Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening afvalstoffenheffing 2004

Geldend van 11-11-2005 t/m 05-11-2009

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt:

1 een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de wet Milieubeheer (Stb. 1994, 80);

2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in lid 1 wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 135,96.

  • 1.

    De belasting als bedoeld in lid 1 wordt per lediging vermeerderd met:

  • 1.

    € 1,61 voor een 60 liter container;

  • 2.

    € 3,76 voor een 140 liter container;

  • 3.

    € 6,42 voor een 240 liter container.

2 Voor de bepaling van het bedrag van de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen, als bedoeld in artikel 5, is uitgegaan van het aantal ledigingen, zoals dat op de laatst bekende eindafrekening is vermeld.

3 In afwijking van het bepaalde in lid 1 bedraagt het tarief voor een daartoe bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen perceel, als woning deel uitmakend van een appartementencomplex, per perceel per belastingjaar € 159,96.

Artikel 4 Belastingjaar

1 Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van de afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.

2 In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in ieder geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang van de naar jaartarie- ven geheven belasting

1 De belasting bedoeld in artikel 3, leden 1 en 2, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 3, leden 1 en 2, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld van de overige belasting

De belasting bedoeld in artikel 3, lid 3, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1 Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet onverwijld worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die, waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag op de eindafrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.

2 Ingeval het recht wordt geheven bij wege van kennisgeving op andere wijze, moet het bedrag worden voldaan in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving op andere wijze is vermeld en de tweede twee maanden later.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Afvalstoffenheffing 1998’ van 27 november 1997, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 31 oktober 2002, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 4.

    Deze verordening kan wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2004".

Ondertekening

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2003;

gehoord het advies van de commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 14 oktober 2003 en Grondgebiedzaken van 16 oktober 2003;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet

B e s l u i t :

vast te stellen de Verordening Afvalstoffenheffing 2004

{volgt verordening}

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 30 oktober 2003

De raad voornoemd