Regeling vervallen per 25-04-2015

Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel West 2013

Geldend van 20-05-2013 t/m 29-12-2013

Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel West 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In dit uitwerkingsbesluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Verordening: de vigerende Parkeerverordening;

    • b.

      Stadsdeel: het grondgebied van het stadsdeel West;

    • c.

      Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel West;

    • d.

      Bos en Lommer: het grondgebied van voormalig stadsdeel Bos en Lommer

    • e.

      De Baarsjes: het grondgebied van voormalig stadsdeel Baarsjes

    • f.

      Westerpark: het grondgebied van voormalig stadsdeel Westerpark

    • g.

      Oud-West: het grondgebied van voormalig stadsdeel Oud-West

  • 2. De begrippen in dit uitwerkingsbesluit worden in dezelfde betekenis gebruikt als in de vigerende Parkeerverordening.

Artikel 2 Vergunninggebieden

  • a.

    Vergunninggebied De Baarsjes-1 (BAA-1), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door: (1) het midden van de Jan van Galenstraat tussen de Orteliuskade en het Westelijk Marktkanaal, (2) het midden van het Westelijk Marktkanaal, (3) het midden van de Kostverlorenvaart, (4) de zuidelijke kant van de Surinamestraat één meter uit de bebouwing, (5) het midden van het Surinameplein, (6) de zuidelijke kant van de rijweg van het Surinameplein, (7) het midden van de Postjeswetering en (8) de Orteliuskade (inclusief het Orteliuspad) tussen de Jan Evertsenstraat en de Jan van Galenstraat;

  • b.

    Vergunninggebied De Baarsjes-2 (BAA-2), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door: (1) het midden van de Jan van Galenstraat tussen de Einsteinweg (A10) en de Orteliuskade, (2) de erfgrens van het Jan van Galenbad aan de westzijde van de Orteliuskade tot aan de Jan Evertsenstraat (m.u.v. het Orteliuspad), (3) het midden van het Sierwater en (4) het midden van de Einsteinweg (A10);

  • c.

    Vergunninggebied Bos en Lommer-1 (BOS 1), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door: de zuidelijke teen van het haarlemspoorwegtalud, de oostgrens van het volkstuinenpark Nut en Genoegen, de noord- en westgrens van de schoolwerktuinen, het midden van het water en het gemaal Haarlemmervaart, het midden van de Haarlemmervaart, de westzijde van de Den Brielstraat, de noordzijde van de Nieuwpoortstraat, de oostzijde van de hoofdrijbaan van de Adolf van Nassaustraat, de kadastrale grens tussen de percelen Willem de Zwijgerlaan 352 en Adolf van Nassaustraat 2, het midden van de 1e insteekhaven van het Westelijk Marktkanaal (gelegen achter de bedrijfspanden aan de even zijde van de W. de Zwijgerlaan), het midden van het Westelijk Marktkanaal, het midden van de Jan van Galenstraat, de oostelijke teen van het talud van de Einsteinweg.

  • d.

    Vergunninggebied Bos en Lommer- 2 (BOS 2), Industriegebied Landlust, bedrijventerrein zoals bedoeld in het Structuurplan 1996, waarvan de buitengrenzen worden gevormd door: het midden van de Haarlemmervaart, het midden van het Westelijk Marktkanaal exclusief het weggedeelte ter hoogte van Haarlemmerweg 375, het midden van de 1e insteekhaven van het Westelijk Marktkanaal (gelegen achter de bedrijfspanden aan de even zijde van de W. de Zwijgerlaan), de kadastrale grens tussen de percelen Willem de Zwijgerlaan 352 en Adolf van Nassaustraat 2, de oostzijde van de hoofdrijbaan van de Adolf van Nassaustraat, de noordzijde van de Nieuwpoortstraat, de westzijde van de Den Brielstraat;

  • e.

    Vergunninggebied Bos en Lommer- 3 (BOS 3) waarvan de buitengrenzen worden gevormd door: het midden van de Erasmusgracht, de westelijke teen van het talud van de Einsteinweg, het midden van de Jan van Galenstraat, de oostelijke teen van het talud van de ringspoorbaan;

  • f.

    Vergunninggebied Bos en Lommer- 4 (BOS 4) waarvan de buitengrenzen worden gevormd door: het midden van de Haarlemmerweg, de westelijke teen van de talud van de Einsteinweg, het midden van de Erasmusgracht, de oostelijke teen van het talud van de ringspoorbaan.

  • g.

    vergunninggebied Westerpark - 1 (WP-60) (Staatslieden-, Frederik Hendrik- en Hugo de Grootbuurt), waarvan de grenzen worden gevormd door  spoorwegtalud aan noordzijde van het Westerpark, midden water en gemaal, midden Haarlemmervaart, het midden van het Westerkanaal, stadsdeelgrens midden Kostverlorenvaart, het midden van de Hugo de Grootgracht, het midden van de Singelgracht, met uitzondering van de gebieden die vallen binnen de grenzen van vergunninggebied  Westerpark-3 en -4;

  • h.

    vergunninggebied Westerpark - 2 (WP-61) (Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt), waarvan de grenzen worden gevormd door:  spoorwegtalud aan de noordzijde van het Westerpark, de oostelijke rooilijn van Westerpark tot aan Mirakelbrug, midden Westerkanaal, midden Zoutkeetsgracht, verlengde Zoutkeetsgracht, het IJ, Oude Houthaven, as Tasmanstraat, as Spaarndammerdijk, stadsdeelgrens Nieuwe Hemweg/Transformatorweg, stadsdeelgrens zuidelijke teen  spoorwegtalud aan noordzijde sportpark Transformatorweg, stadsdeelgrens oostelijke kant sportpark Transformatorweg en Overbraker Binnenpolder, stadsdeelgrens op grens teen spoorwegtalud;

  • i.

    vergunninggebied Westerpark-3 , (Houthaven) waarvan de grenzen worden gevormd door: stadsdeelgrens midden Haparandaweg, stadsdeelgrens midden Haparandadam naar grens stadsdeel Noord, de verlengde Pontsteiger naar grens in het IJ met stadsdeel Noord, as Tasmanstraat, as Spaarndammerdijk, stadsdeelgrens kruizing Spaarndammerdijk, noordgrens Volkstuinenpark Zonnehoek tot Archangelkade;

  • j.

    vergunninggebied Westerpark - 4 (GWL-terrein en bedrijventerrein Westerpark), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door: de verhoogde straatband aan de even zijde van de Van Hallstraat tussen de Haarlemmerweg en de Van Hogendorpstraat, het midden van de Van Hogedorpstraat tussen de Van Hallstraat en Waterpoortweg, de Van Hogedorpstraat tussen Waterpoortweg en de Van Slingelandtstraat, de begrenzing van het terrein van de centrale markthallen, het midden van het Westelijk Marktkanaal inclusief het weggedeelte ter hoogte van Haarlemmerweg 375 en het midden van de Haarlemmerweg.

  • k.

    vergunninggebied Oud-West, waarvan de grenzen worden gevormd door het midden van de Singelgracht, de stadsdeelgrens met stadsdeel Zuid, het middel van de Schinkel, het midden van de Kostverlorenvaart, het midden van de Hugo de Grootgracht.

Artikel 3 Deelvergunninggebieden

  • Binnen de in artikel 2 genoemde vergunninggebieden bestaan de volgende deelvergunninggebieden:

    • a.

      Binnen het vergunninggebied De Baarsjes 1 onder a:

      - De Baarsjes 1.1. het gehele vergunninggebied De Baarsjes 1 met uitzondering van deelvergunninggebieden Baarsjes 1.2. en 1.3.

      - De Baarsjes 1.2. De Wending, dat wil zeggen de adressen Admiralengracht even nummers 112 t/m 126, Van Kinsbergenstraat even nummers 54 t/m 156, en Lodewijk Boisotstraat oneven nummers 1 t/m 35.

      - De Baarsjes 1.3. Riva Pirireis, dat wil zeggen de adressen Baarsjesweg 188, 189 A t/m H, 190 A t/m D, 191 A t/m D, 192 A t/m D, 193 A t/m D, 194 A t/m D, 195 A t/m C, 196 A t/m C, 197 A t/m C, 198, 199, Piri Reisplein 1 t/m 81 (even en oneven), Van Speijkstraat 29, Witte de Withstraat 34h, 34-1, 34-2, 34-3, 38, 40H, 40-1, 40-2, 40-3, 40-4 met uitzondering van de volgende sociale huurwoningen: Piri Reisplein 29 (MIVA), Piri Reisplein 30 (MIVA), Piri Reisplein 68, Baarsjesweg 189-A, Baarsjesweg 189-C

    • b.

      Binnen het vergunninggebied Bos en Lommer -1 onder c:

      - Bos- en Lommer 1.1.: het gehele vergunninggebied Bos -en Lommer (BOS-1) met uitzondering van deelvergunninggebieden Bos- en Lommer 1.2., 1.3, 1.4 en 1,5.

      - Bos- en Lommer 1.2.: Het parkeerterrein in Hemspoorzone (volkstuincomplexen)

      - Bos- en Lommer 1.3: waarvan de grenzen worden gevormd door (1) de zuidgevel van het zuidelijke Bruggebouw, (2) de zuidzijde van het Bos en Lommerplein, (3) het midden van de Hoofdweg, (4) het midden van de Erasmusgracht, (5) de westelijke teen van het talud van de Einsteinweg (A1 met uitzondering van Bos en Lommer 1.4;.

      - Bos en Lommer 1.4.:Collage dat wil zeggen de adressen Hoofdweg oneven nummers 781 t/m 959 en de adressen Bos en Lommerplein oneven nummers 73 t/m 157, 173 en 175 en Bouwdeel C te weten de adressen Bos en Lommerplein 159E, 161E, 163E, 165E, 167E, 169E, 171E en het GAK-gebouw te weten het adres Bos en Lommerplantsoen 1.

      - Bos en Lommer 1.5. Buskenblaser Noordgebouw dat wil zeggen de adressen Hoofdweg even nummers 578a, 578b, 580 t/m 720, en de adressen Elckerlijcstraat oneven nummers 117 t/m 143, 141, 151 t/m 159, 167 t/m 173, en de adressen Bos en Lommerplein oneven nummers 3, 5, 37, 39, 47, 49, 59, 61, 63, 67, 69, 71 en Buskenblaser Zuidgebouw dat wil zeggen de adressen Hoofdweg even nummers 458 t/m 480, 484 t/m 488, 492 t/m 576, en de adressen Elckerlijcstraat oneven nummers 5, t/m 35, 43 t/m 65

    • c.

      Binnen het vergunninggebied Bos en Lommer - 4 (BOS4) onder f:

      - Bos en Lommer 4.1.: het gehele vergunninggebied Bos en Lommer -4 met uitzondering van het deelvergunninggebied Bos en Lommer 4.2 en Bos en Lommer 4.3.

      - Bos en Lommer 4.2.: Ringspoorzone Scala 0 dat wil zeggen de adressen Leeuwendalersweg even nummers 554 t/m 732 en de adressen Erasmusgracht even nummers 500 t/m 582.

      - Bos en Lommer 4.3.: New Kit, dat wil zeggen de adressen Leeuwendalersweg 250 t/m 398 (even nummers), Bos en Lommerweg even nummers 262 t/m 376, 380, 390, 400, 410, 420, 430.

    • d.

      Binnen vergunninggebied Westerpark-1 onder g:

      - Westerpark 1.1 Fannius Scholtenbuurt, waarvan de grenzen worden gevormd door: spoorwegtalud aan noordzijde van het Westerpark, Westerpark, as Haarlemmerweg, midden van de Kostverlorenvaart, as Van Hallstraat, midden Haarlemmervaart, stadsdeelgrens midden van het water en het gemaal tot aan het spoorwegtalud aan de noordzijde van het Westerpark;

      - Westerpark 1.2. Westerstaatsmanbuurt, waarvan de grenzen worden gevormd door as Van Hallstraat, as Van Hogendorpstraat, Van Bossepad, Visseringstraat, Buyskade, Donker Curtiusstraat tot aan as Van Hallstraat; met uitzondering van de adressen Visseringstraat 21A, 21B, 21C, 21D en 21E;

      - Westerpark 1.3 Witteneiland, waarvan de grenzen worden gevormd door: Kattensloot, Kostverlorenvaart, Nassauplein, Singelgracht tot Kattensloot;

      - Westerpark 1.4 Frederik Hendrik- en Hugo de Grootbuurt, waarvan de grenzen worden gevormd door Hugo de Grootgracht, Kostverlorenvaart, Kattensloot en Singelgracht tot Hugo de Grootgracht; met uitzondering van de adressen Gillis van Ledenberchstraat 8A t/m 8D, 10A t/m 10D, 12A t/m 12E, 14A t/m 14E, 16A t/m 16H, 16K, 16L, 18A t/m 18H, 18K t/m 18N, 18P, 18R t/m 18V, 20A t/m 20D, 22A t/m 22H, 22K t/m 22N, 22P, 22R t/m 22U.

      - Westerpark 1.5 Marcanti-eiland, waarvan de grenzen worden gevormd door: de Jan van Galenstraat, het midden van de Kostverlorenvaart en het midden van het Westelijk Marktkanaal en met uitzondering van de adressen Jan van Galenstraat nummers 1A t/m 1C (doorlopend), 1E t/m 1H (doorlopend), en 1K, 3A t/m 3C (doorlopend), 3E t/m 3H  (doorlopend) en 3K, 5A t/m 5C (doorlopend), 5E t/m 5H (doorlopend), en 5K, 7A t/m 7C (doorlopend), 7E t/m 7H  (doorlopend),  en 7K,  9A t/m 9D (doorlopend), 9E t/m 9G  (doorlopend), 11A t/m 11D (doorlopend), 11E t/m 11G (doorlopend), 13A t/m 13C (doorlopend), 13E t/m 13G (doorlopend), 15A t/m 15C (doorlopend), 15E t/m 15G (doorlopend), 17A t/m 17C (doorlopend), 17E t/m 17G (doorlopend), 19A en 19B, 19E en 19F, 21A en 21B, 21E en 21F, 23A en 23B, 23E en 23F, 25A en 25E, 27A en 27E, 29A en 29E , en Marcantilaan 496, 497, 498, 499 en 500;

      - Westerpark 1.6 nieuwbouw De Piramides, dat wil zeggen de adressen Jan van Galenstraat nummers 1A t/m 1C (doorlopend), 1E t/m 1H (doorlopend), en 1K, 3A t/m 3C (doorlopend), 3E t/m 3H  (doorlopend) en 3K, 5A t/m 5C (doorlopend), 5E t/m 5H (doorlopend), en 5K, 7A t/m 7C (doorlopend), 7E t/m 7H  (doorlopend),  en 7K,  9A t/m 9D (doorlopend), 9E t/m 9G  (doorlopend), 11A t/m 11D (doorlopend), 11E t/m 11G (doorlopend), 13A t/m 13C (doorlopend), 13E t/m 13G (doorlopend), 15A t/m 15C (doorlopend), 15E t/m 15G (doorlopend), 17A t/m 17C (doorlopend), 17E t/m 17G (doorlopend), 19A en 19B, 19E en 19F, 21A en 21B, 21E en 21F, 23A en 23B, 23E en 23F, 25A en 25E, 27A en 27E, 29A en 29E , en Marcantilaan 496, 497, 498, 499 en 500;

      - Westerpark-1.7 nieuwbouw V21, dat wil zeggen de adressen  Visseringstraat 21A, 21B, 21C, 21D en 21E;

      - Westerpark-1.8 nieuwbouw De Binderij, dat wil zeggen de adressen Gillis van Ledenberchstraat  12A t/m 12D, 14A t/m 14F, 14 H, 14K t/m 14 N, 14P, 14R t/m 14W, 16A t/m 16H, 16K, 18A t/m 18H, 18K, 20A t/m 20D, 22A t/m 22D, 34A t/m 34E, 36A tm 36H, 36K t/m 36N, 36P, 36R t/m 36V, 108E.

    • e.

      Binnen vergunninggebied Westerpark-2 onder h:

      - Westerpark 2.1. Spaarndammerbuurt, waarvan de grenzen worden gevormd door: spoorwegtalud aan de noordzijde van het Westerpark, de oostelijke rooilijn van Westerpark tot aan Mirakelbrug, midden Westerkanaal, as Tasmanstraat, as Spaarndammerdijk, stadsdeelgrens Nieuwe Hemweg/Transformatorweg, stadsdeelgrens zuidelijke teen  spoorwegtalud aan noordzijde sportpark Transformatorweg, stadsdeelgrens oostelijke kant sportpark Transformatorweg en Overbraker Binnenpolder, stadsdeelgrens op grens teen spoorwegtalud,  met uitzondering van de adressen Houtmankade 40A t/m 40H, 40K t/m 40N, 40P, 40R t/m 40W, 42A t/m 42C, 44A t/m 44D en 46 en Van Noordtkade 1A t/m 1H, 1K, 3A t/m 3H, 3K, 5A t/m 5H, 7A t/m 7F en 9A t/m 9D;

      - Westerpark 2.2. Zeeheldenbuurt, waarvan de grenzen worden gevormd door: Oude Houthaven, Midden Westerkanaal, midden Zoutkeetsgracht,verlengde Zoutkeetsgracht, het IJ, met uitzondering van de adressen Barentszplein  2 A t/m 2 H en 2 K t/m 2 N, Barentszplein 4 A t/m 4 H en 4 K t/m 4 N, Barentszplein 6 A t/m 6 H en 6 K t/m 6 N, Barentszplein 6 P en 6 R t/m 6 V, Barentszplein 8 A t/m 8 H, 8 K t/m 8 N, 8 P en 8 R t/m 8 V, Barentszplein 10 A t/m 10 G;

      - Westerpark 2.3 nieuwbouw De Houtman, dat wil zeggen de adressen Houtmankade 40A t/m 40H, 40K t/m 40N, 40P, 40R t/m 40W, 42A t/m 42C, 44A t/m 44D en 46 en Van Noordtkade 1A t/m 1H, 1K, 3A t/m 3H, 3K, 5A t/m 5H, 7A t/m 7F en 9A t/m 9D;

      - Westerpark 2.4 nieuwbouw IJ-side, dat wil zeggen de adressen Barentszplein  2 A t/m 2 H en 2 K t/m 2 N, Barentszplein 4 A t/m 4 H en 4 K t/m 4 N, Barentszplein 6 A t/m 6 H en 6 K t/m 6 N, Barentszplein 6 P en 6 R t/m 6 V, Barentszplein 8 A t/m 8 H, 8 K t/m 8 N, 8 P en 8 R t/m 8 V, Barentszplein 10 A t/m 10 G;

    • f.

      Binnen vergunninggebied Westerpark-3 onder i:

      - Westerpark 3.1 Houthaven Haparandadam, waarvan de grenzen worden gevormd door de adressen Haparandadam en Haparandasteiger gelegen in stadsdeel Westerpark

      - Westerpark 3.2. Houthaven exclusief Haparandadam, waarvan de grenzen worden gevormd door de stadsdeelgrens midden Haparandaweg, stadsdeelgrens midden Haparandadam naar grens stadsdeel Noord, de verlengde Pontsteiger naar grens in het IJ met stadsdeel Noord, as Tasmanstraat, as Spaarndammerdijk, stadsdeelgrens kruizing Spaarndammerdijk, noordgrens Volkstuinenpark Zonnehoek tot Archangelkade exclusief de adressen Haparandadam en Haparandasteiger.

    • g.

      Binnen het vergunninggebied Westerpark-4 onder j:

      - Westerpark - 4.1 (GWL-terrein), waarvan de grenzen worden gevormd door: het midden van de Haarlemmerweg tussen de Waterkeringweg en de Van Hallstraat,  de verhoogde straatband aan de even zijde van de Van Hallstraat tussen de Haarlemmerweg en de Van Hogendorpstraat, het midden Hogendorpstraat tussen de Van Hallstraat en de Waterpoortweg, de Waterpoortweg, en de Waterkeringweg. Tevens worden de grenzen gevormd door het midden van de Haarlemmerweg, de westelijke rooilijn van de Waterkeringweg en de Waterpoortweg, de Van Hogendorpstraat, de begrenzing van het terrein van de centrale markthallen en het midden van het Westelijk Marktkanaal inclusief het weggedeelte ter hoogte van Haarlemmerweg 375;

      - Westerpark 4.2 (Bedrijventerrein Westerkwartier), waarvan de waarvan de grenzen worden gevormd door:   het midden van de Haarlemmerweg, de westelijke rooilijn van de Waterkeringweg en de Waterpoortweg, de Van Hogendorpstraat, de begrenzing van het terrein van de centrale markthallen en het midden van het Westelijk Marktkanaal inclusief het weggedeelte ter hoogte van Haarlemmerweg 375;

    • h.

      Binnen vergunninggebied Oud-West onder m:

      - deelvergunninggebied Oud-West 1.1. waarvan de grens wordt gevormd door: het midden van het Jacob van Lennepkanaal, het midden van de Kostverlorenvaart, het midden van de Hugo de Grootgracht en het midden van de Singelgracht, met uitzondering van deelvergunninggebieden 1.2 en 1.3.

      - deelvergunninggebied Oud-West 1.2. (De Hallen) waarvan de grens wordt gevormd door het gebied begrensd door de nieuwbouw die plaatsvindt tussen (1) de Kwakersstraat, (2) het Bellamyplein, (3) de Bellamystraat, (4) de Ten Katestraat, (5) de Kinkerstraat en (6) de Bilderdijkkade;

      - deelvergunninggebied Oud-West 1.3. (Buurtfabriek Ruimzicht) dat wil zeggen de adressen Tweede Kostverlorenkade 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70 en Bellamystraat 372E t/m 372 G, 374A t/m 374 H, 374K t/m 374M, 376, 378, 380, 382, 384;

      - deelvergunninggebied Oud-West 1.4. waarvan de grens wordt gevormd door: het midden van het Jacob van Lennepkanaal, het midden van de Singelgracht, het midden van de Kostverlorenvaart en het Vondelpark met uitzondering van deelvergunninggebied Oud-West 1.5 en Oud-West 1.6.

      - deelvergunninggebied Oud-West 1.5. (Furore) dat wil zeggen de adressen Eerste Constantijn Huygensstraat 2 t/m 8 even, 10 A t/m G, 12 A t/m G, 14 A t/m G, 16 A t/m G, 18 A t/m G, 20 A t/m G, 22 A t/m G, 24 A t/m G, 26 A t/m G, 28 A t/m G, 30 A t/m G, 32 A t/m G, 34 A t/m D, 36, 38, 40, 42, 44, 46, 48A t/m 48G, 50A t/m 50H, 52A t/m 52H, 52K, 54A t/m 54H, 54K, 56A t/m 56G, 58A t/m 58C, 60, 62, 64 en de overige nieuw te realiseren panden in het gebied begrensd door de rooilijn van (1) het Jacob van Lennepkanaal, (2) de Tweede Constantijn Huygensstraat, (3) de Tweede Helmersstraat en (4) de Eerste Constantijn Huygensstraat met uitzondering van de sociale huurwoningen

      - deelvergunninggebied Oud-West 1.6 (Schoolstraat) dat wil zeggen de Schoolstraat even adressen 4, 6A, 6B, 6C, 6D, 8, 10, 12, 14, 16, 18 en oneven adressen 5, 7, 15A, 15B, 15F, 15G, 15M en 15N

Artikel 4 Vergunningenplafond per (deel)vergunninggebied.

Het vergunningenplafond voor enerzijds afzonderlijk bewonersvergunningen dan wel  bedrijfsvergunningen of anderzijds voor bewonersvergunningen en bedrijfsvergunningen gezamenlijk bedraagt:

Parkeervergunningen

Bewoners

Bedrijven

Totaal

deelvergunninggebied Baarsjes1.1.

7468

923

8391

deelvergunninggebied Baarsjes1.2.

0

deelvergunninggebied Baarsjes1.3.

0

vergunninggebied Baarsjes-2

200

75

275

deelvergunninggebied Bos en Lommer 1.1.

6.174

deelvergunninggebied Bos en Lommer 1.2.

217

deelvergunninggebied Bos en Lommer 1.3.

30

deelvergunninggebied Bos en Lommer 1.4

0

deelvergunninggebied Bos en Lommer 1.5

0

deelvergunninggebied Bos en Lommer 2

288

vergunninggebied Bos en Lommer 3

0

deelvergunninggebied Bos en Lommer 4.1.

1.300

deelvergunninggebied Bos en Lommer 4.2.

0

deelvergunninggebied Bos en Lommer 4.3.

0

deelvergunninggebied Westerpark 1.1.

1164

deelvergunninggebied Westerpark 1.2.

642

deelvergunninggebied Westerpark 1.3.

517

deelvergunninggebied Westerpark 1.4.

1932

deelvergunninggebied Westerpark 1.5.

275

deelvergunninggebied Westerpark 1.6.

0

deelvergunninggebied Westerpark 1.7.

0

deelvergunninggebied Westerpark 1.8.

0

deelvergunninggebied Westerpark 2.1.          

1943

deelvergunninggebied Westerpark 2.2.

519

deelvergunninggebied Westerpark 2.3.

0

deelvergunninggebied Westerpark 2.4.

0

vergunninggebied Westerpark 3.1.

201

vergunninggebied Westerpark 3.2.       

33

vergunninggebied Westerpark 4.1

115

vergunninggebied Westerpark 4.2

394

deelvergunninggebied Oud-West 1.1.

3156

621

3777

deelvergunninggebied Oud-West 1.2.

0

deelvergunninggebied Oud-West 1.3.

0

deelvergunninggebied Oud-West 1.4.

3314

657

3971

deelvergunninggebied Oud-West 1.5.

0

deelvergunninggebied Oud-West 1.6

0

Artikel 5 Milieuparkeervergunningenplafond per (deel)vergunninggebied

  • 1. Het vergunningenplafond wordt bij een aanvraag van een milieuparkeervergunning voor bewoners, van een bewoner die op grond van artikel 16 lid 1 van de Parkeerverordening 2013 recht heeft op een milieuparkeervergunning voor bewoners met één verhoogd;

  • 2. Het vergunningenplafond wordt bij een aanvraag van een milieuparkeervergunning voor bedrijven, van een bedrijf die op grond van artikel 17 lid 1 van de Parkeerverordening 2013 recht heeft op een milieuparkeervergunning voor bedrijven met één verhoogd;

  • 3. Na verlening van een milieuparkeervergunning voor bewoners als bedoeld in lid 1 van dit artikel of een milieuparkeervergunning voor bedrijven als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt het vergunningenplafond terstond met één verlaagd tot het oorspronkelijke niveau, zoals genoemd in artikel 4 van dit uitwerkingsbesluit.

  • 4. Lid 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op een vergunninggebied, waar het vergunningenplafond, dan wel milieuparkeervergunningenplafond op 0 (nul) is vastgesteld.

Artikel 5a Overgangsregeling deelvergunninggebied Westerpark 2.3

  • Uitsluitend aan de eerste eigenaren van de koopwoningen in het nieuwbouwproject De Houtman met de adressen Houtmankade 40T, 40U en Van Noordtkade 1A, 3B, 3E, 3H, 5A, 5D, 5G, 7D die bij de oplevering van dit nieuwbouwproject geen stallingplaats hebben gekocht kan in afwijking van het vergunningplafond zoals omschreven in artikel 3 sub f en artikel 4, een bewonersvergunning, bedrijfsvergunning, milieuparkeervergunning voor bewoners dan wel milieuparkeervergunning voor bedrijven worden verleend.

Artikel 6 Meeverhuisregeling

  • 1. Het vergunningenplafond, dan wel milieuparkeervergunningenplafond wordt bij een aanvraag om een bewonersvergunning, dan wel milieuparkeervergunning voor bewoners, van een bewoner die op grond van artikel 34 lid 4 van de Parkeerverordening 2013 recht heeft op een parkeervergunning met één verhoogd;

  • 2. Na verlening van een bewonersvergunning, dan wel milieuparkeervergunning voor bewoners als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt het vergunningenplafond dan wel milieuparkeervergunningenplafond terstond met één verlaagd tot het oorspronkelijke niveau, zoals genoemd in artikel 4.

  • 3. De leden 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op een vergunninggebied, waar het vergunningenplafond, dan wel milieuparkeervergunningenplafond krachtens artikel 4 of artikel 5 op 0 (nul) is vastgesteld.

  • 4. De eerste drie leden van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing bij een aanvraag voor een bedrijfsvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bedrijven.

Artikel 7 (Blok)tijden betaald parkeren

  • Binnen het stadsdeel wordt binnen alle vergunninggebieden parkeerbelasting geheven gedurende de bloktijden van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 24.00 uur, met uitzondering van:

    • a.

      de vergunninggebieden Bos en Lommer -4 van maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 19.00 uur;

    • b.

      het deelvergunninggebied Westerpark 2.1 op de parkeervakken op het parkeerterrein bij sportvereniging SDZ aan de Transformatorweg ter hoogte van perceelnummers 6 en 10 gedurende maandag tot en met vrijdag van 15.00 uur tot 23.00 uur en op zaterdag en zondag van 09.00 uur tot 18.00 uur;

    • c.

      het deelvergunninggebied Westerpark 2.1. op de parkeervakken bij begraafplaats St. Barbara aan de Spaarndammerdijk 312, 313, 314 en 315 gedurende maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 16.30 uur en zondag van 11.00 tot 16.00 uur;

Artikel 8 Overloopgebieden

  • Baarsjes-2:

    • a.

      Binnen het stadsdeel geldt het vergunninggebied Baarsjes-2 als overloopgebied voor het vergunninggebied Baarsjes-1 en vergunninggebied Oud-West

    • b.

      Het aantal uit te geven overloopvergunningen voor Baarsjes-2 uitsluitend ten behoeve van aanvragers van bewonersvergunningen uit vergunninggebied Oud-West bedraagt maximaal 75 overloopvergunningen voor bewoners;

    • c.

      Het aantal uit te geven overloopvergunningen voor Baarsjes-2 ten behoeve van vergunninggebied Baarsjes-1 bedraagt maximaal 200 te weten 125 overloopvergunningen voor bewoners en 75 overloopvergunningen voor bedrijven ;

    • d.

      Het gestelde onder b en c is niet van toepassing indien het vergunningenplafond van vergunninggebied Baarsjes-2 is bereikt;

      Westerpark-3:

    • e.

      Binnen het stadsdeel is vergunninggebied Westerpark-3 (Houthaven) als overloopgebied aangewezen voor vergunninggebied Westerpark-2 (Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt);

    • f.

      Het aantal uit te geven overloopvergunningen voor Westerpark-3 bedraagt maximaal 114;

    • g.

      Het gestelde onder f is niet van toepassing indien het vergunningenplafond van vergunninggebied Westerpark-3 is bereikt;

      Westerpark-4.2:

    • h.

      Binnen het stadsdeel is deelvergunninggebied Westerpark-4.2 (Bedrijventerrein Westerkwartier) als overloopgebied aangewezen voor vergunninggebied Westerpark-1;

    • i.

      Het aantal uit te geven overloopvergunningen voor Westerpark-4.2 uitsluitend ten behoeve van aanvragers van bewonersvergunningen bedraagt maximaal 75;

    • j.

      Het gestelde onder i is niet van toepassing indien het vergunningenplafond van vergunninggebied Westerpark-4.2 is bereikt;

      Bos- en Lommer-2:

    • k.

      Binnen het stadsdeel geldt het vergunninggebied Bos en Lommer -2 als overloopgebied voor het vergunninggebied Bos en Lommer -1

    • l.

      Het vergunninggebied Bos en Lommer -2 geldt niet langer als overloopgebied indien het vergunningplafond van dat vergunninggebied is bereikt;

      Algemeen:

    • m.

      Op het moment dat het vergunningenplafond zoals genoemd onder d, g, j en l dan wel het maximum aantal overloopvergunningen zoals genoemd onder b, c, f en i is bereikt, worden er geen nieuwe overloopvergunningen meer verleend;

    • n.

      Een reeds uitgegeven overloopvergunning wordt verleend tot het moment dat de overloopvergunninghouder in aanmerking komt voor een bewoners- of bedrijfsvergunning in het vergunninggebied waar hij/zij woonachtig of werkzaam is.

Artikel 9 Aantal te verlenen bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners

  • 1. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen, dan wel milieuparkeervergunningen voor bewoners bedraagt in alle vergunninggebieden maximaal één per zelfstandige woning, tenzij voor dat betreffende (deel)vergunninggebied een plafond van 0 parkeervergunningen is vastgesteld.

  • 2. Het aantal bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal verleende milieuparkeervergunningen voor bewoners

  • 3. Het aantal milieuparkeervergunningen voor bewoners wordt verminderd met het aantal bewonersvergunningen

  • 4. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen per zelfstandige woning, dan wel milieuparkeervergunningen voor bewoners per zelfstandige woning, wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven

Artikel 10 Aantal te verlenen bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven

  • 1. Het aantal te verlenen bedrijfsvergunningen dan wel milieuparkeervergunningen voor bedrijven bedraagt per bedrijf maximaal:

    • a.

      de vergunninggebieden De Baarsjes-1 en -2, Oud-West, Westerpark-1, -2, -3 , -4.1 één per tien werknemers;

    • b.

      in de vergunninggebieden Bos en Lommer -1 één per tien werknemers, met uitzondering van bedrijven gevestigd aan de even zijde van de Willem de Zwijgerlaan waarvoor er geen norm geldt anders dan het vergunningplafond;

    • c.

      in het vergunninggebied Westerpark-4.2 (Bedrijventerrein Westerpark) en Bos-Lommer -2 is geen norm van toepassing anders dan het vergunningplafond;

    • d.

      In vergunninggebieden Bos en Lommer -3 en -4 één per vijf werknemers.

  • 2. Het aantal op basis van dit artikel te verlenen bedrijfsvergunningen wordt verminderd met het aantal verleende bedrijfsvergunningen op code, het aantal verleende hulpverlenervergunningen en het aantal verleende milieuparkeervergunningen voor bedrijven.

  • 3. Het aantal op basis van dit artikel te verlenen milieuparkeervergunningen voor bedrijven wordt verminderd met het aantal verleende bedrijfsvergunningen, het aantal verleende bedrijfsvergunningen op code en het aantal verleende hulpverlenervergunningen.

  • 4. Aan een bedrijf met 15 of minder werknemers in dienstverband worden additioneel drie bedrijfsvergunningen, dan wel milieuparkeervergunningen voor bedrijven verleend indien het bedrijfswagens met een grijs kenteken betreft.

  • 5. Het aantal per bedrijf te verlenen bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners.

Artikel 10a Experiment ondernemersdagvergunningen

  • 1. Een bedrijf dat overeenkomstig artikel 10 van dit besluit recht heeft op een bedrijfsvergunning dan wel milieuparkeervergunning voor bedrijven en conform artikel 34 Parkeerverordening 2013 op de wachtlijst is geplaatst, heeft gedurende de wachttijd voor deze bedrijfsvergunning recht op een ondernemersdagvergunning mits:

    • het adres formeel een bedrijfsfunctie heeft; of

    • de aanvrager een ambulante handelaar is met een voorkeurskaart  dan wel een vaste plaats conform artikel 15, lid 2a en -b, en op de wachtlijst staat voor een parkeervergunning

  • 2. Een ondernemersdagvergunning is geldig gedurende de looptijd van het experiment in het vergunninggebied waar de aanvrager is gevestigd op de bloktijd 09.00 uur tot 19.00 uur gedurende de dagen dat betaald parkeren geldt

  • 3. Het vergunningenplafond voor ondernemersdagvergunningen bedraagt in de volgende (deel)vergunninggebieden::

    Parkeervergunningen

    Ondernemersdagvergunningen

    Westerpark 1.1. Fannius Scholtenbuurt

    25

    Westerpark 1.2. Westerstaatsmanbuurt

    5

    Westerpark 1.3. Witten-eiland

    0

    Westerpark 1.4. Frederik Hendrik/Hugo de Groot buurt

    8

    Westerpark 1.5.  Marcanti

    0

    Westerpark 2.1. Spaarndammerbuurt

    0

    Westerpark 2.2. Zeeheldenbuurt

    27

    Westerpark 3.1. Houthaven

    0

    Westerpark 3.2. Houthaven Haparandadam

    0

    Westerpark 5 Westerkwartier

    0

    Oud-West 1.1. Noord

    49

    Oud-West 1.4. Zuid

    64

Artikel 11 De Sportverenigingvergunning.

  • 1. Het aantal te verlenen sportverenigingsvergunningen per sportorganisatie is afhankelijk van het aantal leden zoals genoemd in het tweede lid van artikel 13 van de Verordening.

  • 2. Onverminderd het tweede lid van artikel 13 van de Verordening bedraagt het aantal te verlenen sportverenigingsvergunningen in alle vergunninggebieden maximaal tien per sportorganisatie.

Artikel 12 De volkstuinvergunning.

  • 1. Binnen de vergunninggebieden Oud-West, Westerpark en De Baarsjes worden geen volkstuinvergunningen verleend.

  • 2. Het dagelijks bestuur verleent in een vergunninggebied van Bos en Lommer een volkstuinvergunning aan een rechtspersoon die blijkens zijn statuten tot doel heeft een volkstuincomplex te beheren en tevens ook over een volkstuincomplex beschikt in een vergunninggebied.

  • 3. Het aantal te verlenen volkstuinvergunningen bedraagt per volkstuincomplex maximaal één per 3  percelen.

Artikel 13 De maatschappelijke vergunning

  • Het dagelijks bestuur verleent een maatschappelijke vergunning aan:

    • a.

      een zorginstelling;

    • b.

      een onderwijsinstelling behorende tot het basisonderwijs dan wel behorende tot het voortgezet onderwijs;

    • c.

      aan een bureau van de Politie Amsterdam-Amstelland.

  • Het aantal te verlenen maatschappelijke vergunningen bedraagt per zorginstelling, onderwijsinstelling of een bureau van politie maximaal het aantal op basis van artikel 10 van de Verordening te verlenen bedrijfsvergunningen aan de zorginstelling, de onderwijsinstelling of het bureau van politie.

Artikel 14 Vergunningen op code

  • 1. Op verzoek van de aanvrager wordt, in plaats van op kenteken, op code verleend:

    • a.

      de hulpverlenersvergunning als bedoeld in artikel 15 van de Verordening;

    • b.

      de bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 10 van de Verordening indien voldaan is aan het eerste lid onder a of b van artikel 11 van de Verordening;

    • c.

      de sportverenigingvergunning, als bedoeld in artikel 13 van de Verordening, onverminderd het bepaalde in artikel 11 van dit besluit;

    • d.

      de volkstuinvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Verordening, onverminderd het bepaalde in artikel 12 van dit besluit;

    • e.

      de maatschappelijke vergunning, als bedoeld in artikel 18 van de Verordening;

    • f.

      de autodeelvergunning als bedoeld in artikel 19van de Verordening;

    • g.

      de belanghebbendenvergunning, als bedoeld in artikel 25 van de Verordening, onverminderd het bepaalde in artikel 18 van dit besluit.

  • 2. Aan garagebedrijven, autoverhuurbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven in Westerpark kunnen van het aantal bedrijfsvergunningen, waarop het bedrijf aanspraak kan maken, maximaal 2 bedrijfsvergunningen op code worden verleend.

Artikel 15 Ambulante handelaar

  • 1. De ambulante handelaar komt op basis van artikel 10 van de Verordening slechts voor een bedrijfsvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bedrijven in aanmerking indien hij minimaal drie dagen werkzaam is in het vergunninggebied waarvoor de bedrijfsvergunning wordt gevraagd.

  • 2. De ambulante handelaar op de Ten Katemarkt komt op basis van artikel 10 van de Verordening en in afwijking van lid 1 voor een bedrijfsvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bedrijven in aanmerking, indien:

    • a.

      de aanvrager in het bezit is van een vaste plaatsvergunning voor de Ten Katemarkt, of:

    • b.

      de aanvrager in het bezit is van een voorkeurskaart voor de Ten Katemarkt, of:

    • c.

      de aanvrager sollicitant is voor een plaats op de Ten Katemarkt en uit de gegevens van de marktmeester blijkt dat hij in de voorgaande drie maanden in de regel drie dagen per week of meer een standplaats inneemt op de Ten Katemarkt

  • 3. Indien een sollicitant gedurende twee maanden niet minimaal drie dagen per week verschijnt wordt de vergunning ingetrokken;

  • 4. Indien een voorkeurskaarthouder of vasteplaats houder gedurende twee maanden niet minimaal één dag per week verschijnt wordt de vergunning ingetrokken;

  • 5. In afwijking van lid 1 wordt aan de houder van een motorrijtuig, die een standplaats buiten de markt inneemt in het vergunninggebied Oud-West, op verzoek een bedrijfsvergunning voor het vergunninggebied Oud-West verleend, indien de aanvrager in het bezit is van een vergunning voor een standplaats buiten de markt.

Artikel 16 Beperking geldigheid parkeervergunningen

  • 1. Een bewonersvergunning, een bedrijfsvergunning, een ondernemersdagvergunning, een overloopvergunning, een sportverenigingsvergunning, een maatschappelijke vergunning, een milieuparkeervergunning voor bewoners, een milieuparkeervergunning voor bedrijven, een autodeelvergunning, een mantelzorgvergunning en een volkstuinvergunning zijn niet geldig in de volgende gebieden, gedurende de volgende tijden:

  • De Baarsjes:

    • a.

      Postjesweg (tussen Kostverlorenvaart en Hoofdweg), Jan van Galenstraat (tussen Westelijk Marktkanaal en Admiralengracht, oneven zijde), gedurende maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur;

    • b.

      Jan Evertsenstraat (tussen Admiraal de Ruijterweg en Mercatorplein) en het Mercatorplein, gedurende maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur;

    • c.

      Admiraal de Ruijterweg tussen MH Trompstraat en W. de  Zwijgerlaan, gedurende maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur

      Bos en Lommer:

    • d.

      de parkeerplaatsen gelegen aan de Jan van Galenstraat, voor zover gelegen tussen de De Bestevaerstraat en de Admiraal de Ruijterweg, gedurende de periode van maandag tot en met zaterdag, tussen 10.00 uur en 18.00 uur;

    • e.

      de parkeerplaatsen gelegen aan de Hoofdweg, voor zover gelegen tussen het Bos en Lommerplein en de Erasmusgracht, gedurende de periode van maandag tot en met zaterdag, tussen 10.00 uur en 18.00 uur;

    • f.

      de parkeerplaatsen gelegen aan de hoofdrijbaan van de Bos en Lommerweg, voor zover gelegen tussen de Egidiusstraat en het Ringspoor, gedurende periode van maandag tot en met zaterdag, tussen 10.00 uur en 18.00 uur.

      Westerpark:

    • g.

      de parkeerplaatsen gelegen in de Tweede Hugo de Grootstraat gedurende de periode van maandag t/m zaterdag van 10.00 uur tot 18.00 uur;

    • h.

      de parkeerplaatsen gelegen aan het Hugo de Grootplein gedurende de periode van maandag t/m zaterdag van 10.00 uur tot 18.00 uur;

    • i.

      de parkeerplaatsen gelegen in de Tweede Nassaustraat gedurende de periode van maandag t/m zaterdag van 10.00 uur tot 18.00 uur;

    • j.

      de parkeerplaatsen gelegen in de Van Limburg Stirumstraat gedurende de periode van maandag t/m zaterdag van 10.00 uur tot 18.00 uur;

    • k.

      de parkeerplaatsen in de Frederik Hendrikstraat, uitsluitend v.w.b. de oostelijke zijde van de Frederik Hendrikstraat dat is gelegen tussen de Eerste en Tweede Hugo de Grootstraat, gedurende de periode van maandag t/m zaterdag van 10.00 uur tot 18.00 uur;

    • l.

      de parkeerplaatsen in het cultuurpark Westergasfabriek, gedurende de periode van maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 24.00 uur, met uitzondering van de parkeerplaatsen ten behoeve van elektrische voertuigen;

    • m.

      de parkeerplaatsen aan de westelijke zijde in de Spaarndammerstraat vanaf de Assendelftstraat tot aan de Tasmanstraat en aan de oostelijke zijde in de Spaarndammerstraat vanaf de Van Noordtstraat tot aan de Tasmanstraat gedurende de periode van maandag t/m zaterdag van 10.00 uur tot 18.00 uur;

    • n.

      de parkeerplaatsen in de Van Bleiswijkstraat van maandag t/m zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur

      Oud-West:

    • o.

      de parkeerplaatsen gelegen in De De Clercqstraat van maandag tot en met zaterdag tussen 10.00 uur en 18.00 uur:

    • p.

      de parkeerplaatsen gelegen in Jan Pieter Heijestraat tussen huisnummer 66 en 192 van maandag tot en met zaterdag tussen 10.00 uur en 18.00 uur:

    • q.

      de parkeerplaatsen gelegen in Kinkerstraat van maandag tot en met zaterdag tussen 10.00 uur en 18.00 uur;

    • r.

      de parkeerplaatsen gelegen in Overtoom evenzijde tussen huisnummer 2 en 494 van maandag tot en met zaterdag tussen 10.00 uur en 18.00 uur;

    • s.

      de parkeerplaatsen gelegen in de Bilderdijkstraat (tussen de De Clercqstraat en de Jacob van Lennepkade) van maandag tot en met zaterdag tussen 10.00 en 18.00;

    • t.

      de parkeerplaatsen gelegen in de Eerste Constantijn Huygensstraat (tussen de Jacob van Lennepkade en de Overtoom) van maandag tot en met zaterdag tussen 10.00 en 18.00;

    • u.

      de parkeerplaatsen in de Ten Katestraat tussen het Ten Kateplein en de Jan Hanzenstraat die op maandag tot en met zaterdag tussen 07.00 uur en 20.00 uur voetgangersgebied (Ten Katemarkt) zijn.

  • 2. Een bewonersvergunning, een bedrijfsvergunning, een ondernemersdagvergunning, een milieuparkeervergunning voor bewoners, een milieuparkeervergunning voor bedrijven, een sportverenigingsvergunning, een autodeelvergunning en een mantelzorgvergunning uitgegeven voor het vergunninggebied Westerpark-2 (Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt) is ook geldig voor alle parkeerapparatuurplaatsen in vergunninggebied -3 (Houthaven).

  • 3. Een bewonersvergunning, een bedrijfsvergunning, een ondernemersdagvergunning, een milieuparkeervergunning voor bewoners, een milieuparkeervergunning voor bedrijven, een sportverenigingsvergunning, een autodeelvergunning en een mantelzorgvergunning uitgegeven voor het naastgelegen vergunninggebied Westpoort-2, Minervahaven (WH 84) is ook geldig voor alle parkeerapparatuurplaatsen in deelvergunninggebied -3.1 (Haparandadam Houthaven).

  • 4. Een bewonersvergunning, een bedrijfsvergunning, een ondernemersdagvergunning, een milieuparkeervergunning voor bewoners, een milieuparkeervergunning voor bedrijven, een sportverenigingsvergunning, een autodeelvergunning en een mantelzorgvergunning uitgegeven voor het naastgelegen stadsdeel voor het deelvergunninggebied 2b Minervahaven Haparandadam in het vergunninggebied Westpoort-2, Minervahaven (WH 84) is ook geldig voor alle parkeerapparatuurplaatsen van het deelvergunninggebied 3.2 van het vergunninggebied-3 Houthaven.

Artikel 17 Parkeerduurbeperking

  • Binnen het stadsdeel geldt een parkeerduurbeperking als bedoeld in artikel 31 van de Verordening in de volgende gebieden, gedurende de volgende tijden:

  • De Baarsjes:                                       

    1. Een parkeerduurbeperking van maximaal één uur (60 minuten) in de volgende gebieden, gedurende de volgende tijden: Jan Evertsenstraat (tussen Admiraal de Ruijterweg en Mercatorplein) en het Mercatorplein, gedurende maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur;

  • Bos en Lommer:

    2. Binnen Bos en Lommer geldt geen parkeerduurbeperking als bedoeld in artikel 31 van de Verordening.

  • Westerpark: 3. Een parkeerduurbeperking van maximaal 3 uur op de parkeervakken op het parkeerterrein bij sportvereniging SDZ aan de Transformatorweg perceelnummers 6 en 10 gedurende maandag tot en met vrijdag van 15.00 uur tot 23.00 uur en op zaterdag en zondag van 09.00 uur tot 18.00 uur;

    4.Een parkeerduurbeperking van maximaal 3 uur op de parkeervakken bij begraafplaats St. Barbara aan de Spaarndammerdijk 312, 313, 314 en 315 gedurende maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 16.30 uur en zondag van 11.00 tot 16.00 uur;

    5. Een parkeerduurbeperking van maximaal 1 uur op de parkeervakken aan de westelijke zijde van de Spaarndammerstraat vanaf de Assendelftstraat tot aan de Tasmanstraat en de parkeervakken aan de oostelijke zijde van de Spaarndammerstraat vanaf de van Noordtstraat tot aan de Tasmanstraat gedurende maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur;

    6. Een parkeerduurbeperking van maximaal 2 uur op de parkeervakken in het cultuurpark Westergasfabriek, gedurende de periode van maandag t/m zaterdag van 09.00 uur tot 24.00 uur.

  • Oud-West:

    7. Een parkeerduurbeperking van maximaal 1 uur op de parkeervakken in de Bilderdijkstraat, tussen de De Clercqstraat en de Jacob van Lennepkade, van maandag t/m zaterdag tussen 10:00 en 18:00;

    8. Een parkeerduurbeperking van maximaal 1 uur op de parkeervakken in de Eerste Constantijn Huygensstraat, tussen de Jacob van Lennepkade en de Overtoom, van maandag t/m zaterdag tussen 10:00 en 18:00.

  • 9. In de onder lid 1 t/m lid 8 genoemde gebieden, zijn gedurende de genoemde tijden, zijn de parkeerkaarten, genoemd in artikel 26 van de Verordening, niet geldig met uitzondering van de minutenkaart (kortparkeerkaartje) zoals vermeld onder artikel 26 lid 1 onder a van de Verordening.

  • 10. De onder lid 9 genoemde minutenkaart mag uitsluitend in het onder lid 1 t/m 8 genoemde gebied zijn gekocht.

Artikel 18 Belanghebbendeparkeerplaatsen en vergunningen

  • De Baarsjes:

  • 1. Per belanghebbendenparkeerplaats worden maximaal vijf belanghebbendenvergunningen verleend.

  • 2. Per belanghebbendenparkeerplaats welke is aangewezen als autodateparkeerplaats (E9) wordt maximaal één autodeelvergunning verleend voor het vergunningengebied, waar de autodateparkeerplaats zich bevindt.

  • 3. Ten behoeve van iedere huisarts wordt, met inachtneming van het zesde lid van dit artikel, op aanvraag een parkeerplaats gereserveerd in de directe nabijheid van het praktijk- en/of woonadres.

  • 4. Ten behoeve van iedere verloskundige wordt, met inachtneming van het zesde lid van dit artikel, op aanvraag een parkeerplaats gereserveerd in de directe nabijheid van het praktijk- en/of woonadres.

  • 5. Aan iedere consul wordt, met inachtneming van het zesde lid van dit artikel, op aanvraag een parkeerplaats gereserveerd in de directe nabijheid van het consulaat.

  • 6. Per praktijk-, woon-, of consuladres worden maximaal twee parkeerplaatsen gereserveerd voor de artsen en verloskundigen en maximaal één parkeerplaats voor consuls.

  • Bos en Lommer:

  • 7. Aan de huisarts wordt, met inachtneming van de overige leden van dit artikel, op aanvraag een belanghebbendenparkeerplaats toegekend in de directe nabijheid van het praktijkadres.

  • 8. Aan de verloskundige wordt, met inachtneming van de overige leden van dit artikel, op aanvraag een belanghebbendenparkeerplaats toegekend in de directe nabijheid van het praktijkadres of het huisadres.

  • 9. Per praktijkadres worden maximaal twee parkeerplaatsen gereserveerd voor de huisartsen c.q. verloskundigen. Per huisadres wordt maximaal één parkeerplaats gereserveerd voor verloskundigen.

  • 10. Het Dagelijks Bestuur bepaalt hoeveel belanghebbendenparkeerplaatsen aan een autodeelorganisatie worden toegekend en op welke locaties.

  • 11. Per belanghebbendenparkeerplaats worden maximaal twee belanghebbenden-vergunningen verleend.

  • Westerpark:

  • 12. Aan iedere (assistent)huisarts en aan iedere (assistent)verloskundige wordt, met inachtneming van de overige leden van dit artikel, op aanvraag een belanghebbendenparkeerplaats met bijbehorende belanghebbendenvergunning toegekend in de directe nabijheid van het praktijkadres.

  • 13. Op aanvraag kan - in plaats van een belanghebbendenparkeerplaats met bijbehorende belanghebbendenvergunning in de directe nabijheid van het praktijkadres - een belanghebbendenparkeerplaats met bijbehorende belanghebbendenvergunning in de directe nabijheid van het huisadres worden toegekend, indien de praktijkvoering mede vanaf het huisadres plaatsvindt, en het praktijkadres en huisadres in hetzelfde parkeervergunningebied liggen.

  • 14. De aanspraak op een belanghebbendenparkeerplaats met bijbehorende belanghebbendenvergunning in de directe nabijheid van het huisadres vervalt, indien - binnen hetzelfde parkeervergunninggebied- een belanghebbendenparkeerplaats met bijbehorende belanghebbendenvergunning bij het praktijkadres is toegekend.

  • 15. De aanspraak op een belanghebbendenparkeerplaats met bijbehorende belanghebbendenvergunning in de directe nabijheid van het praktijkadres vervalt, indien - binnen hetzelfde parkeervergunninggebied- een belanghebbendenparkeerplaats met bijbehorende belanghebbendenvergunning bij het huisadres is toegekend.

  • 16. Per praktijkadres wordt maximaal één parkeerplaats gereserveerd voor de arts c.q. verloskundige.

  • 17. Per huisadres wordt maximaal één parkeerplaats gereserveerd voor de arts c.q. verloskundige.

  • 18. Op het gestelde in de leden 16 en 17 kan het Dagelijks Bestuur in bijzondere gevallen een uitzondering maken. Indien een uitzondering gemaakt wordt, worden de omstandigheden die tot het maken van de uitzondering hebben geleid, opgenomen in een als bijlage bij dit besluit behorende lijst.

  • 19. Een belanghebbendenvergunning kan op code, in plaats van op kenteken, worden verleend;

  • 20. De code wordt vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, op voordracht van het Dagelijks Bestuur

  • 21. Ten aanzien van de categorie autodeelorganisaties bepaalt het Dagelijks Bestuur, hoeveel belanghebbendenparkeerplaatsen, en op welke locaties gelegen, aan een autodeelorganisatie worden toegekend, en verleent het de daarvoor benodigde belanghebbenden­vergunningen;

  • 22. Alleen aan door stadsdeel Westerpark gecontracteerde autodeelorganisaties kunnen belanghebbendenvergunningen en/of belanghebbendenparkeerplaats voor autodeelorganisaties worden verleend.

  • Oud-West:

  • 23. Aan de huisarts, op aanvraag, een belanghebbendenparkeerplaats toegekend in de directe nabijheid van het praktijkadres. Per praktijkadres worden maximaal 3 parkeerplaatsen gereserveerd voor huisartsen.

  • 24. Aan de verloskundige, op aanvraag, een belanghebbendenparkeerplaats toegekend in de directe nabijheid van het woonadres;

  • 25. Per woning wordt maximaal 1 parkeerplaats gereserveerd voor de verloskundige.

  • 26. Aan de autodeelorganisatie een belanghebbendenparkeerplaats toegekend, op een locatie dat bepaald wordt door het Dagelijks Bestuur;

  • 27. De hoeveelheid belanghebbendeparkeerplaatsen dat wordt toegekend wordt eveneens bepaald door het Dagelijks Bestuur.

Artikel 19 Uitzicht belemmerende voertuigen

  • 1. Voor een motorrijtuig met een lengte van meer dan zes meter en/of een hoogte van meer dan 2,4 meter wordt geen vergunning afgegeven, met uitzondering voor de (deel)vergunninggebieden westerpark 4.2, BAA2 en BOS2

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen op het gestelde in lid 1 uitzonderingen maken.

Artikel 20 Ingangsdatum parkeervergunningen en bijzondere vergunningen

  • De ingangsdatum van parkeervergunningen en bijzondere vergunningen is altijd de eerste van de maand.

Artikel 21 Hardheidsclausule

  • Het dagelijks bestuur is bevoegd, in gevallen waarin toepassing van dit uitwerkingsbesluit naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het bepaalde in dit uitwerkingsbesluit.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • Dit Uitwerkingsbesluit treedt in werking op 20 mei 2013.

Artikel 23 Citeertitel

  • Dit Uitwerkingsbesluit kan worden aangehaald als Uitwerkingsbesluit parkeren stadsdeel West 2013.

Toelichting

Algemeen

Op 1 mei 2010 zijn de vier voormalige stadsdelen De Baarsjes, Bos en Lommer, Westerpark en Oud-West gefuseerd. Dit Uitwerkingsbesluit van stadsdeel West bevat de regels van alle vier de voormalige stadsdelen. De harmonisatie van de verschillende regels uit de vier besluiten vindt plaats na de harmonisatie van de parkeerbeleidnotities van de voormalige stadsdelen in één parkeernota West.

Het Uitwerkingsbesluit is gebaseerd op de centraal stedelijke Parkeerverordening. De uitvoering van deze Parkeerverordening ligt bij de stadsdelen. Dat geldt dus ook voor allerlei beleidsregels die in de praktijk van de vergunningverlening ontstaan.

Op 3 april 2013 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de Parkeerverordening 2013 vastgesteld. Hoofdstuk 2 van de Parkeerverordening bevat een limitatieve opsomming van onderwerpen die op basis van deze Parkeer verordening bij het stadsdeel zijn gelegd. Het gaat om belangrijke zaken als het vaststellen van de vergunninggebieden en het aantal vergunningen dat binnen het stadsdeel verleend wordt. In het onderhavige uitwerkingsbesluit is bij de indeling van de onderwerpen zoveel mogelijk de volgorde aangehouden van hoofdstuk 2 van de Parkeerverordening.

De Parkeerverordening vormt één geheel met de Verordening Parkeerbelastingen. In de Verordening Parkeerbelastingen worden zaken geregeld als de betaling aan de paal, de tarieven en tariefgebieden.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Lid 2. Artikel 1 van de Parkeerverordening bevat de begripsomschrijvingen. In dat artikel staan veel belangrijke begrippen die ook voor de uitvoering van dit uitwerkingsbesluit van belang zijn. Te denken valt aan de definitie van een "zelfstandige woning" of een "bedrijf". In artikel 1 van de Parkeerverordening is bepaald: " In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder". Het is dan ook uitdrukkelijk de bedoeling geweest dat de begrippen in de nadere regelingen een zelfde betekenis hebben.

Artikel 2. Vergunninggebieden

De vergunninggebieden zijn de gebieden waar op basis van de Verordening Parkeerbelastingen, betaald parkeren van kracht is. Binnen het stadsdeel zijn 13 vergunninggebieden. Krachtens artikel 4 lid 1 onder a van de Parkeerverordening 2013 is het noodzakelijk dat door het stadsdeel nadere regels worden vastgesteld voor de indeling in vergunninggebieden en de grenzen daarvan. De officiële benaming, zoals gehanteerd in de Verordening Parkeerbelastingen, dient te worden genoemd, evenals de op de parkeervergunningen vermelde code. De omschrijving is een kopie van de omschrijving zoals vermeld in de Verordening Parkeerbelastingen.

In het Coalitieakkoord "West maakt het verschil", en het daarbij behorende Uitvoeringsprogramma Bereikbaar West en de Parkeernota 2012-2020 kan worden opgemaakt dat wordt ingezet op de doelen minder autogebruik en minder autobezit. Buurtgarages worden gestimuleerd. Nieuwbouw moet voorzien in de eigen parkeerbehoefte. Ingezet wordt op inpandige parkeervoorzieningen met voldoende parkeerplaatsen voor alle bewoners/bedrijven. Vervolgens kunnen alle adressen van de nieuwbouwprojecten worden uitgesloten van het recht op aanvragen van parkeervergunningen via het vaststellen van een plafond met 0 bedrijfs- en bewonersparkeervergunningen. Basis hiervoor is de toelichting bij artikel 2 Parkeerverordening. Om toch bijzondere vergunningen zoals bijvoorbeeld mantelzorgvergunningen en kraskaartvergunningen te kunnen verlenen moet elk van de nieuwbouwprojecten als apart vergunninggebied worden ingedeeld. Deze bijzondere vergunningen kunnen vervolgens boven het plafond van 0 bewoners/bedrijfsvergunningen worden verleend.  In artikel 3 en artikel 4 van dit besluit staat omschreven voor welke deelvergunninggebieden een 0-plafond is vastgesteld.

Artikel 3. Deelvergunninggebieden

Sommige vergunninggebieden bevatten deelvergunninggebieden met een zogenaamd 0-plafond. Het betreft hier in het algemeen nieuwbouwcomplexen waar voor de genoemde adressen geen parkeervergunning wordt afgegeven omdat men beschikt of kan beschikken over een parkeervergunningstallingplaats.

Uitzondering hierop is het deelvergunninggebied Bos- en Lommer 1.2. Voor dit parkeerterrein in de Hemspoorzone (volkstuincomplexen) is een eigen vergunningenplafond ingesteld. De reden hiervoor is dat alleen tuinders met een volkstuinvergunning van dit parkeerterrein gebruik maken. De tuinders maken echter in het winterseizoen geen gebruik van hun vergunningen. Als er geen onderscheid tussen deze gebieden zou worden gemaakt, dan kunnen deze vergunningen worden uitgegeven aan bewoners in de rest van vergunninggebied BOS 1. Dit is een onwenselijke situatie, omdat daarmee een scheefgroei ontstaat tussen het aantal vergunningen en het aantal beschikbare plaatsen in de rest van vergunninggebied BOS 1. Het parkeerterrein in de Hemspoorzone is namelijk geen reële optie om te parkeren voor bewoners uit vergunninggebied BOS 1, het is te afgelegen.

Verder is van belang dat in deelvergunninggebied Bos- en Lommer 1.34. te weten Collage plus GAK-gebouw en tevens in het deelvergunninggebied Bos en Lommer 1.5, te weten Buskenblaser Noord en Zuid  een aantal adressen in beide deze complexen zijn waar voor alleen 1e kopers wel een parkeervergunning kan worden uitgegeven. Opvolgende kopers hebben echter geen recht meer op een parkeervergunning op deze adressen. Bij verkoop dienen deze adressen te worden opgenomen in de omschrijving van het deelvergunninggebied Bos- en Lommer 1.4 dan wel 1.5. Het gaat om de adressen: Collage te weten Hoofdweg 863, 905 en 947, Buskenblaser Noord te weten Hoofdweg 580, 582, 584, 590, 600, 664, 666, 668, 678, 688 en Elckerlijkstraat 139, 143, 159, 173 en Bos en Lommerplein 57, 61, 63 plus Buskenblaser Zuid te weten Hoofdweg 462, 468, 522, 526, 530, 538, 550, 552 en Elckerlijcstraat 5, 7, 9, 15, 17, 213, 31, 45, 51, 57.

In nieuwbouwprojecten De Wending (deelvergunninggebied Baarsjes 1.2) en Piri Reis (deelvergunninggebied Baarsjes 1.3) kunnen de adressen voor sociale huur wel een bewoners- dan wel bedrijfsparkeervergunning krijgen. Door de woningcorporatie Stadgenoot zijn in Piri Reis de volgende adressen als sociale huur vermeld: Baarsjesweg 189A en 189C, Piri Reisplein 29, 30 en 68. Deze adressen zijn daarom niet opgenomen in artikel 3 onder a onder De Baarsjes 1.3. In de opgegeven adressen van De Wending zijn daarom in artikel 3 a onder De Baarsjes 1.2 alleen de adressen van de koopwoningen opgenomen.

He dagelijks bestuur van voormalig stadsdeel Westerpark is 14 april 2009 (2009/2200) akkoord gegaan met de introductie van deze deelvergunninggebieden. Hoofdreden is dat in sommige buurten gezien het aantal parkeerplaatsen teveel parkeervergunningen zijn uitgegeven. Door de buurt als delevergunninggebied aan te merken kunnen vergunninghouders eerder een parkeerplaats vinden. Hierdoor neemt het foutparkeren af. Tevens kan men als vergunninghouder bij werkzaamheden of andere tijdelijke drukte nog steeds uitwijken naar andere delen van hetzelfde vergunninggebied, dat wil zeggen de andere deelvergunninggebieden binnen hetzelfde vergunninggebied. 

Verder is bij besluit van het dagelijks bestuur van voormalig stadsdeel Westerpark van 17 november 2009 het vergunninggebied Houthaven opgedeeld in twee deelvergunninggebieden Houthaven Haparandadam enerzijds en Houthaven exclusief Haparandadam anderzijds. Dit wordt op advies van de dienst IVV gedaan om het mogelijk te maken dat zowel de vergunninghouders van de Haparandadam aan de Havenzijde als die aan de Westerparkzijde gebruik kunnen maken van de parkeercapaciteit op de Haparandadam. De stadsdeelgrens ligt immers op de as van de Haparandadam maar de parkeerplaatsen liggen allemaal aan de Westerparkzijde.

Tenslotte komen sociale huurders in bepaalde in nieuwbouwcomplexen zoals in blok C van Furore en in Riva Piri Reis de sociale huurders wel in aanmerking voor een parkeervergunning. Het gaat volgens opgave van de corporatie om de adressen: Eerste Constantijn Huygensstraat 48A, 48C, 50A, 50C, 50D, 50E, 52A, 52C, 52D, 52E, 52F, 54A, 54C, 54D, 54E, 54F, 54G, 56A, 56C, 56D, 56E, 56F.Omdat niet bekend is welke adressen dit zijn dient de sociale huurder door middel van een verklaring van de verhuurder aan te tonen dat men bewoner is van een sociale huurwoning.

Artikel 4.Vergunningplafonds

De vergunningenplafonds zijn vastgesteld met het oog op de bereikbaarheid voor het noodzakelijk autoverkeer. Op basis van artikel 4, lid 3 van de Parkeerverordening moet bij het vaststellen van het vergunningenplafond en het aantal te verlenen vergunningen in ieder geval rekening worden gehouden met minimaal 10% noodzakelijke leegstand overdag per vergunninggebied. Dat betekent dat minimaal 10% van het aantal bruikbare parkeerplaatsen overdag op de openbare weg vrij, dat wil zegen door niet vergunninghouders, gebruikt moet kunnen worden.

De (deel)vergunninggebieden met een plafond van 0 parkeervergunningen betreffen in het algemeen nieuwbouwprojecten met een garage met voldoende parkeerplaatsen. Vandaar dat daar geen parkeervergunningen worden uitgegeven aan bewoners/bedrijven. Dit vloeit voort uit de Parkeerbeleidnotitie Parkeernota 2012-2020 van stadsdeel West zoals ook vermeld in de toelichting bij artikel 2.

Buiten de (deel)vergunninggebieden met een 0-plafond wordt bij de berekening van het plafond van een (deel)vergunninggebied uitgegaan van een piekbelasting in de avonduren.

De noodzakelijke leegstand dient om:

  • bezoekend verkeer ruimte bieden om te parkeren;

  • spitsdrukte opvangen voor zowel bezoekend verkeer als parkerende vergunninghouders;

  • ruimte te bieden aan een vlotte circulatie.

De berekening houdt derhalve rekening met is als volgt:

Uitgaande van:

de piekbelasting tijdens de avonduren, ;

de wenselijkheid 10% van de parkeerruimte beschikbaar te houden voor bezoek en verkeerscirculatie;

de wenselijkheid 10% van de parkeerruimte beschikbaar te houden t.b.v. de circulatie;,

de aanname dat de minderheid van20% van de houders van bedrijfsvergunningen ook ‘s avonds hun voertuig in de buurt parkeert (van de verstrekte vergunningen is ca. 20% bedrijfsvergunning) en ;

de aanname dat de meeste10% van de bewoners ‘s avonds niet in de buurt parkeert. ;

kan men aan de hand van bestaande gegevens het totaal aantal uit te geven vergunningen in de vergunninggebieden berekenen, en dus ook de noodzakelijke leegstand.

Onder het vergunningenplafond wordt verstaan het aantal bewoners-, bedrijfs- en volkstuinvergunningen dat maximaal binnen een vergunninggebied wordt verleend. De Parkeerverordening kent geen onderscheid tussen een wachtlijst voor bewoners-, bedrijfs-, en volkstuinvergunningen.

Als het vergunningenplafond is bereikt, worden nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning op een wachtlijst geplaatst, totdat er - door opzegging, intrekking of niet-verlenging van bestaande vergunningen - weer ruimte is gekomen. Dit is geregeld in de Parkeerverordening. De hier genoemde aantallen betreffen overigens de bewoners-, bedrijven- en, indien van toepassing in Westerpark, overloopvergunningen De autodeelvergunning, mantelzorgvergunning, hulpverlenersvergunning, sportverenigingsvergunning, belanghebbendenvergunning en kraskaartvergunning worden onafhankelijk van een eventuele wachtlijst verleend.

De genoemde aantallen beschikbare parkeervergunningen uit artikel 4 van het Uitwerkingsbesluit worden verminderd met de aantallen milieuparkeervergunningen zodra Burgemeester en Wethouders hebben besloten tot invoering van de milieuparkeervergunning.

Het vergunningplafond voor parkeervergunninggebied Bos en Lommer-5 (BOS-5) is verhoogd naar 30 uit te geven parkeervergunningen op basis van de beschikbare hoeveelheid parkeerplaatsen bij de tijdelijke inrichting van dit kleine gebied.

Westerpark kent vanaf 1 januari 2013 niet vijf maar nog maar vierjf vergunninggebieden. Dit als gevolg van het feit dat het vergunninggebied GWL-terrein en Bedrijventerrein Westerkwartier zijn samengevoegd en voortaan deelvergunninggebieden zijn.

Vanaf 1 september 2009:

1. Westerpark-1 in 4 deelvergunninggebieden Fannius Scholtenbuurt, Witteneiland, Westerstaatsman, Frederik Hendrik- en Hugo de Grootbuurt verdeeld;

Per 1 januari 2010:

2. Westerpark-2 in 2 deelvergunninggebieden Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt zonder Houthaven verdeeld;

3. Westerpark-3 als nieuw vergunninggebied Houthaven benoemd dat tevens als overloopgebied voor Westerpark-2 geldt;

4. Marcanti gevoegd bij Westerpark-1 en tevens aangewezen als deelvergunninggebied.

De vergunninggebieden -4 WP62 GWL-terrein en -5 WP63 bedrijventerrein Westerkwartier en ook de uitgesloten nieuwbouwprojecten te weten de deelvergunninggebieden met 0-plafond zijn op 1 januari 2010 niet gewijzigd.

Voor deelvergunninggebied Westerpark -- 4.1 wordt een krappere norm gehanteerd; het aanwezige areaal is hier beduidend kleiner, en de te verwachten druk van ‘s avonds parkerende bedrijfsvergunningen is lager, omdat geen van de 9 bedrijfsruimten is gekoppeld aan woonruimte op het terrein. Eén van de kenmerken van het GWL-terrein (vergunningengebied Westerpark - 4) is namelijk het autovrije maaiveld. De ruimte op het maaiveld is hoog van kwaliteit. Het terrein is voorzien van een smalle parkeerstrook aan de westzijde, met plaats voor 129 auto's. In het gebied worden maximaal 115 parkeervergunningen uitgegeven. Parkeervergunninghouders van het GWL-terrein kunnen worden in de gelegenheid gesteld om (uitgezonderd de aangewezen straten op bepaalde dagen en tijden) ook met hun parkeervergunning ook te parkeren in deelvergunninggebied Westerpark 4.2- 5, d.w.z. het bedrijventerrein Westerpark. De grenzen van het vergunninggebied bedrijventerrein Westerpark zijn hiertoe ook opgenomen in de omschrijving van het vergunninggebied Westerpark-4. In het algemeen moet vergunninghouders de gelegenheid worden geboden om te parkeren in het parkeervergunninggebied waarvoor de vergunning is afgegeven. Uit parkeerdruktellingen op het GWL-terrein bleek dat weinig parkeerruimte voor vergunninghouders van het GWL-terrein beschikbaar was omdat met name in de avonduren bezoekers van Café-Restaurant Amsterdam en de Van Hogendorpsporthal de schaarse parkeerruimte op de Waterkeringweg en Waterpoortweg in beslag nemen. Hierdoor moesten deze vergunninghouders betaald uitwijken naar een naastliggend vergunninggebied. Doordat in de vergunningenadministratie van Parkeerdienstverlener is uitgesloten dat op de adressen van het bedrijventerrein Westerpark parkeervergunningen voor het GWL-terrein worden uitgegeven en de parkeerplaatsen van het bedrijventerrein Westerpark niet worden meegenomen in de berekening van het maximum aantal te verlenen vergunningen op het GWL-terrein wordt het autoluwe karakter van het GWL-terrein niet aangetast.

Op het bedrijventerrein Westerpark (deelvergunningengebied  Westerpark -- 54.2) is sprake van een overaanbod van parkeerruimte ten opzichte van de vraag naar parkeervergunningen. Om het karakter van het bedrijventerrein geen geweld aan te doen is gekozen voor een aparte status, waarbij het maximum aantal vergunningen is losgekoppeld van het aantal werknemers. In 1996 is namelijk door een aantal stadsdelen met de toenmalige wethouder voor Verkeer overeengekomen dat op een aantal bedrijventerreinen een ruimere norm mocht worden gehanteerd voor het verlenen van parkeervergunningen. Deze mogelijkheid is beschreven in beleidspunt 1.5 over Bedrijventerreinen in de Parkeernota van 2001. Als beslispunt is daarbij aangegeven dat voor het verlenen van parkeervergunningen aan bedrijven op bedrijventerreinen die als zodanig in het structuurplan zijn aangegeven, voortaan de normen van het locatiebeleid gelden. Dergelijke bedrijventerreinen dienen als apart vergunninggebied te worden aangewezen. Ook dient een vergunningplafond te worden vastgesteld. Het Bedrijventerrein Westerpark is een apart vergunninggebied.

Vervolgens is voor deze C-locatie bij DB-besluit van 3 februari 1998 (98/238) vastgesteld dat maximaal 300 parkeervergunningen kunnen worden uitgegeven. Met dit Uitwerkingsbesluit zal dDoor invoering van betaald parkeren op het Vredenhofpad is dit het maximum worden verhoogd naar 319 vergunningen. Inmiddels is het Bedrijventerrein Westerpark opgenomen in het vigerende structuurplan op de plankaart en in het geldende toetsingskader als zijnde geen A- en B- locatie. Volgens de huidige Parkeernota gelden voor C-locaties geen restricties voor de vergunningverlening.

Voor het deelvergunninggebied Marcanti-eiland (vergunninggebied Westerpark-1) zal in verband met realisatie van nieuwbouw en de herprofilering van de Jan van Galenstraat uit worden gegaan van de toekomstige situatie. Na realisatie van de nieuwbouw op het Marcanti-eiland en na herprofilering van de Jan van Galenstraat zullen namelijk veel minder openbare parkeerplaatsen aanwezig zijn. Op deze manier wordt voorkomen dat er na de oplevering teveel vergunningen zullen zijn uitgegeven. Eén en ander leidt tot een noodzakelijke leegstand van 16% in de gewone vergunningengebieden Westerpark -1, -2 , -3 en 10% op het GWL-terrein, dat voornamelijk een woonfunctie heeft.

Art. 5 Milieuparkeervergunningenplafond per (deel)vergunninggebied

Op basis van stadsbrede inspraak heeft de gemeenteraad van Amsterdam in 2009 besloten tot een proef met de milieuparkeervergunning. Tweederde van de Amsterdammers ziet geen bezwaren tegen de milieuparkeervergunning; bijna de helft vindt het een goed idee, bleek uit een enquête van O+S.

De maatregel is onderdeel van de verkeersplannen Voorrang voor een Gezonde Stad om schoner vervoer in de stad te stimuleren. Amsterdam wil onder meer met deze proef het gebruik van schonere auto's aanmoedigen. De proef werd gesteund door de Kamer van Koophandel en Transport en Logistiek Nederland. De proef vond plaats in de stadsdelen De Baarsjes en Westerpark. De gemeente bleef tijdens de proef parkeervergunningen verstrekken aan bewoners en bedrijven met een auto die niet aan de criteria voldoen. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie zou worden besloten of de milieuparkeervergunning in de hele stad wordt ingevoerd. Hierbij zouden de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving voor differentiatie van parkeertarieven naar milieukenmerken worden meegenomen. Tijdens de evaluatie is onder meer gekeken naar het effect op de luchtkwaliteit en de ontwikkeling van de wachttijd voor andere aanvragers van parkeervergunningen.

De proef duurde een half jaar. Gedurende de proef kregen eigenaren van milieuvriendelijke auto's voorrang bij het uitgeven van een parkeervergunning. Eind 2010 is de proef geëvalueerd op zowel het functioneren van de regeling als het effect ervan op de luchtkwaliteit. Door het geringe animo is de proef stopgezet. Per 1 oktober 2010 heeft stadsdeel West het quotum (5% van de reguliere parkeervergunningen) milieuparkeervergunningen toegevoegd aan de reguliere parkeervergunningen.

Per 1 april 2012 is de milieuparkeervergunning ingevoerd voor elektrische voertuigen. In artikel 4 lid 4 Parkeerverordening is bepaald dat maximaal 5% van het vergunningplafond kan worden gereserveerd voor milieuparkeervergunning. Art 16 en 17 Parkeerverordening stellen dat het college van B&W o.a. het type auto vaststelt wat in aanmerking komt voor de milieuparkeervergunning.

Artikel 5a. Overgangsregeling vergunninggebied Westerpark 2.3 (De Houtman)

In de door de deelraad vastgestelde parkeerbeleidnotitie van 26 april 2005 staat dat nieuwbouw geen extra parkeerdruk op straat mag opleveren. Daarom heeft het dagelijks bestuur op 29 mei 2007 besloten dat geen van de adressen recht hebben op een parkeervergunning. Ten behoeve van het nieuwbouwproject De Houtman konden gezien de uitgangspunten van de parkeerbeleidnotitie destijds geen parkeerplaatsen op het maaiveld worden gemaakt. Speciaal voor de parkeerbehoefte van de bewoners en bedrijven van dit nieuwbouwproject is een parkeergarage met voldoende stallingplaatsen ontwikkeld.

Omdat de verkoop van appartementen echter heeft plaatsgevonden in 2005 heeft het dagelijks bestuur van voormalig stadsdeel Westerpark op 1 december 2009 (2009/4514) wordt een overgangsregeling getroffen voor uitsluitend de eerste eigenaren van koopwoningen van het nieuwbouwcomplex die bij de oplevering geen stallingplaats hebben gekocht. Uit onderzoek uit het kadaster blijkt dat het inmiddels gaat om de adressen Houtmankade 40T, 40U en Van Noordtkade 1A, 1C, 1D, 3B, 3E, 3H, 5A, 5D, 5G, 7D. Aan hen kan boven het vergunningplafond zoals omschreven in artikel 4 sub l en artikel 5 sub l een parkeervergunning worden verleend. Opvolgende kopers hebben dat recht niet meer omdat stadsdelen gerechtigd zijn het beleid als gevolg van gewijzigde inzichten te wijzigen. Deze overgangsregeling is overigens ook niet van toepassing op de eigenaren van de huurwoningen en bedrijven. Zij beschikken bij de oplevering over voldoende stallingplaatsen en wisten vóór de verhuur van de woningen en bedrijfsruimten dat geen parkeervergunningen zouden worden verleend.

Artikel 6. Meeverhuisregeling

Voordat deze regeling van kracht werd, werd de bewoner die naar een ander vergunninggebied verhuisde en meer inschrijfduur had dan de nummer 1 op de wachtlijst eerst weer op de wachtlijst geplaatst indien het vergunningplafond was bereikt.

Artikel 7. (Blok)tijden betaald parkeren

Op basis van artikel 4, lid 1 onder d, van de Parkeerverordening moet in dit uitwerkingsbesluit worden vastgesteld gedurende welke (blok)tijden er voor parkeren parkeerbelasting wordt geheven. Indien parkeerbelasting geheven wordt geldt (op grond van artikel 3 van de Parkeerverordening) een minimale periode van maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 21.00 uur. De periode mag worden uitgebreid worden met de zaterdag en zondag en met bloktijden in de avond en de nacht. Een bloktijd in de avond en nacht hoeft niet alle dagen van de week te gelden; het kan bijvoorbeeld beperkt worden tot de koopavond.

Een uitzondering op de bloktijden betreft de parkeergelegenheid nabij sportverenigingen en begraafplaatsen zoals vermeld in sub c en d. Daar kan de periode conform centraal stedelijk beleid worden afgestemd op de openingstijden van de sportvereniging en begraafplaats.

Artkel 8. Overloopgebieden

In het vergunninggebied Houthaven zijn tijdelijk extra parkeerplaatsen beschikbaar totdat de woningbouw van start gaat. Nu er op basis van de huidige parkeercapaciteit in de Houthaven (inclusief Pontsteiger) teveel vergunningen zijn uitgegeven in de deelvergunninggebieden Spaarndammerbuurt -en Zeeheldenbuurt kan, indien hier een wachtlijst ontstaat, tijdelijk hiervoor de parkeercapaciteit in de Houthaven dat wil zeggen vergunninggebied -3 worden gebruikt. Bij de verlening van het aantal overloopvergunningen is gekeken naar het aantal parkeerplaatsen dat per jaar nog beschikbaar is onder aftrek van het aantal aanwezige parkeervergunningen van in de Houthaven gevestigde bewoners en bedrijven plus een marge van 10% voor bezoek.

In vergunninggebied BOS -1 is bijna sprake van een wachtlijst terwijl er in vergunninggebied BOS -4 nog geen wachtlijst is. Besloten is om vergunninggebied BOS -2 als overloopgebied aan te wijzen indien een wachtlijst wordt ingesteld in het vergunninggebied BOS-1 en BOS-5. Voor de vergunninggebieden Bos en Lommer -3, en 4 wordt geen overloopgebied aangewezen, omdat deze gebieden op een grotere afstand liggen van vergunninggebied BOS -2. Bovendien heeft gebied BOS-3 (Laan van Spartaan) een 0-plafond. Het gevolg van de aanwijzing is dat binnen dat gebied overloopvergunningen worden verleend, zoals bedoeld in artikel 12 van de Parkeerverordening. Een overloopvergunning is volgens artikel 1 van de Parkeerverordening: een bewoners- of bedrijfsvergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorrijtuig te parkeren op een parkeerapparatuurplaats, in een overloopgebied.

In de Baarsjes fungeert vergunninggebied Baarsjes-2 als overloopgebied voor vergunninggebied Baarsjes-1.

Op basis van het Coalitieakkoord "West maakt het verschil" dient te worden ingezet op verlagen van de wachtlijst voor parkeervergunningen. Daarom is besloten parkeervergunninggebieden met parkeerruimte in te zetten voor parkeervergunninggebieden met lange wachtlijsten. In concreto is daarom vergunninggebied Baarsjes-2 als  overloopgebied ook aangewezen voor vergunninggebied Oud-West en vergunninggebied Westerpark-4 (bedrijventerrein Westerkwartier) als overloopgebied voor vergunninggebied Westerpark-1 (Staatsliedenbuurt en Frederik Hendrik- en Hugo de Grootbuurt).

Art. 9 Aantal te verlenen bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners

Lid 1. Het aantal bewonersvergunningen dat per zelfstandige woning wordt verleend is vastgelegd in dit artikel. Onder een zelfstandige woning wordt volgens de Parkeerverordening verstaan: woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning. Onder een woning wordt mede verstaan: woonwagen op een daartoe aangewezen centrum en woonboot op een reguliere of gedoogde ligplaats.

In artikel 9 van de Parkeerverordening is aangegeven wie in aanmerking komt voor een bewonersvergunning. Indien een aanvrager niet aan alle voorwaarden voldoet, wordt de vergunning geweigerd op basis van artikel 32 van de Parkeerverordening. Ook kan het zijn dat het vergunningenplafond van het betreffende gebied is bereikt. In een dergelijk geval wordt de vergunning eveneens geweigerd maar wordt de aanvrager wel op de wachtlijst geplaatst. (zie artikel 34 van de Parkeerverordening).

Uitdrukkelijk zij vermeldt dat op basis van het eerste lid van artikel 9 van de parkeerverordening een bewoner slechts in aanmerking kan komen voor een bewonersvergunning indien de bewoner niet beschikt of niet kan beschikken over een stallingsplaats of een belanghebbendenparkeerplaats in het desbetreffende vergunninggebied. Als een bewoner een stallingsplaats niet als zodanig in gebruik heeft of niet als zodanig gerealiseerd heeft, komt dit voor risico van de bewoner. Gedacht moet worden aan bijvoorbeeld de situatie dat een woning beschikt of behoort te beschikken over een garage of een parkeerplek wordt verhuurd of deze voor andere doeleinden wordt gebruikt.

Indien voor een (deel)vergunninggebied het plafond op 0 is vastgesteld in artikel 4 bestaat dus geen recht op één bewoners dan wel bedrijfsvergunning per zelfstandige woning dan wel vestigingsadres.

Een specifieke interpretatie vanuit voormalig stadsdeel Bos en Lommer van artikel 9 van de parkeerverordening geldt voor woningen en bedrijfsruimten in nieuwbouw- en renovatieprojecten met een bijbehorende parkeergarage. Als 1 parkeerplaats per woning is aangelegd in de bijbehorende parkeergarage dan vervalt het recht op een eerste bewonersparkeervergunning. De redenering is dat de bewoners hadden kunnen beschikken over een parkeerplaats in de parkeergarage (kopen of huren van een parkeerplaats in de garage).

Deze regeling (geen recht op parkeervergunning) geldt niet voor:

- de bewoners van de nieuwbouwprojecten Admiralengracht en Bos en Lommerplein, deelgebied 1. Deze projecten waren gerealiseerd voor vaststelling van het parkeerbeleid parkeergarages (2003)

- de kopers van een AMH-woning, indien de kosten van de parkeerruimte niet kunnen worden verdisconteerd in de aanschafprijs van de woning.

Als een AMH-woning wordt doorverkocht, is deze woning weer een "gewone" koopwoning geworden en geldt de algemene regeling: geen recht op een parkeervergunning.

Lid 2. Dit is vastgelegd in artikel 9, lid 5 van de Parkeerverordening.

Lid 3. Dit is vastgelegd in artikel 16, lid 4 van de Parkeerverordening.

Lid 4. Het kan zijn dat een bewoner een bedrijf aan huis heeft. In dat geval is het op basis van de Parkeerverordening mogelijk dat de bewoner zowel een bewonersvergunning als een bedrijfsvergunning aanvraagt. In de vergunninggebieden van West is dit een ongewenste situatie vanwege de hoge parkeerdruk op straat. Daarnaast gaat het bij een bedrijf aan huis doorgaans om kleine zelfstandige zonder personeel. Om deze redenen is voor alle vergunninggebieden in West gekozen om gebruik te maken van het bepaalde in artikel 9, lid 4 van de Parkeerverordening. De bewoner heeft -indien zowel aan artikel 9 als aan artikel 10 van de Parkeerverordening wordt voldaan en het vergunningenplafond nog niet is bereikt - in ieder geval recht op een bewonersvergunning of een bedrijfsvergunning, maar niet op beide.

Lid 5. Voor de toepassing van artikel 9 lid 1 en artikel 10 lid 1 is in Westerpark-1, -2, -3 en -4.1 echter een uitzondering gecreëerd. Het gaat dan om de situatie dat er toch een bewoners- respectievelijk bedrijfsvergunning kan worden verstrekt indien er sprake is van een woning waar volgens de bestemming van het perceel ook gewerkt wordt. De aanvrager dient dan in ieder geval een verklaring van ondernemerschap verstrekt door het lokale belastingkantoor te overleggen én bovendien een uitdraai uit het Stedelijk Vastgoed Informatiesysteem te overleggen waarop is aangegeven dat het perceel als woning en bedrijf wordt gebruikt (dit is in het SVIS-systeem aangegeven met de code 0006). Deze uitdraai uit het SVIS dat het perceel als woning en bedrijf wordt gebruikt dient bij de sector Wonen/Werken te worden aangevraagd. Tevens dient - indien het een bedrijf betreft dat is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel  - een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel te worden overlegd. De regel in artikel 9 lid 6 en artikel 10 lid 6 geldt niet voor het deelvergunninggebied Westerpark-4.25 (bedrijventerrein Westerpark), omdat hier geen sprake is van hantering van normen bij het uitgeven van bedrijfsvergunningen.

Artikel 10. Aantal te verlenen bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven

Lid 1. In dit artikel is geregeld hoeveel bedrijfsvergunningen per bedrijf worden verleend. Wat onder een bedrijf wordt verstaan, is te lezen in artikel 1, onder b van de Parkeerverordening.

De bevoegdheid om een bedrijfsvergunning te verlenen is neergelegd in artikel 10 van de Parkeerverordening. Indien een aanvrager niet aan alle voorwaarden voldoet, wordt de vergunning geweigerd op basis van artikel 32 van de Parkeerverordening. Ook kan het zijn dat het vergunningenplafond van het betreffende gebied is bereikt. In een dergelijk geval wordt de vergunning eveneens geweigerd maar wordt de aanvrager wel op de wachtlijst geplaatst. (zie artikel 34 van de Parkeerverordening).

In artikel 10 lid 2 onder b van de Parkeerverordening 2013 wordt als limiet voor het aantal te verstrekken bedrijvenvergunningen per bedrijf de norm 1 vergunning per 10 werknemers gehanteerd. Belanghebbendenparkeerplaatsen en stallingplaatsen worden in mindering gebracht op het aantal bedrijvenvergunningen waar men recht op heeft.

De vergunninggebieden Bos en Lommer- 1 en -5 vallen binnen gebied II, dus één vergunning per tien werknemers. De vergunninggebieden Bos en Lommer- 3 en Bos en Lommer- 4 vallen binnen gebied III, dus één vergunning per vijf werknemers. De zinsnede "één vergunning per tien werknemers of een gedeelte daarvan" moet als volgt worden gelezen, dat een bedrijf met een aantal werknemers van één tot en met tien, aanspraak kan maken op één bedrijfsvergunning, een bedrijf met een aantal werknemers van elf tot en met twintig, aanspraak kan maken op twee bedrijfsvergunningen, enzovoort. Het aantal werknemers wordt herleid tot 36-uur voltijds medewerkers.

Voor bedrijven gelegen op Bos en Lommer -2 (het industrieterrein Landlust) en Westerpark-54.2 (bedrijventerrein Westerpark) geldt een soepelere regeling ten aanzien van het aantal te verstrekken vergunningen. Deze regeling op basis van artikel 10 lid 3 Parkeerverordening is gekoppeld aan het locatiebeleid van de gemeente Amsterdam. Bos en Lommer -2 Het( industrieterrein Landlust) en Westerpark-54.2 (bedrijventerrein Westerpark) is aangemerkt als een C-locatie. Dat betekent dat er geen norm is voor het aantal te verstrekken vergunningen in relatie tot het aantal werknemers. Dit is ook van toepassing op de bedrijven aan de ventweg Willem de Zwijgerlaan tussen nummer 254 en Adolf van Nassaustraat 2 in BOS -1: voor deze bedrijven geldt geen beperkende norm in relatie tot het aantal werknemers. De enige beperking is gelegen in de instandhouding van de noodzakelijke reserve voor het vergunninggebied Bos en Lommer- 2.

Op basis van het zevende lid van artikel 10 van de Parkeerverordening is bepaald dat het aantal te verlenen vergunningen wordt verminderd met het aantal bij het bedrijf behorende of zich op het grondgebied van het bedrijf bevindende stallingplaatsen of belanghebbendenparkeerplaatsen. Een specifieke interpretatie van deze bepaling geldt voor bedrijfsruimten in nieuwbouw- en renovatieprojecten met een bijbehorende parkeergarage. Het aantal parkeerplaatsen dat is aangelegd in de parkeergarage wordt in mindering gebracht op het aantal vergunningen waarop het bedrijf op basis van dit Uitwerkingsbesluit recht zou hebben. De redenering is dat de bedrijven hadden kunnen beschikken over deze parkeerplaats(en) in de parkeergarage (kopen of huren van een parkeerplaats in de garage).

Lid 2. Dit is vastgelegd in de parkeerverordening 2013, artikel 10, lid 10.

Lid 3. Dit is vastgelegd in de parkeerverordening 2013, artikel 17, lid 4. De ratio van de bepaling is te voorkomen dat een bewoner met een bedrijf aan huis niet bevoordeeld wordt ten opzichte van andere bewoners. In een vergunninggebied waar de parkeerdruk hoog is, is dat een ongewenste situatie. Er blijft echter altijd recht bestaan op hetzij een bewonersvergunning of een bedrijfsvergunning indien zowel aan artikel 9 als aan artikel 10 van de Parkeerverordening wordt voldaan en het vergunningenplafond nog niet is bereikt.

Lid 4. Wat verder van invloed kan zijn op het aantal vergunningen is de regelgeving die in de verordening is opgenomen ten behoeve van bedrijfsauto's met grijze kentekens. In artikel 10 lid 6 van de Parkeerverordening 2013 staat beschreven dat aan een bedrijf dat 15 of minder werknemers in dienst heeft, additioneel maximaal drie bedrijfsvergunningen extra kunnen worden verleend. Dit betreft dan de kleine autogebonden bedrijvigheid. Met dit laatste worden bedoeld kleine bouwnijverheidbedrijven, loodgieters, installatiebedrijven enz. Niet bedoeld worden adviesbureaus, advocatenkantoren, accountantskantoren en andere vormen van bedrijvigheid waar lease-auto's in zwang zijn. Bij die bedrijven gaat het doorgaans immers niet om het moeten vervoeren van materialen waarvoor de bedrijfsbusjes nodig zijn. Dit is de reden dat het verstrekken van extra vergunningen in de verordening beperkt is tot motorvoertuigen met een grijs kenteken. Verder komen bedrijven alleen in aanmerking voor extra vergunningen als maximaal 15 werknemers in dienst zijn.

Artikel 10a Experiment ondernemersdagvergunningen:

In het coalitieakkoord "West maakt het verschil" is opgenomen dat wordt ingezet op een dagkaart voor ondernemers in West. Overdag is vaak parkeerruimte over terwijl ondernemers vaak alleen overdag aanwezig zijn.

Daarom is op basis van een zwaarwegend advies van het dagelijks bestuur van stadsdeel West door het college van B&W op 25 oktober 2011 besloten akkoord te gaan met het houden van een experiment voor een dagparkeervergunning voor ondernemers. Omdat het experiment betreft gaat het hier om verlening van een tijdelijke parkeervergunning die geldt tot het einde van het experiment.

Idee is om zoveel mogelijk aan te haken bij de systematiek van de overloopvergunning. Het tarief van de bedrijfsparkeervergunning wordt aangehouden. Het plafond wordt ten eerste bepaald door 5% van het vergunningenplafond voor bewoners- en bedrijfsvergunningen van dat (deel)vergunninggebied als uitgangspunt te nemen. Vervolgens kan op basis van de parkeerdruk in dat (deel)vergunninggebied op de piektijd binnen het tijdvak 09-19h het plafond nader worden afgestemd onder de voorwaarde van een voldoende aantal parkeerplaatsen voor bezoekers en verkeerscirculatie. Voor het GWL-terrein worden geen ondernemersdagvergunningen verstrekt vanwege de te hoge parkeerdruk op de piektijd en het zeer beperkte aantal parkeerplaatsen. Om misbruik te voorkomen is als criteria opgenomen dat het adres formeel een bedrijfsbestemming moet hebben. Hiervoor kan worden aangehouden het gebruiksdoel oftewel de bouwkundige bestemming volgens de BAG registratie.  Tevens komen marktkooplieden van de Ten Katemarkt in aanmerking voor de ondernemersdagvergunning. Voorwaarde is dat de marktkoopman (1) op de wachtlijst staat voor een bedrijfsparkeervergunning en (2) een voorkeurskaart heeft of een vaste plaats op de markt.

Artikel 11. De Sportverenigingvergunning

In alle vergunninggebieden kunnen Sportclubs die voldoen aan de voorwaarden van artikel 13 van de Parkeerverordening in aanmerking komen voor een sportvereningsvergunning. Dit is van belang omdat sportverenigingen in belangrijke mate afhankelijk zijn van de inzet van vrijwillige kader (kantine-personeel, scheidsrechters, materiaalmensen, enzovoort). Het aantal vergunningen per sportorganisatie is afhankelijk van het aantal leden en van het gebied waar de club gevestigd is.

In alle vergunninggebieden waar een sportverenigingvergunning aangevraagd kan worden is er voor gekozen om het maximale aantal vergunningen per sportclub te beperken. Er kunnen maximaal 10 vergunning per sportvereniging worden uitgegeven. De reden is dat het ongewenst is om bij een hoge parkeerdruk geen maximum te verbinden aan het aantal vergunningen.

Artikel 12. De volkstuinvergunning

Lid 2. Voorwaarde voor toepassing van artikel 14 Parkeerverordening is dat in de nadere regels expliciet is bepaald dat binnen een stadsdeel dergelijke vergunningen verleend worden. Met dit artikel 12 is aan die voorwaarde voldaan. De reden van opname is dat het wenselijk is om in Bos en Lommer volkstuinvergunningen te verlenen, omdat in de omgeving van de twee volkstuincomplexen sprake is van betaald parkeren.

Lid 3. Het aantal vergunningen per volkstuin is afhankelijk van het aantal percelen grond in het volkstuincomplex. De volkstuincomplexen zijn gelegen in gebied II, waarvoor één vergunning per drie percelen geldt.

Artikel13. De maatschappelijke vergunning

Lid 1. Ook voor de maatschappelijke vergunning geldt dat ze alleen verleend kan worden indien de nadere regels van het stadsdeel daarin voorziet. Door opname van artikel 13 is het Dagelijks Bestuur bevoegd om maatschappelijke vergunningen te verlenen. Er is voor gekozen maatschappelijke vergunningen te verlenen aan zorginstellingen, onderwijs en politie. Zorginstellingen, onderwijs en politie dienen wel eerst de noodzaak voor de verlening van deze vergunningen aan te tonen. De definitie van een zorginstelling staat beschreven in artikel 1 onder LL Parkeerverordening. Onder onderwijsinstelling wordt volgens artikel 18 Parkeerverordening lid 1 onder b verstaan: basisonderwijs dan wel voortgezet onderwijs. Politie is een bureau van de Politie Amsterdam-Amstelland.

Deze groepen zijn van vitaal belang zijn voor het instandhouden van de sociale structuur van het stadsdeel.  Een verruiming in de afgifte van parkeervergunningen kan voor deze groepen een belangrijke bijdrage vormen om een halt toe te roepen aan de personeelsuitstroom.

Lid 2. In artikel 18, lid 2 van de Parkeerverordening is bepaald dat het aantal maatschappelijke vergunningen per zorg- of onderwijsinstelling of per bureau van politie maximaal het aantal bedrijfsvergunningen bedraagt waarop de zorg- of onderwijsinstelling of het bureau van politie recht heeft op basis van artikel 10 (van de Parkeerverordening). De maatschappelijke vergunning kan beschouwd worden als extra "bedrijfsvergunningen". De maatschappelijke vergunning heeft echter als voordeel dat ze niet geweigerd kan worden indien het vergunningenplafond van het betreffende vergunninggebied is bereikt. Dit in tegenstelling tot een bedrijfsvergunning (zie artikel 32 van de Parkeerverordening).

NB (Bij het bepalen van het aantal te verlenen maatschappelijke vergunningen per zorginstelling, onderwijsinstelling of politiebureau moet uitgegaan worden van het maximale aantal bedrijfsvergunningen waar men recht op heeft. Indien het maximale aantal bedrijfsvergunningen derhalve - nog - niet verkregen is omdat er in het betreffende vergunninggebied een wachtlijst is, dan moet uitgegaan worden van het aantal bedrijfsvergunningen waarop men op basis van het aantal werknemers recht heeft.)            

Artikel 14. Vergunningen op code

Lid 1: Uitgangspunt van de Parkeerverordening is dat parkeervergunningen en belanghebbendenvergunningen op kenteken worden verleend tenzij in de nadere regels van het stadsdeel bepaald is dat een vergunning op code wordt verleend. Op basis van dit artikel is het mogelijk om de hulpverleners-, bedrijfs-, bedrijfsmilieu-, sportverenigings-, volkstuin-, maatschappelijke-, autodeel- en belanghebbendenvergunning op code te verlenen. Een vergunning wordt alleen op code verleend indien de aanvrager daarom verzoekt.

De passage ""onverminderd het bepaalde in het artikel van dit besluit"" duidt op het feit dat in dat artikel kan zijn bepaald dat er geen recht bestaat op deze vergunning. Het verzoek om een vergunning op code kan dan niet worden gehonoreerd.

Lid 2: Aan garagebedrijven, autoverhuurbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven in Westerpark kunnen op grond van het tweede lid maximaal twee parkeervergunningen op code worden verleend voor auto's van klanten. Dit sluit aan op de bestaande praktijk. Bovendien is dit in de lijn van de art 4.20 APV die het dergelijke bedrijven toestaat maximaal twee voertuigen te parkeren op de openbare weg.

Artikel 15. Ambulante handelaar

Ambulante handelaren (marktkooplieden e.d.) kunnen op basis van artikel 10 van de Parkeerverordening in beginsel in aanmerking komen voor een bedrijfsvergunning. Omdat ambulante handelaren soms maar één of twee dagen werkzaam zijn in een vergunninggebied (en deze vergunningen wel meetellen bij het bereiken van het vergunningenplafond) biedt de Parkeerverordening de stadsdelen de mogelijkheid om aan de ambulante handelaren als extra voorwaarde te stellen dat ze minimaal drie dagen werkzaam zijn in het vergunninggebied. Door opname van dit artikel 15 in het uitwerkingsbesluit, geldt deze extra voorwaarde ook binnen het stadsdeel.

Onder een ambulante handelaar wordt volgens artikel 1 onder a van de Parkeerverordening 2013 verstaan: hij die beroepsmatig ambulante handel uitoefent in de zin van de vigerende verordening op de straathandel.

In de Verordening op de straathandel is ambulante handel als volgt omschreven: markthandel, straathandel, zowel op of aan de openbare weg als op en aan het openbaar water, hetzij vanaf een staanplaats op of aan de openbare weg of vanaf een ligplaats op het openbaar water, en venten.

Artikel 16. Beperking geldigheid parkeervergunningen

Gelet op de huidige regelgeving in de Parkeerbelastingverordening is, met uitzondering van de ondernemersdagvergunning, er geen reden om de geldigheidsduur van de vergunningen te beperken. Vergunningen zijn derhalve zeven dagen per week, 24 uur per dag geldig. Parkeervergunningen zijn geldig voor een totaal vergunningengebied. Deze vergunninggebieden zijn vastgelegd in de Verordening op de Parkeerbelastingen.

In paragraaf 5 van de Parkeerverordening is ondermeer de geldigheid van vergunningen geregeld. Artikel 28 ziet toe op de plaats van geldigheid van de vergunningen. Daar staat in lid 1 dat bewoners-, bedrijven-, overloop-, sportvereniging-, autodeel-, mantelzorg- en kraskaartvergunningen geldig zijn in één vergunninggebied. De belanghebbendenvergunning is geldig alleen op de aangegeven plaats en de hulpverlenersvergunning en gehandicaptenvergunning geldig in alle vergunninggebieden. Voor de hulpverlenersvergunning en gehandicaptenvergunning ligt het niet voor de hand een beperking aan te brengen, gezien de motieven waarom een hulpverlenersvergunningdeze vergunning wordt verleend. De kraskaarten zijn eerder een vorm van gereduceerde losse kaartjes, zodat het ook hier niet voor de hand ligt een beperking aan te brengen. De kraskaartvergunningen en bijbehorende kraskaarten worden onder beheer van de parkeerdienstverlener uitgegeven. Dit geldt eveneens voor de hulpverlenersvergunning en gehandicpatenvergunning.

Op basis van het vierde lid van artikel 28 Parkeerverordening zijn burgemeester en wethouders (lees het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel) bevoegd de geldigheid van vergunningen naar plaats gedurende bepaalde tijden te beperken. In het stadsdeel is van die mogelijkheid gebruik gemaakt voor een aantal winkelstraten. In deze winkelstraten is het parkeren met vergunningen niet geldig om te zorgen dat er voldoende parkeerruimte is voor de klanten van de daar gevestigde bedrijven. De winkeliers met hun bedrijfsvergunning en de bewoners wordt gevraagd hun auto in een straat verderop te parkeren. Per vergunningsoort kan worden bepaald, dat men deze vergunning gedurende een bepaald tijdvak niet geldig wil laten zijn in een bepaalde straat.

Voor een mantelzorgvergunning en de autodeelvergunning gelden dezelfde beperkingen als voor een bewonersvergunning, en voor een sportverenigingsvergunning gelden dezelfde beperkingen als voor een bedrijfsvergunning. Deze vergunningen zijn dus ook niet geldig op de in dit artikel aangegeven parkeerplaatsen. De overloopvergunning is gekoppeld aan de bewoners-, resp. bedrijfsvergunning.

De belanghebbendenvergunning hoeft hier niet te worden opgenomen, aangezien dat geen fiscale parkeervergunning is en het hier alleen om parkeerapparatuurplaatsen gaat.

In de leden 2, 3 en 4 wordt een speciale regeling voor de Houthaven opgenomen. Enerzijds wordt met lid 2 tijdelijk de mogelijkheid gecreërd dat vergunninghouders uit Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt ook in de Houthaven mogen parkeren. Tijdelijk omdat totdat de woningbouw is gerealiseerd nog parkeerplaatsen over zijn op de Pontsteiger en in de Houthaven. Er zijn immers teveel parkeervergunningen verleend in de Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt op basis van de overcapaciteit in de Houthaven inclusief Pontsteiger. Anderzijds wordt met de toestemming van DIVV via lid 53 en 64 de mogelijkheid geopend dat vergunninghouders uit de naastliggende deelvergunninggebieden van Haven ook mogen parkeren op het Westerparkdeel van de Haparandadam. Tevens kunnen vergunninghouders van Haparandadam Haven ook uitwijken naar deelvergunninggebied van Houthaven exclusief Haparandadam. De stadsdeelgrens loopt immers op de as van deze Haparandadam terwijl alle parkeerplaatsen zich alleen bevinden op het Westerparkdeel van deze dam.

Art. 17 Parkeerduurbeperking

In paragraaf 5 van de Parkeerverordening is de geldigheid van vergunningen en parkeerkaarten geregeld. Artikel 27 en 28 ziet op de duur en plaats van geldigheid van vergunningen en artikel 29 en 30 van de parkeerverordening regelt de plaats en duur van geldigheid van parkeerkaarten. Op basis van artikel 31 van de Parkeerverordening zijn de stadsdelen bevoegd gebieden aan te wijzen waar de parkeervergunningen en parkeerkaarten niet geldig zijn. Alleen de kaartjes gekocht in de betreffende straat of straten zijn in een dergelijk geval dan geldig.

De reden om de normale geldigheid van de vergunningen en de kaarten te beperken is dat op die manier lang parkeren kan worden ontmoedigd in gebieden waar binnen bepaalde tijden een - extra - grote behoefte bestaat aan parkeerplaatsen.

Binnen Westerpark bestaat die behoefte aan extra parkeerplaatsen op het parkeerterrein nabij de sportvereniging SDZ aan de Transformatorweg, bij de parkeerplaatsen op de Spaarndammerdijk nabij de begraafplaats  St. Barbara, de parkeervakken in het cultuurpark Westergasfabriek en tijdelijk in de Spaarndammerstraat. De tijden betreffen per etmaal maximaal de openingstijden van de winkels in een winkelstraat, de openingstijden van de begraafplaats en de openingstijden van de sportvoorziening.

Volgens de centraal stedelijke menukaart Parkeerregelingen mag een parkeerduurbeperking in een winkelstraat maximaal 1 uur zijn. In de Spaarndammerstraat zal daarom een parkeerduurbeperking van maximaal 1 uur gelden tegen het geldende parkeertarief 3. Om verwarring te voorkomen zullen de tijden en dagen worden afgestemd op het geldende winkelstratenregime dat van maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur geldt. Ook de locatie van de parkeerduurbeperking wordt afgestemd op de locatie van het winkelstratenregime in de Spaarndammerstraat.

Binnen Oud-West bestaat een parkeerduurbeperking in De Bilderdijkstraat, tussen de De Clercqstraat en de Jacob van Lennepkade, van maandag t/m zaterdag tussen 10:00 en 18:00 en in de Eerste Constantijn Huygensstraat, tussen de Jacob van Lennepkade en de Overtoom, van maandag t/m zaterdag tussen 10:00 en 18:00

In De Baarsjes is in de Jan Evertsenstraat (tussen Admiraal de Ruijterweg en Mercatorplein) en het Mercatorplein, gedurende maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur  een parkeerduurbeperking van max 1 uur van kracht.

In Bos en Lommer is geen parkeerduurbeperking.

Uitdrukkelijk wordt nog opgemerkt dat het bepaalde in artikel 17 niet geldt voor de hulpverlenersvergunnning, de stadsbrede autodeelvergunning en gehandicaptenvergunning.

Artikel 18. Belanghebbendenparkeerplaatsen en vergunningen.

Algemeen:

Het regelen van belanghebbendenparkeerplaatsen geschiedt niet op basis van de Parkeerverordening maar op basis van de verkeerswetgeving.  Blijkens artikel 1 van de Parkeerverordening is een belanghebbendenparkeerplaats een parkeerplaats die is aangeduid door bord E9 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd dergelijke plaatsen aan te wijzen op basis van de verkeerswetgeving.

Een belanghebbendenparkeerplaats is in artikel 39 van de Parkeerverordening aangewezen als een parkeerplaats niet zijnde parkeerapparatuurplaats. Voor die plek wordt geen parkeerbelasting geheven en hoeft dus geen parkeergeld te worden betaald (behoudens daartoe aangewezen tijden op het onderbord bij de belanghebbendenparkeerplaats). Voor een belanghebbendenvergunning hoeft dan ook geen parkeerbelasting (op grond van de Verordening Parkeerbelastingen) te worden voldaan, maar wordt door het stadsdeel leges geheven, op grond van de Legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel. Voor de aanleg en inrichting van een belanghebbendenparkeerplaats kan door het stadsdeel eenmalig een bedrag in rekening worden gebracht, te vergelijken met de aanleg en inrichting van een gehandicaptenparkeerplaats. Een en ander staat dus geheel los van het voldoen van parkeerbelasting, waar de meeste andere artikelen uit de Parkeerverordening en het Uitwerkingsbesluit over gaan.

Een belanghebbendenvergunning geeft aan de houder daarvan het exclusieve recht op het mogen parkeren op de in die vergunning omschreven parkeerplaats(en). Krachtens art 42 van de Parkeerverordening is het aan anderen dan de vergunning­houder verboden om op de belanghebbendenparkeerplaats te parkeren. De parkeerplaats wordt op straat aangeduid met het bord E 9 (P-vergunninghouders), al dan niet met een onderbord, waarop kenteken of naam van de vergunninghouder zijn vermeld.

Het gemeentelijk beleid voorziet er niet in om bijvoorbeeld alle bewoners van een bepaalde straat of wijk aan te wijzen als belanghebbenden. Op een dergelijk schaalniveau is het invoeren van betaald parkeren aangewezen om aan parkeerproblemen het hoofd te bieden. Op grond van artikel 25 van de Parkeerverordening wordt een belanghebbendenvergunning verleend aan de belanghebbende vermeld op de in het vierde lid van dit artikel genoemde lijst. Als categorieën, aan wie een belanghebbendenparkeerplaats in het stadsdeel kan worden toegekend, zijn aangewezen: huisartsen, verloskundigen en autodeelorganisaties.

Daarnaast kunnen stadsdelen in individuele situaties bij burgemeester en wethouders een verzoek indienen om een belanghebbendenparkeerplaats aan te wijzen, indien dat naar hun oordeel in die situatie de meest geëigende oplossing is. Burgemeester en wethouders beslissen over dat verzoek.

Deze komen in aanmerking voor een gereserveerde parkeerplaats, c.q. standplaats.

Het artikel is bedoeld voor de huisarts, de verloskundige, het autodeelbedrijf en de consul. Er bestaat een verdragsverplichting om voor consuls een belanghebbendenvergunning af te geven.

In artikel 25 lid 5 van de Parkeerverordening is vermeld dat meer dan één autodeelvergunning per belanghebbendenplaats kan worden verleend. Een autodeelvergunning is een fiscale vergunning welke recht geeft om in het vergunninggebied te parkeren. Een belanghebbendenvergunning is een bijzondere vergunning waar leges voor wordt geheven en alleen recht geeft om gratis te parkeren op de parkeerapparatuurplaats.

Bos en Lommer:

De voorziening voor huisartsen houdt in dat huisartsen uitsluitend aanspraak kunnen maken op een aangeduide parkeerplaats bij hun praktijkadres. De verloskundigen hebben de keuze tussen een gereserveerde parkeerplaats in de nabijheid van hun praktijkadres of woonadres in het stadsdeel. Dus één van beide. Deze keuzemogelijkheid voor verloskundigen heeft te maken met de aard van hun werkzaamheden. Verloskundigen werken relatief veel vanuit huis.

Ten aanzien van de standplaatsen voor autodeelorganisaties is in het vierde lid bepaald, dat het Dagelijks Bestuur een besluit neemt over het aantal en de locaties van de standplaatsen. Het stadsdeel is dus niet gehouden om alle aanvragen en alle aangevraagde locaties zonder meer te honoreren, maar kan deze per aanvraag en per plaats beoordelen.

Ten aanzien van de overige - individueel toegekende - belanghebbendenparkeerplaatsen wordt in de desbetreffende belanghebbendenvergunning omschreven aan welke nadere voorwaarden het gebruik van de belanghebbendenparkeerplaats is gebonden.

Het is niet de bedoeling, dat het stadsdeel gehouden is ongelimiteerd aan alle aanvragen van erkende belanghebbenden tegemoet te komen. Aangezien de aanvragers van belanghebbendenvergunningen potentieel uit nogal uiteenlopende kring kunnen komen, is het van belang dat de mogelijkheid van een individuele beoordeling blijft bestaan.

Westerpark

In de leden 13, 14 en 15 staat een keuzeregeling beschreven, m.a.w. of men kiest voor een vergunning voor het praktijk- dan wel voor het huisadres in hetzelfde vergunninggebied in Westerpark. Dit is maatwerk. Indien men constateert dat in hetzelfde vergunninggebied ook een belanghebbendenparkeerplaats is ingericht ten behoeve van dezelfde huisarts of verloskundige komt de aanspraak op een parkeerplaats in Westerpark te vervallen.

Op grond van de leden 16, 17 en 18 zou het Dagelijks Bestuur uitzonderingen kunnen maken op de het feit dat er in de regel maar één parkeerplaats wordt vrijgemaakt per praktijk- dan wel huisadres. In geval van groepspraktijken dient per geval te worden bekeken of een extra parkeerplaats kan worden aangelegd. Zaken die hierbij een rol kunnen spelen zijn de parkeerdruk in de omgeving en of er al dan niet hulpverlenersvergunningen op het betreffende praktijk- dan wel huisadres zijn uitgegeven. Met deze hulpverlenersvergunning zou men dan op een normale gefiscaliseerde parkeerplaats in de nabije omgeving kunnen parkeren.

Het opnemen van lid 19 is noodzakelijk, indien een stadsdeel belanghebbenden­vergunningen voor autodelers op code in Westerpark wil kunnen verlenen. In lid 20 staat beschreven dat de codes centraal vastgesteld en geregistreerd. Dit om te voorkomen dat door verschillende stadsdelen gelijkluidende codes worden toegekend. Aanvrager en stadsdeel doen gezamenlijk een voorstel voor de te hanteren code, en laten deze dan toetsen en vaststellen door de centrale stad.

Huisartsen, verloskundigen en autodeelbedrijven krijgen dus twee vergunningen. De huisartsen en verloskundigen krijgen dan een hulpverlenersvergunning en een belanghebbendenvergunning en vervolgens krijgen de autodeelbedrijven dan een autodeelvergunning (al dan niet op code) en een belanghebbendenvergunning (al dan niet op code).

In de regel is het niet wenselijk om ook voor verloskundigen en huisartsen een vergunning op code mogelijk te maken. Het gaat in de regel maar om één auto die aanwezig moet zijn. Indien er een tweede of derde auto gebruikt wordt kan gemakkelijk een extra kentekenbordje op de paal met het E9-bord worden geplaatst. Normaal gesproken kan namelijk iedere verloskundige en huisarts ook nog op een gewone gefiscaliseerde parkeerplaats parkeren met de hulpverlenersvergunning. Indien dit tot (bij het maken van dit besluit onbekende) onvoorziene moeilijkheden leidt kan toch een vergunning op code worden verstrekt aan verloskundigen en artsen.

Artikel 19. Uitzicht belemmerende voertuigen

In art 4.24 van de APV is een artikel opgenomen over het parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen. Hierin staat dat dergelijke voertuigen niet mogen worden geparkeerd "bij een voor bewoning of voor ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan". Tevens mogen op grond van dat artikel ook "geen voertuigen die een lengte van 6 m, en/of een hoogte, al dan niet met inbegrip van lading, van 2,4 m te boven gaat, tussen zonsopgang en zonsondergang, op de weg parkeren op een door B. & W. (lees: Dagelijks Bestuur) aangewezen plaats, waar dit parkeren naar hun oordeel schadelijk is voor het uiterlijk van de gemeente (lees: stadsdeel West)"

Het is derhalve niet wenselijk om in dit geval een parkeervergunning aan grote (vracht)auto's te verstrekken. De Parkeerverordening geeft in dit geval echter niet aan dat er een aanvraag moet worden geweigerd. De Parkeerverordening spreekt alleen van verlening van een parkeervergunning aan kentekenhouders van motorrijtuigen.

Er bestaat geen bezwaar om een dergelijk voertuig incidenteel te parkeren, maar in het dichtbevolkte stadsdeel West is structureel parkeren van dergelijke voertuigen ongewenst. Een uitzondering wordt gemaakt voor de bedrijventerreinen Westerkwartierpark (Westeprark 4.2), bedrijventerrein Landlust (Bos en Lommer BOS2) en het vergunninggebied Orteliusbuurt ten noorden van het Rembrandtpark (BAA 2).

Artikel 21. Hardheidsclausule

Dit artikel maakt het mogelijk om, in gevallen waarin toepassing van dit uitwerkingsbesluit (gegeven het doel en de strekking van dit uitwerkingsbesluit en de verordening) een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren, een onderdeel van dit uitwerkingsbesluit buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Vrijwel altijd zal de toepassing van dit artikel beperkt blijven tot individuele gevallen.