Regeling vervallen per 29-03-2018

Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden

Geldend van 01-01-1996 t/m 31-08-2023

De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 19 december 2012;

Gelet op de Gemeentewet;

Besluit;

De Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden gewijzigd vast te stellen als volgt;

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.commissie: een commissie genoemd in een van de bij deze verordening behorendebijlagen;

b.Algemene Maatregel van Bestuur: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 1994,244, tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet.

Artikel 2

De leden van een commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van decommissie een vergoeding als aangegeven in de bij deze verordening behorende bijlagen,tenzij zij raadslid zijn of ambtenaar die als zodanig lid is van de commissie.

Artikel 3

Toekenning van een vergoeding aan leden van nieuw ingestelde commissies geschiedt doorvermelding van deze commissies op de bij deze verordening behorende bijlagen.

Artikel 4

De leden van een commissie ontvangen voor het bezoeken van commissievergaderingen eenvergoeding voor reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten hetgrondgebied van de gemeente, die wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor devergoeding die een rijksambtenaar ingevolge het Reisbesluit Binnenland en de daarop

gebaseerde beschikkingen, bij de betreffende beschikking ingedeeld in de hoogste categorie,voor dienstreizen ontvangt.

Artikel 4a

Artikel 7a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is van overeenkomstigetoepassing op fractievolgers als bedoeld in artikel 8b van het Reglement van Orde voor devergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

Artikel 5

De in artikel 2 van deze verordening bedoelde vergoeding wordt na afloop van elkkalenderjaar aan de rechthebbende uitbetaald.

De vergoeding bedoeld in artikel 4 van deze verordening wordt op declaratiebasis betaalbaargesteld.

Artikel 6

1.Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening geldelijke voorzieningencommissieleden".

2.Zij treedt in werking op 1 januari 1996, tenzij voor een commissie een afwijkende datumvan inwerkingtreding is vastgesteld.

3.Artikel 4a van deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 23februari 2011.

BIJLAGE I bij de Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden

I.Aan de leden van de volgende commissies wordt een vergoeding voor het bijwonen vande vergaderingen toegekend die 100% bedraagt van het bedrag, vermeld in de bij deAlgemene Maatregel van Bestuur behorende tabel IV, zoals dat bedrag elk jaar door deMinister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld:

  • -

    Adviescommissie Nijmeegse Kermis;

  • -

    Commissie Straatnaamgeving;

  • -

    Adviescommissie Allochtonen;

  • -

    Seniorenraad;

  • -

    Platform Gehandicaptenbeleid Nijmegen;

  • -

    Adviescommissie Homo-Lesbisch Beleid;

  • -

    Adviescommissie Karel de Grote prijs;

  • -

    Adviescommissie Tijdelijke Subsidieregeling Cultuur 2013;

  • -

    Adviescommissie Stedenband Turkije

II. Aan de fractievolgers als bedoeld in de Verordening burgerronde en raadskamers wordteen vergoeding voor het bijwonen van raadskamers toegekend van € 75,- pervergadering, met dien verstande:

  • ·

    dat raadskamers die op dezelfde avond plaatsvinden worden beschouwd als één vergadering

  • ·

    dat de jaarlijkse maximale toekenning van dergelijke vergoedingen aan fractievolgers,

per fractie als volgt is gemaximeerd, waarbij na het bereiken van het desbetreffendemaximum per fractie geen vergoeding meer aan fractievolgers van die raadsfractiewordt toegekend;

Fractie

Toegekende bedrag per fractie

2013

GroenLinks

2.045

PvdA

2.045

D66

4.090

SP

4.090

VVD

4.090

De Nijmeegse Fractie

4.090

Gewoon Nijmegen

6.135

CDA

6.135

VSP

6.135

Fractie Witsenhuijsen

6.135

Totaal

45.000

Aan de fractievolgers als bedoeld in de Verordening burgerronde en raadskamers worden

parkeerfaciliteiten verstrekt voor de parkeergarage aan de Nieuwstraat.

III. Aan de leden van de volgende commissies wordt een vergoeding voor het bijwonen van

de vergaderingen toegekend die 143% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I:

  • -

    Commissie Openbare Ruimte;

  • -

    Referendumcommissie.

IV. Aan de leden van de volgende commissies wordt een vergoeding voor het bijwonen vande vergaderingen toegekend die voor elk uur 75% bedraagt van het bedrag bedoeldonder I:

  • -

    Commissie Beeldkwaliteit.

  • -

    Commissie Beeldende Kunst.

    • V.

      Aan de leden van de volgende commissie wordt een vergoeding voor het bijwonen vande vergaderingen toegekend die door burgemeester en wethouders wordt vastgesteldaan de hand van urendeclaraties op basis van vergoedingsnormen die gelden voor deberoepsgroep waartoe het commissielid behoort:

  • -

    Schadebeoordelingscommissie als bedoeld in de Procedureverordening Planschade;

  • -

    Nadeelcompensatiecommissie als bedoeld in de Nadeelcompensatieverordening

gemeente Nijmegen (1999).

VI. Aan de leden van de volgende commissie wordt een vergoeding voor het bijwonen vande vergaderingen toegekend die 172% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I:

-Commissie bezwaarschriften rechtspositie

VII. Aan de leden van de volgende commissie wordt een vergoeding voor het bijwonen vande vergaderingen toegekend die 195% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I:

-Commissie voor bezwaarschriften, met dien verstande dat de vergoeding voor devoorzitter van deze commissie 230% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I.

VIII. Aan de voorzitter van het klantgroepenoverleg in het kader van klantenparticipatie werken inkomen wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen toegekend

die 200% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I.

IX.

a.Wat betreft de leden van de onder I genoemde raadscommissies Stadsontwikkeling,Stedelijke samenleving, Algemeen bestuur en Stadsgebieden werkt dit besluit terugtot en met 31 mei 2002.

b.Wat betreft de leden van de onder III genoemde commissies werkt dit besluit terugtot en met 1 januari 2002.

c.Wat betreft de leden van de onder VI genoemde commissie geldt dit besluit metingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de op 3 juli 2002 vastgesteldeVerordening op de Commissie voor