Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR271743
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR271743/1
Regeling vervallen per 15-12-2016
Verordening behandeling aanvragen Nadeelcompensatie
Geldend van 09-10-2006 t/m 14-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-06-2002
Verordening Behandeling Aanvragen Nadeelcompensatie
Hoofdstuk 1
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Delfland: Het Hoogheemraadschap van Delfland;
- b.
Verenigde Vergadering: De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland;
- c.
College: Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland;
- d.
Adviescommissie: Het adviesorgaan bedoeld in artikel 15;
- e.
Aanvraag: Een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4.1 Awb en artikel 13 of artikel 20 van deze verordening;
- f.
Aanvrager: De indiener van een aanvraag als bedoeld in artikel 13 of artikel 20 van deze verordening.
Artikel 2 Het recht op schadevergoeding
-
1. Het college kent degene die schade lijdt als gevolg van;
- a.
de rechtmatige uitoefening door of namens een bestuursorgaan van Delfland van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid ter behartiging van een openbaar belang, of;
- b.
de rechtmatige uitoefening door of namens Delfland van een publieke taak ter behartiging van een openbaar belang,
op diens aanvraag een vergoeding toe, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover geen aanspraak op schadevergoeding of op tegemoetkoming in de schade kan of kon worden ontleend aan een wet in formele zin, of aan een specifieke wettelijke bepaling of beleidsregeling en deze vergoeding ook overigens niet voldoende anderszins is verzekerd.
- a.
-
2. Bij het nemen van een besluit omtrent schadevergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 11 in aanmerking genomen.
-
3. De vergoeding wordt bepaald in geld. Nochtans kan het college de vergoeding toekennen in andere vorm dan betaling van een geldsom.
Artikel 3 Abnormale last
Schade die moet worden beschouwd als het gevolg van een normale maatschappelijke ontwikkeling of binnen het normale maatschappelijk risico of het normale ondernemersrisico vallende schade komt niet voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 4 Speciale last
Schade als gevolg van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, komt alleen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze in belangrijke mate afwijkt van de schade die dientengevolge op een ieder drukt, dan wel wanneer deze schade op een naar verhouding gering aantal natuurlijke- of rechtspersonen die in vergelijkbare positie verkeren drukt.
Artikel 5 Actieve risico-aanvaarding
Schade ten gevolge van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die voor de belanghebbende redelijkerwijs voorzienbaar was ten tijde van de beslissing om te investeren in het geschade belang, wordt niet vergoed.
Artikel 6 Voorwerp van voorzienbaarheid
De in artikel 5 bedoelde voorzienbaarheid kan onder meer betrekking hebben op de aard van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, op het tijdstip waarop deze schadeoorzaak zijn werking doet gevoelen, op de plaats waarop ze betrekking heeft, op de wijze van voltrekken of uitvoering daarvan, alsmede op de aard en omvang van de daardoor veroorzaakte schade.
Artikel 7 Passieve risico-aanvaarding
Geen vergoeding wordt toegekend indien de aanvrager heeft nagelaten zijn belang te verwezenlijken toen hij daartoe redelijkerwijs in de gelegenheid was, terwijl hij redelijkerwijs kon voorzien dat een maatregel genomen zou worden die aan dat realiseren in de weg zou komen te staan.
Artikel 8 Schadebeperking
-
1. Heeft aanvrager nagelaten redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade te nemen, dan blijft de schade die door het treffen van zodanige maatregelen voorkomen, of beperkt had kunnen worden, ten laste van de aanvrager.
-
2. De redelijke kosten van maatregelen ter voorkoming of beperking van schade behoren tot de te vergoeden schade.
Artikel 9 Verrekening van voordeel
Heeft een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking worden genomen.
Artikel 10 Kosten van deskundigenbijstand
Indien bij de indiening en de behandeling van de aanvraag zowel de hulp van rechts- dan wel andere deskundigenbijstand is ingeroepen, kunnen deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen als de kosten daarvan redelijk te achten zijn.
Artikel 11 Vergoeding van wettelijke rente
-
1. Een vergoeding van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek kan deel uitmaken van de toe te kennen vergoeding.
-
2. Het tijdstip waarop de wettelijke rente ingaat wordt gesteld op de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.
Hoofdstuk 2 Procedurebepalingen
Artikel 12 Indiening aanvraag en verjaringstermijn
-
1. Een aanvraag om schadevergoeding wordt schriftelijk ingediend bij het college.
-
2. De aanvraag wordt zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs mogelijk is ingediend.
-
3. Het college kan een aanvraag afwijzen, indien vijf jaren zijn verlopen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de belanghebbende zowel met de schade als met de omstandigheid dat deze schade is veroorzaakt door een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2 bekend is geworden en in ieder geval na verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt.
-
4. Heeft aanvrager, vóórdat de termijn is verstreken na verloop waarvan het college de aanvraag kan afwijzen, een schriftelijke mededeling aan Delfland gedaan waarin aanvrager ondubbelzinnig verklaart dat hij zich het recht voorbehoudt om een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 2 in te dienen, dan begint een nieuwe termijn, als bedoeld in het derde lid, te lopen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop deze schriftelijke mededeling is gedaan.
Artikel 13 De aanvraag om schadevergoeding
-
1. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:
- a.
de naam en het adres van de aanvrager;
- b.
de dagtekening;
- c.
een aanduiding van het besluit of het handelen dat de gestelde schade naar het oordeel van aanvrager heeft veroorzaakt;
- d.
een opgave van de feiten die tot het ontstaan van de schade aanleiding hebben gegeven.
- e.
een vermelding van de reden of redenen waarom het college gehouden zou zijn een vergoeding toe te kennen van schade die het gevolg is van het onder c bedoelde handelen;
- f.
een opgave van de aard en de omvang van de schade,
- g.
een specificatie van het bedrag van de schade;
- h.
een omschrijving van de wijze waarop de schade naar het oordeel van aanvrager dient te worden vergoed en, zo een vergoeding in geld wordt gewenst, een opgave van het schadebedrag, dat naar het oordeel van aanvrager vergoed dient te worden.
- a.
-
2. Het college bevestigt de ontvangst van het aanvraag zo spoedig mogelijk, en stellen de aanvrager in kennis van de te volgen procedure.
-
3. Indien naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, of indien aanvrager overigens verzuimt de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen te verschaffen, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid het verzuim te herstellen binnen vier weken na verzending van de brief waarin hem op het verzuim gewezen wordt.
Artikel 14 Afdoening zonder advisering door de adviescommissie
-
1. Het college neemt de aanvraag niet in behandeling indien het niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 is ingediend en van de geboden gelegenheid om de aanvraag aan te vullen niet tijdig, of onvoldoende is gebruik gemaakt.
-
2. Een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen wordt aan de aanvrager bij aangetekende brief medegedeeld binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
-
3. Het college doet de aanvraag af zonder zich te laten adviseren door de adviescommissie indien het naar zijn oordeel:
- a.
Kennelijk ongegrond is.
- b.
zonder nader onderzoek voor toewijzing vatbaar is.
- c.
Qua aard of omvang niet voor advisering door de adviescommissie in aanmerking komt
- a.
-
4. Een besluit om de aanvraag zonder nader onderzoek af te wijzen dan wel toe te wijzen wordt aan de aanvrager bij aangetekende brief medegedeeld binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel binnen acht weken nadat de termijn is verstreken gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.
-
5. Het college kan de in het vorige lid genoemde termijn eenmaal met ten hoogste acht weken verlengen. Het college stelt de aanvrager daarvan schriftelijk in kennis.
Artikel 15 De Adviescommissie
-
1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 14, eerste en derde lid, stelt het college de aanvraag in handen van een Adviescommissie.
-
2. De Adviescommissie heeft tot taak het college van advies te dienen over de op het aanvraag te nemen beslissing.
-
3. De Adviescommissie bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen, die op voordracht van het college door de Verenigde Vergadering worden benoemd. Het college wijst bij de voordracht de voorzitter aan.
-
4. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het functioneren en de financiering van de Adviescommissie.
-
5. De aanvraag wordt uiterlijk vier weken na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 14, vierde lid, dan wel indien het vijfde lid van dat artikel toepassing heeft gevonden, uiterlijk vier weken na het verstrijken van de in dat artikellid genoemde termijn in handen gesteld van de Adviescommissie.
-
6. Het college stelt de aanvrager in kennis van het feit dat de aanvraag in handen is gesteld van de Adviescommissie. De kennisgeving bevat de namen van de deskundigen, hun beroep en de plaats waar zij hun werkzaamheden plegen te verrichten.
Artikel 16 Het door de Adviescommissie te verrichten onderzoek
-
1. De Adviescommissie dient het college van advies over de op de aanvraag te nemen beslissing.
-
2. De Adviescommissie stelt daartoe, voorzover een zorgvuldige advisering daartoe noopt, een onderzoek in naar:
- a.
de vraag of de door aanvrager in zijn aanvraag gestelde schade een gevolg is van de in de aanvraag aangeduide schadeoorzaak, indien en voorzover deze als een rechtmatige uitoefening door of namens Delfland van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak ter behartiging van een openbaar belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid kan worden aangemerkt;
- b.
de omvang van de schade als bedoeld onder a;
- c.
de vraag of deze schade redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zulks met inachtneming van het in artikel 3 tot en met 11 bepaalde;
- d.
de vraag of vergoeding van de schade niet, of niet voldoende, anderszins is verzekerd, of had kunnen zijn.
- a.
-
3. De Adviescommissie brengt rapport uit over haar bevindingen. Indien aan de aanvrager nadeelcompensatie toekomt, adviseert de Adviescommissie over de hoogte van de uit te keren schadevergoeding en doet, voorstellen voor maatregelen of voorzieningen waardoor de schade, anders dan door een vergoeding in geld, kan worden beperkt of ongedaan gemaakt.
Artikel 17 Bevoegdheden en verplichtingen
-
1. Het college stelt de Adviescommissie, al dan niet op aanvraag, de gegevens ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak. Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur is van overeenkomstige toepassing
-
2. De aanvrager verschaft de Adviescommissie de gegevens en bescheiden die voor de advisering nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
-
3. De Adviescommissie kan inlichtingen en adviezen inwinnen bij derden. Indien met het verstrekken van inlichtingen, of het verlenen van adviezen door derden kosten gemoeid zijn, oefent de Adviescommissie deze bevoegdheid eerst uit na instemming van het college.
-
4. De door de Adviescommissie naar het oordeel van het college in redelijkheid te maken kosten, worden door Delfland vergoed.
-
5. De Adviescommissie kan een plaatsopneming houden, indien zij dit nodig acht.
Artikel 18 Procedure Adviescommissie
-
1. De Adviescommissie stelt de aanvrager in kennis van de te volgen procedure.
-
2. De Adviescommissie stelt de aanvrager en het college in de gelegenheid tot het geven van een mondelinge toelichting. Beiden kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde.
-
3. Meegebrachte deskundigen worden in de gelegenheid gesteld een toelichting te geven.
-
4. Van de toelichtingen wordt een verslag opgemaakt. Het verslag wordt aan de aanvrager en het college toegezonden.
-
5. Alvorens de Adviescommissie haar definitieve advies opstelt, maakt zij een concept-advies op. Dit concept-advies wordt uiterlijk dertien weken nadat het aanvraag in handen is gesteld van de Adviescommissie, aan de aanvrager en aan het college toegezonden. Indien niet binnen deze termijn een concept-advies opgemaakt kan worden, deelt de Adviescommissie de aanvrager het college gemotiveerd mede, waarom deze termijn overschreden wordt. Zij geeft daarbij een termijn aan waarbinnen het concept-advies aan de aanvrager en aan het college zal worden toegezonden. Deze termijn bedraagt ten hoogste zesentwintig weken.
-
6. `De Adviescommissie stelt haar advies vast binnen zes weken na het ``verstrijken van de in het zesde lid genoemde termijn. Zij kan deze termijn, ``onder opgaaf van redenen, eenmaal met ten hoogste zes weken verlengen. Zij ``zendt het advies terstond toe aan de aanvrager en aan het college.
Artikel 19 De beslissing op het aanvraag om schadevergoeding
-
1. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van het advies van de Adviescommissie op de aanvraag om schadevergoeding. Het college maakt dit besluit binnen deze termijn bekend aan aanvrager. Zij zenden een kopie van dit besluit aan de Adviescommissie.
-
2. Het college kan de beslissing bedoeld in het eerste lid, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste zes weken verdagen.
Hoofdstuk 3 Slotbepalingen
Artikel 20 Voorschot
-
1. Het college kent de aanvrager die naar redelijke verwachting in aanmerking komt voor een vergoeding in geld als bedoeld in artikel 2 en wiens belang naar het oordeel van het college vordert dat aan hem een voorschot op deze vergoeding wordt toegekend, op diens schriftelijk aanvraag een voorschot toe. Het college beslist, tenzij het aanvraag kennelijk ongegrond is, op de aanvraag, gehoord de Adviescommissie.
-
2. Indien het college beslist tot het verlenen van een voorschot wordt daarmee geen aanspraak als bedoeld in artikel 2 erkend.
-
3. Het voorschot kan uitsluitend worden verleend indien de aanvrager schriftelijk de verplichting aanvaardt tot gehele en onvoorwaardelijke terugbetaling van hetgeen ten onrechte als voorschot is uitbetaald, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente over het teveel betaalde te rekenen vanaf de datum van betaling van het voorschot. Het college kan daarvoor zekerheidstelling, bij voorbeeld in de vorm van een bankgarantie, verlangen.
Artikel 21 Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als: Verordening behandeling aanvragen Nadeelcompensatie.
Artikel 22 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2002 en is van toepassing op aanvragen die vanaf deze datum zijn ingediend. De verordening is laatstelijk gewijzigd bij besluit van de verenigde vergadering van 14 september 2006. Dat besluit treedt in werking met ingang van 9 oktober 2006.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl