Regeling vervallen per 01-01-2018

Beleidsregels inzake de fiscale benadering van iba systemen die niet bij het Waterschap in beheer zijn

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2017

De ambtenaar belast met de heffing van het Waterschapsbedrijf Limburg;

gelet op het bepaalde in de artikelen

- artikel 124, lid 5 onder a van de Waterschapswet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

B E S L U I T :

vast te stellen de beleidsregels voor inzake de fiscale benadering van iba systemen die niet bij het Waterschap in beheer zijn.

IBA Beleidsregels Waterschapsbedrijf Limburg

Artikel 1

  • 1. Bij gecertificeerde iba systemen van het type II of III, via welke uitsluitend afvalwater van huishoudelijke aard en/of beperkt agrarisch afvalwater (geen schrobwater uit veestallen en geen voorspoelwater van melktanks) wordt afgevoerd, stelt het waterschap de toe te passen klasse van de tabel afvalwatercoëfficiënten vast aan de hand van de onderzoeksrapporten die aan de certificatie ten grondslag hebben gelegen.

  • 2. Het waterschap kan met toepassing van artikel 4, lid 1 van het ‘Besluit vervuilingswaarde ingenomen water’ aantonen dat de met toepassing van lid 1 gevonden afvalwatercoëfficiënt onjuist is. In dat geval stelt het waterschap de aanslag, in afwijking van lid 1, vast aan de hand van de gevonden onderzoeksresultaten.

  • Artikel 2

  • 1. Bij goed functionerende gecertificeerde iba systemen van het type IIIA en IIIB, via welke uitsluitend het afvalwater van één woonruimte wordt afgevoerd, stelt het waterschap met toepassing van artikel 15 van de heffingsverordening (het forfait voor kleine bedrijfsruimten en zuiveringstechnische werken) de aanslag vast op 1 vervuilingseenheid.

  • 2. Indien het waterschap met toepassing van artikel 4, lid 1 van het ‘Besluit vervuilingswaarde ingenomen water’ aantoont dat een Iba systeem als bedoeld in lid 1 niet goed functioneert, dan stelt het waterschap, in afwijking van lid 1, de aanslag vast aan de hand van de gevonden onderzoeksresultaten.

Artikel 3

IBA’s van het type I (septictanks), olie- en vetafscheiders en slibvangputten, alsmede daarmee gelijk te stellen apparatuur, worden niet beschouwd als (een onderdeel van) een zuiveringstechnisch werk waarop voorafgaande zuivering plaatsvindt als bedoeld in artikel 18, lid 5 en 6, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

Artikel 4

Na aanvang van een heffingsjaar kunnen aan de gebruiker van een bedrijfsruimte, alsmede aan de beheerder van een riolering of van een zuiveringstechnisch werk, één of meer voorlopige aanslagen worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat heffingsjaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 5

Deze beleidsregels treden in werking op 01-01-2005 en hebben betrekking op aanslagen zuiveringsheffing die worden opgelegd terzake van belastbare feiten die zich op of na 1 januari 2005 voordoen.

Artikel 6

Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels inzake de fiscale benadering van iba-systemen Waterschapsbedrijf Limburg, Unit Waterschapsheffingen.

Roermond, datum 28-12-2004

Hoofd Unit Waterschapsheffingen

W.C.G. Fiddelaers