Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten bij berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing en zuiveringsheffing 2010

Geldend van 22-01-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten bij berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing en zuiveringsheffing 2010

Het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Rivierenland,

gelet op:

  • artikel 7.5, vijfde lid, van de Waterwet juncto artikel 122k, derde lid, van de Waterschapswet en artikel 13, eerste lid, van de Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Rivierenland 2010 en de bijlage II van genoemde verordening;

  • gelet op artikel 122k, derde lid, van de Waterschapswet en artikel 10, eerste lid, van de Verordening zuiveringsheffing Waterschap Rivierenland 2010 en de bijlage II van genoemde verordening;

  • het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009;

besluit:

vast te stellen de volgende beleidsregels voor de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten bij de berekening van de vervuilingswaarde van de verontreinigingsheffing en de zuiveringsheffing.

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de Waterwet: de Waterwet, zoals gepubliceerd in Stb 2009,490;

  • b.

    de Waterschapswet: de Waterschapswet, zoals gepubliceerd in Stb 1999, 331 en latere wijzigingen;

  • c.

    tabel: tabel als genoemd in artikel 122k, derde lid, van de Waterschapswet;

  • d.

    de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water: de vervuilingswaarde als bedoeld in artikel 7.5, vijfde lid, van de Waterwet en artikel 122k van de Waterschapswet;

  • e.

    lozen: het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het waterschap;

  • f.

    afvoeren: het brengen van stoffen op een riolering of op een zuiveringstechnisch werk in be  heer bij het waterschap;

  • g.

    ambtenaar belast met de heffing: ambtenaar als bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet;

  • h.

    het Besluit: Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009, zoals gepubliceerd in Stb 2008, 609 en latere wijzigingen.

Artikel 2 Toepasbaarheid van de tabel

  • 1. De belastingplichtige dient op grond van artikel 7.5, vijfde lid, van de Waterwet juncto artikel 122k van de Waterschapswet, voor wat betreft de verontreinigingsheffing, en op grond van artikel 122k van de Waterschapswet, voor wat betreft de zuiveringsheffing, aannemelijk te maken dat de vervuilingswaarde aan de hand van de tabel kan worden bepaald. Hiertoe dient een constante relatie tussen de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water en de hoeveelheid ingenomen water te worden aangetoond.

  • 2. Een relatie als bedoeld in het eerste lid wordt geacht aanwezig te zijn, indien over een periode van 3 jaren de gemiddelde vervuilingswaarde per m³ ingenomen water van elk jaar afzonderlijk niet meer dan 25% afwijkt van de gemiddelde vervuilingswaarde over die gehele periode.

Artikel 3 Toepassing artikel 2 van het Besluit

  • 1. Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water is gebruikt als niet verontreinigd koelwater, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op vier– en vijfsterrenhotels volgens de Benelux–classificatie.

  • 3. Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water, niet zijnde koelwater als bedoeld in het eerste lid, niet is geloosd of niet is afgevoerd of niet is verontreinigd, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.

  • 4. Het derde lid is uitsluitend van toepassing op bedrijfsruimten of onderdelen daarvan die behoren tot de in de tabel van artikel 2 van het Besluit bedoelde categorie van niet vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten.

  • 5. In geval het deel van de hoeveelheid ingenomen water, als bedoeld in het eerste, respectievelijk derde lid, kan worden onderscheiden als een afzonderlijk te meten deelstroom, kan in afwijking van de genoemde leden deze deelstroom op aanvraag worden aangemerkt als een afzonderlijk bedrijfsonderdeel.

  • 6. De belastingplichtige dient de exacte hoeveelheid van het koelwater als bedoeld in het eerste lid, en van het niet geloosd of het niet afgevoerd of niet verontreinigd water als bedoeld in het derde lid, aan te tonen aan de hand van watermeters.

  • 7. Verdiscontering als bedoeld onder het eerste en derde lid vindt plaats aan de hand van gegevens over het waterverbruik over een periode van drie jaren aan de hand van de volgende formule:

    •    a = totale hoeveelheid ingenomen water

    •    b = totale hoeveelheid niet geloosd of niet afgevoerd ingenomen water, niet verontreinigd afvalwater, niet verontreinigd koelwater

    •    c = vervuilingswaarde per m³ als vermeld in artikel 2 van het Besluit

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en hebben betrekking op belastingaanslagen die worden opgelegd voor de verontreinigingsheffing of voor de zuiveringsheffing op basis van de tabel terzake van belastbare feiten die zich met ingang van 1 januari 2010 voordoen.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels komen de Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten, vastgesteld op 6 januari 2005, te vervallen.

  • 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten bij berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing en zuiveringsheffing 2010’.

Algemene toelichting

De beleidsregels behorende bij dit besluit zijn opgesteld ten behoeve van de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten van artikel 122k, derde lid, van de Waterschapswet, welke tabel tevens is opgenomen als bijlage II van de Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Rivierenland 2010 en als bijlage II van de Verordening zuiveringsheffing Waterschap Rivierenland 2010. Daarnaast geven deze beleidsregels verdere invulling aan het ‘Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009’, waarin is geregeld op welke wijze de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water (per individueel bedrijf) kan worden bepaald, teneinde de toepasselijke tabelklasse en de daarbij behorende afvalwatercoëfficiënt vast te stellen (Staatsblad 2008, 609).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Toepasbaarheid van de tabel afvalwatercoëfficiënten

De tabel kan alleen worden toegepast, indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de vervuilingswaarde met behulp van die tabel kan worden bepaald. Daarvoor is nodig dat er een constante relatie bestaat tussen de vervuilingswaarde en de hoeveelheid ingenomen water. Een constante relatie wordt geacht aanwezig te zijn, indien is voldaan aan de in artikel 2 opgenomen voorwaarden (25%–criterium). Indien een constante relatie niet aannemelijk kan worden gemaakt, wordt de vervuilingswaarde niet bepaald aan de hand van de tabel, maar op basis van (beperkte) meting, bemonstering en analyse.

Artikel 3 Toepassing artikel 2 van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water

Eerste en tweede lid

In de vervuilingswaarden per m³ per bedrijfstak, als vermeld in artikel 2 van het ‘Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009’, is geen rekening gehouden met eventueel koelwater. In individuele gevallen kan echter wel sprake zijn van koelwater. Indien de belastingplichtige zich niet kan verenigen met de vervuilingswaarde per m³ als bepaald op grond van artikel 2 van het eerdergenoemd besluit, dient de belastingplichtige een onderzoek in te stellen op grond van artikel 4 van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009. In geval van koelwater is dit echter geen praktische werkwijze. Om deze reden wordt de belastingplichtige in voorkomende gevallen in de gelegenheid gesteld om (niet verontreinigd) koelwater te verdisconteren. Een uitzondering hierop wordt gevormd door vier– en vijfsterrenhotels volgens de Benelux–classificatie (dit koelwater is reeds verdisconteerd in de vervuilingswaarde per m³ als opgenomen in artikel 2 van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009).

Derde lid en vierde lid

In de vervuilingswaarden per m³ per bedrijfstak, als vermeld in artikel 2 van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009, is (met uitzondering van koelwater) wel rekening gehouden met het deel van het ingenomen water dat niet is geloosd of niet is afgevoerd of niet is verontreinigd. Dit geldt echter niet voor de ‘restcategorie’ van onvermelde bedrijven van artikel 2 van het besluit (bakkerijen, betonmortelbedrijven sportverenigingen, etc.). Verdiscontering van niet geloosd of niet afgevoerd en niet verontreinigd water is daarom uitsluitend mogelijk voor die bedrijven die vallen onder de restcategorie van artikel 2 van het besluit. Ten aanzien van de wél in de tabel van artikel 2 vermelde bedrijfstakken is verdiscontering (met uitzondering van koelwater) dus niet aan de orde.

Vijfde lid

Koelwater dat met een tussenmeter wordt gemeten kan op aanvraag als een afzonderlijk bedrijfsonderdeel worden aangemerkt. In geval het koelwater in het geheel niet is verontreinigd kan dit deel, voor de toepassing van artikel 2 van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009, buiten aanmerking worden gelaten door hieraan geen enkele vervuilingswaarde toe te kennen. Aan koelwater dat is verontreinigd kan een afzonderlijke vervuilingswaarde per m³ worden toegekend en vervolgens als een afzonderlijk bedrijfsonderdeel ingedeeld in de tabel van artikel 122k, derde lid, van de Waterschapswet. Daarbij moet worden bedacht dat ook zeer licht verontreinigd (koel)water in beginsel in de heffing kan worden betrokken.

Zesde lid

In deze bepaling wordt voorgeschreven dat de hoeveelheid koelwater, niet geloosd of niet afgevoerd of niet verontreinigd water dient te worden bepaald aan de hand van (tussen)watermeters. Deze meters dienen deel uit te maken van een gesloten systeem.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

Beleidsregels zijn bij besluit vastgestelde algemene regels. Deze regels worden bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud daarvan in een vanwege het waterschapsbestuur uitgegeven blad of een dag–, nieuws– of huis–aan–huisblad, dan wel op andere geschikte wijze. Indien alleen van de zakelijke inhoud wordt kennisgegeven, wordt het besluit tegelijkertijd ter inzage gelegd. In de kennisgeving wordt vermeld waar en wanneer het besluit ter inzage ligt (artikel 3:42 Awb)

Tabel

 De tabel (zoals geldend op 12 januari 2010) van artikel 2 Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009, waarmee de vervuilingswaarde per m3 ingenomen water wordt bepaald, is hieronder opgenomen.

Tabel

Indien de bedrijfsruimte of een onderdeel daarvan de volgende bedrijfscategorie betreft:

vervuilingswaarde per m3 ingenomen water: 

Werkplaatsen voor motorvoertuigen en motoren

0,028

Bij afwezigheid of onvoldoende functioneren van saneringsmaatregelen

0,083

Inrichtingen uitsluitend bestemd voor het uitwendig reinigen van motorvoertuigen*

0,0060

Aardappelverwerking

0,077

Champignonteeltbedrijven

0,0084

Fruitconservenfabrieken

0,0079

Groenteconservenbedrijven

0,027

Groentewasserijen

0,016

Distilleerderijen/bottelarijen*

0,033

Verf- en drukinktfabrieken  producten op basis van organische oplosmiddelen (exclusief de lozing/afvoer van loogbaden)

0,021

Leerlooierijen

0,015

Limonadefabrieken

0,0091

Galvanische bedrijven, galvanische afdelingen binnen metaalverwerkende en overige bedrijven

0,021

Indien proceswater wordt geloosd/afgevoerd, waarvan de gebruikte hoeveelheid afzonderlijk wordt gemete

0,0045

Indien proceswater wordt geloosd/afgevoerd, waarvan de gebruikte hoeveelheid afzonderlijk wordt gemeten, en geen ontvettingsen/of beitsbaden worden geloosd/afgevoer

0,0027

Grafische bedrijven

0,021

Metaalproducten- en machine-industrie*

0,012

Indien geen ontvettings- en/of beitsbaden worden geloosd/afgevoer

0,010

Bedrijfsonderdeel bestemd voor het uitwendig reinigen van schepen (na toepassing van een zuiveringstechniek zoals een olieafscheider, bezinkput en zandfiltratie)

0,0036

Elektrotechnische industrie*

0,0063

Indien geen ontvettings- en/of beitsbaden worden geloosd/afgevoer

0,0045

Pelsbereidingsbedrijven

0,015

Pluimveeslachterijen

0,068

Slagerijen

Winkel

0,021

Winkel met worstmakerij

0,031

Winkel met worstmakerij en slachterij

0,044

Slachthuizen*

0,079

Textielbedrijven

0,018

Vatenwasserijen*

0,33

Melkveehouderijen* 

Lozing/afvoervan voorspoelwater en spoelwater afkomstig van melkinstallaties

0,047

Indien voorspoelwater afkomstig van melkwinningsinstallaties niet wordt geloosd/afgevoerd maar separaat wordt afgevoerd

0,0081

Visverwerkende bedrijven: 

Rokerijen

0,026

Marineerbedrijven bij lozing van voorbaden

0,34

Overige en/of gecombineerde activiteiten

0,063

Viswinkels alsmede bedrijfsruimten ten behoeve van ambulante handel

0,034

Bij het ontbreken van een goed functionerende combinatie van slibvangput en vetafscheider wordt de coëfficiënt van 0,034 verhoogd naar 0,063

Vleeswarenbedrijven

0,015

Snackbedrijven

0,055

Wasserijen: 

Natwasserijen

0,012

Wassalons*

0,014

Zuivelindustrie (jaarlijkse melkaanvoer meer dan 10 miljoen kg)

0,012

Ambachtelijke zuivelverwerking

0,015

IJsbereiding

0,014

Zwem- en badinrichtingen

0,0036

 Onderdelen voor suppletie en filterspoeling, voor zover de hoeveelheid water voor suppletie en filterspoeling afzonderlijk wordt vastgesteld.

0,0011

Sauna's

0,010

Onderwijsinstellingen, kazernes, bejaardencentra, woonwagencentra, internaten, recreatiebedrijven, horecabedrijven etc.

0,021

Ziekenhuizen, verpleegtehuizen en psychiatrische inrichtingen

0,018

Vier- en vijfsterrenhotels volgens de Benelux-hotelclassificatie

0,015

Chocolade- en suikerwerkindustrie

0,036

Eierverwerkende industrie

0,068

De niet in deze tabel vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten 

0,021

* Afvalwater afkomstig van de persoonlijke verzorging van werknemers werkzaam in bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten die in deze tabel met een * zijn aangeduid

0,021

Bijlage

Kontakt Alblasserwaard, 21-01-2010