Regeling vervallen per 01-01-2015

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013ev gemeente Westland

Geldend van 21-06-2013 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013ev gemeente Westland.

De raad van de gemeente Westland;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2013, betreffende de vaststelling van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2013ev;

Gelet op het bepaalde in:

  • 1.

    artikel 147 van de Gemeentewet;

  • 2.

    artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

 

Overwegende:

  • 1.

    Dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden bij verordening te regelen;

  • 2.

    Dat met ingang van 1 januari 2013 de Wet werk en bijstand (Wwb) is gewijzigd in verband met de Wet verhoging AOW – en pensioenrichtleeftijd.

 

Besluit:

Vast te stellen de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2013ev.

Leeswijzer Toeslagenverordening Wwb 2013ev

De aanpassing in de verordening vloeit voort uit de invoering van de ‘Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd’. In deze wet is de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd geregeld per 1 januari 2013. De daarmee samenhangende artikelen in de Wet werk en bijstand (Wwb) zijn overeenkomstig gewijzigd. Feitelijk is in alle artikelen waar gesproken werd over “65 jaar of ouder”, danwel “jonger dan 65 jaar”, dit gewijzigd in “pensioengerechtigde leeftijd”.

In de toeslagenverordening 2012ev spreekt in artikel 2 nog over de leeftijdscategorie 21 tot 65 jaar. In onderhavige verordening is deze zinsnede aangepast naar: “de leeftijd van 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd”. Tevens is de tekst met betrekking tot alleenstaande ouders aangepast naar de juiste terminologie in artikel 2.

 

De uitvoering van deze wijziging vloeit rechtstreeks voort uit de Wwb waardoor er in de uitvoering geen onregelmatigheden zijn ontstaan naar aanleiding van de oude verordening.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onder c, van de wet;

    • c.

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • d.

      woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j van de Wet op de huurtoeslag. Onder woning wordt mede verstaan een woonwagen of een woonschip;

    • e.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • f.

      WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000.

  • 2. De begripsbepalingen van de wet en de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

ARTIKEL 2. TOEPASSING VERORDENING

De bepalingen van deze verordening zijn alleen van toepassing op belanghebbenden in de leeftijd van 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd. Ten aanzien van gehuwden is deze verordening alleen van toepassing indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd.

HOOFDSTUK 2. CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

ARTIKEL 3. TOESLAGEN

  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de belanghebbende:

    • a.

      in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

    • b.

      in wiens woning uitsluitend een of meer meerderjarige kind/kinderen wonen in de leeftijd van 18 tot en met 21 jaar;

    • c.

      in wiens woning uitsluitend een of meer meerderjarige kind/kinderen wonen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én dit kind/deze kinderen onderwijs of een beroepsopleiding volgt in de zin van de WSF 2000 of de WTOS; en/of

    • d.

      in wiens woning uitsluitend een of meer meerderjarige kind/kinderen wonen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én het inkomen per kind niet hoger is dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de WSF 2000.

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de belanghebbende in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 3. In aanvulling op het eerste lid bedraagt de toeslag, als bedoeld in artikel 25 van de wet, 20% van de gehuwdennorm voor de belanghebbende in wiens woning een niet-rechthebbende partner tevens zijn hoofdverblijf heeft.

HOOFDSTUK 3. CRITERIA VOOR HET VERLAGEN VAN DE BIJSTANDSNORM OF DE TOESLAG

ARTIKEL 4. VERLAGING GEZIN

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor degenen die een woning delen met één of meer anderen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt geen verlaging toegepast indien:

    • a.

      de woning uitsluitend wordt gedeeld met een of meer meerderjarige kind/kinderen in de leeftijd van 18 tot en met 21 jaar;

    • b.

      de woning uitsluitend wordt gedeeld met een of meer meerderjarige kind/kinderen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én dit kind/deze kinderen onderwijs of een beroepsopleiding volgt in de zin van de WSF 2000 of de WTOS; en/of

    • c.

      indien de woning uitsluitend wordt gedeeld met een of meer meerderjarige kind/kinderen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én het inkomen per kind niet hoger is dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de WSF 2000.

ARTIKEL 5. VERLAGING WOONSITUATIE

  • 1. De verlaging bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

    • a.

      20% van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor de belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn2;

    • b.

      10% van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

  • 2. Begrip “woonkosten” is nader ingevuld door “kosten van huur of hypotheeklasten”.

  • 3. Van een recente beëindiging deelname onderwijs is sprake indien een beroep wordt gedaan op bijstand in de periode vanaf de beëindiging (=datum diploma of datum uitschrijving) tot en met zes maanden na deze datum.

  • 4. De verlaging als bedoeld in lid 1 vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

ARTIKEL 6. VERLAGING SCHOOLVERLATERS

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm3.

  • 2. De verlaging als bedoeld in lid 1 vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

ARTIKEL 7. VERLAGING TOESLAG ALLEENSTAANDEN VAN 21 EN 22 JAAR

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

    • a.

      20% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;

    • b.

      10% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, bedraagt de verlaging 10% van de gehuwdennorm indien de hoogte van de toeslag, op grond van artikel 2, tweede lid, van toepassing is.

  • 3. De verlaging als genoemd in dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van de belanghebbende op wie artikel 5 van toepassing is.

ARTIKEL 8. ANTI-CUMULATIE

De toepassing van de artikelen 2 tot en met 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet ten minste bedraagt:

  • a.

    35% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;

  • b.

    55% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;

  • c.

    65% van de gehuwdennorm voor gehuwden.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

ARITKEL 9. ONVOORZIENE GEVALLEN

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

ARTIKEL 10. INWERKINGTREDING

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012ev gemeente Westland, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 27 november 2012, ingetrokken.

ARTIKEL 11. CITEERTITEL

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2013ev.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2013,
De griffier, de voorzitter,
N.Broekema J. van der Tak