Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR273316
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR273316/1
Regeling vervallen per 14-05-2010
Peilbesluit Bijleveld-Heijcop
Geldend van 14-02-1991 t/m 13-05-2010
Intitulé
Peilbesluit Bijleveld-HeijcopDe Verenigde Vergadering van het waterschap Leidse Rijn;
overwegende, dat in het kader van de uitvoering van het waterbeheersingsplan Bijleveld-Heijcop binnen afzienbare tijd een aantal werken zullen worden gerealiseerd;
overwegende, dat na uitvoering van deze werken de waterstanden kunnen worden aangepast; overwegende, dat het afdelingsbestuur van de afdeling Mare dienovereenkomstig adviseerde;
BESLUIT;
I. in te trekken de tot nu toe geldende peilbesluiten met betrekking tot de in artikel 2 aangeduide gebiedsdelen van het waterschap;
II. vast te stellen het navolgende peilbesluit voor het bemalingsgebied Bijleveld - Heijcop, gelegen in de gemeente Utrecht, Vleuten - De Meern, Harmelen en Linschoten, zoals is aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart nr. 1-1 d.d. 27 juni 1988.
Inhoud
Artikel 1
Voor de toepassing van dit besluit geldt het Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.), hetgeen op de peilschalen is aangegeven.
De plaatsen van de peilschalen zijn vermeld op de bij dit besluit behorende kaart nr. 1-1 d.d. 27 juni 1988.
Artikel 2
De in het gebied of in afzonderlijke gebiedsdelen na te streven waterstanden zijn:
Nummer van het gebied |
Waterstanden in meters ten opzichte van N.A.P. Zomer |
Waterstanden in meters ten opzichte van N.A.P. Winter |
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. |
- 1.10 - 1.70 - 1.70 - 1.95 - 1.60 - 1.60 - 1.60 - 1.60 |
- 1.30 - 1.90 - 1.90 - 2.10 - 1.75 - 1.60 - 1.75 - 1.60 |
Artikel 3
De peilen van de gebieden 1 t/m 4, genoemd in artikel 2, zullen eerst worden bereikt na een periode van 5 jaar nadat het peilbesluit in werking is getreden.
In die periode van 5 jaar zullen de peilen per jaar gelijkmatig trapsgewijs worden verlaagd.
Artikel 4
Bij afwijking van de in artikel 2 genoemde waterstanden van minder dan 0,05 m mag, en bij afwijking van 0,05 m of meer moet, bemaling of inlaat geschieden tot op het moment dat - na bijzakking - de na te streven waterstand weer is bereikt.
Artikel 5
De maalperioden zullen zoveel mogelijk in de nachturen en de weekeinden vallen, echter onder het voorbehoud, dat daarbij geen langere afwijkingen van de gewenste waterstand zullen voorkomen dan gedurende 24 uren.
Artikel 6
De overgang van het winterpeil naar het zomerpeil zal geleidelijk plaatsvinden vanaf 1 april, gedurende 1 maand, zodat zoveel mogelijk van de neerslag en de kwel gebruik gemaakt kan worden om het zomerpeil in te stellen.
Als regel zal de overgang van zomerpeil naar winterpeil in de maanden oktober - november plaatshebben.
Voor de overgang van winter- naar zomerpeil en van zomer- naar winterpeil zal tevens de weersgesteldheid en het verloop van de grondwaterstand in aanmerking worden genomen.
Aldus vastgesteld door de Verenigde Vergadering in haar vergadering van 27 juni 1988.
A.P. Zwartkruis, de dijkgraaf.
B.M.I. Bol, de secretaris.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl