Verkeersbesluit Vaarwegen Waterschap de Dommel

Geldend van 07-06-2010 t/m 04-02-2011

Besluit

VERKEERSBESLUIT VAARWEGEN WATERSCHAP DE DOMMEL 2010

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel,

overwegende dat

- aanleiding bestaat een nieuw verkeersbesluit vast te stellen voor het beheergebied van Waterschap De Dommel in het belang van:

a. het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;

b. het instandhouden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

c. het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen;

gelet op

- het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, het aanwijzingsbesluit van provinciale staten van de provincie Noord-Brabant van 26 maart 1999 (provinciaal blad 60/99) alsmede de bij dit besluit behorende nota van toelichting;

besluit

- ingevolge artikel 1, eerste lid, sub h, alsmede artikel 5, 6, 7 en 8 van de Scheepvaartverkeerswet juncto artikel 13 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer de volgende bekendmaking te doen:

Algeheel verbod

1.   Het is verboden op de vaarwegen in het beheergebied van Waterschap De Dommel te varen en ligplaats te nemen met enig vaartuig, drijvend voorwerp of drijvende inrichting, waaronder mede begrepen een kano, kajak, (roei)boot, vlot, schip, of woonboot, ongeacht of deze met een motor worden voortbewogen.

Vrijstelling

2.1 Van het verbod als bedoeld onder 1. wordt vrijstelling verleend aan personen die varen met door spierkracht voortbewogen schepen op de vaarwegen zoals aangeduid op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kaartbijlage 1. Aan deze vrijstelling zijn de onder 3. genoemde voorschriften verbonden.

2.2 Van het verbod als bedoeld onder 1. wordt vrijstelling verleend aan personen die varen met kleine motorschepen, met een lengte van minder dan 7 meter waarvan de hoogst bereikbare snelheid ten opzichte van het water niet meer is dan 13 km per uur, op de vaarwegen zoals aangeduid op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kaartbijlage 1. Aan deze vrijstelling zijn de onder 3. genoemde voorschriften verbonden.

2.3 Van het verbod als bedoeld onder 1. wordt vrijstelling verleend aan personen die namens Waterschap De Dommel in het kader van beheer en/of onderhoud met behulp van een vaartuig werkzaamheden verrichten in of aan oppervlaktewater-lichamen.

Voorschriften verbonden aan de vrijstelling

3.1 Varen is slechts toegestaan tussen zonsop- en zonsondergang.

3.2 Aanmeren is slechts toegestaan aan de daartoe bestemde en ter plaatse als zodanig aangeduide voorzieningen.

3.3 De vrijstelling geldt niet voor het varen over vistrappen, tenzij ter plaatse anders aangegeven.

3.4 De vrijstelling geldt niet voor het varen in de nabijheid van waterstaatkundige werken, zoals stuwen, sifons, duikers, watermolens. Tenzij ter plaatse anders aangegeven, blijft zowel 25 meter bovenstrooms als 25 meter benedenstrooms dergelijke werken het vaarverbod van kracht.

3.5 Het veroorzaken van (geluids)overlast is niet toegestaan. Afval moet mee teruggenomen worden.

3.6 Het is niet toegestaan om alcoholische dranken te nuttigen of mee te nemen in het vaartuig.

3.7 Het betreden van de oevers van aanliggende terreinen is niet toegestaan. Hiervoor is de toestemming benodigd van de betreffende eigenaar.

Intrekking Verkeersbesluit 2003

4. Het Verkeersbesluit vaarwegen Waterschap De Dommel 2003 wordt ingetrokken.

Bekendmaking en inwerkingtreding

5. Dit besluit wordt bekendgemaakt op 5 juni 2010 en treedt in werking op 7 juni 2010.

Boxtel, 11 mei 2010

Het dagelijks bestuur,

mr. drs. P.C.G. Glas                                                     drs. R.E. Viergever

watergraaf  secretaris

Bezwaar

Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit daartegen bezwaar te maken. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel, Postbus 10.001, 5280 DA Boxtel. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en bevat ten minste:

a. naam en adres van de indiener;

b. dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

d. de gronden van het bezwaar.

Nota van toelichting

1. Inleiding

In het voorjaar van 1999 hebben provinciale staten van Noord-Brabant het dagelijks bestuur van het waterschap aangewezen als bevoegd gezag inzake het scheepvaartverkeer (nautisch beheerder). Het nautisch beheer is gebaseerd op de Scheepvaartverkeerswet en heeft betrekking op het gebruik van wateren als vaarwater. Hieronder vallen vrijwel alle activiteiten die op het water plaatsvinden, zoals roeien, kanoën, varen met vlotten, aanmeren en gemotoriseerd varen.

In het Waterbeheerplan 2010-2015 ‘Krachtig water’ is opgenomen dat het waterschap de huidige regeling inzake het nautisch beheer beziet en die regeling, mede gegeven ontwikkelingen op wetgevingsgebied, herziet. Uitgangspunt is te komen tot een regeling welke bestaat uit algemene regels, ter vervanging van het tot dusver gehanteerde ontheffingenstelsel. Het onderhavige besluit is hiervan het resultaat.

Deze toelichting is als volgt opgebouwd. Eerst volgt een schets van het juridisch kader, alsmede de regeling uit 2003. Hierna wordt beschreven op welke onderdelen die regeling aanpassing behoeft en op welke wijze die aanpassingen in het onderhavige verkeersbesluit zijn verwerkt. Deze nota wordt afgesloten met een beschrijving van de voorbereidings-procedure en een overzicht van de bevaarbare trajecten.

2. Wettelijk kader

Ingevolge de Scheepvaartverkeerswet geschiedt regulering van het scheepvaartverkeer in de vorm van verkeersbesluiten waarmee, met inachtneming van hetgeen het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, alsmede het Binnenvaartpolitiereglement bepalen, verkeerstekens kunnen worden aangebracht in of langs vaarwegen. Deze verkeerstekens kunnen de instelling dan wel opheffing van een gebod of verbod inhouden. Daarnaast is het mogelijk om bekendmakingen te doen met dezelfde strekking als een verkeersteken. Op die manier kunnen voor het gehele beheergebied de geboden en verboden worden vastgesteld.

In de motivering van een verkeersbesluit wordt vermeld welke doelstelling of doelstellingen met het besluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet genoemde belangen aan het besluit ten grondslag liggen.

Blijkens de Memorie van toelichting bij de Scheepvaartverkeerswet is met het stelsel van deze wet niet beoogd verkeersreglementering vast te stellen met als primaire doel bescherming van milieubelangen. Daarvoor zijn de Wet milieubeheer en de Natuurbeschermingswet 1998 het aangewezen instrument.

3.  Verkeersbesluit vaarwegen 2003

Ingevolge het Verkeersbesluit vaarwegen 2003 geldt er voor het gehele beheersgebied van het waterschap een verbod om te varen en ligplaats te nemen. Van dit verbod kan ontheffing worden verleend. In enkele gevallen geldt voorts een vrijstellingsregeling.

Bij de ontheffingplichtige activiteiten is de beleidsnota “nautisch beheer” van belang. Het Verkeersbesluit bepaalt immers alleen dát er een verbod behoudens ontheffing geldt. Het geeft niet aan, wanneer en onder welke condities ontheffing kan worden verleend. In de beleidsnota zijn alle watergangen waarvoor een ontheffingplicht geldt gezoneerd. Dat houdt in, dat per watergang een weging van belangen heeft plaatsgevonden, aan de hand waarvan ontheffingen worden verleend.

De regeling uit 2003 heeft op een goede manier bijdragen aan met name het aspect veiligheid op het water. Het waterschap heeft de afgelopen jaren op grote schaal voorzieningen (in- en uitstapplaatsen en andere vormen) aangelegd. Voor een aantal situaties moeten nog voorzieningen worden aangelegd. Meestal zijn deze gekoppeld aan uitvoeringsprojecten. In de herinrichtingsprojecten is er specifiek aandacht voor de veiligheid van de recreatievaart. Daarmee is bijna op alle watergangen de kans op ongevallen en schade geminimaliseerd.

De regeling uit 2003 voldoet echter op enkele punten niet (meer). Het ontheffingenstelsel waarbij ‘vaarbewegingen’ vergund worden is in strijd met het doel en de strekking van de naderhand uitgevaardigde Europese Dienstenrichtlijn. Als het maximale aantal vaarbewegingen op een waterloop vergund is, bestaat er voor derden geen mogelijkheden om te varen en/of toegang te krijgen tot de markt (in het geval van een kanoverhuurbedrijf). Daarnaast moet worden bedacht dat een normering naar het aantal keer dat een bepaald traject mag worden afgelegd naar zijn aard arbitrair is, omdat niet kan worden gezegd dat een vooraf bepaald aantal een positief dan wel negatief effect heeft op de door de Scheepvaartverkeerswet te beschermen belangen. Daar komt bij dat dit systeem destijds met name gedacht was ter bescherming van natuur en milieu, terwijl dat (thans) primair via het spoor van de Wet milieubeheer en de Natuurbeschermingswet 1998 dient te lopen. Voorts geldt dat een norm uit de ontheffing zich richt tot de ontheffinghouder. Dit kan een verhuurbedrijf zijn. Het bij of krachtens de Scheepvaartverkeerswet bepaalde richt zich echter primair tot degene die een vaartuig bestuurt. Aldus is de norm als vervat in zo’n ontheffing rechtens niet-afdwingbaar ten opzichte van de huurder van een kano. Tenslotte moet in aanmerking worden genomen dat het systeem van de Scheepvaartverkeerswet grote gelijkenissen vertoont met dat van de Wegenverkeerswet. De openstelling van een weg onder de voorwaarde dat deze slechts een beperkt aantal keer gebruikt mag worden stuit op praktische bezwaren. Niet valt in te zien dat een dergelijke vergaande beperking voor het vaarverkeer wél toelaatbaar zou zijn.

4. Beter regelen met minder regels: Verkeersbesluit vaarwegen 2010

De hierboven gesignaleerde knelpunten kunnen worden opgelost door het nautisch beheer op een andere manier te regelen, en wel in de vorm van algemene regels. Het is uitdrukkelijk niet te bedoeling de (beleids)uitgangspunten van 2003 te verlaten, maar wel om die uitgangspunten te realiseren op een wijze die aansluit bij de huidige ontwikkelingen op wetgevingsgebied. Ook de handhaafbaarheid van de normen moet daarbij een belangrijke rol spelen. De wateren waarop thans ingevolge het Verkeersbesluit vaarwegen Waterschap De Dommel 2003 reeds een vaarverbod geldt blijven gesloten voor elke vorm van scheepvaartverkeer. Voornaamste reden daarvoor is dat deze veelal vanwege geringe afmetingen fysiek niet bevaarbaar zijn (in de overwegingen van dit besluit vallende onder a en c, mede met het oog op de bescherming van natuurwaarden). Voor de waterlopen waar nu reeds gevaren mag worden, worden algemene regels vastgesteld, ter vervanging van het ontheffingenstelsel. In die algemene regels worden onder meer veiligheid, het soort vaarverkeer (wel of niet gemotoriseerd) en het aanmeren geregeld. Daarmee worden de ‘b-grond’ als bedoeld in de overwegingen gediend, alsmede de veiligheid van andere vaarweggebruikers.

Bij het scenario “Beter regelen met minder regels” ontstaat er een systeem dat past binnen de nieuwe wet- en regelgeving en beter handhaafbaar is. De verantwoordelijkheid voor een juiste uitvoering hiervan legt het waterschap daarmee bij de gebruikers als groep. Houdt men zich niet aan de regels, dan kan het waterschap maatregelen treffen door het toezicht op de naleving van de gedragsregels op het water te intensiveren (en zo nodig een handhavingstraject starten: proces-verbaal en/of preventieve dwangsom) en in het uiterste geval een waterloop alsnog gesloten verklaren. Verwacht mag worden dat door de verantwoordelijkheid meer bij de kanovaarders te leggen een dergelijke verregaande maatregel niet nodig zal zijn.

Het onderhavige verkeersbesluit brengt, gelet op het vorenstaande, géén verandering in de bestaande mogelijkheden om te varen in het beheergebied van Waterschap De Dommel. Daar waar voorheen een ontheffingplicht gold, gelden thans de algemene regels zoals verwoord in de vrijstellingsbepalingen van dit besluit. Deze algemene regels zijn ontleend aan de (gedrags)voorschriften zoals die in de ontheffingen op grond van het Verkeersbesluit uit 2003 werden opgenomen.

Doel van dit besluit is louter de regels met betrekking tot het varen in overeenstemming te brengen met nieuwe wet- en regelgeving. Dit laat overigens onverlet dat het waterschap kan overgaan tot het nemen van (aanvullende) verkeersbesluiten, indien de bescherming van de belangen zoals verwoord in de Scheepvaartverkeerswet daartoe noopt. Het waterschap zal dit de komende tijd bezien.

5. Voorbereidingsprocedure

Bij de voorbereiding op dit besluit is, overeenkomstig artikel 6 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, overleg gevoerd met de bij dit besluit belanghebbende openbare lichamen en instellingen, waaronder de provincie Noord-Brabant, alsmede kanoverhuurbedrijven en –verenigingen.

Tabel 1: Fysiek bevaarbare trajecten

Beektrajecten die fysiek gezien bevaarbaar zijn

Zandleij

Zandkantse Leij

Smalwater (gekanaliseerd)

Groote Beerze (gekanaliseerd)

Boven Dommel

Beneden Dommel

Kleine Dommel

Tongelreep

Essche Stroom

Groote Aa (gekanaliseerd)

Reusel (vanaf Wilhelminakanaal)

Nieuwe Leij (vanaf Tilburg)

Singelgracht (’s-Hertogenbosch)

Pettelaarse vaart

Tabel 2: Fysiek bevaarbare trajecten die vanwege kwetsbare morfologie of kans op droogval in droge perioden niet geschikt zijn voor kanovaart. Deze trajecten zijn dan ook gesloten voor recreatievaart.

Beektrajecten die fysiek gezien bevaarbaar zijn maar vanuit droogval of kwetsbare morfologie niet geschikt voor kanovaart

Keersop

Beerze (Kampina)

Groote Beerze (Westelbeers-Kleine Beerze)

Kleine Aa

Run

Reusel (De Utrecht-Wilhelminakanaal)

Toelichting: Een beektraject wordt fysiek geschikt geacht als gedurende het grootste deel van het jaar de beek voldoende watervoerend is en breed en diep genoeg is om recreatievaart toe te laten. Veel van de in tabel 1 genoemde trajecten zullen op termijn heringericht worden. Dit zou kunnen leiden dat een traject op dat moment niet meer fysiek bevaarbaar is.

Het varen op de bovenlopen is in de meeste gevallen door de geringe afmetingen fysiek niet mogelijk of het zal leiden tot schade aan de waterhuishouding en oevers. Alle bovenlopen zijn dan ook gesloten voor recreatievaart.

i188451.pdf [Klik hier om het document te downloaden]