Regeling vervallen per 14-06-2010

Reglement territoriale commissies Schieland en de Krimpenerwaard

Geldend van 08-02-2005 t/m 13-06-2010

Intitulé

Reglement territoriale commissies Schieland en de Krimpenerwaard

Dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard;

gelet op artikel 17 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en

artikel 14 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van dijkgraaf en hoogheemraden;

b e s l u i t e n :

Reglement territoriale commissies Schieland en de Krimpenerwaard

I     vast te stellen het navolgende Reglement territoriale commissies van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;

Artikel 1

  • Er zijn drie territoriale commissies, te weten:

    -    territoriale commissie Ringvaartdistrict

    -    territoriale commissie Rottedistrict

    -    territoriale commissie Krimpenerwaard.

Artikel 2

  • 1. De territoriale commissies dienen dijkgraaf en hoogheemraden desgevraagd of uit eigen beweging van advies: 

     -  over de operationele aspecten van de waterstaatszorg;

     -  voorgenomen peilbesluiten;

     -  voorgenomen wijziging van leggers;        

     -  plannen inzake de regionale ruimtelijke ontwikkeling en gebiedsgerichte projecten voorzo­ver deze effecten hebben op de

        perationele waterstaatkundi­ge verzorging van het gebied;

    een en ander voor zover betrekking hebbend op het district.

  • 2. De territoriale commissie Krimpenerwaard adviseert tevens over aangelegenheden het wegenbeheer betreffende.

  • 3. Tot de competentie van de territoriale commissie behoort niet het adviseren over onderwerpen waarover advies wordt gevraagd aan de vaste commissies van advies, tenzij dijkgraaf en hoogheemraden anders besluiten.

Artikel 3

De begrenzing van de districten is aangegeven op de van dit regle­ment deel uitmakende gewaar­merkte kaart.

Artikel 4

  • 1. Elke commissie bestaat naast de voorzitter uit minimaal 6 tot maximaal 10 leden.

  • 2. De leden van de commissies worden benoemd door dijkgraaf en hoogheemraden. De leden zijn bij voorkeur woonachtig in het district. Dijkgraaf en hoogheemraden nemen zoveel mogelijk een geografisch evenwichtige spreiding van de leden in acht.

  • 3. De commissies kunnen dijkgraaf en hoogheemraden voorstel­len aanvullend ten hoogste 2 leden te benoemen, al dan niet uit het midden van de verenigde vergadering.

  • 4. Voor iedere commissie wijzen dijkgraaf en hoogheemraden uit hun midden een voorzitter, tevens lid van de commissie, en een plaatsvervangend voorzitter aan. Laatstgenoemde leidt de vergadering bij ontstentenis van de voorzitter.

Artikel 5

  • 1. De zittingsperiode van de voorzitters en de commissieleden is gelijk aan die van de leden van de verenigde vergadering. In tussentijds ontstane vacatu­res wordt zo spoedig mogelijk voor­zien.

  • 2. Wanneer een lid van de commissie de werkzaam­heden van één der hoogheem­raden waar­neemt, kunnen dijkgraaf en hoogheemraden in zijn plaats een hoofd­inge­land uit dezelfde categorie benoemen tot lid van de commis­sie.

Artikel 6

  • 1. Aan elke commissie wordt door het college een ambte­naar van het hoogheemraadschap als secretaris toegevoegd.

  • 2. In voorkomende gevallen wordt verdere ambtelijke bijstand in overleg met de voorzitters geregeld op aanwijzing van de directeur.

Artikel 7

  • 1. Elke commissie vergadert zo dikwijls haar voorzitter zulks nodig oordeelt of tenminste de helft van het aantal leden aan de voorzit­ter, onder opgaaf van redenen, het verlangen daar­toe schriftelijk kenbaar maakt, met dien verstande dat de commissie tenminste twee maal per jaar en ten hoogste één maal per kwartaal vergadert.

  • 2. De oproeping ter vergadering geschiedt namens de voorzitter door de secretaris met opgaaf, voor zover mogelijk, van de te behandelen onderwer­pen, tenminste zes dagen tevoren, spoedei­sende gevallen uitgezonderd.

  • 3. Wanneer een lid de vergadering niet kan bijwonen, geeft hij hiervan kennis aan de secretaris.

  • 4. De vergaderingen worden gehouden in het desbetreffende dis­trict. De commissies bepalen hun vergaderdata en aanvangs­tijdstippen.

Artikel 8

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie tekenen vóór het begin van de vergadering de presentielijst; de voorzitter en de secretaris onderteke­nen de lijst na afloop.

  • 2. Alleen de leden die de presentielijst hebben getekend, niet zijnde de door dijkgraaf en hoogheemraden aangewezen voor­zit­ter, ont­vangen de voor het bijwonen van de vergade­ring vast­ge­stelde vergoeding.

Artikel 9

De vergadering wordt niet gehouden, indien blijkens de presentie­lijst minder dan de helft van het aantal commissieleden opgekomen is.

Artikel 10

  • 1. De adviezen van de commissie worden bepaald bij meerder­heid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking der stemmen wordt geen advies uitgebracht. In dat geval worden de verschillen­de stand­pun­ten aan dijkgraaf en hoogheemraden mede­ge­deeld.

  • 2. Over personen wordt met gesloten en ongetekende briefjes ge­stemd.

Artikel 11

  • 1. De leden van het college en de leden van de verenigde verga­dering kunnen de vergaderin­gen van een commissie, waarvan zij geen deel uitmaken, desgewenst bijwonen. De secretaris en de directeur kunnen eveneens de vergaderingen bijwonen.

  • 2. In dat geval kunnen de aanwezige niet-leden, na toestemming van de voorzitter, deelnemen aan de discussies. Zij kunnen echter niet deelnemen aan de be­sluitvorming.

Artikel 12

  • 1. De vergaderingen der commissies worden in het openbaar gehou­den. Met inachtneming van artikel 35 Waterschapswet kan worden besloten tot vergaderen met gesloten deuren.

  • 2. Toehoorders kunnen de vergaderingen van de commissies bijwo­nen.

  • 3. De voorzitter stelt de toehoorders op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren direct na de opening van de vergadering. Indien een toehoorder het woord wil voeren over een agendapunt, kan de voorzitter besluiten de toehoorder het woord te geven bij de behandeling van het desbetreffende agendapunt.

  • 4. De leden kunnen de toehoorder die het woord heeft gevoerd nadere vragen stellen, maar onthouden zich daarbij van het geven van een oordeel.

Artikel 13

De verslaglegging van het behandelde in de commissies beperkt zich tot de uitgebrachte adviezen en een actiepuntenlijst.

Artikel 14

Voor het sluiten van de vergadering wordt een rondvraag gehouden.

Artikel 15

Bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement en in de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt door de verga­de­ring beslist, zo veel mogelijk met inachtneming van het Regle­ment van orde voor de verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard.

Artikel 16

  • 1. Dit reglement treedt direct in werking.

  • 2. Dit reglement kan worden aange­haald als "Reglement territoriale commis­sies Schieland en de Krimpenerwaard".

II    In te trekken het Reglement territoriale commissies Schieland zoals vastgesteld op 25 mei 1999.

Aldus vastgesteld in de vergadering van dijkgraaf en hoogheemraden van 8 februari 2005.

Dijkgraaf en hoogheemraden hebben op 14 juni 2010 besloten dit reglement in te trekken.