Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand

Geldend van 06-05-2010 t/m heden

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hattem:

gelet op artikel 125 Gemeentewet en het bepaalde in artikel 16, boek 1 van het Burgerlijk Wetboek alsmede de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit burgerlijke stand 1994 en het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg het ‘Reglement burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 11 april 1995,

gelet op de instemming van de ondernemingsraad d.d. 2 januari 2002,

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hattem.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in artikel 1 sub c van het Reglement burgerlijke stand.

  • b

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1.

    Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2.

    Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

  • 3.

    Artikel 2:2 van de CAR/UWO (onderzoek naar de geschiktheid en de bekwaamheid) is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Bezoldiging

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • 2.

    De vergoeding is gelijk aan driemaal het uurloon behorende bij maximum van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO, opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

  • 3.

    De vergoeding van het tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 4.

    Ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof als bedoeld in artikel 6:2 van de CAR/UWO, wordt een extra vergoeding toegekend ter hoogte van 8,6% van het totaal van de vergoedingen op basis van de voorgaande twee leden.

  • 5.

    Artikel 3:3 van de CAR/UWO (toelage onregelmatige dienst) is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat alleen de duur van de plechtigheid van het voltrekken van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap recht geeft op deze toelage. Als salaris wordt het totaal van de vergoedingen op basis van de voorgaande drie leden beschouwd.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:2 (recht op bezoldiging bij ziekte), 7:4 (samenloop van bezoldiging bij ziekte met arbeidsongeschiktheidsuitkering), 7:5 (passende arbeid ) en 7:6 (gangbare arbeid) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor toepassing van lid 1 wordt onder bezoldiging verstaan: de gemiddelde vergoeding over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan het ziekteverzuim.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

  • 1.

    Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 lid 1(wegens ouderdomspensioen), 8:2 lid 2 (in afwijking van de pensioengerechtigde leeftijd), 8:4 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:11 (wegens FPU), 8:13 (als disciplinaire straf), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden) van de CAR/UWO.

  • 2.

    Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 6 Overige rechten en plichten

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 7

De artikelen 15:1:1, 15:1:3, 15:1:4, 15:1:5, 15:1:6, 15:1:12, 15:1:15, 15:1:16 en 15:1:19, 15:1:20, 15:1:23 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Slotbepalingen

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking op 1 februari 2002.

Artikel 9

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hattem.

Artikel 10

De in deze regeling genoemde artikelen hebben betrekking op de CAR/UWO van 1 januari 2002 of zoals zij sedertien zullen worden gewijzigd.

Toelichting op de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Artikel 2 Aanstelling

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (zie artikel 1:16 van het Burgerlijk Wetboek).

Artikel 3 Bezoldiging

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Het eerste lid maakt duidelijk dat de bezoldiging bestaat uit een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het tweede lid legt de relatie met de salarisschaal waarin de functie van de ambtenaar voor de burgerlijke stand doorgaans is ingeschaald. In het tweede en derde lid wordt het basisbedrag opgehoogd met een toeslag voor respectievelijk de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering. De grondslag voor de berekening van de vakantietoelage is de basisvergoeding van drie uursalarissen. De grondslag voor de berekening van de eindejaarsuitkering is de basisvergoeding, vermeerderd met

de vakantietoelage. In het vierde lid het wordt het recht op vakantie-uren, dat de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de CAR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantieaanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

Rekenvoorbeeld:

Uitgaande van een salarisbedrag van € 2653.71 (maximum schaal 8), een vakantie-uitkering van 8% en een eindejaarsuitkering van 1,75% (situatie per 1 oktober 2000) vindt de volgende berekening plaats:

3 maal 1/156e deel van € 2653.71 € 51,03

verhoogd met 8% (vakantietoelage) € 4,08

vergoeding € 55,11

verhoogd met 1,75%(eindejaarsuitkering) € 0,96

vergoeding € 56,08

verhoogd met 8,6% (afkoop vakantie-uren) € 4,82

Totale vergoeding per huwelijk of geregistreerd partnerschap € 60,90

Tenslotte geeft het vijfde lid recht op vergoeding bij onregelmatige dienst. Gezien de aard van de werkzaamheden, wordt slechts de duur van plechtigheid van de huwelijksvoltrekking of het geregistreerd partnerschap gezien als een onregelmatige dienst, indien deze plechtigheid plaatsvindt op een vastgesteld tijdstip als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR/UWO.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

Artikel 125 van de Ambtenarenwet vereist nadere regels voor voorzieningen tijdens ziekte. In de regeling wordt verwezen naar de belangrijkste artikelen van hoofdstuk 7 van de CAR/UWO. De babs krijgt bij ziekte gedurende 18 maanden 100% van zijn bezoldiging (zijnde de gemiddelde vergoeding over de afgelopen 12 maanden) doorbetaald. Vervolgens krijgt hij tot het einde van zijn dienstverband 80% doorbetaald. Een eventuele arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO) wordt hierop in mindering gebracht. Gedurende de ziekteperiode kan aan de babs gevraagd worden passende arbeid dan wel gangbare arbeid (na 52 weken) te verrichten.

Artikel 5 Schorsing en ontslag

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (zie artikel 1:16 van het Burgerlijk Wetboek). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO. Schorsing is in artikel 8:15:1 van de CAR/UWO geregeld en kan om uiteenlopende redenen plaatsvinden.

Artikel 6 Overige rechten en plichten

Bij het niet nakomen van verplichtingen of bij plichtsverzuim kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen tegen de buitengewoon ambtenaar, die uiteenlopen van een schriftelijke berisping tot ontslag. Hierbij is aansluiting gezocht bij hoofdstuk 16 van de CAR/UWO. In dit hoofdstuk is ook de strafprocedure geregeld.

Artikel 7

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/UWO.