Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregel bouwhinder

Geldend van 16-05-2013 t/m 31-12-2020

Intitulé

Beleidsregel bouwhinder

1. Inleiding

In het Bouwbesluit 2012 zijn regels opgenomen ten aanzien van geluidhinder veroorzaakt door bouw- en sloopwerkzaamheden. Daarnaast verbiedt de Algemene Plaatselijke Verordening het veroorzaken van geluidshinder. Beide regelingen kennen een ontheffingsmogelijkheid voor dit verbod. In deze beleidsregels wordt omschreven wanneer ontheffing mogelijk is, op welke wijze ontheffing wordt verleend en hoe het toezicht en de handhaving plaats vindt als er sprake is bouw- en sloopactiviteiten.

1.1 Aanleiding

Hoewel het probleem in de gemeente Ten Boer op dit gebied niet groot is en niet vaak voorkomt zijn er wel redenen om beleidsregels op te stellen. Er wordt meer en meer ’s avonds, ’s nachts en in de weekenden gewerkt, tengevolge van een steeds meer ontwikkelde 24-uurs-economie. Juist op deze tijdstippen ervaren burgers (geluids-)overlast sneller als hinderlijk. De gemeentelijke inspecteurs kunnen en worden dan ook regelmatig aangesproken over geluidsoverlast, bouw- en transportvuil en licht van bouwlampen die rechtstreeks in de woning schijnen.

Met het Bouwbesluit 2012 en de Algemene Plaatselijke Verordening hebben de bouwinspecteurs twee middelen om te handhaven tegen bouwhinder. We moeten dus kaders stellen wat de gemeente Ten Boer als hinder ziet. In deze notitie scheppen we duidelijkheid over hoeveel dB(A) geluidshinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden toegestaan is. Ook worden er regels gesteld voor de overige hinderaspecten. Het beoogd effect is dat bouwhinder beter beheersbaar wordt, uniform wordt gehandhaafd en klachten verminderen. Daarnaast creëren we duidelijkheid voor alle betrokkenen.

1.2 Beleidsuitgangspunten

Het doel van het beleid is om bouwhinder te beperken.

Uitgangspunten voor het bouwhinderbeleid zijn:

  • ·

    Normeren per etmaalperiode (respectievelijk dag, avond en nacht);

  • ·

    Bouwwerkzaamheden vinden zo veel mogelijk overdag plaats;

  • ·

    In de nachtelijke uren worden geen heiwerkzaamheden uitgevoerd. Hieronder moet worden verstaan het inheien, intrillen en heiend of trillend trekken van palen, stalen buizen, damwandprofielen en dergelijke;

  • ·

    De veroorzaker moet hinder voor omwonende(n) zo veel mogelijk voorkomen of beperken;

  • ·

    De veroorzaker informeert zo veel mogelijk de omwonenden over de (mogelijk) hinderlijke activiteiten;

  • ·

    Geluidshinder is een bij een sloop- en/of bouwproces behorend effect;

  • ·

    Het toezicht op het naleven wordt passief uitgeoefend. Na het ontvangen van een reële klacht van een omwonende gaat de inspecteur over tot actieve handhaving;

  • ·

    De ontheffingsmogelijkheden voor de APV en het Bouwbesluit 2012 zijn gelijk.

1.3 Reikwijdte en opbouw beleidsregels geluidshinder

Het beleid is het voorkomen van onnodige bouw- en sloopgerelateerde hinder voor de woonomgeving. Het betreft bouw- en sloopgerelateerde Wabo-activiteiten. Het Bouwbesluit is van toepassing wanneer er werkzaamheden plaats vinden aan bouwwerken zoals bedoeld in de definitie van de Bouwverordening (zie kader). Bouw en sloop gerelateerde activiteiten die niet voldoen aan de definitie vallen onder de Algemene Plaatselijke Verordening. Ook alle andere vormen van geluidhinder vallen onder de APV. Het beleid is hierop van toepassing voor het zover het een bedrijfsmatige activiteit betreft of in een omvang is alsof het bedrijfsmatig. Hierbij valt te denken aan werkzaamheden aan wegen en spoorlijnen, kadewanden enz.

In deze beleidsregels wordt vaak gesproken over dB(A). De definitie hiervan is terug te vinden in bijlage I. dB(A) waarden zijn voor veel mensen een abstract gegeven. Om enig inzicht te geven in deze logaritmische schaal is in bijlage II een tabel toegevoegd met dB(A)’s en mogelijke geluidsbronnen.

Definitie bouwwerk:

"elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren".

2. Wetgeving

Wetgeving ten aanzien van geluidshinder tijdens bouw- en sloopwerkzaamheden wordt op twee plaatsen geregeld. Zowel in het Bouwbesluit 2012 als in de Algemene Plaatselijke Verordening is regelgeving opgenomen die (ernstige) hinder door bouwwerkzaamheden verbied. De Algemene Plaatselijke Verordening is meer algemeen dan het Bouwbesluit 2012. Deze laatste gaat specifiek over sloop- en bouwwerkzaamheden aan bouwwerken, zie paragraaf 1.3.

2.1 Bouwbesluit 2012

In artikel 8.4 van het Bouwbesluit 2012 staat het volgende:

  • 1.

    Bouw- of sloopwerkzaamheden die een geluidniveau veroorzaken van ten minste 60 dB(A) op de gevel van een aangrenzende woonfunctie of van een aangrenzende gebruiksfunctie op een ander perceel, worden op werkdagen tussen 7:00 uur en 19:00 uur uitgevoerd. Bij het uitvoeren van die werkzaamheden worden de in tabel 8.4 aangegeven dagwaarden en de bij die dagwaarden aangegeven maximale blootstellingsduur in dagen dat de dagwaarde is bereikt niet overschreden.

Tabel 8.4

Dagwaarde

≤ 60 dB(A)

> 60 dB(A)

>65 dB(A)

> 70 dB(A)

> 75 dB(A) ≤ 80 dB(A)

Maximale blootstellingsduur

onbeperkt

50 dagen

30 dagen

15 dagen

5 dagen

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het eerste lid. Indien met een ontheffing van het bevoegd gezag bouw- of sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd op werkdagen tussen 19:00 uur en 7:00 uur en op zaterdag, zondag of feestdagen wordt onverkort het gestelde in de ontheffing gebruik gemaakt van de akoestisch bezien best beschikbare stille technieken en meest gunstige werkwijze.

  • 3.

    De in tabel 8.4 aangegeven waarden gelden op gevels als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 1b, vijfde lid, van de Wet geluidhinder van woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen.

De dB(A) waarden zijn langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. Dit betekend dat het geluidsniveau gedurende de dag-, avond- of nachtperiode wordt gemeten en de gemiddelde waarde maatgevend is. Zie voor een nadere toelichting bijlage I.

2.2 Algemene Plaatselijke Verordening

De APV stelt in artikel 4:1.7 dat het verboden is toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor de omwonende of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt. In lid 2 van dit artikel kan het college ontheffing verlenen voor dit verbod.

3. Ontheffingsmogelijkheid

Zowel het Bouwbesluit 2012 als de Algemene Plaatselijke Verordening kennen een ontheffingsmogelijkheid. De ontheffingsmogelijkheden voor de Algemene Plaatselijke Verordening en het Bouwbesluit zijn gelijk om rechtsongelijkheid te voorkomen.

Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen voor de avondperiode, de nachtperiode, de zaterdagen en de zon- en feestdagen. Een ontheffing voor deze perioden of dagen is noodzakelijk wanneer er meer dan 60 dB(A) wordt veroorzaakt op de gevel van een aangrenzende woonfunctie of van aangrenzende gebruiksfunctie. De gemeente Ten Boer hanteert drie termen ten aanzien van geluidshinder.

  • ·

    Geen hinder/ acceptabele hinder: minder dan 60 dB(A)

  • ·

    Hinder geen ontheffing: meer dan 60 d(B) maar minder dan 80 dB(A) met een maximum aan blootstellingsduur in dagen, tijdens de dagperiode (behalve op zon- en feestdagen).

  • ·

    Hinder wel ontheffing: 80 dB(A) of meer, het overschrijden van de maximale blootstellingsduur tijdens de dagperiode. Maar ook in de avond- of nachtperiode en op zaterdag, zon- en feestdagen 60 dB(A) of meer.

3.1 Dagperiode

Geluidsproductie tot 60 dB(A) wordt niet gezien als hinder en is zonder ontheffing mogelijk. De maximale blootstellingsduur uit tabel 2.1 wordt wel gezien als hinder maar hiervoor is tijdens de dagperiode geen ontheffing noodzakelijk. Een ontheffing is alleen noodzakelijk wanneer de maximale blootstellingsduur wordt overschreden of wanneer een geluidsproductie van 80dB(A) of meer wordt veroorzaakt. Een verzoek om ontheffing wordt getoetst aan de ontheffingsmogelijkheden in paragraaf 4.4.

Dagwaarde

> 60 dB(A)

>65 dB(A)

> 70 dB(A)

> 75 dB(A) ≤ 80 dB(A)

Maximale blootstellingsduur

50 dagen

30 dagen

15 dagen

5 dagen

Tabel 2.1 (hinder geen ontheffing)

3.2 Avondperiode

Bouw- en sloopwerkzaamheden vinden in eerste instantie zoveel mogelijk plaats in de dagperiode. Voor bepaalde onderdelen van bouwprojecten kan avond- en nachtwerk of werken in het weekend niet altijd worden vermeden. Er zijn werkzaamheden die geen interval kunnen veroorloven, bijvoorbeeld het vlinderen van betonvloeren. Betonvloeren worden vaak gestort in grote oppervlakten en moeten worden gevlinderd wanneer het beton nog niet is uitgehard. Het vlinderen moet daarom ’s avonds en ’s nachts wordt uitgevoerd.

Daarnaast kan het ook voorkomen dat werkzaamheden ’s nachts moeten plaatsvinden omdat ze een negatieve invloed hebben op o.a. de (verkeers-)veiligheid en overdag te veel risico met zich mee brengen.

In de ‘avondperiode’ (19.00 tot 23.00 uur) mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen, zoals woningen, niet meer dan 60 dB(A) bedragen. Wanneer de 60 dB(A) wordt overschreden is een ontheffing noodzakelijk. Om toch in de ‘avondperiode’ hinder te mogen veroorzaken is LAr,LT,avond maximaal 70 dB(A). Ontheffing voor geluidshinder, geproduceerd tijdens bouw/sloopwerkzaamheden gedurende de avondperiode, wordt geweigerd indien de maximale blootstellingsduur opgenomen in onderstaande tabel 2.2, wordt overschreden.

Avondwaarde

≤ 60 dB(A)

>60 dB(A)

> 65 dB(A)

> 70 dB(A)

Maximale blootstellingsduur

Geen ontheffing nodig

25 dagen

15 dagen

0 dagen

Tabel 2.2 (hinder avondperiode)

3.3 Nachtperiode

In de ‘nachtperiode’ (van 23.00 tot 7.00 uur) mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen, zoals woningen, niet meer dan 60 dB(A) bedragen. Wanneer de 60 dB(A) wordt overschreden is een ontheffing noodzakelijk.

In de toestemming om in de ‘nachtperiode’ te mogen werken wordt vanuit het activiteitenbesluit een grenswaarde gesteld aan het piekniveau. Het piekniveau is de hoogst gemeten waarde tijdens de lawaaiduur. Piekniveau hoger dan 60 dB(A) is volgens het Activiteitenbesluit niet aanvaardbaar in de nachtperiode. Bij het afgeven van ontheffingen wordt hier zoveel mogelijk bij aangesloten.

3.4 Zaterdag

Voor de zaterdag (zaterdag vanaf 7.00 tot 19.00) is er geen aparte wetgeving. Op basis van het Bouwbesluit 2012 mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen, zoals woningen, niet meer dan 60 dB(A) bedragen. Wanneer de 60 dB(A) wordt overschreden is een ontheffing noodzakelijk. Voor de zaterdag avond- en nachtperiode (zaterdag 19.00 tot zondag 7.00) is ook 60 dB(A) toegestaan zonder ontheffing. Wanneer de 60 dB(A) wordt overschreden is een ontheffing noodzakelijk. De waarden voor de avondperiode gelden ook voor de dagperiode zaterdag. Zie tabel 2.2 (hinder avondperiode).

3.5 Zon- en feestdagen

Feestdagen worden beschouwd als een zondag. Op zondag (vanaf zondag ochtend 7.00 tot maandag ochtend 7.00) mag de openbare rust door arbeid in beroep of bedrijf niet verstoord worden (artikel 6 Zondagswet). Werkzaamheden op zondag worden dan ook geweigerd indien er geen genoegzame redenen zijn. Genoegzame reden voor artikel 6 van de Zondagswet zijn:

  • 1.

    Werkzaamheden die noodzakelijk zijn ter bestrijding van acuut gevaar voor mens en dier.

  • 2.

    Werkzaamheden die noodzakelijk zijn om negatieve effecten op het milieu te beperken of te voorkomen.

3.6 Uitzonderingen

Uitzonderingen zijn mogelijk bij zwaarwegend belang. Uitzonderingen worden gemotiveerd voorgelegd aan het college van Burgemeester en Wethouders. Indien een uitzondering zich voordoet, moet het doel van het beperken van hinder in acht worden genomen.

4. Werkwijze bij ontheffingsverzoek

4.1 Informeren van de veroorzaker

De veroorzaker van de hinderactiviteit wordt in een vroeg stadium ingelicht over het bouwhinderbeleid van de gemeente Ten Boer. Dit gebeurt bij het loket en via de website van de gemeente. Belangrijk aspect hierbij is communicatie met de buurt. In welke mate mensen hinder ervaren blijkt voor een groot deel af te nemen op het moment dat er voldoende wordt gecommuniceerd over de vorm van hinder, de periode en de tijdsduur van de hinder.Algemene informatie over het bouwhinderbeleid van gemeente Ten Boer wordt gepubliceerd op de website van gemeente Ten Boer. Daarnaast wordt tijdens het vooroverleg met de veroorzaker overlegd of er mogelijk sprake is van hinder, hierbij kan gebruik worden gemaakt van bijlage III en IV.

De inspecteur die de controle op de bouw- of sloopwerkzaamheden uitvoert, toetst de aanvraag inclusief de motivering. Eventueel bespreekt de inspecteur de hinderaspecten met de aannemer tijdens het bespreken van het bouwveiligheidsplan. Aan de hand van de vragenlijst van bijlage III wordt getoetst of de activiteiten mogelijk leiden tot hinder.

Wanneer uit de vragenlijst naar voren komt dat de bouw- of sloopwerkzaamheden kunnen leiden tot geluidshinder wordt er met behulp van bijlage IV een schatting gemaakt van de mate van hinder. Wanneer uit de tabel van bijlage IV volgt dat de werkelijke afstand groter is dan de gegeven afstanden bij 60dB(A), dan is er zeer waarschijnlijk geen sprake van hinder. Er hoeft dan ook geen ontheffing te worden aangevraagd. Artikel 4.5 van de APV en de Zondagswet blijven van toepassing. Wanneer uit bijlage IV blijkt dat de afstand kleiner is dan de gegeven afstand bij 60dB(A) wordt gekeken naar de ontheffingsmogelijkheden in paragraaf 4.4. Een ontheffing wordt geweigerd wanneer niet wordt voldaan aan één of meer van deze voorwaarden.

Bij elkaar opvolgende hinderperioden veroorzaakt door verschillende soorten werkzaamheden wordt voor de hinderperiode de optelling van die verschillende periode aangehouden. Hinderperiodes worden niet meer bij elkaar opgeteld wanneer er een onderbreking plaatsvindt van minimaal 3 maanden.

Bij impulsachtige geluiden (o.a. heien) geldt voor alle bovenstaande niveaus een straffactor (impulstoeslag) van 5dB(A). Dit betekent dat een 5 dB(A) strengere norm volgt.

Als er geluidsbronnen continue op de bouw- en sloopplaatsen in bedrijf zijn, zoals grondwaterpompen, is een geluidsnorm van ten hoogste 45 dB(A) en 40 dB(A) voor respectievelijk de avond- en nachtperiode toegestaan. Indien de geluidsnorm wordt overschreden, dient een ontheffing te worden gevraagd.

4.2 Aanvraag ontheffingsverzoek

De veroorzaker van hinder dient een verzoek tot ontheffing in als er mogelijk sprake is van hinder. De ervaring leert dat het toepassen van stille technieken bij aanvang van het project vele malen goedkoper is dan halverwege. Dit verzoek moet drie weken van te voren worden ingediend.

Een verzoek om ontheffing moet worden ingediend met een motivatie waarin onderbouwd aandacht wordt besteed aan de inzet van zo stil mogelijke technieken. Deze motivatie moet meer omvatten dan "het kan niet anders". Een verzoek tot ontheffing wordt ingediend door de veroorzaker van de geluidhinder of de opdrachtgever hiervan. De volgende gegevens moeten in ieder geval zijn opgenomen in deze motivatie:

  • -

    Waarom er geen alternatieve oplossingen bestaan of waarom die niet aanvaardbaar zijn.

  • -

    De locatie van de werkzaamheden waarbij aangegeven is of er woningen in de nabije omgeving zijn met de afstand tot de gevel of een “ander gebruik” in de omgeving is.

  • -

    De (tijds-)periode van de werkzaamheden.

  • -

    De tijdsduur van de werkzaamheden.

  • -

    De te gebruiken lawaaiproducerende apparatuur met, type en te verwachten geluidsbelasting op de nabijgelegen panden.

  • -

    Welke hinderbeperkende maatregelen worden genomen.

  • -

    Hoe de omgeving wordt geïnformeerd.

  • -

    Wie de contactpersoon van de veroorzaker is.

  • -

    Tot wie de omwonenden zich kunnen richten.

  • -

    Welke faciliteiten de omwonende worden geboden.

4.3 Ontheffingsmogelijkheden

Een verzoek om een ontheffing wordt getoetst door de verantwoordelijke ambtenaar. Bij deze toets neemt de ambtenaar de volgende belangen in afweging: het belang van de aannemer, de opdrachtgever, de omwonenden, het milieu en het financiële belang. Het ene belang kan zwaarder wegen dan het andere, afhankelijk van het tijdstip van de werkzaamheden. Daarnaast dient bij het verzoek om ontheffing altijd in acht te worden genomen dat het doel van het beleid is om hinder zoveel mogelijk te beperken. Het doel is niet om te voorkomen dat ’s avonds, ’s nachts of zaterdags gewerkt wordt.

Een verzoek voor een ontheffing wordt in principe altijd geweigerd tenzij:

  • 1.

    Er geen stillere technieken voor handen zijn en een alternatieve bouwplaatsinrichting of aanvullende maatregelen de kosten onevenredig verhogen.

  • 2.

    De werkzaamheden noodzakelijk zijn ter bestrijding van acuut gevaar voor mens en dier.

  • 3.

    De werkzaamheden noodzakelijk zijn om negatieve effecten op het milieu te beperken of te voorkomen.

  • 4.

    Er gewerkt moet worden omdat de werkzaamheden geen interval veroorloven, bijvoorbeeld het vlinderen van een betonvloer.

  • 5.

    Maatregelen zorgen voor een toename van de hinderperiode.

  • 6.

    Maatregelen onevenredig meer kosten met zich meebrengen en niet in verhouding staan tot de hinderperiode.

  • 7.

    Werkzaamheden die beter op een ander tijdstip plaats kunnen vinden in verband met de (verkeers-)veiligheid, niet zijnde zon- en feestdagen.

  • 8.

    Werkzaamheden die beter op een ander tijdstip plaats kunnen vinden omdat er dan geen of minder hinder ervaren wordt, niet zijnde zon- en feestdagen.

Uitzonderingen zijn mogelijk bij zwaarwegend belang. Er kan sprake zijn van bijzondere situaties en overmacht en bij deze uitzonderingen kan de ontheffing worden verleend indien uit het oogpunt van overlast, hinder beperkt wordt. Uitzonderingen worden gemotiveerd voorgelegd aan het college van Burgemeester en Wethouders.

4.4 Verlening ontheffingsverzoek

De ambtenaar die de controle op de bouwwerkzaamheden uitvoert, verzorgt met behulp van de uniforme ontheffing geluidshinder dat toestemming namens B&W uitgaat. De ontheffing wordt conform het mandaatbesluit verleend namens B&W. Daarnaast verstuurt de inspecteur een kopie naar de Milieupolitie, Meldpunt Overlast en Zorg, Piketinspecteur, en de Meldkamer Politie en Teleservice. De voorwaarden die terugkomen in de uniforme ontheffing zijn terug te vinden in bijlage IV.

5. Handhaving en klachten

5.1 Handhavingstrategie

In het “Beleidsplan Handhaving gemeente Ten Boer” ligt de handhavingstrategie vast. De handhavingstrategie is als schema in bijlage VI toegevoegd. Afhankelijk van de ernst van de situatie, het risico van de situatie en het naleefgedrag wordt een keuze gemaakt voor begeleiden, sturen of corrigeren. Gemeente Ten Boer kiest bij handhaven bijvoorkeur voor een positieve insteek. Waar mogelijk krijgt een overtreder eerst de mogelijkheid om het probleem zelf op te lossen. Dit neemt echter niet weg dat wie een ernstige overtreding begaat, moet rekenen op een directe en consequente aanpak. Het gevolg van deze keuze is dat ons optreden na het constateren van een overtreding uit een verschillend aantal stappen kan bestaan. Hoe ernstiger de overtreding, hoe minder stappen we zetten en hoe minder tijd er wordt gegeven om te komen tot beëindiging en/of herstel van de overtreding.

Aantal ‘stappen’

Omschrijving

1

Zonder waarschuwing (=sturen) een bestuurlijke en/of strafrechtelijk instrument inzetten (=corrigeren).

2

Eenmaal waarschuwen en een termijn stellen (=sturen). Bij voortdurende overtreding bestuurlijke en/of strafrechtelijk instrument inzetten (=corrigeren).

3

Informeren (= begeleiden) over de overtreding en termijn stellen. Bij continueren overtreding waarschuwen (=sturen) en termijn stellen. Bij voortdurende overtreding bestuurlijk en/of strafrechtelijk instrument inzetten (=corrigeren).

Het risico bij geluidshinder door bouwactiviteiten is beperkt. Wanneer het geluid wel dermate hard is dat het gevolgen heeft voor de gezondheid of het milieu wordt er door de inspecteur direct corrigerend opgetreden (1 stap).

Het naleefgedrag is een onzekere factor, in de loop der tijd kunnen inspecteurs ervaring opdoen met bedrijven die goed of slecht naleefgedrag vertonen, hiervoor is verslaglegging noodzakelijk. Blijkt het naleefgedrag van een partij slecht te zijn dan wordt eerder gekozen voor 1 stap in plaats van 2 of 3 stappen.

De ernst van de situatie hangt af van de periode (dag, avond, nacht) de hinderperiode en de omgeving. Overdag wordt eerder gekozen voor 3 stappen dan ‘s nachts, waar 1 stap meer voor de hand ligt. Ook de omgeving speelt een rol. Bij hinderlijke activiteiten naast een ziekenhuis of schoolgebouw wordt eerder gekozen voor 1 stap dan in het buitengebied.

Wie handhaaft hangt af van de activiteit en de periode. De dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken van de gemeente Groningen handhaven wanneer het een activiteit betreft die niet omgevingsvergunning plichtig is en hierdoor onder de APV valt. Hier worden eventueel andere diensten, BOA’s of de politie bij betrokken. Daarnaast handhaaft de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken wanneer het een activiteit betreft die valt onder de Wabo (omgevingsvergunning). Ook hier worden eventueel andere diensten, BOA’s of de politie bij betrokken.

In de avond- en nachtperiode wordt gehandhaafd door de politie. Wanneer de politie handhaaft wordt dit de volgende dag doorgeven aan de verantwoordelijk ambtenaar. Wanneer er metingen verricht moeten worden volgens de “Handleiding Meten en Rekenen industrielawaai, module B” kan de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken deze metingen uitvoeren. In twijfelgevallen wordt onderling contact gezocht en overlegd.

5.2 Afhandeling van klachten

Tijdens de reguliere werkuren (maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur) kunnen klagers terecht bij het algemene informatienummer van de afdeling VTH&G: 050 367 8910.De klacht wordt doorgegeven aan de betrokken inspecteur. Deze kan nagaan of er ontheffing is verleend en zo ja of de bouwer zicht hier aan houdt. Zonodig worden metingen verricht. Mocht blijken dat normen worden overschreden zonder de doorvoor benodigde ontheffing, dan kan de inspecteur het betreffende werk stil leggen. Dit wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd.Klagers die tijdens reguliere werkuren contact opnemen met de politie, Meldpunt Overlast of een wijkpost worden doorverwezen naar het algemene informatienummer 050 367 8910.

Buiten de reguliere werkuren en in het weekend kunnen klagers terecht bij de politie op het algemene telefoonnummer: 0900 88 44. De klacht wordt vervolgens doorgespeeld aan de desbetreffende basiseenheid van de regiopolitie Groningen, die op de klacht reageert. Afgesproken is dat de politie verbaliseert en het werk stillegt als er geen ontheffing is verleend. De melding en de door de politie ondernomen stappen worden via de pikettelefoon doorgegeven aan de dienstdoende bouwinspecteur. Die kan zonodig direct dan wel de volgende dag ter plaatse gaan kijken en nader overleg plegen met de uitvoerder.De afhandeling van de klacht zal zo mogelijk tijdens de bouwwerkzaamheden door de bouwinspecteur aan de klager worden teruggekoppeld. Tevens zal daarbij worden nagegaan of de klacht met de getroffen maatregelen is verholpen.

6. Overige hinder door bouwwerkzaamheden

Naast geluidshinder ontstaat er ook regelmatig hinder door trilling, vuil, licht en aan- en afvoerwegen. Deze hinder is niet altijd even ‘meetbaar’ als geluid maar kan niettemin gevolgen hebben voor de omgeving. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de overige aspecten die hinder kunnen veroorzaken tijdens bouwwerkzaamheden.

6.1 Hinder door vuil

Wanneer de volgende aspecten buiten de bouwplaats, dan wel op openbaar terrein worden geconstateerd, is er sprake van onaanvaardbare hinder:

  • a.

    Bouw- en verpakkingsmateriaal afkomstig van bouwplaatsen,

  • b.

    Water, grit en vuil van het reinigen van gevels,

  • c.

    Grond dat door transport buiten het bouwterrein is terecht gekomen.

6.2 Hinder door bouwlicht

Licht afkomstig van bouwlampen dat rechtreeks op de gevel van de woning of het woongebouw valt wordt als onaanvaardbare hinder aangemerkt.

Licht kan daarnaast het dag- en nachtritme van dieren en het broedgedrag van vogels verstoren. De Flora- en Faunawet verbiedt het verstoren van beschermde diersoorten en broedende vogels. Het direct aanlichten van de Ecologische Structuur wordt daarom ook als onaanvaardbaar aangemerkt. De Ecologische structuur is voor de gemeente Ten Boer niet vastgesteld. De volgende gebieden vallen echter wel onder deze structuur:

  • -

    Ten Boersterbos

  • -

    Stadsweg

  • -

    Begraafplaats

  • -

    Oude ijsbaanlocatie (gelegen naast de nieuwe begraafplaats)

6.3 Hinder door aan- en afvoerroutes en parkeren bouwvoertuigen

Aan- en afvoerroutes worden altijd besproken met de bouwinspecteur als onderdeel van het bouwveiligheidsplan. Daarnaast is het van belang dat de dorpen leefbaar en bereikbaar blijven. Om deze reden zijn beleidsregels nodig. In volgorde van belang:

  • 1.

    Bouwbedrijven stimuleren het carpoolen of samen reizen van hun medewerkers om het aantal verkeersbewegingen zo laag mogelijk te houden.

  • 2.

    Het parkeren vindt zoveel mogelijk plaats op het ‘eigen’ bouwterrein.

De afspraken met de betrokken aannemer(s) worden vastgelegd in het Bouwveiligheidsplan of in de ontheffing geluidshinder. Wanneer zonder ontheffing hinder wordt veroorzaakt of een gevaarlijke situatie ontstaat worden er passende maatregelen genomen. De betrokken inspecteur, toezichthouder van Stadstoezicht of de politie zijn verantwoordelijk voor het nemen van deze maatregelen.

6.4 Handhaving

Handhaving op de hinderaspecten uit dit hoofdstuk vindt voornamelijk passief plaats. Alleen op basis van reële klachten wordt er een controlebezoek uitgevoerd. Daarnaast controleert de inspecteur tijdens geplande bezoeken aan de bouwplaats op de hinderaspecten.

7 Bijlagen

Bijlage I Definities, begrippen en afkortingen

Bijlage II, Tabel illustratie geluidsterkten

Bijlage III, Vragenlijst bouw- of sloopwerkzaamheden

Bijlage IV, Afstandstabel

Bijlage V, Uniforme ontheffing geluidshinder

Bijlage VI, Stappenplan

Bijlage I, Definities, begrippen en afkortingen

Tijdsduur dag, avond en nachtperiode:

In Ten Boer duurt de dagperiode voor beroepsmatig uitgevoerde bouwactiviteiten:

Van 07:00 tot 19:00 uur, exclusiefzon- en feestdagen.

In Ten Boer duurt de avondperiode voor beroepsmatig uitgevoerde bouwactiviteiten:

Van 19:00 tot 23:00 uur, exclusief zon- en feestdagen.

In Ten Boer duurt de nachtperiode voor beroepsmatig uitgevoerde bouwactiviteiten:

Van 23:00 tot 07:00 uur, exclusief zon- en feestdagen.

Veroorzaker: De veroorzaker van de geluidshinder die rechtstreeks opdracht geeft tot de

activiteit die de hinder veroorzaakt. Meestal het aannemingsbedrijf.

Lawaaiduur: De lawaaiduur is de tijdsduur dat hinderlijk geluid door bouwactiviteiten wordt geproduceerd.

Hinderperiode: De hinderperiode is een periode waarbinnen meerdere keren lawaaiduur voorkomt.

Ontheffing: Ontheffing in de zin van artikel 4:1.7 Algemene Plaatselijke Verordening

LAr,LT,dag: Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau weergeven in dB(A):

Gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in de loop van een bepaalde periode (i.c. dagperiode)

dB(A):Het aantal gemeten dB met een weging (A) voor de frequentie. De gevoeligheid van het menselijk oor is voor de verschillende frequenties van geluid niet gelijk. Zie tabel hieronder. Het betekent dat een mens een toon van 10 Hz veel zachter hoort dan een toon van 1000 Hz met dezelfde fysische geluidssterkte, namelijk 70 dB zachter.

afbeelding binnen de regeling Afortingen

APV : De vigerende Algemene Plaatselijke Verordening

B en W : Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ten Boer

Bijlage II, tabel illustratie geluidsterkten

Tabel geluidssterkten

dB(A)

I W/m2

Pa

Geluidsbron

dB(A)

I W/m2

Pa

Geluidsbron

150

1.103

632

Beschadiging van het gehoor Startende straalvliegtuig klappen van een ballon

70

1.10-5

6.10-2

Stofzuiger; hard spelende radio, luide conversatie drukke verkeersweg T.V.

140

1.102

200

Straalvliegtuig op 50 meter; luidspelende beatband. pijngrens

60

1.10-6

2.10-2

Supermarkt, kantoor, normale conversatie

130

1.101

63.2

Pijngrens

50

1.10-7

6.10-3

Rustig/zachtjes praten, regen rustige kantoor

120

1.100

20

Zware slijptol, Kettingzaag, Rockconcert

40

1.10-8

2.10-3

Stille woonwijk; Scheurend papier

110

1.10-1

6.32

Boorhamer. Cirkelzaag. Claxon. Huilende baby

30

1.10-9

6.10-4

Stille slaapkamer Fluisteren

100

1.10-2

2

Discotheek

20

1.10-10

2.10-4

Studio – concertzaal Ruisende bladeren

90

1.10-3

0.63

Symfonie orkest; Brommer, Blender

10

1.10-11

6.10-5

Vrijwel volledige stilte Ademhaling

80

1.10-4

0.2

Rustige fabriek, Tractor, Schreeuwen. Alarmsignaal, Deurbel. Telefoonbel, Fluitketel

0

1.10-12

2.10-5

Gehoordrempel

Bijlage III, Vragenlijst bouw- of sloopwerkzaamheden

Aan de hand van de onderstaande vragenlijst kan worden bepaald of de bouw- of sloopwerkzaamheden kunnen leiden tot geluidhinder. Door het invullen van deze lijst wordt de aard van de bouwactiviteiten, de tijdstippen waarop werkzaamheden plaatsvinden en de situatie van de woningen inzichtelijk. Het is een eerste verkenning naar aandachtspunten of zelfs mogelijke knelpunten.

Vraag

JA

NEE

1.

Vinden er werkzaamheden/activiteiten* plaats op het bouwterrein na 19.00 uur en voor 07.00 uur?

2.

Vinden er heiwerkzaamheden plaats?

3.

Vinden er (sloop)werkzaamheden met (pneumatische) beitels of hamers plaats?

4.

Vinden er werkzaamheden met graafmachines, bulldozers of kranen plaats?

5.

Is de afstand tussen de omliggende woningen en de bouwplaats < 50 m

6.

Vindt er veel transport plaats (meer dan 6 vrachtwagens/uur)

7.

Liggen er woningen aan de directe toegangsweg naar de bouwplaats?

8.

Vinden er op de bouwplaats werkzaamheden plaats met een mobiele puinbreker?

* denk ook aan pompen, aggregaten enzovoorts.

Als één van de vragen 1 tot en met 8 met "ja" wordt beantwoord, kunnen bouw- of sloopwerkzaamheden tot hinder leiden. Er is dan nader onderzoek nodig (zie afweging) dat past binnen een bepaalde regelgeving.

Als u vraag 8 met "ja" beantwoordt, moet door de sloper een akoestisch onderzoek voor de puinbreker worden uitgevoerd. Het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval (2004) vormt het wettelijk kader voor de beoordeling van het geluid.

Bijlage IV Afstandstabel

De gekozen bronsterkten (LWr) zijn gebaseerd op gemiddelde waarden op basis van praktijkmetingen. Grote variaties in bronsterkte zijn in de praktijk mogelijk.

De gegeven afstanden zijn dan ook niet meer dan indicatief en kunnen niet als harde grenswaarden worden gehanteerd.

In de afstandstabel wordt voor veel voorkomende bouwwerkzaamheden de afstand gegeven waarop het gemiddeld geluidniveau in de dag 60 en 65, 70, 75 en 80 dB(A) bedraagt. Deze waarden worden ook genoemd bij het maximaal aantal blootstellingsdagen van de circulaire bouwlawaai.

Activiteit

Lwr

dB(A)

Afstand tot activiteit [m]

 60 dB(A)

65 dB(A)

70 dB(A)

75 dB(A)

80 dB(A)

Heien betonpalen

126

400

250

150

80

50

Heien stalen buispalen

140

1200

850

550

350

230

Heien damwanden

130

550

350

225

125

75

Intrillen buispalen

121

250

150

80

50

25

Intrillen damwanden

125

350

200

125

75

50

Geluidarm aggregaat

93

15

10

<10

<10

<10

Geluidarme pomp

90

10

<10

<10

<10

<10

Compressor

100

35

20

10

<10

<10

Pneumatisch beitelen/hameren

119

220

140

75

45

25

Ontgraven

107

60

30

20

10

<10

Zes vrachtwagen-bewegingen per uur

106

30

17

10

<10

<10

Bij de berekeningen van de verschillende afstanden wordt uitgegaan van:

  • ·

    gemiddelde bronsterkte volgens de tabel op basis van ervaringscijfers;

  • ·

    volledig harde bodem;

  • ·

    geen afscherming van gebouwen en dergelijke;

  • ·

    ontvangerhoogte 5 meter boven maaiveld;

  • ·

    effectieve bedrijfsduur heien/trillen 6 uur in de dagperiode;

  • ·

    effectieve bedrijfsduur graven, beitelen, hameren 8 uur in de dagperiode;

  • ·

    effectieve bedrijfsduur aggregaat, pomp 12 uur in de dagperiode;

  • ·

    geen meteocorrectie;

  • ·

    geen strafcorrectie voor impulsgeluid.

Bijlage V Uniforme ontheffing geluidshinder

De uniforme ontheffing geluidshinder is te vinden in BWT4all en MPM4all

In de uniforme ontheffing worden de volgende voorwaarden opgenomen:

  • 1.

    De maximale blootstellingsduur uit tabel van paragraaf 3.4 in dagen.

  • 2.

    De verwachte omvang van de hinder in dB(A) op de dichtstbijzijnde gevel gemeten.

  • 3.

    De locatie van het adres en/of kadestraal perceel waar de hinder veroorzaakt wordt, adres en/of kadestraal perceel.

  • 4.

    De eventueel hinderbeperkende maatregelen die worden genomen (b.v. tijdelijk geluidsscherm).

  • 5.

    Dat de buurt minimaal twee week voor aanvang van de werkzaamheden geïnformeerd moet zijn doormiddel van een brief.

  • 6.

    Dat in deze brief is opgenomen tot wie de omwonenden zich kunnen richten.

  • 7.

    Eventueel worden de geboden faciliteiten voor de omwonende opgenomen.

Bijlage VI, Stappenplan