Uitvoeringsbesluit bij de algemene subsidieverordening Gouda 2003

Geldend van 02-05-2017 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit bij de algemene subsidieverordening Gouda 2003

burgemeester en wethouders van gouda

Gelezen het advies, nr. 796493,

Gelet op artikel 5 van de Algemene Subsidie Verordening Gouda 2003,

besluiten:

vast te stellen het uitvoeringsbesluit bij de ASV Gouda 2003.

hoofdstuk 1 - inleidende bepalingen

artikel 1 begripsbepalingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    instelling: organisatie die zich ten doel stelt het behartigen van een of meer belangen waarvan het gemeentebestuur de ideële en/of materiële waarde erkent;

  • c.

    exploitatiesubsidie: subsidie die wordt verstrekt op grondslag van het exploitatietekort van een instelling;

  • d.

    activiteitensubsidie: subsidie die wordt verstrekt in de kosten van een of meer benoemde activiteiten van een instelling;

  • e.

    productsubsidie: subsidie die wordt verstrekt op basis van genormeerde kostprijzen voor benoemde producteenheden van een instelling;

  • f.

    investeringssubsidie: subsidie in de kosten van aankoop, stichting, of verbouwing van een accommodatie of in de kosten van aanschaf van materiële benodigdheden;

  • g.

    product: een concreet en meetbaar voortbrengsel van het handelen van een instelling;

  • h.

    producteenheid: eenheid van een product waarvoor een bepaald bedrag aan subsidie wordt verstrekt;

  • i.

    egalisatiereserve: de reserve bedoeld in artikel 4:72 van de Awb;

  • j.

    per boekjaar verstrekte subsidie: subsidie waarop afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing is.

hoofdstuk 2 - de subsidieaanvraag

artikel 2 indieningstermijn subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 31 augustus van het jaar voorafgaand aan het tijdvak waarin de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd plaatsvinden, tenzij voor een aanvraag een andere datum van indiening is bepaald.

  • 2. Het college neemt aanvragen die na 31 augustus worden ingediend niet in behandeling of wijst deze af. Het college kan besluiten aanvragen die na 31 augustus worden ingediend in behandeling te nemen als er budget over is, nadat toekenning van het budget op basis van subsidieaanvragen die uiterlijk 31 augustus zijn ingediend heeft plaatsgevonden

artikel 3 bij een subsidieaanvraag te overleggen documenten

  • 1. Bij een subsidieaanvraag dient te worden overgelegd:

    • a.

      bij een aanvraag om een exploitatie-, activiteiten-, waarderings- of productsubsidie:

      • -

        een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard, omvang, intensiteit, doelgroep en verwacht aantal deelnemers;

      • -

        een gespecificeerde begroting waaruit blijkt hoeveel subsidie de aanvrager denkt nodig te hebben voor het uitvoeren van de onder a bedoelde activiteiten;

      • -

        een beschrijving van de wijze waarop de activiteiten / producten, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, aansluiten op de beleidsregels van de gemeente Gouda.

    • b.

      bij een aanvraag om een investeringssubsidie:

      • -

        een gespecificeerde kostenraming van de voorgenomen investering met een dekkingsplan;

    • c.

      een eigen (WNT) - verklaring, waarin de aanvrager gemotiveerd aangeeft of de (top)functionarissen wel/niet voldoen aan de inkomensgrens als bedoeld in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).

  • 2. Bij een aanvraag om een productsubsidie worden de in het eerste lid onder a bedoelde activiteiten beschreven als producten, waarbij per product een begroting wordt ingediend waarin alle inkomsten en uitgaven aan het product zijn toegerekend.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat ook andere dan in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden, voor zover voor het beoordelen van de aanvraag van belang, worden overgelegd.

  • 4. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het indienen van een of meer van de in het eerste lid genoemde bescheiden indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of indien zij aan deze bescheiden geen behoefte hebben.

  • 5. Indien voor de eerste maal een subsidie wordt aangevraagd worden overgelegd:

    • a.

      een afschrift van de oprichtingsakte van de instelling dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling.

  • 6. Indien subsidie wordt aangevraagd voor een bedrag minder dan

    € 25.000,-, welke subsidie direct of ambtshalve kan worden vastgesteld, wordt de jaarrekening van het voorafgaande jaar aangeleverd.

hoofdstuk 3 - de subsidieverlening

artikel 4 regels omtrent een meerjarige subsidie

  • 1. Het College van B en W kan een subsidie verlenen voor een bepaald aantal boekjaren, mits voor het gekozen subsidietijdvak (meerjarige) beleidskaders zijn vastgesteld.

  • 2. Het College van B en W kan een aanvraag voor een meerjarige subsidie toekennen op grond van de volgende overwegingen:· Indien uit landelijke ontwikkelingen blijkt dat de financiering voor meerdere jaren te garanderen is;· Indien de ontwikkelingen op het beleidsterrein voor meerdere jaren te overzien zijn en indien het College van B en W voor de komende jaren geen beleidswijzigingen voorziet op het betreffende beleidsterrein;· Indien wordt voorzien dat het betreffende subsidiebudget op korte of middellange termijn niet moet worden aanbesteed op een private markt;· Indien de bedrijfsvoering van de instelling voor meerdere jaren te overzien is en dat op grond van het recente verleden voldoende vertrouwen in het financieel beheer van de instelling bestaat.

  • 3. Het College van B en W kan een aanvraag voor een meerjarige subsidie weigeren en zal een dergelijk besluit onderbouwen op grond van één van de vijf hierboven genoemde criteria. Het College van B en W kan de instelling in een dergelijke situatie verzoeken de aanvraag te herformuleren tot een aanvraag voor een éénjarige subsidie.

  • 4. In de subsidiebeschikking worden de subsidiebedragen per jaar opgenomen. Indien een meerjarige subsidie wordt verstrekt, is de instelling vrij om binnen de subsidie-jaarschijven budgetten te verschuiven; dit moet specifiek zichtbaar worden gemaakt in de jaarlijkse rapportage. Een subsidie-jaarschijf mag dus een overschrijding dan wel een onderschrijding vertonen, voor zover aan het eind van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend wordt voldaan aan artikel 24 van de ASG.

  • 5. Ingeval van meerjarige subsidies zal de gemeente op basis van de jaarrapportages de subsidie per boekjaar ambtshalve vaststellen (behalve na het laatste jaar van de subsidieperiode; zie onder 6). De in lid 3 bedoelde jaarrapportage bevat een inhoudelijk verslag van de behaalde resultaten (op basis van de prestatie-afspraken, zoals opgenomen in de subsidiebeschikking) en bevat een financiële paragraaf waarin een overzicht van inkomsten en uitgaven is opgenomen en waarin de gemeentelijke subsidie specifiek zichtbaar is.

  • 6. Aan het eind van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend, dient de instelling een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen en worden meer voorwaarden verbonden aan de jaarrapportage (zie ASG, artikel 21 en verder).

Artikel 4a directe en ambtshalve vaststelling subsidies

In een jaarlijks overleg met de verantwoordelijke portefeuillehouder wordt bepaald welke instellingen niet in aanmerking komen voor directe of ambtshalve vaststelling van een subsidie minder dan € 25.000.

artikel 5 bekendmaking besluit op subsidieaanvraag

  • 1. Voor per boekjaar verstrekte subsidies geschiedt de bekendmaking van het besluit vóór het begin van het tijdvak waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. In andere gevallen maken zij het besluit bekend binnen dertien weken nadat de subsidieaanvraag is ontvangen. Deze termijn kan met dertien weken worden verlengd, in welk geval de verdaging aan de aanvrager bekend wordt gemaakt.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de mededeling van het besluit over een aanvraag om voortzetting van een per boekjaar verstrekte subsidie met zeventien weken verdagen. In dat geval is de aanvrager bevoegd uitgaven te doen tot ten hoogste een derde deel van het subsidiebedrag dat de aanvrager in het jaar voorafgaand aan het tijdvak waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft voor het uitvoeren van overeenkomstige activiteiten is verleend.

hoofdstuk 4 - verplichtingen van een subsidieontvanger

Er zijn geen nadere regels vastgesteld omtrent verplichtingen van de subsidie-ontvanger.

Hoofdstuk 5 - de subsidievaststelling

artikel 6 indieningstermijn subsidievaststelling

  • 1. Met uitzondering van de in artikel 4:44 Awb onder 1. a. t/m c. genoemde gevallen dient de subsidieontvanger binnen drie maanden na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend c.q. na afloop van de gesubsidieerde activiteiten of het gereed komen van de getroffen investering, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde termijn van drie maanden verkorten, indien dit noodzakelijk is in verband met gemeentelijke financiële verantwoording aan andere bestuursorganen.

artikel 7 bij een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen bescheiden

  • 1. Bij een aanvraag tot subsidievaststelling dient te worden overlegd:

    • a.

      bij een aanvraag tot vaststelling van een exploitatie-, activiteiten-, of productsubsidie:

      - een verslag waaruit duidelijk blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd;

      - indien de instelling hier niet of niet geheel in is geslaagd worden de redenen daarvan in het verslag vermeld;

    • b.

      bij een aanvraag tot vaststelling van een investeringssubsidie:

      - een gereedmelding van de getroffen investering;

    • c.

      een financieel verslag waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd over de besteding van de verleende subsidie;

    • d.

      een balans, voor zover de instelling daartoe verplicht is op grond van artikel 8 van dit uitvoeringsbesluit.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat ook andere dan in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden, voor zover voor het beoordelen van de aanvraag tot subsidievaststelling van belang, worden overgelegd.

artikel 8 indieningsverplichting van een balans

  • 1. Een balans moet op grond van artikel 4:76 Awb worden ingediend indien de subsidieontvanger zijn inkomsten geheel ontleent aan een per boekjaar verstrekte subsidie. Op grond van artikel 4:77 Awb is in de AsG 2003 (artikel 22) bepaald dat artikel 4:76 Awb ook geldt voor instellingen die een per boekjaar verstrekte subsidie ontvangen en waarbij de subsidie meer dan 50% omvat van de totale inkomsten van de instelling of van het gesubsidieerde onderdeel van de instelling.

  • 2. In aanvulling hierop wordt een balans gevraagd in gevallen waar de instelling afschrijvingen opneemt in haar exploitatierekening en/of haar exploitatierekening sluit met een overschot dat vervolgens – op grond van de regels uit de AsG 2003 - door de instelling wordt gereserveerd.

  • 3. Ook zal een balans worden gevraagd in gevallen dat het vermoeden bestaat dat een instelling over voldoende eigen middelen beschikt om de activiteiten zonder subsidie uit te voeren.

artikel 9 ontheffing en vrijstelling accountsverklaring

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen bij de subsidieverlening ontheffing verlenen van de in artikel 4:78 Awb voorgeschreven accountantscontrole :

    • -

      Als de informatievoorziening van de instelling zelf van goede kwaliteit is en het bestuursorgaan op grond hiervan zelf in staat is de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de subsidie te beoordelen.

    • -

      Als het bestuursorgaan zelf over voldoende deskundigheid beschikt om de ingediende gegevens te beoordelen.

  • 2. Voor subsidies die groter of gelijk zijn aan een bedrag van €50.000,00 dient bij de aanvraag tot vaststelling een accountantsverklaring door een accountant, als bedoeld in artikel 36 van de Wet op het accountantsberoep, te worden afgegeven.

  • 3. Bij subsidies van minder dan €50.000,00 wordt automatisch vrijstelling gegeven van het indienen van een accountantsverklaring. In overige gevallen zal ontheffing worden verleend in de beschikking als op grond van de bovengenoemde redenen geen behoefte bestaat aan een accountantsverklaring.

artikel 10 bekendmaking besluit op aanvraag tot subsidievaststelling

Burgemeester en wethouders maken hun besluit over de vaststelling van voor één of voor een bepaald aantal boekjaren verleende subsidies schriftelijk aan de instelling bekend vóór het begin van het boekjaar volgend op het jaar waarin de vaststellingsaanvraag is ingediend, tenzij een andere termijn is bepaald.

In andere gevallen maken zij hun besluit bekend binnen vijftien weken na ontvangst van de vaststellingsaanvraag. Zij kunnen deze termijn met vijftien weken verlengen.

artikel 11 reserves

De volgende nadere regels gelden met betrekking tot de beoordeling door het College van B en W bij een aanvraag tot dotaties aan reserves conform artikel 24 lid 3 en 4:

  • a.

    Indien sprake is van een éénjarige subsidie, kan een hogere reserve dan twintig procent van de jaarinkomsten van de instelling worden aangelegd, indien de noodzaak daartoe door de instelling wordt aangetoond en hiervoor specifiek toestemming is verleend door het College van B en W.

  • b.

    Indien sprake is van een financieel overschot aan het eind van een meerjarige subsidieperiode en dit overschot is ontstaan als gevolg van een efficiëncyverbeteringen in de bedrijfsvoering van de instelling, zal het College van B en W toestemming verlenen om het overschot te behouden. Geen toestemming hiertoe wordt verleend indien het overschot is ontstaan door neveninkomsten naast de verstrekte gemeentelijke subsidie.

hoofdstuk 6 - intrekking en wijziging

Er zijn geen nadere regels vastgesteld omtrent intrekking en wijziging.

hoofdstuk 7 - betaling en terugvordering

Er zijn geen nadere regels vastgesteld omtrent betaling en terugvordering.

hoofdstuk 8 - overige en slotbepalingen

artikel 12 hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van dit besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikel 1 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2.

    In alle gevallen waarin dit uitvoeringsbesluit niet voorziet of onduidelijk is, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen en/of nemen zij de nodige beslissingen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders in de vergadering van 12 maart 2013

Burgemeester en wethouders voornoemd,

, burgemeester
, secretaris

hoofdstuk 1 - inleidende bepalingen

artikel 1 begripsbepalingen

hoofdstuk 2 - de subsidieaanvraag

artikel 2 indieningstermijn subsidieaanvraag

artikel 3 bij een subsidieaanvraag te overleggen documenten

hoofdstuk 3 - de subsidieverlening

artikel 4 regels omtrent een meerjarige subsidie

Artikel 4a directe en ambtshalve vaststelling subsidies

artikel 5 bekendmaking besluit op subsidieaanvraag

hoofdstuk 4 - verplichtingen van een subsidieontvanger

Hoofdstuk 5 - de subsidievaststelling

artikel 6 indieningstermijn subsidievaststelling

artikel 7 bij een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen bescheiden

artikel 8 indieningsverplichting van een balans

artikel 9 ontheffing en vrijstelling accountsverklaring

artikel 10 bekendmaking besluit op aanvraag tot subsidievaststelling

artikel 11 reserves

hoofdstuk 6 - intrekking en wijziging

hoofdstuk 7 - betaling en terugvordering

hoofdstuk 8 - overige en slotbepalingen

artikel 12 hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Toelichting

In december 2007 besloot de raad het college opdracht te geven de Algemene subsidieverordening Gouda 2003 zodanig te wijzigen, dat hele specifieke regelgeving werd overgeheveld naar regelgeving op collegeniveau.

Dit uitvoeringsbesluit bevat deze overgehevelde regels, zoals die over indieningtermijn en vereisten voor een subsidieaanvraag.

Daarnaast bevat dit uitvoeringsbesluit een aantal regels, die aanvankelijk als beleidsregel waren vastgesteld. Deze hadden echter een zodanige zwaarte dat het fenomeen beleidsregel hiervoor eigenlijk te licht was, omdat het in deze gevallen verder ging dan het invullen van beleidsruimte. Een voorbeeld van een dergelijke voormalige beleidsregel is artikel 4 waarin de regels staan omtrent het toekennen van een meerjarige subsidie.

Ter uitvoering van de op 10 november 2012 door de gemeenteraadraad aangenomen motie om de ministernorm in de subsidieverordening op te nemen is de verordening gewijzigd in die zin dat instellingen/organisaties worden gekort op hun subsidie, gelijk het bedrag aan de overschrijding van bovengenoemde beloning van de ministernorm. Het uitvoeringsbesluit is daaraan aangepast door aan artikel 3, eerste lid, onderdeel c. toe te voegen.

Op 16 december 2014 is artikel 9, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit aangepast aan nieuwe landelijke wetgeving waarbij per 1 januari 2013 de afzonderlijke wettelijke kaders voor de registeraccountant en de accountant-administratieconsulent zijn komen te vervallen. Het achterwege laten van deze aanpassing zou het ongewenste effect geven dat de gemeente bij de subsidieverlening en - vaststelling van strengere verantwoordingsvoorschriften zou uitgaan dan de landelijk geldende.

De wijziging is van toepassing op aanvragen tot subsidievaststelling die betrekking hebben op 2014 en volgende jaren.