Woonschepenverordening 2009

Geldend van 17-07-2010 t/m heden

Intitulé

Woonschepenverordening 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, een als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water dat door een woonschip met bijbehorende en eventueel extra voorzieningen mag worden ingenomen;

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot met een oppervlakte kleiner of gelijk aan 5 m2, een steiger en een loopplank;

  • d.

    extra voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning wel goed mogelijk is, zoals een terrasboot en een vlot;

  • e.

    openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;

  • f.

    wachtlijst: een door Burgemeester en Wethouders aan te houden lijst waarop personen zich kunnen laten plaatsen, die voor een ligplaatsvergunning in aanmerking willen komen.

Artikel 2 Wijze van meten.

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. De hoogte wordt gemeten vanaf de waterlijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden, voor zover zij geen belemmering voor de scheepvaart opleveren, niet meegerekend.

Artikel 3 Verbodsbepaling.

Het is verboden om zonder een vergunning van Burgemeester en Wethouders met een woonschip een ligplaats in te nemen.

Artikel 4 Woonschepen in aanbouw of reparatie.

Het verbod in artikel 3 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen in ligplaatsenplan.

  • 1 De Raad stelt een ligplaatsenplan vast waarin wordt aangegeven op welke locaties een ligplaatsvergunning voor woonschepen kan worden verleend.

  • 2 In het plan kunnen ligplaatsen worden aangewezen die uitsluitend bestemd zijn voor voormalige bedrijfsvaartuigen die gebruikt worden als woonschepen.

  • 3 In het plan is aangegeven wie de eigenaar is van het water en de wal.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning.

  • 1 Een ligplaatsvergunning wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier.

  • 2 Het college beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen dertien weken na de dag, waarop het aanvraagformulier is ontvangen.

  • 3 Een ligplaatsvergunning kan worden geweigerd indien:

    • a.

      voor de ligplaats al vergunning is verleend;

    • b.

      de aanvrager niet beschikt over een woonschip;

    • c.

      het woonschip met voorzieningen langer, breder, hoger of dieper is dan aangegeven op het bij deze verordening behorende ligplaatsenplan en/of de bijbehorende of extra voorzieningen in strijd zijn met de door Burgemeester en Wethouders daarvoor vastgestelde voorschriften;

    • d.

      het woonschip met eventuele voorzieningen belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land of voor het beheer van de oever;

    • e.

      het uiterlijk van het woonschip met eventuele voorzieningen naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of het landschap verstoort;

    • f.

      het woonschip niet voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde eisen van veiligheid en gezondheid;

    • g.

      het aannemelijk is dat het woonschip zal worden gebruikt voor een ander doel dan als hoofdverblijf van één of meer personen;

    • h.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 26 weken na het verlenen van de vergunning met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is verleend, kan innemen;

    • i.

      de onderlinge afstand tussen de naar elkaar gekeerde buitenwanden van de opbouwen van naast elkaar gelegen woonschepen minder dan 5 meter bedraagt;

    • j.

      de onderlinge afstand tussen de woonschepen met de bijbehorende en/of extra voorzieningen minder dan 2 meter bedraagt;

    • k.

      het maximale aantal ligplaatsen, zoals aangegeven op het desbetreffende onderdeel van het ligplaatsenplan, wordt overschreden.

  • 4 De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de aanvrager.

    De ligplaatsvergunning vermeldt de naam van de aanvrager, de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende en/of extra voorzieningen en de kenmerken van het woonschip.

  • 5 Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften verbinden aan een

    ligplaatsvergunning ter bescherming van de belangen, die deze verordening beoogt te dienen.

Artikel 7 Overdragen ligplaatsvergunning.

  • 1 Opaanvraag van de vergunninghouder en van de rechtverkrijgende schrijven Burgemeester en Wethouders de vergunning over op de naam van de rechtverkrijgende.

  • 2 Een overdracht van een ligplaatsvergunning wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier.

Artikel 8 Wijziging ligplaatsvergunning.

  • 1 Indien de vergunninghouder voornemens is het woonschip te vervangen, dan wel uitbreiding in de omvang van het woonschip aan te brengen, dient vooraf bij Burgemeester en Wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning te worden ingediend.

  • 2 Op een aanvraag tot wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 6, eerste, tweede en derde lid onder b tot en met j, van toepassing.

  • 3 Wijzigingen aan en/of uitbreidingen van bijbehorende en/of extra voorzieningen dienen vooraf aan Burgemeester en Wethouders te worden gemeld.

Artikel 9 Intrekking ligplaatsvergunning.

Burgemeester en Wethouders kunnen de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • 1

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • 2

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • 3

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • 4

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of het landschap verstoort;

  • 5

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet meer voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde eisen van veiligheid en gezondheid;

  • 6

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • 7

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaats vergunning, danwel niet ingevolge artikel 8 lid 3 aan Burgemeester en Wethouders zijn gemeld;

  • 8

    het woonschip wordt gebruikt voor een ander doel dan als hoofdverblijf van één of meer personen;

  • 9

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist, intrekking of wijziging wordt gevorderd;

  • 10

    de vergunninghouder hierom verzoekt.

Artikel 10 Wachtlijst ligplaatsvergunning.

  • 1 Indien de aanvraag om een ligplaatsvergunning wordt geweigerd omdat de gewenste ligplaats aan een ander is toegewezen, wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door Burgemeester en Wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2 Zij die in het bezit zijn van een ligplaatsvergunning kunnen zich eveneens op de wachtlijst laten plaatsen.

  • 3 De volgorde op de wachtlijst wordt bepaald op basis van de datum van de aanvraag.

  • 4 Indien één van de op grond van artikel 5, eerste lid, aangegeven plaatsen vrijkomt, stellen Burgemeester en Wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, in de gelegenheid een nieuwe aanvraag voor een ligplaatsvergunning in te dienen.

    In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 6, derde lid onder b tot en met j.

  • 5 Indien aan de in het tweede lid bedoelde personen een ligplaatsvergunning wordt verleend naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in het vierde lid, komt de eerder verleende ligplaatsvergunning te vervallen. Tevens wordt in dat geval de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

  • 6 Indien de aanvraag niet binnen zes weken na de datum van verzending van het in het vierde lid bedoeld schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op een ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt;

  • 7 Zij die binnen de gestelde termijn van zes weken wel reageren en gemotiveerd melden geen gebruik te willen maken van de gelegenheid een aanvraag voor een nieuwe ligplaatsvergunning in te dienen, behouden de registratie alsmede de positie op de wachtlijst.

  • 8 De wachtlijst wordt één maal in de twee jaar opgeschoond.

Artikel 11 Nakoming aanwijzingen.

  • 1 De vergunninghouder is bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden van gemeentewege aan of nabij de ligplaats verplicht de door of namens Burgemeester en Wethouders gegeven aanwijzingen op te volgen.

  • 2 De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door Burgemeester en Wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 12 Toezicht.

De zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening is opgedragen aan hen die door Burgemeester en Wethouders met de zorg voor het toezicht zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 13 Strafbepalingen.

Overtreding van artikel 3 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 14 Opsporingsambtenaren.

De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door Burgemeester en Wethouders met de zorg voor de naleving zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De artikelen 5.3.1.1 tot en met 5.3.1.11 van de Algemene plaatselijke verordening 2007 houden op dat moment op te gelden.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als: "Woonschepenverordening 2009".

Artikel 16 Overgangsbepalingen.

  • 1. Ligplaatsvergunningen, afgegeven op grond van de verordening als genoemd in artikel 15, tweede lid, worden geacht vergunningen op grond van artikel 6 van deze verordening te zijn.

  • 2. Aanvragen voor vergunning waarop, op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog geen beslissing is genomen, worden afgehandeld op grond van deze verordening.

  • 3. De huidige wachtlijst wordt geacht de wachtlijst op grond van artikel 10 van deze verordening te zijn.

  • 4. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 15, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening verleende vergunningen, vastgestelde plannen, vastgestelde nadere regels, beleidsregels en uitvoerings- en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop deze zijn gebaseerd ook vervat zijn in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.