Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR28887
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR28887/1
Regeling vervallen per 01-01-2010
Verordening tot heffing en invordering van leges 2009
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2009
Intitulé
Verordening tot heffing en invordering van leges 2009De raad van de gemeente Tilburg;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, 217, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
Besluit
vast te stellen de "Verordening tot heffing en invordering van leges 2009"
Begripsomschrijving
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
- a.
“dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
“week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
“maand”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
“jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
“kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Belastbaar feit
Artikel 2
Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplicht
Artikel 3
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Vrijstellingen
Artikel 4
- 1.
De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 10.2 worden niet geheven in het geval de raadpleging geschiedt:
- a.
ten behoeve van de rijks-, provinciale of gemeentedienst;
- b.
overeenkomstig artikel 15 van de wet van 26 mei 1870, Staatsblad 82;
- c.
ter uitvoering van de Jachtwet.
- a.
- 2.
De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 9 worden niet geheven:
- a.
in de gevallen waarin de beheerder ingevolge zijn instructie tot kosteloos onderzoek verplicht is;
- b.
voor het door het publiek persoonlijk raadplegen van archiefstukken in de Onderzoekerscentrum van het archief.
- a.
- 3.
De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 2 worden niet geheven als de verstrekking plaatsvindt uitsluitend ter publicatie in de plaatselijke dagbladen.
- 4.
Van de in artikel 2 bedoelde leges zijn voorts vrijgesteld:
- a.
stukken, welke ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos moeten worden verstrekt;
- b.
beschikking op bezwaar- en verzoekschriften met betrekking tot gemeentelijke belastingen;
- c.
inlichtingen, welke anders dan ten behoeve of in het belang van bepaalde personen, op verzoek worden verstrekt aan ambassades, gezantschappen en consulaten van vreemde mogendheden;
- d.
stukken, vereist voor de militaire dienst, met uitzondering van die welke moeten dienen voor toelating tot enige inrichting van onderwijs waar men wordt opgeleid tot officier of voor de geneeskundige en farmaceutische dienst bij de land-, zee- of luchtmacht;
- e.
attestaties de vita, strekkende tot betaling van pensioenen, wachtgelden, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van publiekrechtelijke lichamen;
- f.
beschikking of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag van subsidie uit de gemeentekas;
- g.
gunstige beschikkingen, genomen krachtens een rechtspositieregeling voor het personeel der gemeente;
- h.
de bevelschriften tot betaling.
- a.
- 5.
De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 7.3 sub c, "Verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.
Tarieven
Artikel 5
- 1.
De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Wijze van heffing
Artikel 6
- 1.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
- 2.
De leges als bedoeld in artikel 8.2 lid 1 tot en met lid 5 van de bij deze verordening gevoegde tarieventabel worden opgelegd bij wege van aanslag.
Tijdstip van betaling
Artikel 7
- 1.
De leges moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, eerste lid:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
- c.
in geval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 2.
De in artikel 6, tweede lid, bedoelde aanslagen moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Kwijtschelding
Artikel 8
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Teruggaaf
Artikel 9
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Abonnementen
Artikel 10
- 1.
De in deze verordening bedoelde abonnementen worden per schriftelijke aanvraag verleend.
- 2.
De bij abonnement verkregen inlichtingen mogen niet worden gepubliceerd of anderszins bekend gemaakt, noch aan derden worden verstrekt of medegedeeld, noch ten behoeve van derden worden verwerkt.
- 3.
Het publicatieverbod geldt niet ten aanzien van abonnementen verleend voor dag-, week- en buurtbladen voor zover betreft de publicatie in de eigen bladen.
- 4.
Abonnementen worden geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop het verschuldigde bedrag is voldaan, tenzij een andere datum is overeengekomen.
- 5.
Het voorafgaande geldt mede ten aanzien van inlichtingen, verstrekt door middel van de computer.
Nadere regels door het college
Artikel 11
- 1.
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
- 2.
Het college heeft de bevoegdheid tot het vaststellen van de legesverordening met betrekking tot de van rijkswege in de loop van het belastingjaar gewijzigde tarieven.
Inwerkingtreding
Artikel 12
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2009.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.
- 3.
De "Legesverordening 2008" van 6 november 2007 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2009".
Ondertekening
Bijlage
Tarieventabel behorende bij de “Legesverordening 2009”.
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemeen
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 5 Reisdocumenten
Hoofdstuk 6 Rijbewijzen
Hoofdstuk 7 Overige burgerzaken
Hoofdstuk 8 Bouwvergunningen
Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 15 Diversen
De in artikel 2 van de Legesverordening 2009 bedoelde tarieven bedragen:
Hoofdstuk 1 Algemeen
- 1.1
Vergunningen, beschikkingen en dergelijke
Voor een gunstige beschikking op aanvragen van een
vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander
stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager
opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening
geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover
daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat,
per bladzijde € 3,04
met een minimum van € 9,49
- 1.2
Fotokopieën
Voor het verstrekken van een fotokopie van een getypt,
gedrukt of geschreven stuk, van maximaal het formaat A4,
anders dan bedoeld in rubriek 10.2, per bladzijde
* A4 enkelzijdig € 0,06
* A4 dubbelzijdig € 0,12
* A3 enkelzijdig € 0,12
* A3 dubbelzijdig € 0,18
* A2 formaat € 4,42
* A1 formaat € 5,65
* A0 formaat € 6,19
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
- 2.
Raadsstukken
- a.
Voor een abonnement op de stukken van de
raad (exclusief de begrotingsstukken) per jaar € 26,65
- b.
Voor een abonnement op agenda's en verslagen der
vaste raadscommissies van advies en bijstand per jaar € 33,38
- c.
Voor losse exemplaren van de onder letter a
bedoelde stukken: per bladzijde € 0,05
met een minimum van € 0,13
- a.
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand
- 3.1
Nasporingen en inlichtingen burgerlijke stand
Voor het doen van een opzoeking of nasporing in de
registers van de burgerlijke stand, lopende over het
tijdperk na de invoering van de burgerlijke stand en
berustend in het archief van de burgerlijke stand,
zonder dat van het resultaat een authentiek uittreksel
uit de registers of een bewijs van inschrijving wordt
verlangd ongeacht of de bemoeiingen al dan niet tot
het gewenste doel leiden, per eenheid van 15 minuten
(afgerond naar boven) € 30,95
- 3.2
Huwelijksvoltrekking/Partnerschapsregistratie
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag
of partnerschapsregistratie, waarbij het huwelijk of
partnerschapsregistratie wordt gesloten op werkdagen
tussen 8.45 en 18.00 uur.
-
- a.
in de Oranjezaal € 386,50
- b.
in de Willem II-zaal € 327,50
- c.
in de Anna Paulowna-zaal € 298,70
- d.
in de trouwzaal Udenhout, raadszaal € 402,35
- e.
in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer € 296,10
- f.
in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties € 327,50
Indien de huwelijksvoltrekking of partnerschaps-
registratie plaatsvindt op werkdagen voor 8.45 uur
ofwel ná 18.00 uur, dan wel op een zaterdag tussen
8.45en 18.00 uur, is voor het onder a t/m e bepaalde
recht een opslag verschuldigd van: € 55,90
Voor het voltrekken van een huwelijk of
partnerschapsregistratie buiten het gemeentehuis, in
het geval bedoeld in artikel 64 van het Burgerlijk
Wetboek, indien niet is gebleken van het onvermogen
van partijen: € 204,05
- a.
- 3.3
Trouwboekje
Voor een trouwboekje uitgevoerd in leer met opdruk € 16,95
Voor een trouwboekje uitgevoerd in linnen met opdruk € 16,00
Voor een trouwboekje uitgevoerd in kunststof met opdruk € 6,25
- 3.4
Afschrift van/uittreksel uit akte van de Burgerlijke stand.
Voor het verstrekken van een afschrift van of een
uittreksel uit een akte uit de registers van de
burgerlijke stand € 11,10
- 3.5
Verklaring van huwelijksbevoegdheid
Nederlanders die in het buitenland een huwelijk willen
aangaan, moeten in een aantal gevallen een verklaring
van huwelijksbevoegdheid overleggen. Dit is een
verklaring, waaruit blijkt dat er naar Nederlands recht
geen beletselen bestaan tegen het voorgenomen
huwelijk. Deze verklaring wordt afgegeven door de
ambtenaar van de burgerlijke stand van de (laatste)
woonplaats in Nederland. € 20,00
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke BasisAdministratie persoonsgegevens
- 4.1
Nasporingen bevolkingsregister
Voor het verstrekken van inlichtingen, betreffende niet
met namen en adressen aangeduide personen,
ten behoeve waarvan één of meer kaartenverzamelingen
of registers, behorende tot de bevolkingsadministratie,
niet berustende in de archiefbewaarplaatsen, bedoeld
in de Archiefwet 1995, geheel of gedeeltelijk moet
worden doorlopen, dat voor het verzamelen der gegevens,
de verstrekking ervan daaronder begrepen, nodig is, per
eenheid van 15 minuten (afgerond naar boven) € 30,95
- 4.2
Voor het verstrekken van een inlichting aan een derde
als genoemd in het Privacyreglement voor de
Gemeentelijke Basisregistratie personen
(B&W-besluit 2 juli 2002, A18):€ 8,25
- 4.3
Inzagerecht en protocollering GBA
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de
artikelen 79 en 103 van de wet GBA € 4,50
- 4.4
Documentatie omtrent bevolking
Voor het ad hoc verstrekken uit de Gemeentelijke
Basisregistratie personen van andere inlichtingen
dan bedoeld onder 4.2, per eenheid van 15 minuten
(afgerond naar boven) € 30,95
Hoofdstuk 5 Reisdocumenten
- 5.1
Nationale paspoorten en Nederlandse Identiteitskaarten
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
- a.
tot het afgeven van een nationaal paspoort € 49,60
- b.
tot het afgeven van een faciliteitenpaspoort € 49,60
- c.
tot het afgeven van een nationaal paspoort, een
groter aantal bladzijden bevattend dan een paspoort
als bedoeld onder a € 55,40
- d.
tot het afgeven van een Nederlandse identiteitskaart € 41,75
- e.
tot het afgeven van een reisdocument voor
vreemdelingen € 49,60
- a.
-
- f.
tot het afgeven van een reisdocument voor
vluchtelingen € 49,60
- g.
tot het bijschrijven van een kind in een
reisdocument als bedoeld in dit artikel sub a,
sub b, sub c, sub e en sub f direct bij de
aanvraag van dit nieuwe reisdocument € 8,70
- h.
tot het bijschrijven van een kind middels een
bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven
reisdocument als bedoeld in dit artikel sub a,
sub b, sub c, sub e en sub f. € 20,35
- i.
worden de tarieven als genoemd in dit artikel sub a,
sub b, sub, c, sub d, sub e en sub f bij een
spoedlevering vermeerderd met een bedrag van € 41,00
- j.
wordt het tarief als genoemd in dit artikel sub i bij
een gecombineerde spoedlevering van een nieuw
reisdocument als bedoeld in dit artikel sub a, sub b,
sub c, sub e en sub f en het bijschrijven van één of
meer kinderen als bedoeld in dit artikel sub g slechts
één keer per reisdocument berekend.
- k.
wordt het tarief als genoemd in dit artikel sub h
bij een spoedlevering vermeerderd met een
bedrag per bijschrijvingsticker van € 19,50
- l.
tot het afgeven van een nationaal paspoort, indien
aan de aanvrager reeds eerder een nationaal paspoort
werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet
compleet kan worden overlegd en de aanvrager zich
niet met een geldig legitimatiebewijs kan legitimeren,
wordt de terzake verschuldigde leges verhoogd met € 24,75
- f.
Hoofdstuk 6 Rijbewijzen
- 6.1
Wegenverkeersregeling
- a.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot eerste afgifte, vervanging of vernieuwing van
een rijbewijs € 45,05
- b.
Voor het in behandeling nemen van en het
bemiddelen in een aanvraag voor de omwisseling
van een buitenlands rijbewijs, af te geven door de
Rijksdienst voor het Wegverkeer: € 69,85
De kosten voor het rijbewijs zijn overigens inbegrepen
en worden met voornoemde instantie verrekend.
- c.
Voor het afgeven of vernieuwen van een rijbewijs,
waarbij de aanvrager reeds eerder een rijbewijs
werd verstrekt, welk document bij de aanvraag
niet compleet kan worden overgelegd en de
aanvrager zich niet met een geldig legitimatiebewijs
kan legitimeren, wordt de ter zake verschuldigde
leges verhoogd met € 24,75
- d.
De tarieven als genoemd onder sub a en b worden bij
een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van € 30,00
- e.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal
Register Rijbewijzen of elke andere vergunning
of ontheffing verleend op grond van de
Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement
of een daarop steunende regeling € 8,25
- f.
Voor elke andere vergunning of ontheffing verleend
op grond van de Wegenverkeerswet, het
Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling, uitgezonderd het gestelde in artikel 15.2,
dan wel voor een wijziging van een dergelijke
vergunning of ontheffing € 8,05
- a.
- 6.2
Eigen verklaring
Voor het in behandeling nemen van een eigen verklaring/
het verstrekken van een eigen verklaring ter verkrijging
van een geneeskundige verklaring bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen voor de eerste afgifte,
dan wel vernieuwing of omwisseling van een rijbewijs € 19,75
Hoofdstuk 7 Overige Burgerzaken
- 7.1
Naturalisatie
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot
verkrijging van de Nederlandse nationaliteit
- -
enkelvoudig verzoek laag tarief € 243,00
- -
meervoudig verzoek laag tarief € 342,00
- -
enkelvoudig verzoek hoog tarief € 366,00
- -
meervoudig verzoek hoog tarief € 464,00
- -
enkelvoudig optieverzoek € 139,00
- -
gemeenschappelijk optieverzoek € 237,00
- -
- 7.2
Legalisatie
Voor de legalisatie van een handtekening/diploma € 8,25
- 7.3
Verklaringen in het bijzonder belang van de aanvragers
- a.
Voor een akte van eedsaflegging € 8,25
- b.
Voor een attestatie de vita € 8,25
- c.
Voor een verklaring omtrent het gedrag € 30,05
- d.
Voor verklaringen van woonplaats inzake naturalisatie € 8,25
- e.
Voor een verklaring van Nederlanderschap € 8,25
- f.
Voor verklaringen, certificaten en dergelijke -
zonder onderscheid - die in het bijzonder belang
van de personen, die de stukken vragen, worden
afgegeven, en voor zover niet uitdrukkelijk elders
in deze verordening een hoger of lager recht is
genoemd, per stuk € 8,25
- a.
- 7.4
Wet Bescherming Persoonsgegevens.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de artikelen
35 en 39 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens € 4,50
- 7.5
Lijkbezorging
Voor een verlof tot het doen opgraven en het doen
overplaatsen van een lijk € 18,60
- 7.6
Verblijfsvergunningen
Vervallen
Hoofdstuk 8 Bouwvergunningen
8.1 Bouwkosten
-
Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
8.2 Bouwvergunningen
-
Bij een aanvraag van een bouwvergunning dient een gespecificeerde, controleerbare opgave verstrekt te worden van de bouwkosten. Het tarief voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag bedraagt nimmer meer dan € 500.000,00.
- 1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, indien de bouwkosten:
- 1.
-
-
- a.
minder bedragen dan € 50.000,00: 1,83% over elk heel bedrag van € 50,00 met een minimum van € 100,00;
- b.
€ 50.000,00 bedragen of meer:
€ 915,00 vermeerderd met 1,62% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00.
- a.
-
-
- 2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel o, van de Woningwet, indien de bouwkosten:
- a.
minder bedragen dan € 50.000,00: 2,25% over elk heel bedrag van € 50,00 met een minimum van € 125,00;
- b.
€ 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00: € 1.125,00 vermeerderd met 2,12% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;
c. € 4.500.000,00 of meer bedragen:
€ 95.465,00 vermeerderd met 1,59% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 4.500.000,00.
- a.
- 2.
-
- 3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:
- a.
minder bedragen dan € 50.000,00:
0,74% over elk heel bedrag van € 50,00 met een minimum van
€ 75,00;
- b.
€ 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00:
€ 370,00 vermeerderd met 0,71% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;
- a.
- 3.
-
-
- c.
€ 4.500.000,00 of meer bedragen:
€ 31.965,00 vermeerderd met 0,54% over elk heel bedrag van
€ 500,00 boven € 4.500.000,00.
- c.
- 4.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 8.2.3 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval € 75,00 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt.
- 5.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:
- a.
minder bedragen dan € 50.000,00:
1,74% over elk heel bedrag van € 50,- met een minimum van
€ 75,00;
- b.
€ 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00:
€ 870,00 vermeerderd met 1,66 % over elk heel bedrag van
€ 500,00 boven € 50.000,00;
- a.
-
-
-
- c.
€ 4.500.000,00 of meer bedragen: € 74.740,00 vermeerderd met 1,24% over elk heel bedrag van
€ 500,00 boven € 4.500.000,00.
- c.
- 6.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt € 53,00 per 10 m² vloeroppervlakte, afgerond op een veelvoud van 10 m², met dien verstande dat minimaal € 125,00 betaald moet worden.
- 7.
Voor het verlenen van een gedoogbeschikking ten aanzien van het bouwen van een bouwwerk, dat zonder de vereiste bouwvergunning is opgericht en waarvoor niet alsnog bouwvergunning kan worden verkregen, worden leges geheven volgens het tarief als vermeld in 8.2 lid 1, sub a en b.
- 8.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende bouwvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening € 53,00.
- 9.
a. Indien ten behoeve van een schetsplan, een principeverzoek of bouwplan advies wordt gevraagd, bedraagt het tarief € 85,00.
-
- b.
Indien binnen 26 weken, na verzending van het onder lid a bedoelde advies, een aanvraag om een bouwvergunning wordt ingediend, welke overeenkomstig het afgegeven advies is, wordt het onder lid a bedoelde tarief in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om bouwvergunning. In het geval dat de bouwvergunning wordt aangevraagd in twee fasen, zal het bedrag in mindering worden gebracht op het tarief dat betrekking heeft op de aanvraag bouwvergunning eerste fase.
10. Indien ten behoeve van een schetsplan, een principeverzoek of bouwplan advies wordt gevraagd aan de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB) worden de overeenkomstig de hiervoor vermelde artikelen (8.2 lid 1 tot en met 8.2 lid 9) berekende bedragen verhoogd met een bedrag van € 392,70.
8.3 Verhogingen in geval van aanvragen om een bouwvergunning die tevens gelden als een verzoek om vrijstelling of ontheffing van een bestemmingsplan of projectbesluit
-
- 1.
Verhoging in geval van een binnenplanse of tijdelijke vrijstelling/ontheffing, waarbij sprake is van samenloop met een aanvraag om een bouwvergunning
- a.
Indien de aanvraag betrekking heeft op eenbouwplan waarvoor een vrijstelling moet worden verleend met toepassing van artikel 15, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, 16 of 17 van de Wet op de ruimtelijke ordening wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag met € 630,30 verhoogd.
- b.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een ontheffing moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6, eerste lid, sub c, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, of 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag met € 630,30 verhoogd.
- a.
- 2.
Verhoging ingeval van een vrijstelling of projectbesluit waarbij sprake is van samenloop met een aanvraag om een bouwvergunning
Indien de aanvraag betrekking heeft op eenbouwplan waarvoor:
- 1.
-
-
- I.
een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste, tweede en/of vierde lid van de Wet op de ruimtelijke ordening of artikel 50, vijfde lid, van de Woningwet (zoals die luidde tot 1 juli 2008), of
- II.
een (project)besluit wordt genomen als bedoeld in artikel 3.10 of 3.40 Wet ruimtelijke ordening wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.529,40. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
- a.
Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 602,30 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 602,30 verhoogd en voor de resterende woningen met € 399,20 per woning.
- b.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen. Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag verhoogd met € 6,00 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 6,00 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,95 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
- a.
- I.
-
-
-
-
- c.
Onbebouwde percelen. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.178,15 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor de extra m2 met een bedrag van € 700,35 voor elke extra hectare terreinoppervlak.
- c.
-
-
-
- 3.
Lid 2 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of in een bij het in het tweede lid bedoelde besluit vastgesteld exploitatieplan.
- 3.
- 8.4
Tarief in geval van een projectbesluit waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om een bouwvergunning
- 1.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2: € 3.529,40. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
- a.
Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 602,30 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 602,30 verhoogd en voor de resterende woningen met € 399,20 per woning.
- b.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 6,00 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 6,00 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,95 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
- c.
Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.178,15 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 700,35 voor elke hectare extra terreinoppervlak.
- a.
- 2.
Lid 1 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of in een bij het in het tweede lid bedoelde besluit vastgesteld exploitatieplan.
- 1.
- 8.5
Tarief ingeval van een verzoek tot uitwerking/wijziging van het bestemmingsplan
- 1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen en/of uitwerken van een ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 3.6 lid 1 onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening aangewezen deel van een bestemmingsplan, al dan niet in combinatie met een aanvraag om een bouwvergunning, als volgt:
- a.
€ 3.529,40 verhoogd met € 1,05 per m2 bestemmingsoppervlak met bebouwingsmogelijkheden (derhalve niet zijnde verkeers- en groenbestemmingen);
- b.
In de overige gevallen: € 628,20.
- a.
- 2.
Lid 1 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of in een bij het in het eerste lid bedoelde plan vastgesteld exploitatieplan.
- 1.
- 8.6
Tarief in geval van een verzoek om herziening van een bestemmingsplan
- 1.
Het tarief ter zake het gevolg geven aan het verzoek om een bestemmingsplan op te stellen, al dan niet in combinatie met een aanvraag om bouwvergunning, en waarbij sprake is van een individueel belang bedraagt € 3.529,40. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
- a.
Zelfstandige woningen.Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 602,30 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 602,30 verhoogd en voor de resterende woningen met € 399,20 per woning.
- b.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 6,00 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 6,00 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,95 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
- c.
Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.178,15 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 700,35 voor elke hectare extra terreinoppervlak.
- a.
- 2.
Onder een verzoek als bedoeld in lid 1 moet mede worden verstaan een verzoek tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 8.3 en 8.4, indien de gemeente meewerkt aan de aanvraag door middel van een herziening van het bestemmingsplan en er sprake is van gecoördineerde behandeling in de zin van artikel 3.30, 3.33 of 3.35 Wet ruimtelijke ordening. In dit geval zijn de artikelen 8.3 en 8.4 niet van toepassing.
- 3.
Lid 1 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of in een bij het in het eerste lid bedoelde plan vastgesteld exploitatieplan.
- 1.
8.7 Teruggaaf
Er wordt nimmer teruggaaf verleend van de verhoging als bedoeld in artikel 8.2.10 van deze verordening.
- 1.
Indien de aanvraag om bouwvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:
- a.
een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;
- b.
een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;
- c.
een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van € 75,00;
- d.
een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00;
aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- a.
- 2.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase op initiatief van de aanvrager wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf van 50 procent van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 75,00 overblijft.
- 3.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van:
- -
een lichte bouwvergunning,
- -
een reguliere bouwvergunning,
dan wel een bouwvergunning tweede fase,
wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:
- -
-
-
- a.
een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;
- b.
een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;
- c.
een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- a.
-
- 4.
Indien een aanvraag om bouwvergunning wordt ingetrokken, op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde bouwplan, dan wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend.
- 5.a
Indien de gevraagde lichte bouwvergunning, reguliere bouwvergunning of bouwvergunning tweede fase is geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:
- a.
een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;
- b.
een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;
- c.
een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00
aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- a.
- 5b.
Indien de gevraagde bouwvergunning eerste fase is geweigerd, wordt geen teruggaaf van de geheven leges verleend.
- 6.
Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en dit binnen een jaar na de verlening van de vergunning door de vergunninghouder kenbaar wordt gemaakt, wordt teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:
- a.
een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;
- b.
een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;
- c.
een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van € 75,00;
- d.
een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- a.
- 7.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, zijn, indien de bouwkosten van het gewijzigde bouwplan hoger zijn dan die van de oorspronkelijke aanvraag, leges verschuldigd over het verschil van de bouwkosten door toepassing van het tarief als vermeld in 8.2, met dien verstande dat voor:
- a.
een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;
- b.
een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;
- c.
een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van € 75,00;
- d.
een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00 extra betaald moet worden.
Het vorenstaande is niet van toepassing, indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is. Indien de bouwkosten van het gewijzigde bouwplan lager zijn dan die van de oorspronkelijke aanvraag zal geen teruggaaf plaatsvinden over het verschil.
- a.
- 8.
Indien, nadat een aanvraag om een bouwvergunning in behandeling is genomen, blijkt dat de aanvraag betrekking heeft op een vergunningvrij bouwwerk als bedoeld in artikel 43 van de Woningwet, zullen er geen leges worden geheven, dan wel zal teruggaaf plaatsvinden van de reeds geheven leges.
- 9a.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening is opgesteld en op grond van artikel 8.6 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.
- 9b.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een procedure is gestart als bedoeld in artikel 3.10 of 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening en op grond van artikel 8.3 en 8.4 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.
8.8 Sloopvergunning
Onder de term bouwwerk wordt verstaan: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
- 1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening, waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van:
10 m3 t/m 25 m3 € 206,40
26 m3 t/m 50m3 € 387,00
51 m3 t/m 100 m3 € 748,20
101 m3 t/m 500 m3 € 1.444,80
Meer dan 500 m3 € 2.838,00
- 2.
Indien er sprake is van een samenloop van een aanvraag om een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening en een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b of artikel 3.7 derde lid van de Wet ruimtelijke ordening, zijn de tarieven als genoemd in het eerste lid van toepassing. Bij toepassing van dit lid blijft het bepaalde in de leden 3 tot en met 7 van toepassing.
- 3.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b of artikel 3.7 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van minder dan 10m3 bedraagt € 154,80.
- 4.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verwijderen van asbest, waarbij de hoeveelheid sloopafval minder bedraagt dan 10 m3, als bedoeld in artikel 8.1.1 lid 2 van de Bouwverordening, bedraagt € 206,40.
- 5.
Indien bij een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning, als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een sloopveiligheidsplan moet worden ingediend, wordt het in artikel 8.6 lid 1 en lid 2 genoemde bedrag verhoogd met € 51,60.
- 6.
Indien:
- -
op een sloopaanvraag afwijzend wordt beschikt;
- -
een sloopaanvraag wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen,
wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend.
- -
- 7.
Indien een sloopvergunning wordt ingetrokken op verzoek van de aanvrager, omdat daarvan na verlening geen gebruik wordt gemaakt, wordt op verzoek, tot uiterlijk één jaar na verlening teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.
8.9 Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid
Indien het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken voor 1 januari 2009 of in 2009 in werking treedt (Staatsblad 2008, 327), wordt onderstaande onderstreepte tekst door de tussen de haakjes vermelde tekst geacht te zijn vervangen en in deze verordening te zijn opgenomen. Voor aanvragen welke zijn ingediend voordat het Besluit de brandveilig gebruik bouwwerken inwerking is getreden, is de onderstreepte tekst nog van toepassing.
- 1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het gebruik van een bouwwerk als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"):
- a.
voor een gebruiksoppervlak tot en met 200 m2 € 471,55
voor een gebruiksoppervlak van 201 m2
tot en met 1000 m2, € 471,55
vermeerderd met een bedrag van € 98,40
per 100 m2 voor elke 100 m2 of gedeelte
daarvan boven een gebruiksoppervlak boven
de 201 m2.
- b.
voor een gebruiksoppervlak van 1001 m2 tot
en met 5000 m2, € 1.259,05
vermeerderd met een bedrag van € 41,80
per 100 m2 voor elke 100 m2 of gedeelte
daarvan boven een gebruiksoppervlak boven
de 1001 m2.
- c.
voor een gebruiksoppervlak groter dan € 2.930,55
5001 m2 vermeerderd met een bedrag van € 18,10
per 100 m2 of gedeelte daarvan boven een
gebruiksoppervlak boven de 5001 m2.
- a.
- 2.
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
- 3.
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
- 4.
Voor zover een vergunning, als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), aanpassing behoeft na een verandering waarvoor overeenkomstig artikel 44 van de Woningwet slechts een lichte bouwvergunning is vereist, dan wel sprake is van vergunningvrij bouwen, op aanvraag van een vergunninghouder, is het gestelde onder 8.7 lid 2 eveneens van toepassing.
- 5.
Indien een aanvraag voor een vergunning, overeenkomstig artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), op grond van het gestelde in artikel 6.1.3 van de Bouwverordening (2.11.3 van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken") niet verder in behandeling wordt genomen zal 10% van de leges als bedoeld in 8.7 lid 1, 8.7 lid 2, 8.7 lid 3 en 8.7 lid 4 in rekening worden gebracht met een minimum van € 125,00 en een maximum van € 1.200,00.
- 6.
Indien een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), op grond van het gestelde in artikel 6.1.5, lid a van de Bouwverordening (artikel 2.11.5 van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), moet worden geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges als bedoeld in lid 1 tot en met lid 4 van dit artikel verleend met dien verstande dat er een minimumbedrag van € 250,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- 7.
Voor een hernieuwde aanvraag van een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), voor een bouwwerk waarvan de vergunning op grond van het bepaalde in artikel 6.1.6, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.6 van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken") is ingetrokken, wordt de leges berekend overeenkomstig het bepaalde in lid 1.
- 8.
Indien binnen twee weken na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- 9.
Indien op een later tijdstip dan in lid 8 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- 10.
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken") door middel van revisietekeningen en administratieve handelingen, zonder dat er sprake is van een verbouwing, wordt er een minimumbedrag van € 50,00 geheven.
- 11.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening bedraagt € 50,00.
8.10 Aanlegvergunningen
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a of 3.7, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunning) € 100,00.
8.11 Monumentenvergunning
- 1.
Omschrijving monumentenvergunning Onder monumentenvergunning wordt in deze rubriek verstaan een vergunning als bedoeld in artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg of een vergunning als bedoeld in artikel 22, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg.
- 2.
Bouwkosten monumentenvergunning Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals in dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
- 3.
Tarief Monumentenvergunningen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning als bedoeld in artikel 11 en artikel 37 van de Monumentenwet 1988, alsmede in artikel 10 en artikel 22 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg, indien de bouwkosten:
- 1.
minder bedragen dan € 10.000,00: € 108,45;
- 2.
liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00: € 108,45 vermeerderd met 0,54% over elk bedrag boven € 10.000,00;
- 3.
liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00: € 323,10 vermeerderd met 0,43% over elk bedrag boven € 50.000,00;
- 4.
liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00: € 540,55 vermeerderd met 0,33% over elk bedrag boven € 100.000,00;
- 5.
liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00: € 1.861,50 vermeerderd met 0,21 % over elk bedrag boven € 500.000,00;
- 6.
meer bedragen dan € 1.000.000,00: € 2.905,10.
- 1.
- 4.
Teruggaaf bij monumentenvergunning
- 1.
Indien de aanvraag om monumentenvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 50,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
- 2.
Bij intrekking van een aanvraag voor het verkrijgen van een monumentenvergunning op initiatief van de aanvrager wordt nimmer teruggaaf van de leges verleend.
- 3.
Indien een aanvraag om monumentenvergunning wordt ingetrokken op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente – door bij voorbeeld verkeerde of te late advisering – aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde plan, dan wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend.
- 1.
-
- 4.
Indien de gevraagde monumentenvergunning wordt geweigerd, wordt teruggaaf van 50 procent van de geheven leges verleend.
- 4.
-
- 5.
Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en dit binnen een jaar na de verlening van de vergunning door de vergunninghouder kenbaar wordt gemaakt, wordt teruggaaf van 25 procent van de geheven leges verleend.
- 6.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van monumentenvergunning betrekking heeft op bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend en geldt voor de nieuwe aanvraag het tarief aan leges dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 8.9.3.
- 5.
Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg
Archivalia berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg
-
- 9.1
Voor een fotokopie van een bij de gemeentearchivaris berustend stuk of gedeelte daarvan in het Onderzoekerscentrum;
- a.
per fotokopie; € 0,50
- b.
bij schriftelijke of digitale bestelling van
bidprentjes, bevolkingsregisters, rechterlijke en
notariële akten, krant per fotokopie exclusief
afhandelingskosten; per stuk € 0,50
- c.
Bij het onder artikel 9.1, lid a vermelde tarief kan
het hoofd dienstverlening per fotokopie 50
procent reductie verlenen aan scholieren, studenten en
onderzoekers;
- a.
- 9.1
-
- 2.
Voor het verstrekken van een kopie van een bij de
gemeentearchivaris berustende grootformaat stukken,
zoals bouwtekeningen en plattegronden;
per stuk (formaat van origineel groter dan A3) € 14,75
- 2.
-
- 3.
Voor het vervaardigen van fotoreproducties, op papier
of digitaal, van bij de gemeentearchivaris berustende
archivalia of beeldmateriaal;
- a.
fullsize download (16.9 x 12.4 cm) € 5,35
- b.
fotoprint (18,0 x 13,0 cm) € 10,25
- c.
fotoprint (24,0 x 30,0 cm) € 14,60
- d.
poster A3 Hahnemühle binnen A3 (42,0 x 29,7
cm) en poster A2 Hahnemühle binnen A2
(59,4 x 42,0 cm) € 29,10
- a.
- 3.
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
-
- 10.1
Voor het namens het Kadaster verstrekken van gegevens gelden de tarieven als bedoeld in de Regeling Tarieven Kadaster (1 september 2006), dit wil zeggen dat voor het verstrekken van de volgende gegevens de volgende tarieven gelden:
- a.
uit de kadastrale registratie (AKR), per object € 10,25
- b.
uit het Landmeetkundig- en
Cartografisch Informatiesysteem (LKI), per object € 10,25
- c.
uit de geautomatiseerde registratie van hypotheken,
per object € 10,25
- d.
uit de registratie voor schepen, per object € 10,25
- e.
Voor het telefonisch verstrekken van deze
informatie uit het kadaster, per object € 10,25
Dit tarief is overeenkomstig de Regeling Tarieven Kadaster. Het verstrekken van de gegevens geschiedt door het verschaffen van één of meerdere computerprints.
- a.
- 10.2
Nasporing archief Bouw- en woningtoezicht
- a.
Voor het doen van een opzoeking of een nasporing
in het archief Bouw- en woningtoezicht door de
daarvoor aangewezen ambtenaren, per kwartier € 13,03
- a.
- 10.1
-
-
- b.
b. Voor het doen van een opzoeking of een nasporing
in het digitaal archief Bouw- en woningtoezicht via
internet, zonder hulp van ambtenaren € 0,00
- b.
-
-
-
- c.
Voor een kopie van een stuk of gedeelte daarvan
per stuk € 0,50
- d.
Voor het verstrekken van een kopie van grootformaat
stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden;
per stuk (formaat van origineel groter dan A3) € 14,75
- e.
Voor het verstrekken van een digitaal bestand,
van een bij het archief Bouw- en woningtoezicht
berustende bouwtekening € 6,04
- f.
Voor het downloaden van een bestand uit het digitale
archief Bouw- en woningtoezicht € 0,00
- g.
Afhandelingskosten voor toezenden van kopieën,
gedigitaliseerd materiaal (via e-mail) etc. € 3,29
- c.
- 10.3
Informatievoorziening commerciële partijen.
Voor het verstrekken van informatie betreffende
bestemmingsplannen, gebieden waarop Wet
Voorkeursrecht Gemeenten van toepassing is;
aanwezigheid van op een pand rustende aanschrijving
ter plaatse bekende bodemgesteldheid:
per informatieverzoek € 17,82
-
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
-
- 11.1
Vergunningen voor speelautomaten
- a.
Voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen
per vergunning € 22,50
vermeerderd met:
per toestel een bedrag van € 136,00
Indien de periode minder bedraagt dan 4 kalenderjaren,
wordt het tarief per toestel naar evenredigheid in rekening
gebracht. De bedragen zijn vastgesteld volgens het
Speelautomatenbesluit 2000.
- a.
-
- b.
Bij staking van de exploitatie wordt op schriftelijk verzoek van de aanvrager teruggaaf verleend over het aantal nog niet verschenen jaren waarvoor de vergunning is afgegeven.
- b.
- 11.2
Wet op de kansspelen
Voor een vergunning tot het aanleggen van een
kansspel als bedoeld in artikel 3 van de Wet op
de kansspelen:
- a.
bij een prijzenpakket tot € 455,00 € 18,51
- b.
bij een prijzenpakket van € 455,00 en meer € 37,03
- a.
- 11.1
Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet
-
Vergunningen en/of ontheffingen in verband met de Drank-
en Horecawet en/of de exploitatievergunning ingevolge
Hoofdstuk 2, afdeling 3, paragraaf 1a van de Algemene
Plaatselijke Verordening
- a.
Voor wijziging van de omschrijving in de in de akte
van vergunning vermelde Lokaliteiten als bedoeld
in artikel 30 van de Drank- en Horecawet en/of de
exploitatievergunning, op verzoek van de
vergunninghouder € 32,56
- b.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
om ontheffing ex artikel 35, tweede lid Drank-
en Horecawet € 21,59
- c.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot verkrijging van de Drank- en Horecawet
vergunning en/of de exploitatievergunning wanneer
sprake is van een wijziging van de
leidinggevende/beheerder in loondienst € 97,16
- a.
-
- d.
Voor het in behandeling nemen van een andere
aanvraag om een Drank- en Horecawet vergunning, de exploitatievergunning en/of ontheffing op grond
van de in deze rubriek genoemde regelingen € 539,75
- e.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
alleen de wijziging van exploitatievorm € 0,00
- d.
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening
-
- 13.1
Verlenging sluitingsuur van inrichtingen voor het
verbruiken van eet- en drinkwaren
Voor het verlenen van ontheffing als bedoeld in
artikel 32, zesde lid van de Algemene Plaatselijke
Verordening: per dag waarvoor de toestemming geldt € 43,18
met een maximum van € 215,90
- 13.2
Ventvergunningen
Vervallen
- 13.3.
Collecten
Voor het afgeven van een vergunning voor het houden
van een openbare inzameling van geld en/of goederen
als bedoeld in artikel 126 van de Algemene plaatselijke
verordening € 5,22
- 13.4
Algemene Plaatselijke Verordening APV
- a.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
van een (rechts)persoon, niet zijnde een openbaar
nutsbedrijf, voor een vergunning ingevolge
artikel 14 van de APV voor wat betreft het aanbrengen
van ondergrondse voorzieningen, zoals kabels,
leidingen en tankinstallaties, in openbare grond: € 544,45
- b.
Vervallen.
- a.
- 13.1
-
-
- c.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een vergunning ingevolge artikel 13 van de APV:
* Bouwactiviteiten € 214,30
* (licht)reclame € 214,30
* Terrassen € 214,30
* Tijdelijke terrassen € 107,15
* Aankondigingborden € 107,15
* Vervallen (Uitstallingen)
* Vervallen (Stoepborden)
* Vervallen (Zonneschermen)
* Vervallen (Automaten)
* Spandoeken € 107,15
* Rijwielbeugels en –rekken € 142,85
* Overige objecten € 142,85
* Overschrijvingen € 71,40
En voor het in behandeling nemen van een aanvraag
om een verlenging voor:
* Bouwactiviteiten € 107,15
* Vervallen (Terrassen)
- c.
-
-
-
- d.
Vervallen
- e.
voor het verlenen van een ontheffing van het
algemene stookverbod ex artikel 134 APV per
toegekende ontheffing € 17,68
- f.
voor iedere, op grond van de APV verleende
vergunning of ontheffing, voor zover daarvoor
in deze verordening geen bijzondere regeling
is opgenomen, per bladzijde € 3,09
met een minimum van € 5,22
- g.
Vervallen
- h.
voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een vergunning voor het afleveren dan wel
ter aflevering aanwezig houden van consumenten-
vuurwerk op grond van artikel 92 lid 1 APV € 79,18
- i.
voor het in behandeling nemen van een verzoek
tot ontheffing van artikel 110 APV voor het plaatsen
of in werking hebben van geluidsapparaten of
handelingen te verrichten op een zodanige wijze
dat voor een omwonende of voor de omgeving
geluidshinder wordt veroorzaakt € 79,18
- d.
- 13.5
Evenementen
- a.
voor iedere op grond van artikel 26 van de
APV verleende vergunning voor het houden van een
evenement ex artikel 25 van de APV op of aan de
openbare weg (standaard, ± 1,5 uur behandeltijd) € 37,51
- a.
-
-
-
- b.
als onder a., maar dan vergunningen die overleg
vergen en 1,5 tot 5 uur behandeltijd kosten € 77,29
- c.
als onder a., maar dan vergunningen die intensieve
begeleiding vergen en meer dan 5 uur behandeltijd
kosten € 115,93
- d.
herhalend evenement: afhankelijk van de
complexiteit als onder b. of c.
- b.
-
-
-
- e.
voor iedere op grond van artikel 26 van de APV
verleende vergunning voor het houden van een
evenement ex artikel 25 van de APV anders dan op
de openbare weg € 17,78
- f.
Bij het indienen van een aanvraag binnen de
wettelijk voorgeschreven termijn van acht weken
worden de aanvragen belast met het dubbele tarief.
- e.
-
-
13.6Exploitatie seksinrichtingen
-
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
vergunning op grond Hoofdstuk 3, artikel 97 van de
Algemene Plaatselijke Verordening. € 539,75
-
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
wijziging leidinggevende € 97,16
13.7Exploitatievergunning grow- en/of smartshops
-
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
een vergunning op grond van artikel 45b van de
Algemene Plaatselijke Verordening € 3.096,00
-
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
-
wijziging leidinggevende € 527,35
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
14.1 Informatie verkeersregelinstallaties
Voor het in behadeling nemen van een aanvraag tot
het verstrekken van gegevens betreffende het
functioneren van verkeersregelinstallaties, per aanvraag: € 175,65
14.2 Ontheffingen RVV 1990
- a.
Voor het in behandeling nemen van aanvragen van
ontheffing van het Reglement Verkeerstekens
en Verkeersregels voor langer dan twee weken,
uitgezonderd die, bedoeld onder b: € 90,25
- b.
Voor het verlenen van een parkeerontheffing
voor invaliden: € 26,90
- c.
Voor een wijziging van de ontheffing als bedoeld
onder a of b, op verzoek van de ontheffinghouder € 17,80
14.3 Luchtvaartwetgeving
Voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar
op grond van de Luchtvaartwet, dan wel een daarvan
afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor
vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis € 75,56
Hoofdstuk 15 Diversen
- 15.
1 Staanplaatsen ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997
- a.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
vergunning voor een standplaats voor de verkoop van
waren (ex artikel 2 van de staanplaatsenverordening
1997) per in die aanvraag genoemde locatie € 314,00
- b.
Voor het verlenen van een vergunning voor een
standplaats voor de verkoop van waren (ex artikel 2
Staanplaatsenverordening 1997) wordt het onder a.
vermelde bedrag verhoogd met € 37,61
- a.
15.2 Terrasvergunning (tijdens de kermis)
Voor het verlenen van een terrasvergunning op of aan een
door de raad aangewezen kermisterrein, tijdens
de Tilburgse kermis € 131,95
- 15.
3 Instemmingsbesluit Telecom Aanbieders
- a.
het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een melding in verband met het verkrijgen
van een instemming omtrent tijdstip, plaats en
werkwijze van de uitvoering van werkzaamheden
als bedoeld in artikel 5.2, lid 3 van de
Telecommunicatiewet, per locatie voor een tracé vanaf
15 tot 100 meter een vast bedrag per vergunning van: € 293,50
- c.
Het tarief voor tracés vanaf 100 meter wordt
vermeerderd met een bedrag per strekkende van € 0,65
per strekkende meter.
- a.
-
- c.
Het tarief voor in het behandeling nemen van een
melding voor het verkrijgen van instemming voor het (ver)plaatsen van ondergrondse en bovengrondse handholes, kasten e.d. t.b.v. een openbaar telecommunicatienetwerk een vast bedrag van: € 117,75
- c.
- 15.4
Geluidsmeting afstelling geluidsbegrenzer
- a.
een vast bedrag per meetopdracht € 134,73
- b.
per meetuur € 73,39
- c.
voor het wijzigen van de afstelling en/of het
verzegelen van een geluidsbegrenzer € 134,73
- a.
- 15.5
Kapvergunning
- a.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
om een kapvergunning, als bedoelt in de
Bomenverordening gemeente Tilburg 2000,
bedragen de leges voor één boom: € 52,10
- b.
Voor iedere volgende boom komt op dit bedrag
een toeslag van € 26,05
tot een maximum van € 521,25
- c.
Indien de kapvergunning wordt geweigerd vindt een
restitutie plaats van 25% van de geheven leges.
- a.
- 15.6
Opslagkosten inboedels
Bij het ophalen van tijdelijk door de gemeente opgeslagen
inboedels te betalen vergoeding gerekend in de periode
vanaf het moment van woninguitzetting:
- a.
0 weken - 2 weken € 70,00
- b.
2 weken - 4 weken € 135,00
- c.
4 weken - 7 weken € 225,00
- d.
7 weken - 10 weken € 340,00
- e.
10 weken - 3 maanden € 500,00
- a.
- 15.7
Leges havenvergunning
Voor elke vergunning/toestemming ingevolge de
Havenverordening Piushaven Tilburg 2004, uitgezonderd
de toestemming als bedoeld in artikel 16 van de hiervoor
vermelde verordening € 36,12
- 15.8
Leges marktvergunningen
- a.
Voor een marktvergunning als bedoeld in artikel 5
van het Marktreglement 2001 € 37,78
- b.
Voor een vergunning voor het plaatsen van
kramen als bedoeld in artikel 7, lid 3 van het in
lid a vermelde reglement € 37,78
- c.
Voor het overschrijven van een vergunning als
bedoeld in artikel 14 van het in lid a vermelde
reglement € 37,78
- d.
Voor het verlenen van een toestemming tot het
gebruik van apparatuur voor bakken en braden als
bedoeld in artikel 19, sub j van het in lid a
vermelde reglement € 37,78
- e.
Voor het verlenen van een vergunning tot het
tijdelijk laten vervangen als bedoeld in artikel 21
van het in lid a vermelde reglement € 37,78
- a.
Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening tot heffing en invordering van leges 2009”.
Vervallen bepalingen uit de legesverordening 2008
De volgende onderdelen uit de legesverordening 2008 komen met ingang van 2009 te vervallen:
Hoofdstuk 7 (Overige Burgerzaken)
Nieuwkomersloket
Eind 2007 is bekend geworden dat de vergunningverlening met betrekking tot verblijfsvergunningen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst zou worden overgenomen van de gemeenten. Aangezien dit na de vaststelling van de Legesverordening 2008 is gebeurd, komen de betreffende onderdelen, te weten hoofdstuk 7.6 uit de Legesverordening, met ingang van 2009 te vervallen.
Hoofdstuk 13 (Algemene plaatselijke verordening)
- ·
13.2 (Ventvergunningen). Bij raadsbesluit 62 van 2008 de dato 3 maart 2008 is besloten dat de ventvergunningen komen te vervallen;
- ·
13.4, lid b is komen te vervallen, omdat de objecten genoemd in dit artikel niet meer voorkomen op de openbare grond;
- ·
13.4, lid c. De tarieven voor uitstallingen, stoepborden, zonneschermen, automaten en verlenging terrassen zijn komen te vervallen, omdat deze vergunningen in het kader van de actie Stofkam niet meer worden verstrekt;
- ·
13.4, lid g. Omdat deze vergunning in het kader van de actie Stofkam niet meer wordt verstrekt, vervalt het tarief met ingang van 1 januari 2009.
Inhoudelijke wijzigingen
In de verordening hebben diverse redactionele wijzigingen plaatsgevonden.
Doordat Hoofdstuk 14 Huisvestingswet en Hoofdstuk 16 Wet op de openluchtrecreatie zijn vervallen zijn de volgende Hoofdstukken vernummerd:
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer (was Hoofdstuk 15);
Hoofdstuk 15 Diversen (was Hoofdstuk 17).
De verhoging van de nominale index betreft 3,2%. In veel gevallen is besloten, in verband met het gemak voor zowel burger als gemeente, de tarieven naar beneden af te ronden op hele € 0,05.
Tarieventabel: Hoofdstuk 3 tot en met 7 (Burgerzaken)
Doordat het in Hoofdstuk 3 onder artikel 3.2, lid d opgenomen tarief voor het trouwen in een trouwzaal te Berkel-Enschot met ingang van belastingjaar 2008 is komen te vervallen is dit artikel voor belastingjaar 2009 als volgt vernummerd:
artikel 3.2, lid d: in de trouwzaal Udenhout, raadszaal (was artikel 3.2, lid e);
artikel 3.2, lid e: in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer (was artikel 3.2, lid f);
artikel 3.2, lid f: in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties (was artikel 3.2, lid g).
Kostentoerekening Burgerzaken
Burgerzaken heeft zich tot doel gesteld om de primaire dienstverlening naar de burger toe op een kwalitatief hoog niveau te brengen en te handhaven.
Bij deze berekening van de leges wordt uitgegaan van de nota “kostentoerekening Belastingen en Retributieve Heffingen” van 2003, zoals vastgesteld door het college op 15 september 2003 (A33). Hierin heeft de gemeente Tilburg haar beleid met betrekking tot kostprijsberekening, kostendekking en prijsbeleid op transparante en eenduidige wijze vastgelegd.
Hieraan wordt systematisch uitwerking gegeven binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering waarbij bedrijfseconomisch correcte uitgangspunten worden gehanteerd.
Door de sector Burgerzaken worden enerzijds producten geleverd waarvoor de burger leges betaalt en anderzijds producten waarvoor de burger niet betaalt. Kostenverhoging van betaalde producten wordt gedekt door verhoging van de leges. Kostenverhoging van de niet of gedeeltelijk betaalde producten gaat ten laste van de algemene middelen.
Tarieven 2009 Burgerzaken
Voor de tariefwijzigingen voor 2009 van producten van Burgerzaken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- a.
De producten waarvoor door het rijk een wettelijk (maximum) tarief is opgelegd. De betreffende tarieven, bijvoorbeeld reisdocumenten, zijn aangepast aan de voor 2009 geldende (maximum) tarieven.
- b.
Eveneens zijn rijksleges en inkoopkosten, voor zover bekend, aan de prijzen voor 2009 aangepast. Deze laatste wijziging is budgettair neutraal aangezien deze kostencomponent geheel wordt doorberekend aan de burgers.
- c.
De tarieven, waarvoor geen wettelijk (maximum) tarief geldt, worden verhoogd met 3,2 % (conform algemene nominale ontwikkeling).
- d.
De uiteindelijke tarieven, die tot stand zijn gekomen na toepassing van de punten a tot en met c, zijn afgerond op 5 eurocenten nauwkeurig, naar boven dan wel naar beneden. De tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt en waarvoor het maximum bedrag ook in rekening wordt gebracht, zijn op 5 eurocenten nauwkeurig naar beneden afgerond.
- e.
Voor producten waarvan de tarieven landelijk worden vastgesteld en waarvan de tarieven voor 2009 bij het tot stand komen van de legesverordening voor 2009 nog niet bekend zijn, zijn de tarieven voor 2008 opgenomen. Echter de in een later stadium centraal door de overheid vastgestelde tarieven voor 2009 zullen, met de onder punt d. vermelde afronding, worden gehanteerd.
Tarieventabel: Hoofdstuk 8 (Bouwvergunningen c.a.)
De heffingswijze bij de bouwleges is gewijzigd. Tot en met 2008 werden de bouwleges bij een vastgestelde bouwsom van minder dan € 1.000.000,00 opgelegd via heffing op andere wijze (factuur). Bij een vastgestelde bouwsom van meer dan € 1.000.000,00 werd er een voorlopige aanslag opgelegd, die gevolgd werd door een definitieve aanslag. De heffingswijze hierbij was dan ook bij wegen van aanslag. Uit onderzoek is echter gebleken dat het wenselijk is om bij alle ingediende bouwaanvragen direct een aanslag te sturen voor het in de aanvraag opgegeven bouwsom. Dit voorkomt rentederving. Besloten is dan ook met ingang van 1 januari 2009 alle bouwaanvragen een aanslag op te leggen in plaats van een factuur.
Naar aanleiding van de wijziging van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 en in het kader van Actie Stofkam hebben er in dit hoofdstuk diverse redactionele en technische wijzigingen plaatsgevonden. Deze wijzigingen hebben geen invloed op de tariefstelling.
8.2 Bouwvergunningen
8.2 Bouwvergunningen
Voor de bepaling van de bouwleges wordt uitgegaan van 100% kostendekking voor het product bouwen en wonen.
Ten opzichte van 2008 stijgt het tarief van de bouwleges met 6%.
8.2 lid 1 Het in behandeling nemen van een lichte bouwaanvraag
Om de leges te berekenen voor een aanvraag om een lichte bouwvergunning zijn de vastgestelde bouwkosten van belang. Voor bouwkosten beneden € 50.000,00 geldt een ander percentage dan voor bouwkosten welke hoger zijn dan dit bedrag. Bij de bouwleges wordt een degressief stelsel toegepast. Dit betekent dat bij bouwkosten meer dan € 50.000,00 het percentage lager is. Om niet te achterhalen redenen was hier juist het omgekeerde aan de orde, hetgeen niet juist is. In de verordening 2009 is dit hersteld.
8.2. lid 1, 2, 3 en 5
In de verordening 2008 zijn foutieve drempeltarieven opgenomen. In de verordening 2009 zijn deze aangepast.
8.2. lid 6 Tijdelijke bouwwerken
Hoewel het hier om tijdelijke bouwwerken gaat, is het beoordelingsproces nagenoeg gelijk aan dat van een reguliere bouwaanvraag. Bij de bepaling van de leges voor deze categorie aanvragen geldt een minimumtarief van € 125,00. Door het minimumtarief in 8.2 lid 6 van € 100,00 te verhogen naar € 125,00 ontstaat gelijkheid tussen de verschillende tarieven.
8.2. lid 10 Advies Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB)
Regelmatig vraagt de gemeente in het kader van een bouwvergunningaanvraag advies aan de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB). Meerdere bestemmingsplannen stellen dit verplicht. Het tarief is door de AAB voor 2009 verhoogd naar € 392,70.
8.8 Sloopvergunning
8.8 lid 1 Sloopvergunning
De leges voor het in behandeling nemen van een sloopaanvraag is gerelateerd aan de m3 vrijkomend sloopafval. In de praktijk blijkt dat de eerste categorie, op basis waarvan het tarief wordt berekend, van 10 m3 t/m 50 m3 te groot is. Het splitsen in twee aanvragen is een financieel aantrekkelijk alternatief voor een aanvraag in één keer. Om deze reden is deze categorie gesplitst in tweeën, te weten 10 m3 t/m 25 m3 (€ 200,00) en 26 m3 t/m 50 m3 (€ 375,00). Hierdoor wordt de opbouw van de tarieven voor de sloopaanvraag logischer.
8.9 Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid
Met betrekking tot het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken" is per 1 november een wijziging aangekondigd (Staatsblad 2008, 327). Het gevolg van deze wijziging is onder andere dat de in dit hoofdstuk genoemde verwijzingen naar de Bouwverordening gewijzigd worden in verwijzingen naar artikelen in het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken". Teneinde de gevolgen van deze wetswijziging op te kunnen vangen en geen leemte te laten ontstaan, is besloten de gewijzigde tekst vooruitlopend op de nieuwe wet in de verordening op te nemen. De inwerkingtreding van de betreffende artikelen is dan ook gekoppeld aan de inwerkingtreding van de gewijzigde wet.
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
Artikel 10.1. Navraag bij het kadaster heeft uitgewezen dat de tarieven uit de Regeling Tarieven Kadaster per 1 juli 2008 zijn gewijzigd van € 10,00 naar € 10,25. De tarieven in artikel 10.1 zijn dan ook dienovereenkomstig aangepast.
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
De tarieven zijn niet nominaal verhoogd, omdat deze op het wettelijke maximum zijn vastgesteld.
Hoofdstuk 13 Algemeen Plaatselijke Verordening
13.4 Algemene Plaatselijke Verordening APV
Met ingang van 1 januari 2009 komt, conform eerder collegebesluit, de vergunningverlening van terrassen en tijdelijke terrassen bij de dienst Publiekszaken te liggen.
Op deze manier kan men de terrasvergunningen laten samenlopen met de aanvragen drank- en horecavergunning.
13.6 Exploitatie seksinrichtingen
Aan dit artikel is een lid b toegevoegd (extra tarief bij wijziging leidinggevenden).
Tot voor kort betekende een wijziging van een leidinggevende voor de ondernemer een nieuwe vergunning en dus ook een legesheffing van een nieuwe vergunning. Er was geen rekening gehouden met een kleine wijziging. Om tegemoet te komen aan de ondernemer is een legesheffing voor een aanvraag wijziging leidinggevende toegevoegd. Voor de hoogte van de leges is aangesloten bij hoofdstuk 12 van de Legesverordening.
Hoofdstuk 14 (Verkeer en vervoer)
Het tarief van artikel 14, lid 1 is verhoogd van € 135,61 naar € 175,65 om 100 procent kostendekking te genereren. De opbouw van het gehanteerde tarieven tot en met 2008 was niet meer in overeenstemming met de werkelijke situatie. De opbouw van de berekening van het tarief is daarom hierop aangepast. Bovendien zijn de salaristarieven en de leveringen van 2008 aangepast met de loonindex (3,85 procent) en de prijzenindex (3 procent) voor 2009.
Hoofdstuk 15 (Diversen)
15.6opslagkosten inboedels
Het doel van de opslag is om mensen, die om wat voor reden dan ook uit hun huis worden gezet, gedurende drie maanden de kans te geven hun inboedel weer te verkrijgen. De regeling is vanaf 2001 zo opgezet dat de financiële drempel voor de eigenaar dermate laag is dat:
- ·
er meer inboedels worden opgehaald door de eigenaar
- ·
het ruimtebeslag beperkt blijft.
Hierdoor is besloten de tarieven ten opzichte van 2008 niet te verhogen.
Totaal van de legesverordening 2009
Volgens de wettelijke regeling mag het dekkingspercentage van de totale legesverordening maximaal 100% bedragen. Dit betekent dat individuele leges wel een overdekking mogen kennen, maar dat alle leges gezamenlijk maximaal 100% van de kosten mogen dekken. Voor de gemeente Tilburg geldt dat de totale kostendekking onder de 100% ligt.
De totale lasten van de legesverordening bedragen: € 17.983.000
De geraamde opbrengsten zijn: € 12.695.000
Saldo € 5.288.000
Het kostendekkingspercentage is 70,59%.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl