Regeling vervallen per 13-02-2009

Ondermandaat directeur Veiligheid

Geldend van 29-08-2008 t/m 12-02-2009

Intitulé

Ondermandaat directeur Veiligheid

DE SECRETARIS-DIRECTEUR VAN HET WATERSCHAP RIVIERENLAND;

overwegende dat,

het algemeen bestuur in zijn vergadering van 20 mei 2005 een delegatiebesluit heeft genomen, alsmede in zijn vergadering van 3 januari 2005 een mandaatregeling heeft vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

het uit oogpunt van efficiency wenselijk is om bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te laten oefenen door een aan het college ondergeschikte medewerker, voor zover dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

het college van dijkgraaf en heemraden in zijn vergadering van 7 augustus 2008 een mandaatbesluit heeft vastgesteld voor de secretaris-directeur;

het wenselijk is, dat de secretaris-directeur ondermandaat verleent aan de directeur Veiligheid ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de directie Veiligheid;

dit besluit uitvoering geeft aan artikel 5, eerste lid, van de mandaatregeling;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet en het Algemeen reglement voor het Waterschap Rivierenland,

Aanhef

Besluit:

I aan de directeur Veiligheid mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor:

1. het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect onder zijn verantwoordelijkheid werkende medewerkers;

2. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten, met inbegrip van de correspondentie daarover;

3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover;

onder deze bepaling vallen:

  • a.

    het vaststellen van projectdocumenten inzake het aanbesteden, het gunnen, het doen uitvoeren, het opleveren en accepteren of weigeren van werken, leveringen of diensten op basis van het door het algemeen bestuur vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid en specifiek voor het gunnen met inachtneming van de Regeling van de organisatie van het financieel beheer;

  • b.

    het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het verwerven, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken tot een maximale waarde van € 25.000,-- per geval; voorzover het betreft transacties in het kader van de dijkverbetering op taxatiebasis;

  • c.

    het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

  • d.

    het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake huur, pacht en bruikleen met betrekking tot roerende en onroerende zaken;

  • e.

    het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten, waarbij voor het aangaan van deze overeenkomsten het door het algemeen bestuur vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid als uitgangspunt geldt;

  • f.

    het voeren van overleg in het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening en het indienen van zienswijzen op grond van artikel 3:15 Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    het aanvragen en aanvaarden van sponsorgelden en subsidies; 

  • h.

    het beslissen op aanvragen van subsidies en sponsorgelden, voor zover het hier gaat om aanvragen die vallen onder de bijzondere subsidieverordeningen;

  • i.

    het behandelen en afdoen van schadeclaims; voor zover het betreft schadeclaims in het kader van dijkverbetering, met inachtneming van het advies van de bouwkundige en/of de taxatiecommissie;

  • j.

    het nemen van verkeersbesluiten op grond van artikel 18 Wegenverkeerswet 1994 en het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • k.

    het nemen van besluiten in het kader van de overdracht van een verplichting tot  onderhoud van een weg door een gemeente of een waterschap aan een gemeente of  waterschap ingevolge artikel 18a Wegenwet, voor zover het betreft de overdracht van weggedeelten in verband met het wijzigen van de bebouwde komgrens;

  • l.

    het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingeninzake de toepassing van bestuursdwang in verband met de schouw van dijken en wegen;

  • m.

    het ondertekenen van verweerschriften, waarin het bestreden besluit wordt toegelicht en waarin wordt ingegaan op de gronden van het bezwaar, voorzover het bestreden besluit werd ondertekend door de gemandateerde.

II  Inwerkingtreding:

  • 4.

    • a.

      dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking;

    • b.

      met de inwerkingtreding van dit besluit komt het mandaatbesluit directeur Veiligheid van 12 april 2007 te vervallen

 III De volgende voorwaarden vast te stellen waaronder de bevoegdheden gemandateerd worden:

  • 5. de secretaris-directeur staat op basis van artikel 5 lid 3 sub a van de mandaatregeling toe dat de directeur Veiligheid vervolgens ondermandaat verleent aan de onder zijn verantwoordelijkheid werkende medewerkers;

  • 6. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de mandaatregeling, die op 3 januari 2005 is vastgesteld door het algemeen bestuur;

  • 7. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden slechts uit voor zover hierdoor de (onder)mandaten van andere medewerkers niet worden aangetast.

IV Plaatsvervanging:

  • 8. bij afwezigheid van de directeur Veiligheid worden diens bevoegdheden uitgeoefend door één van de overige leden van het directieteam, danwel door het hoofd van de stafafdelingBestuurs- en Managementondersteuning.

  • Tiel,  11 augustus 2008

  • de secretaris-directeur van Waterschap Rivierenland,

  • drs. H.C. Jongmans