LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 10e januari 2013 tot regeling van de inrichting en de organisatie van het secretariaat van de Raad van Advies

1. De Raad van Advies beschikt voor de uitoefening van zijn taken over een secretariaat.

2. Het secretariaat staat onder leiding van de secretaris van de Raad van Advies.

3. De kwaliteit en de kwantiteit van de formatie van het secretariaat zoals dat onder de secretaris is gesteld, is vastgesteld in het als bijlage bij dit landsbesluit gevoegde Functieboek en Formatieplan Raad van Advies.

1. De secretaris stelt jaarlijks in overleg met de vice-voorzitter van de Raad van Advies een jaarplan op voor het komende begrotingsjaar met daaraan gekoppeld de begrote inzet van mensen en middelen. De planning van de uit te brengen gevraagde en ongevraagde adviezen maakt deel uit van het jaarplan.

2. Het jaarplan wordt betrokken bij het opstellen van de raming van de kosten, bedoeld in artikel 11 en 40 van de Comptabiliteitslandsverordening.

3. Voor wat betreft de inzet van mensen en middelen, bedoeld in het eerste lid, wordt door de vice-voorzitter, of namens hem de secretaris, een beheersovereenkomst gesloten met de Ministers van Algemene Zaken en Financiën.

4. Op basis van de goedgekeurde begroting voor de Raad van Advies is de secretaris namens de Raad van Advies, in overleg met de vice-voorzitter, verantwoordelijk voor de uitvoering van het jaarplan. De secretaris draagt namens de Raad van Advies, in overleg met de vice-voorzitter, zorg voor de uitvoering van het jaarplan en voor de uit te brengen gevraagde en ongevraagde adviezen in het betreffende begrotingsjaar. Tevens draagt de secretaris namens de Raad van Advies, onverminderd artikel 26 van de Landsverordening Raad van Advies, de zorg voor het personeelsbeheer, het financieel beheer en het materieel beheer, mede rekening houdende met de beheersovereenkomst, bedoeld in het derde lid.

5. De uitvoering van het jaarplan en van de begroting in het betreffende begrotingsjaar worden betrokken bij de verantwoording van de besteding van de middelen.