Regeling vervallen per 18-02-2011

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 1999

Geldend van 22-01-1999 t/m 17-02-2011

Intitulé

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 1999

De raad van de gemeente Drimmelen;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit

1. in te trekken de Subsidieverordening stads-en dorpsvernieuwing 1996 van de voormalige gemeente Terheijden en

2. vast te stellen de volgende: “Subsidieverordening Restauratie Gemeentelijke Monumenten 1999”

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 1999

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    monument: een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening 1997;

  • b.

    kosten: de door burgemeester en wethouders vast te stellen direct met de het plan waarvoor subsidie verstrekt, samenhangende kosten exclusief BTW en verminderd met bijdragen die op grond van andere regelingen of anderszins kunnen worden verkregen;

  • c.

    restauratie: werkzaamheden aan een beschermd monument, het normale onderhoud te boven gaand, die voor herstel van het beschermd monument noodzakelijk zijn;

  • d.

    plan: de omschrijving van activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

  • e.

    verstrekken/verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat een aanspraak op subsidie verschaft.

  • f.

    Vaststellen van de subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en burgemeester en wethouders zich verplichten tot betaling.

Artikel 2

In deze verordening wordt onder eigenaar mede verstaan:

  • a.

    Degene die het recht van erfpacht heeft;

  • b.

    De houder van het recht van opstal;

  • c.

    Een Vereniging van eigenaren.

Artikel 3

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor dat jaar beschikbaar is voor de restauratie van gemeentelijke monumenten.

Artikel 4

De gemeenteraad is bevoegd het jaarlijks bedrag als bedoeld in artikel 3 te verhogen wanneer het aantal verzoeken om subsidie, gelet op het totale beschikbaar bedrag daartoe aanleiding geeft.

Artikel 5

Burgemeester en wethouders kunnen een natuurlijke en rechtspersonen subsidie verstrekken.

Artikel 6

Een aanvraag om subsidie gaat ten minste vergezeld van de volgende documenten:

  • a.

    Een bouwtechnisch rapport van het monument waaruit blijkt in welke bouwkunde toestand het monument zich bevindt;

  • b.

    Een gespecificeerde begroting van de kosten;

  • c.

    Een plan dat een omschrijving en tekeningen (schaal 1:100) van de te verrichten werkzaamheden bevat en een aanduiding van de periode waarin deze worden verricht.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders weigeren een aanvraag om subsidie indien door verstrekking van de subsidie het op grond van artikel 3 vastgestelde bedrag zou worden overschreden, tenzij zij toepassing geven aan artikel 8.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag aanhouden tot het volgende jaar indien er geen middelen resteren als vastgesteld op grond van artikel 3.

Artikel 9

Aan door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren wordt inzage verleend in de op de werkzaamheden betrekking hebbende bescheiden en tekeningen en worden alle inlichtingen verstrekt die naar hun oordeel nodig zijn om te beoordelen of aan de voorwaarden verbonden aan het verlenen van subsidie wordt voldaan.

Artikel 10

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de gemeenteraad is gehoord.

Artikel 11

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot verlening van subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen, indien:

    • a.

      De ontvanger van de subsidie niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden;

    • b.

      De ontvanger van de subsidie onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van subsidie zou hebben geleid;

    • c.

      De verlening van subsidie anderszins onjuist was en de ontvanger van de subsidie dit wist of behoorde te weten

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Hoofdstuk 2: Restauratie van gemeentelijke monumenten

Artikel 12

Aan de eigenaar van een monument als bedoeld in artikel 1 onder a kan subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de door burgemeester en wethouders vast te stellen kosten van het restaureren van het casco van het monument, voor zover de werkzaamheden betrekking hebben op behoud en/of herstel van de monumentale onderdelen zoals genoemd in de betreffende beschrijving behorende bij de door burgemeester en wethouders vastgestelde gemeentelijke monumentenlijst.

Artikel 13

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om subsidie.

  • 2. Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie.

  • 3. Zij kunnen hun besluit omtrent de subsidieverlening eenmaal ten hoogste van acht weken verdagen.

Artikel 14

  • 1. Subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      De warmteweerstand van de gevel en het dak na het treffen van de voorzieningen lager zal zijn dan 1,3 m2 K/W;

    • b.

      De te treffen voorzieningen uitsluitend of overwegend bestaan uit isolatiemaatregelen;

    • c.

      In een periode van tien jaar voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde werkzaamheden subsidie is verleend;

    • d.

      De kosten van de voorzieningen minder bedragen dan f 2.500,-;

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in het eerste lid onder a genoemde bepaling indien:

    • a.

      De gevel niet geschikt is voor het daaraan aanbrengen van spouwmuurisolatie;

    of

    • b.

      Het dak niet geschikt is voor het aanbrengen van isolatie tussen de dakbedekking en het dakbeschot.

Artikel 15

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen indien aan de volgende beoordelingscriteria wordt voldaan:

  • a.

    De voor het verrichten van de werkzaamheden vereiste vergunning(en) zijn verleend;

  • b.

    De kosten van de te treffen voorzieningen staan in redelijke verhouding tot het te bereiken kwaliteitsniveau van het monument;

  • c.

    Er is niet reeds een begin gemaakt met de werkzaamheden voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 16

Bij hun besluit op de aanvraag houden burgemeester en wethouders rekening met:

  • a.

    De esthetische, wetenschappelijke of cultuur-historische waarde van het monument;

  • b.

    De bouwtechnische staat van het monument;

  • c.

    Het huidige en toekomstige gebruik van het monument;

  • d.

    Andere financiële middelen die door de aanvrager van subsidie voor dezelfde werkzaamheden op grond van enige regeling of anderszins kunnen worden verkregen.

Artikel 17

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a.

    Binnen 26 weken na het besluit tot subsidieverlening met de werkzaamheden wordt begonnen;

  • b.

    De werkzaamheden binnen 1 jaar na het besluit tot subsidieverlening zijn voltooid;

  • c.

    Niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven 1958.

  • d.

    Zonder toestemming van burgemeester en wethouders wordt niet afgeweken van het plan.

Hoofdstuk 3: Het vaststellen van de subsidie

Artikel 18

  • 1. Zo spoedig mogelijk, althans uiterlijk binnen 16 weken na de voltooiing van de werkzaamheden, meldt de subsidie-aanvrager aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.

  • 2. De gereedmelding gaat vergezeld van een gespecificeerd overzicht van de kosten, originele rekeningen en betalingsbewijzen. De originele rekeningen en betalingsbewijzen worden na controle door de behandelend ambtenaar zo spoedig mogelijk aan de subsidie-aanvrager teruggegeven.

  • 3. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de kosten en bepaling van de hoogte van de subsidie.

Artikel 19

  • 1. Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding stellen burgemeester en wethouders de kosten vast en bepalen zij de hoogte van de subsidie.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met acht weken verdagen.

Artikel 20

  • 1. De subsidie bedraagt 20% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele kosten, tot een maximum van €6806,71.

  • 2. Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van derden maar zonder dat sprake is van de uitoefening van een bedrijf, worden de in artikel 19, eerste lid, bedoelde kosten met 55% van de met de in zelfwerkzaamheid verrichte werkzaamheden samenhangende kosten verminderd.

  • 3. De subsidie als bedoeld in het eerste lid is niet hoger dan de in artikel 13, tweede lid, voorlopig bepaalde subsidies.

Artikel 21

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een vastgestelde of verstrekte subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen:

    • a.

      Op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij de vaststelling van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de beschikking tot verlening of verstrekking van de subsidie zou zijn vastgesteld.

    • b.

      Indien de vaststelling van de subsidie onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c.

      Indien de ontvanger na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld of verstrekt, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3. De beschikking tot vaststelling of verstrekking van subsidie kan niet worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien drie jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid onder c, sedert de dag waarop de handeling in strijd met de voorwaarden is verricht of de dag waarop aan de voorwaarden voldaan had moeten zijn.

Hoofdstuk 4: Slotbepalingen

Artikel 25

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 1999”

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 14 januari 1999
De raad voornoemd,
De secretaris
De voorzitter