk en minimaal twee schoren of kruirad/lier