retributieverordening

Geldend van 01-02-1983 t/m 31-12-2001

De verenigde vergadering van het Groot-Waterschap van Woerden;

overwegende dat bij Koninklijk besluit van 19 juli 1980, no.99, aan het Groot-Waterschap van Woerden tot wederopzegging en uiterlijk tot 1 januari 1983 concessie is verleend tot het heffen van

  • a.

    sluisgeld aan de sluis te Goejanverwelle;

  • b.

    sluisgeld aan de sluis te Haanwijk;

  • c.

    sluisgeld aan de sluis te Bodegraven;

  • d.

    sluisgeld aan de sluis te Oudewater;

  • e.

    bruggeld aan de brug te Bodegraven;

  • f.

    bruggeld aan de brug te Driebruggen;

  • g.

    bruggeld aan de brug aan de Ruigeweidsche dijk te Driebruggen;

  • h.

    bruggeld aan de brug te Nieuwerbrug;

dat de heffingen geschieden overeenkomstig de bij voornoemd besluit behorende tarieven;

dat krachtens artikel 111, lid 4, van het met ingang van 1 januari 1975 in werking getreden herziene Reglement voor het Groot-Waterschap van Woerden aan de verenigde vergadering onder meer de bevoegdheid is gegeven om een verordening vast te stellen tot het heffen van rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van het Groot-Waterschap of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij het Groot-Waterschap in beheer of in onderhoud zijn;

dat de telkens terugkerende procedure verband houdende met de verlenging van de concessie zou kunnen vervallen;

Gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden;

Gelet op het Reglement voor het Groot-Waterschap van Woerden;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende retributieverordening:

Inhoud

Artikel 1

Voor het gebruik van de hierna te noemen voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, in beheer en onderhoud bij het Groot-Waterschap van Woerden, worden de navolgende rechten geheven:

a. Schutsluizen: voor de doorvaart van een vaartuig

  • aan de sluis te Bodegraven ƒ 3,00

  • aan de sluis te Goejanverwelle ƒ 2,50

  • aan de sluis te Haanwijk ƒ 2,50

  • aan de sluis te Oudewater ƒ 2,50

b. Bruggen: voor de passage van een vaartuig van de

  • brug te Bodegraven ƒ 2,50

  • brug te Driebruggen (Langeweidse brug) ƒ 2,50

  • brug te Driebruggen (Ruigeweidse brug) ƒ 2,50

  • brug te Nieuwerbrug ƒ 2,50

Artikel 2

De rechten zijn verschuldigd door de gebruiker van het vaartuig, dat de sluis of de brug passeert.

Artikel 3

De rechten moeten bij vooruitbetaling worden voldaan, op de wijze als door dijkgraaf en hoogheemraden aan te geven.

Artikel 4

Voor vaartuigen toebehorende aan, of gebruikt wordende voor de dienst van het Groot-Waterschap van Woerden, alsmede van die, welke door aannemers of schippers ten dienste der werken van gemeld Groot-Waterschap gebezigd worden, is geen sluis- en/of bruggeld verschuldigd. Van de betaling van sluis- en/of bruggeld zijn de Rijkspolitievaartuigen en de vaartuigen van de provincies Zuid-Holland en Utrecht eveneens vrijgesteld.

Artikel 5

De rechten worden geïnd door daartoe door dijkgraaf en hoogheemraden aangewezen personen.

Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen betreffende de afdracht der gelden nadere regelen stellen.

Artikel 6

Deze verordening kan worden aangehaald als "Retributieverordening Groot-Waterschap van Woerden 1983".

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1983 of op de eerste dag van de maand nadat zij onherroepelijk is geworden, indien deze verordening onherroepelijk wordt nà 1 januari 1983.

Gedaan ter vergadering van 17 juni 1982, te Woerden.

Van der Linden, de voorzitter.

A. Vervoorn, de secretaris-rentmeester.