Aanwijzingsbesluit woonbootlocaties

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem;

Overwegende;

dat in de notitie ‘Woonschepen; uitwerking kader en onderbouwing locaties” d.d. 17 mei 2005, vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders op 27 september 2005, het beleid met betrekking tot de aanwijzing van ligplaatsen voor woonschepen is vastgesteld;

dat in deze notitie locaties zijn aangewezen waar ligplaats mag worden ingenomen met woonschepen;

dat in voornoemde notitie is aangegeven dat er een aantal locaties is waar wel woonschepen liggen, maar waarvan het niet wenselijk is dat deze woonschepen daar liggen;

dat aan de bewoners van de woonschepen op deze locaties is aangegeven dat de gemeente het niet wenselijk vindt dat deze woonschepen daar liggen;

dat aan voornoemde bewoners van de woonschepen tevens is aangegeven dat de gemeente Arnhem een locatie elders in de gemeente zoekt of zal ontwikkelen;

dat door de gemeente is aangegeven dat tot die tijd de woonschepen mogen blijven liggen binnen de gemeente en hiervoor een ligplaatsvergunning zal worden verstrekt;

dat voor het verstrekken van genoemde vergunning alle locaties waar woonschepen liggen als ligplaats voor woonschepen dienen te zijn aangewezen;

gelet op het bepaalde in artikel 5.3.3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor Arnhem;

b e s l u i t:

• 1.

  de voor ligging van woonschepen wenselijke locaties, aan te wijzen als gedeelten van het openbaar water bestemd voor het innemen van een ligplaats met een woonschip:

  • -

    de Rosandepolder, voor zover dit het grondgebied van de gemeente Arnhem betreft (gedeeltelijk);

  • -

    de Haven van Coers (gedeeltelijk);

  • -

    de Defensiehaven (gedeeltelijk);

  • -

    de Westervoortsedijk en aan de kop van de Van Oldebarneveldtstraat (gedeeltelijk);

  • -

    twee ligplaatsen op de locatie de Praets;

  • -

    de Boterdijk (gedeeltelijk);

  • -

    de Onderlangs.

• 2.

  de voor ligging van woonschepen niet wenselijke locaties, aan te wijzen als gedeelten van het openbaar water bestemd voor het innemen van een ligplaats met een woonschip:

  • -

    de Haven van Coers (gedeeltelijk, betreffende de ligplaats bekend als nummer 5);

  • -

    de Westervoortsedijk en aan de kop van de Van Oldebarneveldtstraat (gedeeltelijk, betreffende de ligplaatsen bekend als nummers 85 en 89a);

  • -

    de Boterdijk (gedeeltelijk, betreffende de ligplaatsen 5 t/m 11);

  • -

    de ASM-haven;

  • -

    de Rijnkade (gedeeltelijk, betreffende de ligplaats bekend als nummer 162);

  • -

    de Nieuwe Haven (gedeeltelijk, betreffende 8 ligplaatsen).

een en ander voorzover gearceerd is aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten.