beleidsregels betreffende het invorderingsproces van privaatrechtelijke vorderingen, publiekrechtelijke leges en bestuurlijke strafbeschikking

Geldend van 04-10-2012 t/m heden

Intitulé

beleidsregels betreffende het invorderingsproces van privaatrechtelijke vorderingen, publiekrechtelijke leges en bestuurlijke strafbeschikking

Hoofdstuk 1 Het ontstaan van vorderingen

Om een bedrag te kunnen invorderen, dient er sprake te zijn van een “verbintenis” tot het betalen van dat bedrag aan de gemeente. Verbintenissen ontstaan uit de wet of een overeenkomst. Voor de gemeente komt het erop neer, dat dergelijke verbintenissen voornamelijk ontstaan uit:

  • 1.

    Een overeenkomst (bijv. huur grond, sportaccommodatie);

  • 2.

    Een verordening (bijv. leges);

  • 3.

    Een onrechtmatige daad (bijv. verhaal schade verkeerszuil).

 

Dit zijn de grondslagen voor een vordering van de gemeente op een debiteur. Zonder een dergelijke grondslag kan geen vorderingsrecht bestaan.

 

Voor de vorderingen die ondanks herinnering/aanmaning onbetaald blijven en/of betwist worden, is de “ontstaansfase” van zeer groot belang en elke grondslag stelt andere voorwaarden aan de totstandkoming van een vordering. Namelijk, veel, zo niet de meeste juridische (incasso) conflicten zijn niet zozeer gecompliceerd vanwege de rechtsvragen, maar vanwege verschil van mening tussen partijen over de feiten en gebeurtenissen zoals die plaats hebben gevonden en/of de gemaakte afspraken. Voor de invordering is het van groot belang dat de aard van de vordering, een duidelijke omschrijving en een juiste tenaamstelling van de debiteur worden vermeld.

Artikel 1 Vorderingen

  • 1. Indien de grondslag van een vordering een overeenkomst is, dan zal deze overeenkomst moeten kunnen worden aangetoond. Een overeenkomst kan worden aangetoond met een door beide partijen ondertekend contract of, met een afschrift van een schriftelijke bevestiging van een mondelinge overeenkomst. Een mondelinge overeenkomst is onvoldoende om later het bestaan van een verbintenis aan te tonen.

  • 2. Indien de grondslag van een vordering een verordening is, dan zal moeten kunnen worden aangetoond dat de betreffende debiteur daadwerkelijk een aanvraag tot levering van een bepaalde dienst heeft gedaan. Ook hiervoor geldt dus dat een mondelinge afspraak onvoldoende is om de verbintenis aan te tonen. Uiteraard moet ook de verordening zelf correct, volledig en op de juiste wijze tot stand zijn gekomen.

  • 3. Indien de grondslag van een vordering een onrechtmatige daad is, dan zullen de volgende zaken moeten kunnen worden aangetoond alvorens de vordering ter incasso kan worden overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder:

    • 1.

      De onrechtmatige daad zelf

    • 2.

      De schuld van de debiteur

    • 3.

      De schade

    • 4.

      Het oorzakelijk verband tussen de onrechtmatige daad en de schade.

     

    Het schade constaterende onderdeel zorgt er zoveel mogelijk voor dat aan vorderingen uit onrechtmatige daad (verhaal van schade) een proces-verbaal ten grondslag ligt (indien mogelijk met vermelding van getuigen en foto’s).

Hoofdstuk 2 Invordering

Alle vorderingen worden vastgelegd in het financiële systeem. De vorderingen worden geacht binnen de gestelde betalingstermijn te worden voldaan. Mocht er binnen de gestelde betalingstermijn nog niet betaald zijn, dan dient het invorderingstraject te worden doorlopen. Er wordt bij de invordering onderscheid gemaakt tussen privaat- en publiekrechtelijke en bestuursrechtelijke vorderingen.

Artikel 2 Privaatrechtelijke vorderingen

De debiteur ontvangt achtereenvolgens:

- 1e herinnering

- 2e en tevens laatste herinnering

Hierna wordt een dossier aangelegd voor het incassobureau. Het incassobureau handelt de invordering af en zorgt voor de executoriale titel, mocht dit nodig zijn.

Artikel 3 Publiekrechtelijke vorderingen

  • 1. De leges worden in de Raad vastgesteld in Belasting Verordeningen.

  • 2. Voor de heffing en de invordering zijn de heffings- en invorderingsambtenaar aangesteld om op basis van de Algemene Wet Rijksbelastingen en de Invorderingswet de leges te heffen en te innen. Het College van B & W heeft hiermee dus geen bemoeienis.

  • 3. De debiteur ontvangt achtereenvolgens:

    - herinnering voor aanmaning

    - aanmaning met kosten

    - postdwangbevel met kosten

    Hierna worden de gegevens aan het incassobureau overgedragen. Zij sturen een hernieuwd bevel  en gaan indien nodig over tot beslaglegging.

Artikel 4 Bestuursrechtelijke vorderingen

  • 1. Onder bestuursrechtelijke vorderingen vallen:

    - Last onder dwangsom

    - Kosten van bestuursdwang

    - Bestuurlijke strafbeschikkingen (wildplassen, verkeersboetes, hondenpoep)

  • 2. De invordering van last onder dwangsom en kosten van bestuursdwang is geregeld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht artikel 5:37

    - Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom;

    - Het bestuursorgaan geeft voorts een beschikking omtrent de invordering van de dwangsom indien een belanghebbende daarom verzoekt

    - Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het verzoek.

  • 3. Bestuurlijke strafbeschikkingen worden opgelegd door Buitengewoon Opsporings Ambtenaren. De invordering van deze strafbeschikking wordt geheel verzorgd door het Centraal Justitieel Incassobureau. Het CJIB doet periodiek afdracht van een gedeelte van een vastgesteld bedrag per opgelegde strafbeschikking aan de Gemeente.

Artikel 5 Betalingsregelingen

  • 1. Mocht een debiteur een vordering middels een betalingsregeling willen voldoen, dan kunnen de kassiers dit in alle redelijkheid met de debiteur afstemmen. Het gaat hierbij om het aantal termijnen en het bedrag per termijn.

  • 2. De termijnen worden in principe via automatische incasso geïnd.

  • 3. De betalingsregeling is pas definitief als de invorderingsambtenaar deze van een handtekening heeft voorzien.

Artikel 6 Uitstel van betaling

  • 1. Privaatrechtelijke vorderingen: uitstel van betaling kan alleen ná goedkeuring door B & W middels een college-voorstel worden verleend.

  • 2. Publiekrechtelijke vorderingen: bezwaarschriften worden op verzoek alleen uitstel van betaling verleend voor het gedingbedrag. Dit uitstel dient te worden ondertekend door de invorderingsambtenaar (Art 25 van de Invorderingswet 1990).

Artikel 7 Afboeken posten

Het afboeken van posten waarover discussie bestaat tussen de debiteur en de budgethouder, kunnen alleen in overleg met en voorzien van de handtekening van de verantwoordelijke budgethouder plaatsvinden.

Artikel 8 Oninbare posten

Posten die door het incassobureau als oninbaar worden teruggestuurd, kunnen na ondertekening door de invorderingsambtenaar worden afgeboekt ten laste van de voorziening dubieuze reguliere debiteuren. Dit geldt voor de initiële vordering plus gemaakte kosten.

Artikel 9 Invorderingsrente

Volgens artikel 28 van de Invorderingswet is de gemeente gerechtigd om bij publiekrechtelijke vorderingen rente in rekening te brengen.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Peel en Maas.
De secretaris, de heer drs. H. Mensink
De burgemeester, mevrouw W.J.G. Delissen-van Tongerlo