Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR272053
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR272053/1
Regeling vervallen per 06-11-2020
Beleidsregels toepassen wegingsfactoren in fiscale procedures 2008
Geldend van 30-05-2008 t/m 05-11-2020
Intitulé
Beleidsregels toepassen wegingsfactoren in fiscale procedures 2008Beleidsregels toepassen wegingsfactoren in fiscale procedures 2008
Artikel 1 Reikwijdte beleidsregels
Deze beleidsregels zijn van toepassing bij het vergoeden van kosten die een belanghebbende in verband met de behandeling van zijn bezwaar- of administratief beroepschrift tegen een fiscale beschikking, redelijkerwijs heeft moeten maken.
Artikel 2 Begripsbepalingen
-
1. In deze beleidsregels wordt onder belastingbedrag verstaan:
- a.
het bedrag van een belastingaanslag, of
- b.
indien tegelijkertijd met de belastingaanslag een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de belastingaanslag en de boete gezamenlijk, of:
- c.
indien geen aanslag is vastgesteld maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete.
- a.
-
2. In deze beleidsregels wordt onder belastingaanslag verstaan:
- a.
de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag, bedoeld in artikel 2, lid 3, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
- b.
het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag, bedoeld in artikel 125a, lid 2, onder a, van de Waterschapswet.
- a.
Artikel 3 Bezwaar tegen de belastingaanslag
Voor de toepassing van de wegingsfactoren, genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak aangemerkt als:
- a.
zeer licht (wegingsfactor 0,25) bij kennelijke gegronde bezwaren;
- b.
licht (wegingsfactor 0,5) bij gegronde bezwaren waarbij weinig tot geen beleidsvrijheid bestaat voor het bestuursorgaan, zoals bij gebonden beschikkingen;
- c.
zwaar (wegingsfactor 1,5) bij zaken die juridisch of inhoudelijk als ingewikkeld of omvangrijk moeten worden aangemerkt zoals bij onduidelijke of nieuwe wetgeving of een grote hoeveelheid stukken;
- d.
zeer zwaar (wegingsfactor 2) bij zaken die juridisch of inhoudelijk als zeer ingewikkeld of zeer omvangrijk moeten worden aangemerkt, zoals bij controversiële (nieuwe) wetgeving met wisselende lagere rechtspraak of uitzonderlijke hoeveelheden stukken;
- e.
gemiddeld (wegingsfactor 1) bij alle overige zaken.
Artikel 4 Bezwaar of administratief beroep tegen een andere fiscale beschikking dan een belastingaanslag
-
1. Indien in een bestuurlijke voorprocedure een andere fiscale beschikking dan een belastingaanslag aan de orde is, wordt het gewicht van die zaak als gemiddeld aangemerkt.
-
2. In afwijking van hetgeen in het vorige artikellid is bepaald, wordt het gewicht van een zaak waarin de kwijtschelding van belasting aan de orde is, als zeer licht aangemerkt.
Artikel 5 Inwerkingtreding en intrekking
-
1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
2. Met ingang van de in het vorige artikellid bedoelde datum worden ingetrokken de Beleidsregels voor toepassing van wegingsfactoren in fiscale procedures, zoals vastgesteld bij besluit van 10 maart 2004.
Algemene toelichting
Op 12 maart 2002 is de wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (Wet kosten bestuurlijke voorprocedures) in werking getreden (Staatsblad 2002, nummer 55). Per dezelfde datum is ook het gewijzigde Besluit proceskosten bestuursrecht in werking getreden (Staatsblad 2002, nummer 113). De Wet kosten bestuurlijke voorprocedures bevat een regeling voor de vergoeding van kosten die een belanghebbende in verband met de behandeling van zijn bezwaar of administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Hiertoe zijn onder andere de artikelen 7:15 en 7:28 van de Awb gewijzigd.
In het Besluit proceskosten bestuursrecht is neergelegd op welke kosten een zodanige kostenvergoeding uitsluitend betrekking kan hebben. Op grond van dit besluit wordt het bedrag van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld door aan de verrichte proceshandelingen punten toe te kennen en die punten vervolgens te vermenigvuldigen met de waarde per punt en de toepasselijke wegingsfactoren. De waarde per punt bedraagt in fiscale procedures thans 161 euro.
In de beleidsregels is vastgelegd hoe het gewicht van een zaak (zeer licht, licht, gemiddeld, zwaar en zeer zwaar), genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt bepaald. Er wordt (zie artikelen 3 en 4 van de beleidsregels) een onderscheid gemaakt tussen procedures die betrekking hebben op een opgelegde belastingaanslag en procedures die betrekking hebben op andere fiscale beschikkingen dan belastingaanslagen. Heeft de procedure betrekking op een belastingaanslag, dan wordt bij het bepalen van het gewicht van de zaak aangesloten bij het bedrag van de in het geding zijnde belastingaanslag. Heeft de procedure betrekking op andere fiscale beschikkingen dan belastingaanslagen, dan geldt een vast gewicht. In de toelichting op de artikelen (zie hierna) worden hiervan voorbeelden gegeven.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Reikwijdte beleidsregels
Op grond van deze bepaling hebben de beleidsregels slechts betrekking op gevallen waarin een belanghebbende tegen een fiscale beschikking in bezwaar is gekomen, dan wel tegen een fiscale beschikking administratief beroep heeft ingesteld.
Artikel 2 Begripsbepalingen
In dit artikel wordt een aantal begrippen uit het beleid nader gedefinieerd. Het eerste lid definieert het bedrag ‘belastingaanslag’. Dit begrip valt in drie componenten uiteen. Onder belastingbedrag dient zowel het bedrag van de belastingaanslag sec te worden verstaan (onderdeel a), als het bedrag van de belastingaanslag en een eventuele bestuurlijke boete gezamenlijk (onderdeel b). Heeft het hoogheemraadschap uitsluitend een bestuurlijke boete opgelegd, dan dient onder het begrip belastingbedrag het bedrag van deze bestuurlijke boete te worden verstaan (onderdeel c). Waar in de beleidsregels wordt gesproken van ‘belastingaanslag’, dient daaronder zowel een aanslag als een voorlopige, een naheffings- of navorderingsaanslag te worden verstaan. Dit is geregeld in het tweede lid van artikel 2. Indien sprake is van heffing op andere wijze als bedoeld in artikel 125 van de Waterschapswet, dan dient onder belastingaanslag te worden verstaan de kennisgeving van het gevorderde, het voorlopig gevorderde of het nagevorderde bedrag, bedoeld in artikel 125a, lid 2, van de Waterschapswet.
Artikel 3 Bezwaar tegen de belastingaanslag
In de “Beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren”, vastgesteld op 10 maart 2004, werd het gewicht van de zaak bepaald aan de hand van het bedrag van die betreffende belastingaanslag. Bij uitspraak van 26 februari 2007, nummer SBR 06/1230 heeft de rechtbank echter bepaald dat wegingsfactoren die uitsluitend worden bepaald via het belastingbedrag, in strijd zijn met de Awb. Om deze reden is in het onderhavige beleid aansluiting gezocht bij de “Beleidsregels kostenvergoeding bezwaar en administratief beroep”, vastgesteld op 25 januari 2005. Hierin worden de wegingsfactoren ondermeer bepaald aan de hand van de complexiteit en/of omvang van de zaak.
Artikel 4 Bezwaar of administratief beroep tegen een andere fiscale beschikking dan de belastingaanslag
Dit artikel regelt hoe het gewicht wordt bepaald van zaken waarin een andere fiscale beschikking dan een belastingaanslag aan de orde is. De hoofdregel is neergelegd in het eerste lid van deze bepaling. Op grond van dit artikellid wordt het gewicht van een dergelijke zaak als gemiddeld aangemerkt. Het tweede lid bevat een uitzondering op deze hoofdregel door te bepalen dat in het geval waarin sprake is van een procedure waarin de kwijtschelding van belasting aan de orde is, het gewicht van zo een zaak wordt gekwalificeerd als zeer licht.
Voorbeelden van fiscale beschikkingen, niet zijnde belastingaanslagen, bedoeld in het eerste lid zijn:
- •
de beschikking invorderingsrente (artikel 30, eerste lid, Invorderingswet);
- •
de beschikking op grond van artikel 7, zesde lid van de modelverordening verontreinigingsheffing (afwijking van voorschriften van Bijlage I van de modelverordening;
- •
de beschikking op grond van artikel 8 van de modelverordening verontreinigingsheffing (meetbeschikking);
- •
de beschikking op grond van artikel 9 van de modelverordening verontreinigingsheffing (Tcorrectie);
- •
de beschikking op grond van artikel 10 van de modelverordening verontreinigingsheffing (toepassing tabel afvalwatercoëfficiënten);
- •
de beschikking op grond van artikel 4, zesde lid, van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water (de vaststelling van de vervuilingswaarde per m³ op basis van een afvalwateronderzoek).
Artikel 5 Inwerkingtreding
De inwerkingtreding van de beleidsregels is afhankelijk van de datum van publicatie. In de praktijk wordt veelal gekozen voor de eerste of de achtste dag na publicatie. De bekendmaking van de beleidsregels geschiedt op de wijze van artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht. Bij inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregels worden de huidige Beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren in fiscale procedures ingetrokken.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl